lOpCt. KORTING lOpCi. WIJ au I MEM OP ouwendijk NOORD-AFRIKA leert lopen DE ZONDEN DER VADEREN. CORSETTENen bustehouders van 24 toi en met 31 Januari 1951 De Columbus. De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER 7e Jaargang Nummer 315 VHjdag 26 JAN. 1951 Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs 1,per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m.; bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra .J J. P. de Klerk. We zeggen weieens „Je zal toch met zo'n stelletje Arabieren opgescheept zitten", maar dat zit onze landgenoot, de heer van Pelt inderdaad, in Libye. Zoals af en toe uit berichten blijkt, is zijn opdracht als Hoge Commissaris op last van de Verenigde Naties, in principe geslaagd. De vroeger Italiaanse kolonie zal in 1952 een zelfstandige staat worden. Of alle buurlanden deze stap een onverdeeld genoegen zullen vinden, is een andere kwestie. In hoe verre het communisme zich weer van de situatie meester zal maken, moeten we ook maar afwachten. In het alge meen hebben de jonge naties van de afgelopen jaren niet zoveel profijt van hun zelfstandigheid gekregen. De toekomst van Noord-Afrika is een zaak van belang voor ons in West- Europa. Men ziet dat niet aan de bruin verbrande, stoffige gezichten van de bewoners. Men hoort dat niet in de zondoorstoofde markttentjes van To- broek. Men merkt dat op aan de con ferentietafels, tijdens de vergaderingen over het Atlantisch Pact en in het bizonder over het plan Schuman. Italië is namelijk geheel afhankelijk van dé kolen en het erts van Noord-Afrika, waar Frankrijk (nog) de grootste rol speelt,ondanks particuliere Amerikaanse investeringen. Italië wenst waarborgen voor de regelmatige levering en onder FEUflLLETON 79) door PEDLER. „Ik vertel het Mac niet om verschil lende redenen," zei ze koel. „Ten eerste omdat hij, als hij het wist, woedend op Carol zou zijn - om re denen die jij niet kent, Billy. Ten tweede, omdat, als Sir Francis hem ooit hoonde over het feit, dat ik in Jems huis ben geweest, Mac, als hij de waarheid wist, hem die stellig zou zeggen en dan zou Carol er de dupe van zijn. En ten derde: als Mac me niet kan vertrouwen zonder dat jij en Mim naar hem toehollen om hem te vertellen dat er geen reden is om me te wantrouwen, dan vind ik zijn ver trouwen de moeite niet waard, nu weet je het". „Jullie vrouwen zijn toch rare we zens," zei Billy haar met verwonderde ogen aankijkend. Wat Carol betreft, ze wist niets van het feit, dat haar man Herrick in de villa gevonden had. Ze zag Jem niet meer terug, want voor hij zijn huis sloot en vertrok en afscheid kwam tekent niets zolang als Frankrijk (de oude rivaal) zich niet bindt. Frankrijk worstelt met linkse groeperingen in de regering, die omvangrijk en levensge vaarlijk zijn. Hun leiders zijn tegen herbewapening van Duitsland, tegen Franco-Spanje en tegen garanties aan een vroegere bondgenoot van Hitier Italië Inmiddels leert Noord-Afrika lopen. De tijd gaat snel, en twee jaar zijn zomaar vergleden. Wie zal met succes naar de hand van de nieuwe staat Libye dingen? Libye is Italiaans bezit geweest, Libye heeft de strijd van Montgommery en Rommel gezien. Zal het Italië gunstig gezind blijven? Zo niet, dan zullen de consequenties niet uitblijven voor Europa. Denken we alleen reeds aan het directe gevolg van werkloosheid in Italiaanse fabrie ken - waar de invloed en de macht van het communisme zo groot zijn ge bleken. Op de foto zijn enige inwoners van Libye in drukke discussie over de ver andering in het bestuur. Hun wordt uitgelegd wat verkiezingen zijn, hoe straks het stemmen in z'n werk zal gaan, en wat daarvan normaliter de ge volgen zijn. Wij hopen, dat deze man nen, die duidelijk verwant zijn aan de Arabs, het sterke, krijgshaftige volk der woestijnen, een goede keus zullen doen. nemen van zijn vrienden op Windy- croft, verzocht Herrick hem om als hij haar schreef er niets van te vertellen. „Laat Carol nooit weten, dat Sir Francis me bij jou gevonden heeft," zei ze. „Ze zou er over tobben en we moeten haar extra verdriet sparen". „Maar Mortimer zal het haar waar schijnlijk zelf wel vertellen," antwoord de Jem. Ze schudde glimlachend het hoofd. „Dat geloof ik niet. Je denkt toch niet, dat hij zichzelf zal bloot geven door te bekennen, dat hij haar ver geefs bespionneerd heeft? Nee, ik denk dat Sir Francis zijn mond wel zal hou den over wat die avond gebeurd is. Hij sloeg nu niet direct een goed fi guur". Even speelde een glimlach over Jems gezicht, toen betrok het weer. „Ik heb Mac na die tijd niet meer gezien," zei hij bedrukt. „Hij is naar Dartmoor hoorde ik. Is alles goed tussen jullie?" En omdat de man naast haar weg ging naar de eenzaamheid van ver verwijderde landen en toch al zo zware last met zich mee moest dragen en die dapper zou dragen ook, wilde Herrick daar niets aan toevoegen. Ze BANDAGES Langestraat 38 a - OOSTBURG Het was in de avond van 9 Februari 1888 dat kustbewoners van Kadzand zagen hoe een groot zeilschip onder een hevige sneeuwstorm in moeilijkhe den kwam voor de kust. Ogenschijnlijk werd het met onklare stuurinrichting door de hevige N.W. wind landwaarts gestuwd. Met de invallende duisternis konden de samenscholenden op de wal nog zien, hoe telkens wanneer sneeuw en hagel wat minder waren, een licht meer en meer de kust naderde. Men begreep. Het schip moest aan lager wal geraken. Het ging zijn onder gang tegemoet. Reeds bijna donker was het, toen door een donderend geraas het maar al te duidelijk werd, dat het schip op het uiterste einde van een paalhoofd was geworpen. Tussen het geweld van branding en storm vernam men kreten om hulp, die niet kon geboden worden, daar red dingsmiddelen niet aanwezig waren. Slechts een kleine roeiboot was bij de hand, te weinig zeewaardig om er zich mede in de branding te wagen. De ganse nacht klonk het geroep der schepelingen, die allen te samen hun stem verheffend, trachtten zich boven het geraas der branding uit landwaarts te doen horen. Toen de dag aanbrak bleek het schip de noorse bark „Columbus" te zijn. De bemanning had zich aan lij mid scheeps verzameld, vergeefs trachtend zich enigermate te bergen voor het geweld der stortzeeën, welke zich ieder ogenblik over het geteisterde schip wierpen, of met donderende slagen te gen de scheepsromp beukten, waarbij het schuim zich* torenhoog verhief. Verkleumd en doornat hadden de schip breukelingen daar neergedoken gezeten keek hem dus rustig aan en antwoordde bedaard „Volkomen in orde, Jem". Een leu gen die de engel die aantekeningen houdt van onze daden, zeker aan haar credit-zijde en niet aan haar debet zijde zal hebben geboekt. Beresford nam het heel natuurlijk op. „En zul je haar vriendin blijven?" drong hij aan, zijn gedachten reeds weer bij de enige vrouw in zijn we reld. „Help haar zoveel je kunt als ik weg ben, Herrick". „Altijd," antwoordde ze vast. Zo ging Jem heen naar de wilder nis en zijn plaats in het leven van St. Heriot kende hem niet meer. Carol kwam de dag na zijn vertrek naar Windycroft. Ze was tot zolang letterlijk een gevangene geweest door de plotselinge ziekte van haar man. Hij was ziek van Two Ways Cottage terug gekomen en bijna sprakeloos op Mortlake gearriveerd, hijgend naar adem en Humphreys en de butler had den hem samen uit de dogcar getild en naar bed gedragen Carol ontsteld door zijn uiterlijk, had gauw de dokter laten komen en had volkomen ter goe der trouw ontkennend geantwoord op diens vraag, of Sir Francis een hevige doodsangst. Versuft en uitgeput schenen zij nog nauwelijks op te mer ken, hoe een der gehavende masten onder het stormgeweld afbrak en over boord sloeg, met het neerstortende want de chaos nog vergrotend. Opeens echter zag men van de wal, hoe een der schepelingen zich meteen lijn, gesjord rond het lichaam, te wa ter stortte en trachten wilde de kust te bereiken. Maar stroom en wind dreven hem zijwaarts uit, zodat zijn makkers hem weer aan boord moesten halen. Later wierpen deze stukken hout aan dun touw bevestigd te water. Eindelijk spoelde zulk een stuk land waarts, waar flinke kerels tot aan de borst te water gingen en het hout grepen. Aan de dunne lijn werd door de schipbreukelingen een kabel be vestigd, welke naar de wal getrokken een verbinding vormde, waarlangs de roeiboot met twee Kadzandenaars be mand (Joost van den Broecke en Wil lem Berrevoets) door de branding naar het schip werd gehaald, want roeien was onmogelijk. Aan een tweede lijri trok men de sloep weer landwaarts. Op deze wijze werden acht thans over gelukkige zeelieden van het in tweeën brekende schip gered. Even later ver liet ook de kapitein op dezelfde wijze het wrak. De bark bleek een kostbare lading van gezaagd en nog ongezaagd hout te bevatten. Toen de storm bedaarde, viel bij laagwater het schip droog en werd met het ontladen een begin ge maakt. Doch bij hoogwater veranderde het toneel. Vissers van Heijst en Blankenberghe hadden de lucht gekregen van de schip breuk. Zij roken buit. Als een vlucht roofvogels streken zij op het ontred derde schip neer, vermoedend dat van de wal af toch niet tegen hen kon schok had gehad. De dokter, Lincoln genaamd, was pas een jaar in St. Heriot gevestigd en het was moeilijk uit te maken hoe veel of hoe weinig hij af wist van de verhouding tussen Mortimer en zijn vrouw. Hij was een magere, nogal cynische jonge man, stilzwijgend en met weinig hoffelijke manieren en hoe wel hij bekend stond als zeer knap, was hij toch persoonlijk niet bemind in de omtrek - behalve onder de wei nige zeer arme patiënten die wisten, dat de stugge, zwijgzame dokter bij zonder hartelijk en gevoelig kon zijn. Hoe het zij, zijn houding tegenover Carol was volkomen neutraal toen hij haar meedeelde, dat de gezondheids toestand van haar man min of meer précair was. „Ik bedoel niet, dat er onmiddellijk gevaar is," voegde hij er koeltjes bij. „Hij zal hoogstwaarschijnlijk wel over deze aanval heenkomen. Maar zijn hart is zwak. En," hij keek haar in eens recht aan, „zoals u weet gebruikt hij verdovende middelen. Ik heb hem ronduit gezegd, dat hij als hij zijn le ven niet wenst te verkorten, daarmee moet ophouden". Dit alles vertelde Carol aan Herrick,

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1951 | | pagina 1