CORSETTEN
De Lyceumver. bracht de fl.B.C.-Revue.
Oudejaar.
OUD '50, NIEUW '51.
Wisseling.
De schakel
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAAN DEREN
6e jaargang Nummer 311
Vrijdag 29 DEC. 1950
Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
■"3- O
o°
MEDISCHE
Langestraat 38 a
OOSTBUR G
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der adverteniiën
7 cent per m.m.
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
't Oude jaar vliedt van ons henen,
De een bracht 't vreugd, de ander wenen.
Is men hier, of ver van huis,
Iedereen heeft toch zijn kruis.
In Breskens bouwde men dit jaar
Heel wat huizen kant en klaar.
Toch heeft men ook hier verdriet,
De binnenhaven komt er niet.
De voetbal deed het niet zo goed,
Waar is de lef, waar is de moed?
„Hup Breskens", nu met moed voortaan
Op de tweede klasse aan.
d' Oorlog is ook weer ontbrand
Al is het nog niet in ons land.
Toch moeten wij ons goed bezinnen,
Men kan daarmee ook hier beginnen.
„De Schakel" bleef toch weer „De Krant"
Bracht U het nieuws uit heel het land.
Veel werd er ook „Ingezonden",
Men hekelde dan onomwonden.
Nu wil ik nog aan alle mensen
Aan het einde dit nog wensen
Een zalig, vredig Nieuwe Jaar,
Hopenlijk wordt dat eens waar.
J.
Het jaar 1950 spoedt ten einde. Een
oud, ons bekend en vertrouwd gewor
den jaar neemt weldra afscheid van
ons, om plaats te maken voor een
nieuw jaar, het jaar 1951Een uit
zonderlijk jaar, een jaar dat in de ge
schiedenis zal voortleven, is 1950 niet
geweest. Natuurlijk heeft ook in het
nu aflopende jaar de dood zijn gewone
oogst binnengehaald en in de gezin
nen, in de families waar een lieve dode
werd weggehaald, zal het jaar 1950
diepere indrukken achterlaten dan
daar, waar men voor deze verliezen
werd gespaard. Het is nu eenmaal
's levens loop dat, gezins- en familie
leden ons moeten ontvallen, doch daar
staat tegenover dat uitbreiding van ge
zin en familie de balans van verlies en
winst, v&n leven en dood in evenwicht
houdt. Niettemin wordt bij de jaars
wisseling in het algemeen meer aan
de ons in het afgelopen jaar ontval
lenen gedacht, dan op andere dagen
van het jaar het geval is. Niet alleen
dat we dan speciaal in onze herinne
ring terugroepen hen, van wie we op
aarde voor immer afscheid moesten
nemen, doch de ouderen onder ons
vooral stellen zich op Oudejaarsavond
in stilte de vraag, of in het Nieuwe
jaar ook voor hen de tijd van heen
gaan al dan niet zal komen, want een
maal, dat weten we allen, komt voor
elk van ons dat ogenblik.
Aan deze overdenkingen op Oude
jaarsavond paart zich gemeenlijk ook
een nabeschouwing over de in het af
gelopen jaar plaats gehad hebbende
gebeurtenissen, waarbij we zelf betrok
ken waren en vanzelfsprekend volgen
dan onmiddellijk daarop de vragen en
v/ensen, waarvan we de beantwoording
of de vervulling slechts in de loop
van het komende jaar kunnen ver
wachten. Het Nieuwe jaar komt als
een volkomen blanco boek tot ons;
vele bladzijden daarvan zullen we zelf
kunnen volschrijven, doch wat we
daarop zullen kunnen schrijven is op
1 Januari voor een ieder nog volko
men duister. Hoeveel dagelijke pa
gina's zullen we mogen invullen; alle
365 of minder? Zal het prettig nieuws
zijn waarover we in ons levensboek
mogen schrijven of zal het droevig
zijn? Zal het handelen over „eindelijk
vrede in de wereld" of zullen het gru
welijke verhalen zijn over oorlog,
moord, doodslag, gevangenschap?
Gelukkig dat het Nieuwe jaar komt
met een nog gesloten boek en dat
alles wat dat jaar ons brengen zal,
nog in de schoot der Voorzienigheid
verborgen ligt. Daardoor rest ons
slechts, te leven als een goed mens,
in elk opzicht onze plicht te doen en
te wensen dat onze verlangens, die elk
onzer menselijkerwijze gesproken aan
het leven mag stellen, in het komende
jaar in vervulling mogen gaan. Wan
neer we dat niet alleen voor ons zelf
wensen, maar ook toewensen aan an
deren die ons niet onverschillig zijn,
dan vatten wij de juiste betekenis van
de Nieuwjaarswens.
o
De eerste wens die in de ganse
Christelijke wereldgemeenschap dit jaar
zal worden gesteld zal ongetwijfeld zijn,
dat in het komende jaar nu eindelijk
eens een werkelijke vrede als beëindi
ging van de Tweede Wereldoorlog
moge worden gesloten; de vrede waar
voor Zondag 24 December j.l. een dag
van algemeen en speciaal gebed is
geweest. Wanneer men afgaat op het
geen nieuwsbladen en radioberichten
ons dienaangaande dag in dag uit
moeten voorhouden, ziet het er op dit
jaar-einde niet naar uit, dat de in
communisten-zielen aanwezige Satan
instemt met een algemene roep om
vrede, zoals deze thans alom in de
Christelijke wereld weerklinkt. En als
gevolg daarvan zullen we op de finan
ciële bladzijden van het jaarboek 1951
enorme bedragen moeten invullen voor
uitgaven ten gerieve van Mars. Uit
gaven voor aanschaffing en instand
houding van allerlei oorlogstuig, van
werktuigen en instrumenten waarmede
niets kan worden opgebouwd, doch
waarmede slechts kan worden vernield
en vernietigd, vooral ook mensenle
vens, en moraal en mentaliteit van de
mens. Het is een schande dat in de
verlichtte twintigste eeuw, waarin de
mens zich heeft kunnen ontwikkelen
tot een genie die alle nuttige uitvin
dingen vermocht te doen, desondanks
is teruggevallen tot het beschavingspeil
der middeleeuwen, toen een menings
verschil tussen partijen ook slechts met
moord en doodslag kon worden be
slecht. Thans is de Christelijke wereld
verplicht zijn opbouwend werk te sta
ken of te vertragen; verplicht om ka
nonnen en ander moordtuig te ver
vaardigen, inplaats van landbouwwerk
tuigen en machines voor productieve
industrieën. Gelukkig hebben de be
nauwde Westerse landen elkaar in de
ure des gevaars kunnen vinden. God
dank kunnen zij voldoende kracht op
brengen om onderlinge kleine geschil
len ter zijde te stellen, waardoor zij
ook voldoende macht kunnen ont
plooien om een eventueel uit zijn kooi
ontsnapte communistische Sater on
schadelijk te maken. En aangezien ook
Satan niet geheel van logisch verstand
is gespeend, zal hij zich wel tweemaal
bedenken voordat hij besluit tot een
aanslag op het Westers Christendom -
vertegenwoordigd in de landen van
West-Europa, Noord- en Zuid Amerika
- omdat een dergelijke aanslag onher
roepelijk zou neerkomen op absolute
zelfvernietiging en helaas ook op
onberekenbare verliezen aan onze zijde.
Satan, of zo ge wilt Stalin en de
zijnen, heeft zich teruggetrokken ach
ter een ijzeren gordijn, zich zelf daar
door afgescheiden van de Christelijke
wereld en hij móet er van doordron
gen blijven, dat het ijzeren gordijn aan
onze zijde wordt bewaakt door gewa
pende machten die sterker zijn dan de
zijne. Slaat hij een klauw uit dan
wordt er geschoten; biedt hij samen
werking aan op reëele basis ter ver
krijging van een duurzame vrede, dan
wordt die dezerzijds direct aanvaard.
In deze verhouding, met deze weten
schap, treden we het jaar 1951 in.
Weinig redenen dus voor feestvuur-
werk op deze oudejaarsavond, geen
aanleiding voor uitbundige vrolijkheid
heid en feesten. Daarentegen wel aan
leiding voor bezinning, voor rustige
overpeinzing, waaruit de steeds ster
ker wordende wil moet worden gebo
ren, om als individu het voorbeeld der
Westerse regeringen te volgen. Ook
bij elk van ons dus de kleine geschil
len op zij gezet en in dit uiterst be
langrijk tijdsgewricht bereid tot samen
werking met zijn naaste, met anders
denkenden, met alleen dit ene doel
voor ogen, het vestigen van een duur
zame vrede in 1951. Steun verlenen
aan onze Regering, aan de Provinciale
ën Gemeentelijke overheid, steun ver
lenen aan zijn naaste, samenwerken
met die naaste en met ieder die van
goede wil is. Want alleen uit samen
werking wordt macht geboren en al
leen macht kan de Satan weerstaan,
ja zelfs terughouden van de boze daad.
Wanneer we 1951 ingaan met de on
verzettelijke wil om mede te werken
aan de schepping van die macht, dan
kunnen we de zich zo donker aandie
nende eerste dagen van het Nieuwe
jaar met gerustheid tegemoet treden.
En wie weet of dan het jaar 1951
niet zal worden een jaar van veellicht
en heel weinig schaduw; het geboorte
jaar van een nieuwe Vrede. Daarom
moeten we optimistisch blijven, vooral
in sombere momenten. L.
Zij die zelf één of meer kinderen als
leerling op het Koningin Wilhelmina
Lyceum te Oostburg hebben, weten
maar al te goed, dat het studeren veel
tijd eist en dat er voor pretjes e.d. wei
nig tijd overblijft. Dat desondanks ieder
jaar weer de gelegenheid wordt gevon
den om een feestavond te verzorgen,
pleit voor de goede geest die er onder
ling is, want alleen daardoor is iets te
bereiken. Wanneer de maand Decem
ber is aangebroken, is er hoogspanning
op de school en moet er door de rec
tor en docenten wel eens een oogje
worden dichtgeknepen. Het gaat alles
echter in een prettige harmonie, ieder
werkt mee, van rector tot concierge, van
docenten tot werksters, want, de uit
voering die gegeven gaat worden is
een uitvoering van de school en
wat belangrijk is, de school heeft een
naam op te houden. Immers, de uitvoe
ringen van de lyceumvereniging genie
ten een goede reputatie, er wordt altijd
wat goeds geboden en daarom is het
nodig dat twee avonden gespeeld moet
worden, omdat het onmogelijk is, alle
belangstellenden tegelijk in het Ledel
Theater te bergen. Zo was het ook
ditmaal. Toen de vorige week Donder
dag het theater geheel gevuld was,
waren de verwachtingen hoog gespan
nen. Ditmaal nog meer dan vorige ja
ren, omdat het programma niets meer
of minder dan een revue vermeldde.
Dat was tegen de traditie, omdat andere
jaren steeds een toneelstuk de clou van
de avond vormde. Het waren de do
centen ir. B. H. Mensink en J. v. d.
Berg, die de revue hadden geschreven
en deze heren vormden ook de regie,
daarin bijgestaan door de heren W. G.
F. Vollebregt en R. Belderok. De de
cors en requisieten waren uit eigen
ateliers, met medewerking van de firma
Christiaansen, terwijl de firma Belderok
had medegewerkt bij de vervaardiging
van de costumes.
Wat voor revue?
Over de inhoud van de revue be
hoefde men niet lang in het onzekere
te verkeren. De aankondiging luidde, de
Het jaar vliedt heen
veel is geleên,
slechts weinig was er te bekoren.
Maar aan de kim
rijst al een glim,
een nieuw is reeds geboren.
Wat het ons biedt?
Wij weten 't niet,
ons lot ligt nog in mist verborgen.
Eén ding staat vast
dat 't ons niet past,
nu reeds te klagen over morgen.
Waar tweedracht woont
wordt niets beloond,
slechts leed en schade zal 't ons geven.
Helpt steeds elkaar
en streef er naar,
om samenwerkend voort te leven.
Werk allen mee
stil en gedwee,
probeer wat krom is recht te maken.
Dan zal dit jaar
al lijkt 't weer zwaar,
niet altijd wrang of bitter smaken.
De optimist.
A B.C.-revue. Welnu, voor het toneel
was een stellage gebouwd, waarop
meester A tot Zet, vertolkt door Piet
Beun, prijkte. Hij was het, die in dicht
vorm, de letters van A tot Z liet pas
seren en voor iedere letter waren vaak
wijze, doch ook vaak zeer geestige
scènes in elkaar gezet en op deze wijze
werd het een aaneenschakeling van
muziek, dans, zang, voordracht enz
enz alles met een prettige vaart ten
tonele gebracht.
Het zou ondoenlijk zijn alles te ver
melden, daar het een al beter was dan
het andere, waardoor het geheel een
fijne avond is geworden.
De rector, de heer A. Hoolhorst,
sprak een woord vooraf, een ernstig
woord, in verband met het zo tragisch
overlijden van een oud-leerling
Het leven gaat echter voort en stelt
eisen en daarom was het goed dat men
de uitvoering niet had uitgesteld.
De presidente van de Lyceumvereni
ging, Betsy de Rijke, sprak een inlei
dend woord en huldigde na afloop
meerdere medewerkers, onder het aan
bieden van kleine geschenken. Burge
meester Hoekzema vertolkte de dank
baarheid van alle aanwezigen.
Het geheel een geslaagde avond,
waarover wij slechts een opmerking
willen maken en dat is de verloting.
Wij begrijpen dat ook deze vereniging
geld nodig heeft en dat men tracht,
door het houden van een verloting, de
kosten te dekken. Daar is niets tegen,
maar men zorge in de vervolge voor
wat meer prijzen. Thans was dit wel
heel erg sober en de critiek die wij
daarover van meerdere zijden verna
men, was zeker gegrond.
BETJE REGEERT.
Het zal bij weinigen bekend zijn dat aan
de afdeling West Zeeuwsch-Vlaanderen van
de Ned. Onderwijzersvereniging thans ook
een toneelgroep is verbonden. Het was deze
toneelgroep die de vorige week Vrijdag voor
het eerst voor het voetlicht trad en wel in
de zaal van café de Vuijst te Oostburg. Deze
eerste voorstelling werd gegeven uitsluitend
voor genodigden, onderwijzers en besturen
van de afdelingen van Volksonderwijs. Opge
voerd werd: „Betje regeert," een blijspel in
drie bedrijven door Henk Bakker. Jammer
was het dat op de avond tevoren de heer de
Lozanne, die een hoofdrol vertolkte, plotse
ling ziek werd, waardoor de uitvoering
dreigde afgelast te moeten worden. Gelukkig
bleek de heer Zachariasse bereid deze rol
over te nemen al was dit een bijna onmense
lijk werk. Hoewel hij daardoor gedwongen
was grotendeels van het boek te spelen,
heeft hij zich op bewonderenswaardige wijze
van zijn zeer zware taak gekweten, waarvoor
niets dan lof. De inhoud van dit blijspel is
in het kort als volgt: De familie van Gelder
is in financiële moeilijkheden geraakt. Door
een niet te rechtvaardigen handeling tracht
de heer van Gelder hieraan het hoofd te
bieden. Betje, de oude, vroegere dienstbode,
die door een erfenis een rustige oude dag
heeft, heeft haar geld in beheer gegeven aan
haar vroegere patroon en dreigt nu de dupe
te worden. Zij besluit daarom in te grijpen.
In werkelijkheid heeft zij het beste met de