Argentinië (2) DE ZONDEN DER VADEREN. De schak ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 6e Jaargang Nummer 299 Vrijdag 6 OCT, 1SSO Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,— per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te beyragen", 10 cent extra V1 Jack P. de Klerk. Het leven op een Argentijnse boer derij, een estancia, is wel een aardig beetje anders dan op een klein boeren bedrijf ergens in Nederland. Men puz zelt bij de bouw niet over lijnen en voorschriften, kadastrale kaarten, schoonheidscommissie's, veiligheidsbe palingen en zo verder. De grond is goedkoop, ruimte en vrijheid aan alle kanten, men kan het huren of kopen op zeer gemakkelijke voorwaarden. Ja, dat lijkt allemaal erg aantrekkelijk en voor werkelijk flinke mensen is een voldoende aanmoediging maar men vergete de schaduwzijden niet. Het is mogelijk, dat Nederlandse boerenzoons, eerst een paar jaar werken op een bestaande estancia, daarna enige ver antwoordelijkheid in de bedrijfsleiding krijgen, doch niet in de gelegenheid zijn aan hun eigen plannen te werken, zelf een boerderij te stichten. Daarvoor is immers eerst geld nodig. Wie in Argentinië boeren wil, moet toestem ming hebben enig kapitaal mee te brengen, anders is er grote kans dat er van de oorspronkelijke opzet de stimulans voor de emigrant niets terecht komt. Dan zou men zich kun nen afvragen, of de kansen werkelijk zó zijn, dat het meebrengen van een eigen beginkapitaal verantwoord is. Welnu, voor zover wij weten, is het dat stellig. De rijkdom van Argentinië is ge legen in de onuitputtelijke vruchtbaar heid van zijn uitgestrekte bodem. Tot dusver is hiervan slechts een tiende gedeelte, of ruim vijf en twintig mil- lioen hectare in cultuur gebracht. De rest van Argentinië is niet geheel ge schikt om te ontginnen, doch er is genoeg. Jammer, dat in Nederland over Argentinië gesproken wordt als over een land met uitsluitend eindeloze pampa's en grote kudden koeien of schapen, in het lange gras. Alles vlak dus, met hier en daar een estancia. Maar zo is het in werkelijkheid niet. Er is ook bos, dat zelfs 60 van Ar gentinië bedekt. Zonder de aanwezig heid daarvan zou, volgens de deskun digen, het klimaat heel wat ongezon der zijn. Zorg wordt er niet besteed aan de wouden en men kan ze verge lijken met de rimboe van Equatoriaal Afrika Argentinië en vleesexport, dat zijn begrippen die ieder kent. Oorspronke lijk zaten alle pampa's vol met vee. Doch er kwam vanzelf concurrentie op de wereldmarkt en dus won de land bouw aan betekenis. De veestapel be loopt op het ogenblik nog 150.000.000 koeien, schapen en paarden plus 8.000.000 varkens. De landbouw heeft enige graan overschotten verwerkt, die anders in de stoomboter opgestookt waren. Een be tere verdeling der soorten zal dit euvel kunnen onder vangen. Dat wordt tarwe haver, gerst, mais, lijnzaad en katoen in volgorde van belangrijkheid. Bij hel vee werken de gaucho's, de Argentijnse cowboys maai bij de landbouwproducten zou Argentinië best wat kundiger handen kunnen ge bruiken. Ja, ook mensen die iets geheel nieuws durven aanpakken. Zoals die paar Brabanders die in de fruit teelt iets zien, voorlopig melkknecht zijn geworden, Spaans heb ben geleerd en zich in de praktijk voorbereiden op de methodes van zaken doen daar. Veedieven zijn een categorie mensen, die in geen geval ingevoerd hoeven te worden in Argentinië. Zij mogen zich behoorlijk vertegenwoordigd noemen en weten meestal tijdig uit te wijken als de regering jacht op hen laat maken. Wat wil men anders verwach ten in een land dat de oppervlakte heeft van Europa zonder Rusland De omvang der diefstallen is gelukkig sterk verminderd en een ervaren boer op zijn haciënda, of een beheerder op de estancia, schrijven bij voorbaat al een vast aantal procenten af, bij het becijferen van hun bedrijfsverwachtin- gen. Het vee graast op de ver afge legen plaatsen, wordt door gaucho's trouw bewaakt, tot veedieven hun pad kruisen en kans zien enige mannen om te kopen -altijd weer het oude lied. Zodra er de controle komt van de eigenaar, blijkt het geboefte prompt van werkterrein veranderd te zijn Die controle laat soms maanden op zich wachten en dan gaat het spel rustig voort. Het vee verdwijnt ongemerkt, af en toe een stukje, als de druppels uit een kraan, die lekt. Wie van de bewakers bij het complot is betrokken wordt zelden bekend en men heeft dan ook nooit enige garantie, dat dergelijke dingen zich niet herhalen. Tegenwoor dig wordt meer zorg besteed aan het plaatsen van politieposten en men hoopt te eniger tijd de situatie meester te worden. Een goede maatregel is, op ongeregelde tijden groepen gaucho's van standplaats te laten wisselen. Voor al op de Zuid-Westelijke weideplaatsen en aan de grenzen, waar men gemak kelijker de sterke arm ontvluchten kan. Een beruchte handelsplaats is in dit verband Los Jumecitos, waar men aan de ene kant de zoutwoestijn gebruikt voor de aanvoer, aan de andere kant de ontoegankelijke bergen voor de doorlevering aan buitenlandse hande laren. Het is geen wonder, dat daar ook veel niemandsland ligt, waar geen enkele boer belangstelling voor koestert. Vrij buiten woneh. Tussen de moderne stad Buenos Aires, met haar talrijke blinkend-witte wolkenkrabbers, met drie millioen in woners, en nog geen 80 kilometer daarbuiten de ongerepte wildernis, ligt een derde gebied. Slechts een tien tal jaren geleden ontstaan en groeiend met reuzensprongen de nieuwe stads wijken van landhuisjes. Dit roept visioenen op aan vrij buiten wonen, en menig jong paartje zal er om likke baarden. Maar 't is voorwaar geen degelijke, weldoordachte Hollandse architectuur, waarmee rijen te maken krijgt. Men kan het er 's winters koud in hebben, al stookt men nog zo stevig. Bij winters denken we aan een korte tijd met weinig nachtvorst, doch 't is niet leuk, de voordeur dan midden in de woonkamer te hebbenDaarmee raken we een teer punt in de Argen tijnse huizenbouw, namelijk, dat er nergens plan of regel in zit. Overigens moet de magistratuur wel een oogje dichtknijpen, ter wille van het grote gebrek aan woonruimte. Prijsopdrijving, sleutelgelden en andere zwarte prak tijken zijn welbekend - al is er een strenge wet tegen uitgevaardigd. Het bouwtempo wordt nog voortdurend op gevoerd. In het centrum van de hoofd stad vliegen de flats achter elkaar uit de grond, en in de voorsteden de aardige villa's bij honderden tegelijk. Het gemeentebestuur van Buenos Aires laat oude huizen opruimen, de grond onteigenen en op de kleinst mogelijke ruimte een twintigtal wolkenkrabbers neerzetten, twintig verdiepingen eik, plaats biedend aan 3000 mensen. Vraag niet naar huurprijzen als ge een platte beurs hebt. Het bewonen van een ge zellig herenhuisje, met aardige kleine tuin, komt gemakkelijk op een huur prijs van 800 gulden per maand. De man, die U eraan wist te helpen, ver langt nog een flinke som voor de moeite. Reken maar niet op een welwillende behandeling, omdat ge armer of rijker zijt. Trouwens de woonwijken kennen ook geen indeling volgens rang of stand, beroep of positie. Alles leeft er zo rustig en onopvallend, met de tuinen van elkaar gescheiden door hoge hagen, de ramen vaak dag en nacht geblin deerd door rolluiken, alsof en nergens iemand woont - het kon wel een straf kolonie zijn of een voor oorlogsgevaar ontruimd forensendorp zó stil. Die indruk wordt bij een argeloze nieuwe ling versterkt, doordat hij hier en daar een politiepost voor een villa ziet sur veilleren, die daar kennelijk wacht houdt! Dit laatste is om eraan te her inneren, dat men per slot in een land met een dictatoriale regering woont, die de regeringsambtenaar door Her mandad laat beveiligen. De afgesloten leefwijze zo binnenshuis, is echter een overdreven angst voor nieuwsgierige blikken, een kwestie van karakter. Er is ook een politievoorschrift ten aanzien van het trottoir, dat voor elk huis ligt en dat niet door de gemeente reiniging wordt schoon gehouden, aan gezien die niet bestaat, evenmin als de straatbelasting waaruit dit bekostigd zou kunnen worden. Stel U voor, wat er in de praktijk van komt. Daarbij nog de aanbeveling zulk een stoepge- deelte zelf met een paar boompjes te beplanten. Men doet dat naar eigen FEUILLETON 64) door PEDLER. „Je bent bleek om je neus, Be- resford," merkte hij op. Toen ging hij voort, het woord richtend tot de kleine groep mensen, die om hen heen stond. „Heeft iemand ook soms een veldfles bij zich, ik heb de mijne vergeten". Er werd er hem direct een toege reikt en toen ze wat brandy had ge dronken begon de kleur langzaam in Herricks gezicht terug te keren. „Ik zal weer gauw beter zijn," zei ze, wat hijgend, want haar hart klopte pijnlijk tegen haar zijde. „Ik heb het gevoel," ze trachtte te glimlachen, „alsof ik niet meer kan ademhalen". „Je zult ook wel niet veel lucht meer over hebben," zei Severn. „Je was niet direct in training voor zo'n galop". „Breng haar naar mijn huis," stelde Jem voor. „Dat is dicht bij en daar kan ze wat rusten". „Goed," zei Mac. „We zullen haar tussen ons in dragen. Wil jij voor de paarden zorgen, Severn?" Gair knikte en stond nors toe te zien, hoe de beide andere mannen hun handen in elkaar sloegen om een soort stoel te vormen en Herrick tus sen hen in weg droegen over het veld dat hen van Two Ways Cottage scheidde. Een stalknecht volgde met Jems paard. De rest van het groepje ging uiteen, op zoek naar de honden en eindelijk besteeg Severn ook zijn paard weer en reed weg, de merrie - nu een zeer uitgeputte en verslagen merrie - en Romulus met zich mee voerend. Er waren slechts enkele minuten nodig om het huisje te bereiken, dat tussen de weide en een zijweg van diezelfde weg, die zonder tussenkomst van Mac, Herricks dood zou hebben betekend, gelegen was. De zijweg in kwestie was weinig meer dan een pad, hobbelig en ongelijk en eindigde in een ruw geplaveid erf voor het huis. Een ander dergelijk pad aan de andere kant van de eenzame woning, liep van de achteruitgang en kwam uit op een van de hoofdwegen en deze eigenaar digheid had het huis de naam van „Twee wegen Cottage" gegeven. Er heerste een bijgeloof onder de dorpsbewoners dat het een ongeluks huis was, omdat het naar twee tegen overgestelde richtingen uitkeek, doch Jem trok daar zich niets van aan en woonde er heel gelukkig en behagelijk, bediend door Joe Westcott, een ma nusje van alles, die hem hielp met zijn tuin en kippen en voor zijn pony en wagentje zorgde en door een oud fa miliestuk, een dienstbode, die vroeger zijn kindermeid was geweest en die letterlijk de grond aanbad waarop hij liep. Ze kwam direct naar de voordeur toen Kenyon en Beresford met hun last op de drempel verschenen. „O, lieve genade," riep ze haar han den uitstrekkend toen ze Herricks bleek gezichtje zag. „Is de jonge dame ge wond, mijnheer?" „Nee, maar ze is bijna gedood, Muffet," legde Jem uit. „Haar paard is met haar op hol geslagen". „O, lieve genade," herhaalde mrs. Muffet. „Ze moet helemaal overstuur zijn, het arme ding. Breng haar dade lijk binnen, mijnheer Jem en laat ik haar op de divan leggen met een warme kruik aan haar voeten". Jem knikte. „Dat is goed," zei hij. „Ze is dood op en we willen haar hiér wat laten rusten". Een paar minuten later lag Herrick gemakkelijk op de divan, dankbaar voor de zachte kussens voor haar pijn lijke spieren en voor de warmte van de kruik tegen haar voeten. De reactie was gekomen en ze rilde van koude en zwakte. „Een glas warme melk met wat brandy er in zou haar goed doen," zei mrs. Muffet. En weg was ze om het klaar te maken. Eindelijk trok Kenyon Jem de ka mer uit in de kleine hall. „Beresford, je paard wacht buiten, je hoeft hier niet langer te blijven. Ik en die voortreffelijke juffrouw Muffet van je zullen wel voor Herrick zorgen en als ze uitgerust is zal ik haar met

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1950 | | pagina 1