NetolaÉrs zonder te-huis.
.J
DE ZONDEN DER VADEREN.
DE SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
6e Jaargang Nummer 281
Vrijdag 2 JUNI 1950
Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,— per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
7 cent per m.m.
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
Slot.
Er is ook particulier initiatief, dat
tracht te helpen. „Pelita" b.v., daarin
mede geholpen door overheidsinstanties,
heeft uitkomst gebracht, maar onder de
aanhoudende en wellicht binnenkort
wassende stroom van nieuwe repatriëren-
den moet ten slotte de moed en energie
om in deze noodtoestand verlichting te
brengen, verflauwen en bezwijken. De
grootste ontmoediging zal op de duur
ontstaan uit het feit, dat niemand ter
wereld ook maar bij benadering kan
zeggen hoelang de noodtoestand nog zal
aanhouden en verslechteren. Het is zelfs
niet uitgesloten, dat, ondanks het opti
misme en ongetwijfeld succesvolle werk
van onze Minister van Wederopbouw
zijn schatting, dat in 1958, door nieuw
bouw en herstelling van beschadigde
woonruimte, ons schreeuwend gebrek
aan woonruimte, tot het verleden zal
behoren, zal moeten herzien worden
onder het schrikbarend toenemen uit
Indonesië van het aantal inwoners van
Nederland.
Dat de richtlijnen van de huisvesting
diensten in de verschillende gemeenten
weinig rekening houden met repatrië-
renden zonder betrekking of positie in
Nederland, is natuurlijk voor de betrok
kenen pijnlijk doch begrijpelijk. Ten
slotte is het logisch, dat in de grote
steden de mensen met een betrekking
in Nederland zelve voorgaan. Niemand
kan dit ten kwade duiden. Zelfs voor
die Nederlandse werkers is het ver van
gemakkelijk zich een woning te verove
ren. Als men bedenkt, dat jonge gezin
nen met één kind onder de driejaar in
Den Haag door de huisvestingsdienst
niet eens ingeschreven worden op de
lijsten van gelukkigen, die eerlang
een eigen woning toegewezen krijgen,
dan kan men zich voorstellen wat het
antwoord is aan uit Indië gerepatrieer-
den. Men zal er mede moeten rekenen,
dat de weinig kapitaalkrachtigen en
kleine gepensionneerden alles zullen
moeten verwachten van de meerge
noemde Dienst voor Maatschappelijke
Zorg. Wat wij over het werk van deze
dienst gehoord hebben, doet ons ver
trouwen, dat er, van regeringswege, ge
daan wordt aan het opvangen van de
repatriërenden wat er aan gedaan kan
worden. Opvangingscentra zijn daarbij
onvermijdelijk, welk een desillusies zij
voor velen ook zullen blijken te veroor
zaken. En dat men ten slotte in een
heel ander deel van ons vaderland te
recht komt dan men zich had voorge
steld of waarop men gehoopt had, is
even onvermijdelijk. De trek naar het
FEUILLETON
46) door PEDLER.
Zijn gezicht was nu dicht bij het
hare en Herrick die begon op te leven
werd getroffen door de intense blauw
heid van zijn ogen. Gevaarlijke, roe
keloze ogen waren het, beschaduwd
door lange zwarte wimpers, die hun
duivelachtigheid maskeerden door een
zekere ontwapende, smekende blik.
Hij vulde het bekertje opnieuw half
met brandy en reikte haar dat weer
toe.
„Een druppeltje maar," drong hij
aan, toen ze het hoofd schudde.
„Ik zal dronken worden als ik het
doe," zei ze.
„Ik geloof het niet," zei hij nu glim
lachend. „We zullen het er in ieder
geval maar op wagen".
Weer gehoorzaamde ze hem. Het
schoot vluchtig door haar brein, dat hij
het soort man was, dat je makkelijker
kon gehoorzamen dan weerstaan.
moordend, overvolle Den Haag, moet
nu eenmaal gebroken worden.
Wij vroegen tenslotte Dr. van der
Putte wat hij zou antwoorden, wanneer
hem uit Indonesië om advies gevraagd
werd of men met vervroegd pensioen
zal terugkeren dan wel de bittere kelk
in Indonesië tot de laatste druppel zal
ledigen. Het antwoord luidde zeer na
drukkelijk, dat hij op dat gebied geen
advies kan geven. Alles hangt af van de
omstandigheden, waaronder men in In
donesië moet werken en van de veilig
heid voor het gezin en van de studie
mogelijkheden der kinderen.
Zó is het. Ieder geval zal op zichzelf
moeten bekeken worden. Maar bij het
bepalen van de grens, van wat men
dulden en dragen kan, zal terdege in
het oog moeten gehouden worden, dat
het leven der gerepatrieerden in Neder
land ook onnoemelijke bezwaren kan en
zal opleveren. Ten slotte is de bena
ming, welke de Regering bedacht heeft
voor de tegenwoordige klanten van
„Maatschappelijke Zorg", n.l. „Slacht
offers van historische omstandigheden"
de beste, waarop de repatriërenden
hopen. Zij drukt duidelijk uit, dat de
repatriërenden als slachtoffers worden
beschouwd van omstandigheden buiten
hun toedoen of schuld. En dat zij mits
dien, van hogerhand mogen rekenen op
alle consideratie, welke men tegenover
slachtoffers in acht dient te nemen.
Is het, na deze wedergeving van de
huidige stand van zaken, nog nodig de
richtlijnen aan te geven voor het ver
krijgen van woonruimte. Wij willen be
sluiten, als voorbeeld, met het weder
geven van de „richtlijnen" die in 's Gra-
venhage openbaar zijn gemaakt. Wij
citeren daaruit
„Voor een vergunning tot inge
bruikneming van een zelfstandige
woongelegenheid komen uitsluitend
in aanmerking gezinnen, die zijn sa
mengesteld uit drie of meer perso
nen. Wanneer het een echtpaar met
één kind betreft, moet het kind de
leeftijd van drie jaren hebben be
reikt. Een echtpaar met één kind,
dat de leeftijd van drie jaar nog
niet heeft bereikt, kan ook worden
ingeschreven indien een medische
verklaring kan worden overgelegd,
dat een tweede kind wordt ver
wacht. De vergunning tot ingebruik
neming wordt echter pas verleend
als het tweede kind is geboren.
Met ingang van 1 Maart 1950 wor
den bij het verlenen van vergun
ningen de volgende regelen in acht
genomen de woongelegenheid mag
ten hoogste bevatten één woonka
mer, keuken, w.c. eventueel badka
mer alsmede een aantal slaapver-
Er was iets dominerends in hem dat
moeilijk te weerstaan was. Niet dat
hij ook maar in het minst de impres
sie van het oer-man-type maakte, het
mansoort, dat zich een weg door het
leven slaat. Maar er was een zekere
vrolijke heerszucht in hem - een soort
onweerlegbare overtuiging, dat hij zijn
eigen zin zou doen.
Toen ze de brandy had uitgedron
ken schroefde hij de fles weer dicht
en stak haar in zijn zak. Toen hielp
hij haar overeind.
„Kunt u nu staan?" vroeg hij.
„Goed". Hij trok zijn overjas uit. „Sla
deze om
„O, nee," protesteerde ze. „Ik voel
me nu weer best. Houd u hem als 'tu
blieft zelf aan".
Hij nam niet de minste notitie van
haar protest, doch hielp haar de jas
aantrekken, alsof ze niets gezegd had.
„Ziezo," zei hij met een lach in zijn
ogen op haar neerziende, „wilt u me
nu misschien vertellen waar u woont?
Hoe eerder u thuis komt en die natte
kleren uittrekt, des te beter".
„Daar ginds," antwoordde ze, wij-
trekken, overeenkomstig de grootte
van het gezin.
Teneinde een begin te maken met
de huisvesting van jonggehuwden,
zal voor het eerst in het vierde
kwartaal van dit jaar (t95o) een
door B. en W. te bepalen aantal 2-
kamerwoningen beschikbaar worden
gesteld voor de huisvesting van jonge
echtparen zonder kinderen, welke
naar het oordeel van B. en W. zeer
onvoldoende zijn gehuisvest. Indien
het aantal aanvragen daarvoor gro
ter is dan het aantal woningen, zal
worden geloot."
In andere Gemeenten zullen deze
richtlijnen niet veel anders zijn. En in
ieder geval zullen zij slechts rekening
houden met ingezetenen-Nederlanders.
Niet met „slachtoffers van historische
omstandigheden"
Tot zover de heer Veersema. Hij
geeft hier en daar wel een zeer donker
toekomstbeeld voor de repatrianten uit
Indonesië, die noodgedwongen naar
Nederland moeten terugkeren, doch
inderdaad is het met de woningruimte
in ons land nog zeer droevig gesteld.
Gelukkig zal het Kantoor voor Maat
schappelijke Zorg van het Departement
van Binnenlandse Zaken speciale aan
dacht wijden aan de na 1 Januari van
dit jaar uit Indonesië gerepatrieerde
landgenoten, omdat de Regering deze
repatriërenden beschouwt als „slacht
offers van historische omstandigheden."
Inderdaad, dat zijn deze uit Indonesië
weggewerkte en weggepeste Neder
landers; deze mensen, die nu ook gaan
behoren tot de displaced persons, waar
voor zelfs de U.N.O. in het algemeen
zo behoorlijk is opgekomen. Laten wij
deze Nederlanders evenwel niet over
dragen aan een of ander onderdeel van
de U.N.O. of aan weldadigheidsinstel
lingen. Laten wij, inwoners van Neder
land, zelf voor deze, onze, Lands
kinderen zorg dragen. Immers we mo
gen niet vergeten, dat deze Neder
landers - weliswaar in hoofdzaak voor
persoonlijk gewin - in onze tropen
werkzaam waren, doch dat juist dank
zij het vele zweet - en ook dikwijls
bloed en tranen - van deze mensen
het nationale inkomen van het Neder
landse volk voor ongeveer 35 procent
aan deze mensen te danken was. Dat
vele zweet kon bereiken, dat het Neder
landse volk vóór 1940 in Amerikaanse
beleggingen een bedrag van zeven
milliard gulden kon investeren en van
die zeven milliard waren drie milliard
gulden afkomstig van winsten, dividen
den enz. uit Nederlands-Indië, Vruchten
van de arbeid van de nu in Indonesië
versmaden Nederlandse werker. Land
genoten, wij hebben aan deze mensen
zend in de richting van het park. „Op
Windycroft".
Hij liet door niets merken, of hij het
huis kende of niet - dat hij ooit on
der zijn gastvrij dak had vertoefd -
doch het was duidelijk, dat hij de weg
er heen kende, want hij begon zon
der verder te vragen de juiste richting
uit de lopen.
Hij liep snel en Herrick, wier benen
afschuwelijk pijn deden, had veel moeite
hem bij te houden. Een struikelen
en een flauwe kreet van ergernis van
haar lippen deden hem plotseling stil
staan.
„Loop ik te hard?" vroeg hij. Zijn
blauwe ogen tintelden toen hij voort
ging: „Dat is waar ook. Ik vergat dat
u al heel wat beweging genomen hebt
met te proberen uit dat vervloekte gat
in het ijs te komen. Maar hoe vlugger
u loopt, des te beter voor u".
Hij stak zijn arm door de haren en
ze zetten hun weg voort en ditmaal
maakte ze, ondersteund door hem en
door de lange passen van de man
naast haar, betere vorderingen. Toch
was ze dankbaar toen ze eindelijk de
die thans uit Indonesië moeten vertrek
ken, aan deze „slachtoffers van histo
rische omstandigheden" iets goed te
maken en wij mogen hen bij hun terug
keer in Nederland niet in de steek laten.
Ik spreek in dit blad uiteraard in het
bijzonder tot de inwoners van het Land
van Cadzand en daarom zou ik de
Burgemeesters, Wethouders en Gemeen
teraadsleden in Westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen willen toeroepen „Steekt
de helpende hand uit naar deze ver
jaagde landgenoten." Er is in het Land
van Cadzand nog wel geschikte woon
gelegenheid te vinden, zij het voor
lopig nog in vrijgekomen noodwoningen
en vooral in sommige leegstaande
arbeiderskampen. Hoe zouden Wilgen
hof en dergelijke gelegenheden thans
gaarne door deze tehuis-loze mensen
worden aanvaard. Gemeentebesturen
bedenkt ook, dat onder de thans terug
komende Nederlanders vele gepension
neerden zijn en ook nog jongere men
sen, die niet onbemiddeld zijn en be
schikken over levensdurf en onderne
mingslust. Westelijk Zeeuwsch-Vlaan-
deren is waarlijk niet overbevolkt - het
tegendeel is waar - en het bezit zeer
aantrekkelijke dorpen, waar een uit
Indië afkomstig gepensionneerde, die
het in de grote stad toch niet aarden
kan, zich gaarne blijvend val vestigen.
En wat nieuw bloed, wat meer onder
nemingslust van mensen die overzee
bewezen hebben dat zij een nieuwe
onderneming aan kunnen, kunnen we
in ons behoudende Land van Cadzand
ook best inschikken. Gemeenteraden,
richt U tot het Kantoor voor Maat
schappelijke Zorg van het Departement
van Binnenlands Bestuur met de mede
deling, dat Uw gemeente gaarne een
deel van de stroom van de displaced
persons uit Indonesië tot zich wil trek
ken en dat Uw gemeente, met Rijks-
steun, alle geeigende maatregelen wenst
uit te voeren, als het bevorderen van
de woningbouw voor deze mensen, het
beschikbaar stellen van bouwgrond enz.
enz. Gemeentebesturen van Westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen, hier is een taak
voor U weggelegd die U op zich moet
nemen. Hier is een gelegenheid gescha
pen die U niet voorbij mag laten gaan,
omdat hier gediend kan worden het
belang van Uw gemeente en eveneens
het belang van thans zeer in de ver
drukking gebrachte landgenoten. Bouw
land is in Westelijk Zeeuwsch-Vlaan
deren niet beschikbaar, doch bouw
grond kan iedere gemeente in het
Land van Cadzand nog wel aanwijzen
of verkrijgen. En aantrekking van
nieuwe ingezetenen, een uitbreiding
van de burgerij met inwoners die over
voldoende bestaansmiddelenen bestaans
mogelijkheden beschikken, mag geen
lichten van Windycroft door de bomen
zag schemeren. -
Billy en zijn moeder, juist terugge
keerd van Tanborough, zaten samen
in de hall thee te drinken toen ze
binnen kwam.
„Wat - Herrick Lady Bridget
sprong op en staarde verbaasd naar
de eigenaardige verschijning van het
meisje in de mannenoverjas. „En jij,
Gair," haar blik gleed naar Herricks
metgezel, die schijnbaar een oude be
kende was. „Wat is er gebeurd?"
vroeg ze haastig, toen ze bemerkte,
dat er iets ongewoons had plaats ge
grepen. „Is er een ongeluk gebeurd?"
De man die ze met Gair had aan
gesproken, vertelde haastig wat eraan
de hand was.
„O, jou arm kind," riep Mim, Her
rick onmiddellijk naar zich toe trek
kend. „Ga gauw mee naar boven. Di-
rict een warm bad en dan naar bed.
Billy, zorg jij voor Gair tot ik weer
beneden kom".
Ze nam Herrick haastig mee en liet
de beide mannen samen achter.
„Wat zal 't zijn, Severn? Thee of