CORSETTEN Nederlanders zonder te-huis. DE ZONDEN DER VADEREN De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAAN DEREN 6e Jaargang Nummer 280 Vrijdag 26 MEI 1950 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Oiro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs per kwartaalfranco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra li. Terwijl onder normale ontwikkeling der omstandigheden de stroom van Nederlanders uit Indonesië naar ons land reeds lang zou verminderd zijn tot de gebruikelijke aanvoer van verlof gangers en gepensionneerden moeten wij (en de Regering) er mee rekening houden, dat hij door blij ft gaan, misschien we! in versterkte mate. Wij denken aan de 7900 leden van het Koninklijk Neder lands Indisch Leger, die binnen afzien bare tijd in Nederland ingepast moeten worden. Door hoevele civiele ambtena ren zullen zij gevolgd worden? Intussen is er verschil tussen de repa- triërenden van nü en die van na de oorlog. De regering, zo vertelde dr. M. F. van der Putte, hoofd van het Kantoor voor Maatschappelijke Zorg van het departement van Binnenlandse Zaken, ons in een onderhoud, beschouwt de thans repatriërenden als „slachtoffers van historische omstandigheden". Men beschouwe dit niet als woordenspel. Im mers, de Regering is, in zekeren zin, door haar behandeling van het Indo nesisch conflict, doch vooral door het geen zij besloot op de Ronde Tafel Con ferentie, verantwoordelijk aan deze „his torische omstandigheden", die zoveel slachtoffers hebben gemaakt en nog zullen maken. En dit impliceert, dat zij zich metterdaad het lot van dit nieuwe soort repatriërenden aantrekt. Zij heeft dit als een speciale opdracht verstrekt aan het genoemde Kantoor voor Maat schappelijke Zorg van het Departement van Binnenlandse Zaken. Ieder, die thans uit Indonesië repatrieert voor goed en niet weet, waar hij of zij heen moet in dit land, al of niet met gezin, zal dus terechtkomen bij of ver wezen worden naar dit Kantoor. Ook geldt dit voor de militaire gezinnen. Dit kantoor beschikt vanzelfsprekend over gelegenheid om repatriërenden zonder uitzicht op een onderkomen, onder te brengen. Ditzelfde werk geschiedt in iedere gemeente door de diensten of commissies voor de huisvesting in die speciale gemeente. Doch de dienst Maat schappelijke Zorg van het Departement van Binnenlandse Zaken beschikt over meer mogelijkheden de daklozen te hel pen, dan de gemeentelijke diensten en commissies. Deze immers zijn gebonden aan de woongelegenheid in hun ge meente, welke slechts door nieuwbouw of herstel van beschadigde huizen kan uitgebreid worden. En wanneer zo'n ge meentelijke dienst „au bout de son latin" gekomen is, dan zegt hij tot gegadigden „Gij moet het maar elders proberen; gij FEUILLETON 45) door PEDLER. Toen brak plotseling met een luid gekraak ook dat gedeelte van het ijs af en ze viel op haar knieën terug in het water. Ze was half bewusteloos van de intense koude toen ze weer overeind krabbelde. Haar ledematen deden er pijn van. Wanhopig trachtte ze om hulp te roepen maar haar stem scheen, evenals de rest van haar lichaam, bevroren te zijn en slechts een flauwe, onzekere kreet kwam over haar lippen. Hij stierf weg in de kille eenzame stilte van het bevroren meer en plotseling werd ze bang, voelde ze een hevige angst - angst voor de dood. Het scheen belachelijk om aan sterven te denken - in vier voet wa ter, doch als ze niet kon ontsnappen aan dit door ijs omgeven gat, waarin ze gevallen was, zou de bittere koude spoedig het warme, jonge leven in haar tot rust brengen. Toen klonk a. /c O o° Hf MEDISCHE Langestraat 38 a OOSTBURG krijgt in deze gemeente geen vestigings vergunning". Het is niet geraden dan toch clan destien in die gemeente onderdak te vinden. Het kan gelukken. Vooral de gemeente 's-Gravenhage verkeert in de onaangename positie, met aan zekerheid grenzend vermoeden te weten, dat zij duizenden binnen haar grenzen bezit, die zonder vestigingsvergunning een onder komen wisten te vinden. Clandestine inwoners dus, die, als zij ontdekt wor den als bewoners van een zelfs door hen zelf gemeubelde étage of deel ener wo ning, hetzelfde lot ondergaan als de lui tenant van het KNIL, over wien wij hiervoren schreven en die zonder par don met gezin en eigendommen op de straat werd gezet in Amsterdam. Aan deze macht van de Gemeentelijke huisvestigingsdiensten is echter een grens gesteld. Wanneer een repatriëren de kans heeft gezien, door familie- of vriendenrelaties in een zekere gemeente een onderdak te krijgen en hij zou in die gemeente geen vestigingsvergunning kunnen krijgen (omdat b.v. mensen met een vaste betrekking in die gemeente voorgaan) dan kan hij zich om tussen komst wenden tot het genoemde kan toor voor Maatschappelijke Zorg. Dit kantoor belast dan een inspecteur van zijn dienst met een onderzoek. Bericht hij, dat er termen aanwezig zijn om de betrokken gerepatrieerde en zijn gezin te helpen, dan gaat hij in hoger beroep tegen de beschikking der betrokken burgemeesters om de vestigingsvergun ning te weigeren, bij de Commissaris der Koning in de provincie, waarin de ge meente ligt. Tegen de beschikking van deze Commissaris is dan echter geen hoger beroep meer mogelijk. Nu klinkt het „ultimum remedium" van de dienst voor Maatschappelijke Zorg van Binnenlandse Zaken, niet aan genaam in veler oren. Vooral niet in de oren van hen, die langer of korteren tijd genoodzaakt zijn geweest in interne- rings- of krijgsgevangenenkampen in het verre Oosten door te brengen. Wij citeren een bericht uit het „Aig. Han delsblad" van Vrijdag 14 April '50: „Er zijn besprekingen gaande over het tijdelijk huisvesten van uit In donesië gerepatrieerden KNIL.-mili tairen en ambtenaren, planters, enz. in DUW-kampen, waarbij wordt ge streefd naar een spreiding over het land in die zin, dat bepaalde cate- goriën worden aangewezen. Verder wil men trachten het verblijf in de kampen zo kort mogelijk te doen zijn. Definitieve beslissingen zijn nog niet genomen." Dat is geen aangenaam geluid. Jaren lang in kampen te zijn ondergebracht en te hebben „geleefd"; daaraan levend ontkomen te zijn; toen enige ellendige jaren te hebben doorgebracht in een Indonesië in revolutionnaire gisting en dan, eindelijk aan de hel ontsnapt, in Nederland in eenDUW-kamp te recht te komen, dat is hard! Er zit nochtans tweeërlei soulaas in het berichtje Maatschappelijke Zorg wil trachten het verblijf in de kampen zo kort mogelijk te doen zijn. En: defini tieve beslissingen zijn nog niet genomen. Om met dit laatste te beginnen Men bouwe geen hoop op de mogelijkheid van afwijzende beschikking op dit voor stel. Maatschappelijke Zorg van Binnen landse Zaken beschikt voor noodgeval len over drieërlei soort „onderkomens". „Woonoorden" noemt de dienst het lie ver dan het woord: kampen of kampe menten, dat onaangename gedachten- associaties opwekt. Er zijn barakken, stenen barakken en nissen-hutten. De eerste behoeven we niet nader te be schrijven. De nissenhutten zijn op zich zelf staande gevallen. Met een halfrond golfijzeren dak overdekt- en bevattende drie achter elkaar gelegen kamers. Even tueel is er een bijkeuken buiten, of keu kengebouwtjes dan wel wordt er een traal gekookt. Gezinnen krijgen steeds de beschikking over drie kamers. Al naar de omstandigheden wordt er centraal of per gezin gekookt. In het eerste ge val zijn de kosten, voor de dienst vast gesteld of f 2,50 per persoon per dag, Bij zelf-koken is dit bedrag wat lager. Water, licht en vuur is in de f 2,50 begrepen. Wat de bewoning betreftde kosten, door de dienst in rekening ge bracht, hangen geheel af van de finan ciële capaciteit dergenen, aan wie de woongelegenheid is aangewezen. Dat het er niet slecht is en dat men deze woon oorden zelfs niet kan vergelijken met de kampen in het Verre Oosten bewijst het feit, dat enkele marine-officieren en hun gezinnen ergens in Nederland er .thans wonen en geen blijken geven van liever alles (en het minste) elders te accepteren, dan in dat woonoord langer te vertoeven dan strikt noodzakelijk is. Mochten er onder der repatriërenden zijn, die zelfs het minimum niet kunnen plotseling uit de koude stilte waarin haar hulpkreet was weggestorven, een antwoord: „Houd vast, ik kom". Tegelijkertijd zag ze een man langs de oever naar haar toe hollen en de weinige meters, die hem nog van haar scheidden, met snelle stappen afleggen. Het was de eenzame toeschouwer, die ze een half uur tevoren aan de kant naar haar had zien kijken. Een vreemdeling brengt hulp. De man, die op Herrick toesnelde, stak de bevroren oppervlakte tussen de oever en het getande gat waarin ze nog worstelde, over en bleef een paar voet verder, waar het ijs nog ge zond was, staan. „Pas op," slaagde ze er in te roe pen toen hij stil stond. „Het ijs is hier bros". „Dat schijnt zo," antwoordde hij met een humoristische klank in zijn stem. „Maar toch -" Hij keek rond en nam snel de mogelijkheden in zich op, toen sprong hij met ongelooflijke snel heid op een paar aardheuveltjes, be groeid met bevroren gras en niet gro ter dan stenen, die boven het ijs uit staken. Een seconde wankelde hij ge vaarlijk, toen herwon hij zijn even wicht en zette zijn voeten stevig neer. Voorover buigend stak hij zijn armen uit. „Buig naar me toe," zei hij. Ze aarzelde, ze begreep, dat hij voorstelde haar uit het water te trek ken en twijfelde aan de mogelijkheid er van. „Dat zult u nooit kunnen," pro testeerde ze. „Gauw. Doe wat ik zeg!" beval hij scherp. Ditmaal gehoorzaamde ze zonder tegenstribbelen aan het bevel en naar voren ploeterend boog ze zich naar hem over. Een ogenblik later sloten zijn armen, buigzaam en sterk als staal om haar heen en trok hij haar op uit het ijskoude water. „Sla uw handen om mijn hals in elkaar". Weer gehoorzaamde ze en voelde zich dicht tegen hem aandrukken alsof ze een kind was. Hij wachtte even en betalen voor deze woonoorden, dan is ook daarin voorzien ieder, die uit In donesië komt, omdat hij meent, daar niet langer te kunnen blijven, k r ij g t huisvesting en goede voeding. Uitvallen, dat de suggestie om de DUW- kampen te benutten voor de niet hon derden doch duizenden repatriërenden niet aanvaard wordt? Neen! De defini tieve beslissingen kunnen, in de dwang positie waarin het gebrek aan woon ruimte Nederland plaatst, niet anders uitvallen dan de voorstellen. Het tweede soulaas, dat in het bericht inzake de benutting der DUW-kampen schuilde was de mededeling, dat men wil trachten het verblijf in de kampen („woonoorden!") zo kort mogelijk te doen zijn. Wat houdt dat in. Kort is een betrekkelijk begrip. De een noemt een week kort, de ander, pessimistischer, één maand. De schatting van de pessimist stemt overeen met die, van het hoofd van de afdeling Maatschappelijke Zorg van het departement van Binnenlandse Zaken. Men hoopt er in ongeveer één maand in geslaagd te zijn de woonoord bewoners uit de tijdelijke kampen en nissen-hutten over te brengen in een echte woning. Of dit een verbetering zal zijn staat dan nog te bezien. Want ook de woonoorden zal er steeds naar ge streefd worden de gezinnen niet op elkaar te pakken zoals in de internerings kampen in het Verre Oosten geschiedde. In de lange loodsen zullen niet meer dan 1012 gezinnen worden onderge bracht, ieder in afgescheiden gedeelten. Wij hebben dr. van der Putte gevraagd of het initiatief van de repatriërenden geen invloed kan hebben op een bespoe diging in het proces van het bemach tigen ener woning. Natuurlijk luidde het antwoord. Niemand, die van plan is te repatriëren, behoeft passief en werke loos af te wachten wat men inzake hem en zijn gezin beslist. Men kan, uit Indonesië, reeds begin nen met familieleden, vrienden en ken nissen te mobiliseren om mede te helpen bij het zoeken van woonruimte. Men stelle zich daar geen wonderen van voor. Men kan zeggen, dat er voor mensen met grote gezinnen, moeilijker woon ruimte kan gevonden worden door hulp van relaties in Nederland dan voor ge zinnen met geen of weinig kinderen. En eveneens kan men zonder veel ge vaarvoor schut te staan, voorspellen, dat zij het best slagen in het vinden van woonruimte, die over een behoorlijk inkomen beschikken. De prijzen in de pensions en hotels zijn immers vrijge laten. En wie de pensionprijs, welke gevraagd wordt, zonder met de ogen te knipperen, kan aanvaarden, zal bij zijn repatriëring weinig moeilijkheden ondervinden, zelfs niet in de keuze van keek met een geamuseerd lachje op haar neer. „Wat een gewicht!" zei hij, getrof fen door de lichtheid van haar tenger lichaam. „Ziezo, nu verder". Weer volgde die lange sprong, dit maal van het brokkelige heuveltje naar het stevige ijs verderop, een ogenblik van ademloze onzekerheid, daarna het gezegende gevoel van veiligheid. Toen ze wist, dat ze stevig ijs onder de voeten had, deed Herrick een poging om uit de armen van haar redder te glijden. „Neen, blijf waar u is," zei hij. „Het is nog maar een paar meter naar de oever. Ik zal u niet laten vallen," voegde hij er half lachend bij. Ze gaf gewillig toe. Ze was te. uit geput om zich te verzetten - verdoofd en machteloos door koude. Toen ze eindelijk de oever bereikten en hij haar voorzichtig op de grond liet glijden, wankelde ze en zou gevallen zijn als hij haar niet ondersteund had. Ze om vatte met beide handen zijn arm. „Ik - ik kan niet staan," zei ze klap pertandend. Ze voelde zich ellendig,

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1950 | | pagina 1