MeilaArs zonder te-huis. VJ DE ZONDEN DER VADEREN. De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WESf ZEEUWSCH-VLAANDEREN 6e Jaargang Nummer 279 Vrijdag 19 ME! 1950 BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR <S DE HULSTER - Boulevard 120 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,— per kwartaalfranco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra We kennen natuurlijk allemaal het probleem van de D.P.'s, van de displaced persons; dat zijn de mensen, die als gevolg van de oorlog hun vader land hebben verloren. Bijvoorbeeld inge zetenen van het vroegere Polen, die thans in Engeland, in Nederland enz. willen blijven wonen, omdat ze in het tegenwoordige - communistische - Polen niet meer zouden kunnen leven als vrije mensen, zoals ze in het vroegere Polen wel konden. En zoals die Polen zijn - sinds de eerste wereldoorlog - de Wit-Russen en zo zijn er ook Serviërs, Hongaren, Roemenen, Czechen, Letten, Balten enz. enz. en sedert kort ook Nederlanders. Ja, Nederlanders, dis placed Nederlanders, tehuis-loze Neder landers, wier aantal met de dag groeit en nog in de loop van dit jaar tot enkele tienduizenden zal toenemen. Ik bedoel niet de dakloze Nederlanders, neen de tehuis-loze; ik bedoel die Nederlanders, die, om het op z'n aller zachtst uit te drukken, na de overdracht van de souvereiniteit, uit ons voormalig Nederlands-Indië worden .wegge keken." Deze Nederlanders komen thans naar het oude land, naar Neder land terug; zij repatriëren. Hoe genoegelijk vliedt het leven Voor de gerepatrieerde henen. Genoegelijk, ja bijzonder genoegelijk moet de ondervinding zijn, te worden weggepest uit zijn werkkring, uit het land waaraan men zijn beste krachten wenste te geven. Het zij zo, zij aan vaarden dat bittere lot; zij kunnen het aanvaarden in de wetenschap, dat zij terug kunnen gaan naar het oude land, naar het geboorteland, naar - ook hun - Nederland. Zij beseffen daar evenwel nog niet welke moeilijkheden hen hier nog wachten, in het bijzonder op het punt van huisvesting. In het nummer van „De Indische Verlofganger" van i Mei j.l. las ik een artikel van de be kwame hand van de heer H. Veersema, oud Deli-planter en journalist in het vroegere Ned. Indië, onder de titel „Vestigingsmogelijkheden en Onmoge lijkheden". Dit artikel luidt als volgt Inleiding. „Wij beginnen met een sprookje. Er was eris een secretaris van een locale raad (dat is een Gemeente raad L.), ergens in Indonesië (het was toen nog Nederlands-Indië). Hij zat voor zijn pensioen. En wanneer wij bij hem op bezoek waren op zijn kantoor (wij noemden dat destijds met het slagersboekje rond gaan, niet zozeer om bestellingen van vlees waren op te nemen, dan wel om FEUILLETON 44) door PEDLER. Het zou nog een uur daglicht zijn voor de vroege Decemberschemering zou invallen en haar naar huis zou jagen en in uitsluitend bezit van het meer trachtte ze in zuiver physieke inspanning iets van de ergernis en het verdiet dat haar martelde, weg te wer ken. Er was storm in haar diart, een chaotische mengelmoes van pijn, boos heid en ergernis en de vlugge, zwe vende beweging over het zwarte ijs- vlak hielp om die gevoelens tijdelijk te vergeten. Heen en weer gleed ze, nu eens met pijlsnelle vaart vooruit vlie gend, dan weer ingewikkelde figuren proberend, waarvan de moeilijkheid en de waaghalzerij in harmonie schenen te zijn met het oproer in haar geest. De lucht, niet meer zo scherp als vroeger op de dag, doch met een ze kere waarschuwende vochtigheid er in, verkoelde haar brandende wangen en nieuws te vergaren voor de krant) konden we weinig anders opvangen dan zijn hardop geuite overpeinzingen, waar hij zich vestigen zou. Het was n.l. de tijd, waarin men nog tevoren kon vaststellen waar men zou gaan wonen met zijn pensioen. De secretaris bovenbedoeld besloot ten slotte te gaan wonen in Nice. En in Nice heeft hij zich gevestigd met een correspondentieadres in Nederland en driemaandelijkse reisjes naar patria om zijn pensioen te innen. Helaas, het heeft niet lang geduurd, die idyllische pensioentijd in het zonnige Zuid-Frankrijk. Na een kleine twee jaar droegen vreemdelingen en een enkele Nederlander hem in Nice te grave. Doch wanneer ik hoor van mensen, die met pensioen komen en die maanden tevoren op hun knopen uittellen: „wèl doen; niet doen; wèl doenen die aan allerlei be kende en minder goed bekende instanties in patria om advies vragen „wat zou jij doen onder de huidige omstandigheden?" dan moet ik altijd weer denken aan die secretaris van locale raad in het oude Indië, die de hele wereld had voor het uitkiezen, waar hij zijn pensioen zou gaan ge nieten. Kom daar nu eris om Het is gemakkelijker gezegd dan ge daan, artikelen te schrijven over vestigingsmogelijkhedèn (en méér vestigingsonmogelijkheden!) in het Nederland van deze dagen. Sedert we bezig zijn met het verzamelen van gegevens op dit punt (en ook dat is niet zo gemakkelijk, want de autoriteiten op dit terrein zijn min of meer kittelorig geworden onder de meedogenloze gefundeerde en ook wel ongefundeerde critiek van alle kanten op het beeld der huis vesting) zijn er in de verhoudingen tussen Nederland en Indonesië zoveel veranderingen gekomen ten kwade, dat het schier niet om bij te hou den is. De huisvesting houdt toch ten nauwste verband met de middelen waarover gepensionneerden of ver lofgangers voor langere of kortere tijd beschikken. Welnu, de „Indische Courant" vertelde onlangs van het merkwaardige stuivertje verwisselen, dat gepensionneerde overheidsambte naren en gerepatrieerde particulieren deden ten aanzien van hun welstands- status. Eerst waren het de particu lieren, die er het best aan toe waren omdat zij gemakkelijker konden inge schakeld worden in het Nederlandse zaken- en bedrijfsleven, na terugkeer voor goed in patria. Toen waren het de oud-overheidsdienarep, die aan haar volkomen eenzaamheid op die uitgestrekte vlakte bevroren water met de eenzame bladerloze bomen langs de kant, die hun naakte takken uitstrekten naar een loodgrijze hemel waar een bleke wintermaan uit neerkeek, gaf haar een gevoel opwinding. Op dat ogenblik had ze het gevoel, dat ze de wereld met al de ellendige vergissin gen - van liefde en wrede boosheid, van blind misverstand en kritiek van vrienden, van alle dingen die de macht hebben ons zo bitter te wonden - ontvlucht was en vertoefde in regio nen, waar ze niet belemmerd werd door de met elkaar in botsing komende eisen die het leven en de mensen waaronder je leven moest, nu eenmaal altijd aan iemand schenen te stellen. Onbewust wist ze, dat ze er naar terug zou moeten keren, dat het op haar wachtte, op de hoek als 't ware, doch momenteel overheerste het'heer lijke gevoel van volkomen alleen zijn, de zuiver physieke opwinding van de vlugge, rhytmische beweging terwijl ze over het ijs vloog, alles. En toen, opeens, merkte ze, dat ze het langste eind trokken, want in een overvloed van crisisbureaux en -kantoren vonden zij aangename ge legenheid dikwijls niet onaardige bijverdiensten te maken. Doch ziet de crisisdiensten werden voor en na geliquideerd en de bijverdiensten uit dien hoofde begonnen trager te vloeien en hielden geheel op. Zodat de particulieren steunend op een pensioen of onderstand, een paar huizen in Indonesië of een storting ineens van de particuliere werkgever op hun banksaldo, zich weer gelukkig prezen in hun na-Indische betrekking in Nederland. Tot de devaluatie kwam en de befaamde halvering der bankbiljetten en saldi en de mensen, aangewezen op overmaking van geld uit Indonesië, weer omlaag ploften en plots hun prerogatieven geredu ceerd zagen tot een onaanzienlijk en onzeker maandelijks inkomen, dat misschien zijn dieptepunt nog niet eens bereikt heeft. Dit voortdurend en niet te voor zien wisselen in de omstandigheden maakt het buitengemeen moeilijk om in deze materie spijkers met koppen te slaan. Zodanig de stand van zaken uiteen te zetten, dat de mensen in Indonesië, die er genoeg van hebben en voor-goed of voor zo lange tijd als de onzekerheid voortduurt, naar Nederland willen komen, er een houvast aan hebben, hoe het er nu eigenlijk uitziet in Nederland en welke vestigingsmoge lijkheden zij hebben. In het Aprilnummer van dit orgaan hebben de lezers (en vooral de lezeressen!) zeker met belangstelling de prijzen gelezen van de nood zakelijke dingen des gewonen levens in Nederland. Ook deze kosten van dagelijks levensonderhoud spelen een grote rol bij het vestigingsvraagstuk. Vergeleken bij de prijzen in Indonesië zullen de prijzen in Nederland mee zijn gevallen. En de samensteller van het genoemde overzicht heeft dit nog eens onderstreept door er deze zin snede aan toe te voegen„Wij menen met dit overzicht een voldoend beeld te hebben gegeven van de kosten van het levensonderhoud in Nederland die, vergeleken bij andere landen, ten slotte erg meevallen." Wij zullen dit zeker niet tegenspre ken al merken wij op, dat het de gepensionneerden van deze tijd niet gegeven is zich blijvend- te vestigen in een goedkoop land! maar mogen toch niet verhelen, dat de stijging van de kosten van levens onderhoud, sedert de invoering van de befaamde 5 loonsverhoging, die 5 °/o niet alleen heeft opgeslokt, niet meer alleen was en die weten schap bracht haar plotseling naar de aarde terug. Een mannengestalte stond op zekere afstand aan de verste meer- oever en een ogenblik bonsde haar hart en meende ze, dat het Mac was die daar stond - Mac die terug was gekomen om het misverstand van die middag bij te leggen. Doch scherper ziende, zag ze haar vergissing. De man aan de oever was ongeveer van Macs grootte doch daarmee hield de gelij kenis op. Hij keek strak naar haar - had haar waarschijnlijk al enkele mi nuten zo opgenomen, peinsde ze vij andig. In ieder geval besloot ze, dat de voorstelling die ze voor hem ge geven had - en die, hoewel ze zich dat nauwelijks bewust was, een wer kelijk schitterende prestatie op het iis was geweest - onmiddellijk zou op houden. Ze keerde om en reed weg in de tegenovergestelde richting naar het eind van het meer. Even herinnerde ze zich vluchtig Kenyons waarschuwing, dat ze dat gedeelte van het meer moest ver mijden, doch in plaats van dat dit haar doch ook overtroffen heeft. Terwijl de tendenz nog steeds excelsior is! Wanneer diezelfde mensen in Indo nesië, die met plannen rondlopen voor tijdelijke of blijvende repatriëring, in het maandblad hun ogen laten gaan over de rubriek „Woonruimte Beschikbaar", dan kan hun conclusie, mede in verband met de pessimistische berichten daaromtrent, niet anders luiden dan„het schijnt nogal los te lopen met die beschikbare woning ruimte". Doch zij vergissen zich als zij menen, dat men beschikbare woningruimte, ook maar een, twee drie in bezit kan nemen, als men het met de verhuurder of de verhuur ster op een accoord kan gooien. Op dat gebied zijn deze verhuurders of verhuursters dikwijls behept met een optimisme ten aanzien van het in uitzicht stellen van een vestigingsver gunning, 'welke in strijd is met de wrede practijk. Nog dezer dagen brachten enkele kranten droevige relazen van mannen, die met hun ge zin uit hun étages gezet zijn. Ook aan hun was voorspeld (en zij had den er de meubels op overgenomen!), dat zij ongetwijfeld de nodige ver guningen zouden krijgen; dat die a.h.w. voor het grijpen waren en nu staan ze op straat, het gezin uit elkaar geslagen, de meubelen ver spreid of duur opgeslagen. Wanneer men zich ergens voor hoeden moet in het behanden van dit onderwerp, dan is het voor het verwekken van misplaatst optimisme. We hebben een ogenblik het voornemen gehad boven deze artikelen als motto te plaatsen het bekende woord van Dante „lasciate ogni speranza, choi ch'entrate" (Laat varen alle hoop gij die (Nederland) binnentreedt). Dit zou echter overdrijving naar de andere kant zijn. Onder de beschik bare woonruimte is nog altijd keuze voor mensen, die op een paar honderd gulden meer of minder niet behoe ven te kijken. Wij zullen echter trachten een juist beeld te schetsen van de toestand in April van dit jaar. En sta de hemel ons bij, dat niet opnieuw een ingrijpende „sane- rings"- of „zuiveringsmaatregel" de toestand voor degenen, die zich wil len gaan vestigen, op nieuwe losse schroeven stelt en er van de vesti gingsmogelijkheden in feite weinig anders overblijft dan vestigings onmogelijkheden. Slachtoffers van omstandigheden. Na het einde van de oorlog in het Verre Oosten en na het begin van de stroom van repatriërenden, stapelden dehuisvestigingsmoëilijkheden in Neder- vaart deed verminderen, had het slechts de uitwerking, dat ze juist in die rich ting reed. De zucht tot tegenspraak in de menselijke natuur kwam boven - waarom zou ze zich door Mac laten raden, Mac, die zoveel op haar had aan te merken gehad? Het feit alleen, dat hij een speciaal gedeelte van het meer om zo te zeggen had uitgescha keld, gaf haar een soort van koppig plezier om juist daarheen te gaan. Op het verste gedeelte was de grote watervlakte betrekkelijk ondiep, va riërend van twee tot vier voet op z'n meest, een paar meter van de oever af onderbroken door een miniatuur eilandje, waarop wat kreupelhout en een eenzame boom een armzalig be staan leidden. Voor dat eiland was het ijs hier en daar bezaaid met heuveltjes aarde, begroeid met stug gras. Herrick ijlde voort, haar ogen ge vestigd op het verwijderde eilandje. Terwijl ze voort vloog, meende ze iemand te horen roepen, maar ze keek niet om.

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1950 | | pagina 1