De vijfde Mei DE ZONDEN DER VADEREN. Bezoekt de Bazar van de V.V. Breskens Zaterdag 13 Mei in het Verenigingsgebouw Herinneringskruis 1940-1945 van liet Ned. Rode Kruis red uitgereikt De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 6e Jaargang Nummer 277 Vrijdag 5 MEI 1950 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,— per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra Dit nummer van „De Schakel" ver schijnt op Vrijdag 5 Mei 1950. 5 Mei, een datum voor de thans levende mens in Nederland om nooit te vergeten; de dag waarop het knellende juk van de Duitse tirannie van ons werd afge nomen, vandaag vóór 5 jaar. Het feit der herkregen vrijheid ligt thans nog zo kort achter ons, dat het door allen die het hebben ondergaan, op de vijfde Mei van elk jaar nog opnieuw wordt doorleefd en gevierd. En als gewoon lijk hebben de meesten van ons gisteren ook wederom de gebruikelijke stille en eerbiedige hulde gebracht op de be graafplaatsen, waar zij, die in de strijd voor onze vrijheid zijn gevallen, ter aarde zijn besteld. Op de bedevaarts tocht naar die begraafplaatsen en daarna tussen de graven zelve hebben wij, Nederlanders van goeden wil, gebeden voor de eeuwige rust van onze daar en elders begraven dierbaren en wij hebben in woord of gedachte herhaald onze reeds meermalen uitge sproken belofte, dat wij alles in het werk zouden stellen, om het door hen gebrachte hoogste offer van hun leven waardig te zijn. Zij offerden hun leven in een medogenloze strijd voor de vrij heid, om onze vrijheid en om de vrij heid van de wereld. Een vrije wereld, waarin voor elke levensopvatting plaats zou zijn, waarin ieder zich lid zou voe len van één gemeenschap en waarin de mensen elkaar niet langer zouden ver scheuren, doch als kinderen van één Vader en Moeder eendrachtig zouden samenwerken. In zulk een wereld zou geen noodzaak van grenzen meer be staan; grenzen immers vormen een schei ding, aanvankelijk tussen betrekkelijk gelijk gestemden, doch onder kwade in vloeden dikwijls overgaande in tegen stellingen, of nog een stap verder, in vijandschap. En een gevolg van dit laat ste wederom is oorlog. En oorlog wil len we toch immers nooit meer. Na wereldoorlog nummer één klonk deze leuze overal in de wereld. Die leuze bleef slechts leuze; het was een zin zon der inhoud en binnen een kwarteeuw werd wereldoorlog nummer één gevolgd door een veel afschuwelijkere en nog langduriger wereldoorlog nummer twee. Na afloop hiervan klonk ner gens -als na 1918- de kreet „Nooit meer oorlog". Waarom niet? Was het, omdat de mensheid te zeer versuft was, dat zij aan andere dan oorlogstoestan den niet meer geloofde Of was het, omdat de overgebleven mensheid de overtuiging in zich droeg, dat er nog geen einde aan de oorlog was gekomen en er slechts van een wapenstilstand sprake was? Of was het de derde mo FEUILLÊTON 42) door PEDLER. „Wat betekent dat?" vroeg hij, zijn zuster glimlachend aankijkend, nadat ze elkaar begroet hadden. „Zijn de wet ten van Meden en Perzen betreffende schaatsenrijden gebroken?" „O, nee". Er was een ondeugende tinteling in Carols ogen. „Bij afwezig heid van de wetgever, worden ze tij delijk buiten werking gesteld, dat is alles". Mac's gezicht werd ernstig. „Niet erg verstandig wel?" zei hij langzaam. Ze haalde de schouders op. De op standige stemming van dien ochtend, die haar er toe had aangezet om eens éénmaal haar mans kinderachtige tiran nie te trotseren, keerde terug. „Het kan me heus al heel weinig schelen of het verstandig of onverstan dig is," zei ze prikkelbaar. „Ik heb er in ieder geval van genoten". gelijkheid, n.l. dat de oorlog 1939-1945 zo verschrikkelijk is geweest, dat de versufte mens het woord oorlog" zelfs niet meer in de mond durfde te nemen? Het ware te wensen dat deze derde mogelijkheid de juiste veronderstelling weergeeft, want dan zou onze hoop daarop gevestigd kunnen worden, dat de thans levende mensheid eenvoudig niet meer tot een oorlog te bréngen is; dat zij gewoonweg immuun is voor alle oorlogsophitsing. Een ieder weet immers, dat de beide wereldoorlogen die we in de afgelopen halve eeuw hebben beleefd, kinderspel waren in vergelijking met een eventuele wereld oorlog nummer drie; een oorlog waar in een ieder zou worden betrokken en waarbij geen enkel land ter wereld neutraal zou kunnen blijven. De dom ste Rus, de pienterste Engelsman, de handigste Amerikaan, de vurigste Fransman of de meest geslepen Chi nees, zij allen weten dat een wereld oorlog nummer drie uiteindelijk zou neerkomen op een zelfvernietiging, een algehele verwoesting van alle bestaans mogelijkheden voor de levende mens op onze aarde. En het is alleen om deze reden, dat ik persoonlijk voorals nog niet aan de mogelijkheid van een derde wereldoorlog, die door vele on rust-zaaiers nu reeds wordt voorspeld, wil en kan geloven. Al die onruststo kers en ophitsers ten spijt ben ik er van overtuigd, dat al de thans in het internationale kamp gehoorde verwijten en beschuldigingen niets zijn dan bluf; de angst van de fluitende kleine jongen in het donker. En beide par tijen gedragen zich als die kleine jon gen, maar ook, beide kleine jongens wapenen zich tegen een slechts in hun verbeelding bestaande vijand. Ja, slechts in de verbeelding bestaande vijand, want beide zijn er van ook overtuigd, dat een komende oorlog zelfvernietiging zou betekenen. En daarvoor voert nie mand, die meer verstand bezit dan Hitier - gelukkig w ij 1 e n Hitier - oor log, namelijk om zichzelf te vernieti gen. En onder alle volgelingen van Stalin of onder de Amerikanen bestaat er geen enkele, die zo dom is als Hit- Ier was. Zullen dan toch de gevallenen in wereldoorlog nummer twee het offer van hun leven niet tevergeefs hebben gegeven? Zal men dan toch uiteindelijk bij elkaar komen, zij het dan niet uit een geboren of ontwaakt gemeenschaps De ongewone scherpte in haar an ders zo innemende stem verried Mac voldoende, hoe overstuur haar zenuwen waren en hij zei er verder niets over. Doch hij wist zeer goed, dat schaat senrijden met Beresford in de gegeven omstandigheden het domste was wat zijn zuster kon doen en de enige vei lige manier om haar voor mogelijke onaangenaamheden, als Sir Francis het te weten kwam, te behoeden, was, om haar zelf naar Mortlake Hall terug te brengen. Om de een of andere reden behandelde zijn zwager hem met een soort van onwillige beleefdheid, die hij lang niet aan iedereen bewees. Moge lijk voelde hij een zekere kalme, rustige kracht in Kenyons houding, waar zijn kwaad humeur vergeefs tegen aan zou beuken. En als Carol thuis kwam en klaarblijkelijk in haar broers gezelschap was uit geweest zou zelfs Sir Francis er geen kwaad in kunnen zien, daar was Mac zeker van, althans geen kwaad dat hij zelf niet op zijn schou ders kon nemen om zodoende zijn zuster te beschermen voor mogelijke wraak. gevoel, doch wel uit angst? Het is ons om het even, wanneer dat ene doel slechts wordt bereikt en dat de woor den „Nooit meer oorlog" geen ijdele uitdrukking, doch werkelijkheid zullen worden. Dan kunnen we in het ver volg dè vijfde Mei in een geheel ander licht bezien en dan kan die dag zeker als een dag van ongekende vreugde worden gevierd. Dan krijgen we, om een vergelijking te gebruiken, de vierde Mei als de dag waarop we onze ge vallenen in stille eenvoud onze eerbie dige dank brengen in de trant zoals de Christelijke mensheid op Goede Vrijdag de kruisiging van Jezus Christus doorleeft. En op de vijfde Mei zullen we dan .vieren het feest van de weder opstanding van de vrijheid der mens heid, zooals op de Paasdagen de we deropstanding van de Heiland door alle Christenen wordt gevierd. Door Hem werd op aarde de vrede gepre dikt en in eenvoud en saamhorigheid gaf Hij de mensen het lichtende voor beeld. Laten wij allen dat voorbeeld volgen; laten wij allen trachten ons naasten's broeder te zijn en dat ideaal, binnen en buiten alle landsgrenzen, ook bij anderen ingang te doen vinden-. Dan is er geen twijfel mogelijk, dat een volgende oorlog nimmer meer zal uitbreken en zullen vrede, rust en wel vaart alom in de wereld terugkeren. Moge de vijfde Mei in het vervolg in deze betekenis, de wederopstanding van de vrijheid der mensheid, worden ge vierd. L. Zaterdagmiddag had in de cantine van het arbeiderslogeerkamp „Wilgen hof" te Oostburg, een intieme plechtig heid plaats. Daar waren velen, uit ge heel West Zeeuwsch-Vlaar.deren, bij een gekomen en zij allen hadden zich op de één of andere wijze in dienst gesteld van de lijdende mensheid, ten tijde dat West Zeeuwsch-Vlaanderen door het oorlogsgeweld zo zwaar werd geteisterd. Het Ned. Rode Kruis bleek deze hulpvaardigheid, geboden vaak onder de moeilijkste omstandigheden, niet te zijn vergeten en daarom was aan een groot aantal personen het Herinneringskruis 1940-1945 toegekend. Het was, zoals de voorzitter van het district West Zeeuwsch-Vlaanderen van „Als ik je dan nu eens thuis bracht?" stelde hij voor. „Je hebt waarschijnlijk al genoeg gereden vandaag voor iemand die niet meer geoefend is". Voor Carol kon antwoorden kwam Jem tussenbeide, zijn gezicht stond in eens op storm. „Ik breng Carol thuis," zei hij kortaf. De situatie was in een impasse ge komen. Zonder zijn redenen onder woorden te brengen - en dat was on mogelijk - kon Mac niets inbrengen tegen het besluit van de ander. Even zweeg hij, toen zei hij kortaf „O, goed". En met een korte knik draaide hij zich om en liet hen alleen. Hij was in de richting van de hut gewandeld en. had een korte weg ge nomen naar Greenwood door het Win- dycroftdal, toen hij zijn zuster en Be resford ontdekt had en nu hij langs de rand van het meer liep, was hij boos en geërgerd op hen beiden - een boos heid en ergernis, die voortkwam uit grote bezorgdheid. Op één uitzonde ring na waren zij de twee mensen, die hij het liefst had op de hele we reld en hij vond, dat ze letterlijk een het Ned. Rode Kruis, de heer J. Mijs, in zijn openingswoord betoogde, niét eenvoudig geweest, een overzicht te verkrijgen van die mensen, die voor deze onderscheiding in aanmerking kwamen. Men had daarvoor de mede werking ingeroepen van diverse be voegde instanties, maar het was niet gelukt, om alle gegevens te verkrijgen. Zo zullen er ongetwijfeld nog vele te- leurgestelden zijn. Zo b.v.b. uit IJzen- dijke, uit welke gemeente, ook na herhaalde oproep, geen enkele inlich ting is ontvangen. Het staat daarom wel vast, dat er na deze uitreiking, nog een tweede zal volgen, wanneer nog meerdere personen, die nu zijn vergeten, worden voorgedragen. Dr. Jongsma, vertegenwoordiger voor West Z.-Vlaanderen in het Kringbe- stuur, schetste daarna in het kort het prachtige werk dat is gedaan tijdens die donkere weken in 1944 en sprak in het bijzonder woorden van lof aan het adres van het verplegend en an der personeel van het St. Antonius- gesticht in Oostburg. Op verzoek van dr. Jongsma werden zij, die tijdens hun opofferend werk zijn gevallen, n.l. mej. de Sutter uit Groede en de heren v. Kampen uit Oostburg en v. d. Lin den uit Biervliet, met stilte herdacht. Aan hen werd het kruis posthuum uit gereikt. De aanwezigen werd daarna door dr. Jongsma het kruis op de borst gespeld. Tenslotte sprak de kringcommissaris dr. Sissingh, die schetste het werk van het Rode Kruis en opwekte tot activi teit. Het kruis ontvingen: St. Anthoniusgesticht te Oostburg, Dr. M. W. Jongsma, Dr. I. Buskop, Dr. Z. C. Salomé, Dr. H. Hermanides, Dr. H. C. Rozemeijer, Dr. A. C. Brou wer, Dr. H. J. S. Timmer, Dr. J. N. C. Broodman, Dr. P. A. Staal, Dr. J. T. Buma, Dr. J. de Hullu, Dr. J. C. Hage. Oostburg: I. J. van Kampen (post huum), Eddy Moers, Mej. S. Dieleman, L. Masclee, M. v. d. Plasse, P. de Rid der, P. Ie Roy, Mevr. Buskop, Mevr. C. Hoolhorst-van Kampen, H. Legrand, H. H. de Lozanne, C. Hendrikse, Mej. U. Buyck, Mej. E. Buyck, Mej. T. Hooyberg, Mevr. M. Bossand-v. Prooye, Mevr. Stallaert, Mevr. J. Bos-Corthals, Mej. K. Huisman, Mej. J. de Hullu, Mevr. M. W. v. Kampen-de Boer, Mej. A. van Prooye, Mevr. A. de Ruyg- Kok, Mej. L. de Vlieger, Mej. Ph. v. d. Vleuten, J. M. A. C. van Dongen, Abr. Baas, J. de Milliano, Zr. J. B. Walles, M. I. Hoste. Zuidzande: H. P. Everwijn, Mik, Mevr. v. d. Hoek-Maclaine Pont, Dr. A. J. Risseeuw, Mevr. L. Risseeuw- Liefierink, Zr. E. Verhage, J. W. Ro- catastrophe uitlokten, een catastrophe, die hij niet in staat was om tegen te houden. Er zijn weinig dingen die de zenu wen meer van streek brengen dan het gevoel van machteloosheid - van mach teloosheid om mensen te redden, die niet gered of beinvloed willen worden, vooral als het mensen zijn wier wel zijn je na aan het hart ligt en toen Mac de hut naderde was zijn stem ming duidelijk te lezen op zijn ge fronst voorhoofd en strak gesloten mond. Herrick was klaar met haar huishou delijke bezigheden en stond in de deur van de hut een sigaret te reken en hij was zo verdiept in zijn gedachten, dat hij bijna voor haar stond, voor hij haar tegenwoordigheid opmerkte. Toen keek hij op en zag haar. Een ogen blik klaarde zijn gezicht op en een gretig licht van herkenning kwam in zijn ogen. Doch het stierf weer on middellijk weg, alsof een andere ge dachte, die eerste instinctmatige blijd schap had verjaagd en werd vervangen door een uitdrukking van naderende

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1950 | | pagina 1