BRILLEN Een bodemloze pol. DE ZONDEN DER VADEREN. Wij wachten. De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 6e Jaargang Nummer 274 Vrijdag 14 APRIL 1950 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs t 1,— per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra -J Op gevaar af van de lezer te ver velen, wil ik het deze week toch weer eens over Indonesië hebben. Wanneer het nu uitsluitend ging over het belang van Indonesië, dan zou ik daar verder niet over willen schrijven, doch het gaat thans wederom over directe Neder landse belangen, om de geldbuidel van de belastingbetaler hier te lande en daarom mogen we deze zaak niet doodzwijgen. We hebben door de radio en via de dagbladen al vernomen, dat de in de laatste week van Maart in Batavia gehouden besprekingen tussen enkele Ministers van Nederland en hun collega's van de Republik Indonesië Serikat (de R.I.S.) - of ook wel ge noemd de Verenigde Staten van Indonesië (de V.S.I.) - in een goede sfeer hebben plaatsgehad en geheel naar wens zijn verlopen. Geheel naar wens zijn verlopen! Inderdaad, doch dat kan dan toch alleen maar zeggen die partij, welke haar zin heeft ge kregen. En die partij is, de gewoonte getrouw, natuurlijk wederom ludonesië. Nederland heeft, even als altijd sedert 1945, alles gegeven en niets gekregen. Niets? Dat is wel wat hard gezegd; neen, zo erg is het niet hoor. We hebben n.l. van de zijde van de R.I.S. wederom enkele beloften afgebedeld; beloften op welker vervulling wé als gewoonlijk niet zullen kunnen rekenen en waarvan we op een volgende bijeen komst, ook weer als gewoonlijk, maar afstand zullen doen. Er was bij die besprekingen één punt, waarover de partijen het zeker niet eens zouden hebben kunnen worden en om een echec te vermijden, hebben de ver tegenwoordigers der beide Unie partners de gebruikelijke uitweg ge vonden en de zaak verschoven naar een later tijdstip. Het betreft hier de kwestie Nieuw-Guinea, n.l. of dit land bij Nederland zal blijven of ook aan de R.I.S. zal worden overgegeven, overgedaan of overgelaten of wat voor „over" je verder wilt. De R.I.S. kan dat land, welks bewoners niets van Indonesië willen weten, niet langer missen; de R.I.S. heeft immers nu al een veel te groot bezit aan land! Wat de R.I.S. nu heeft kan ze in de eerste honderd jaar zeker niet alleen beheren. Ze is vast voornemens dat toch te doen en daarom zal haar huishouding dan ook wel geen fraaie aanblik bieden. Maar dat loopt niet zo in het oog als het bij je buren ook een rom melzo is. En daarom moet die nette buurvrouw - Nederland in Nieuw- Guinea - daar weg. Toch durfde de R.I.S. in de gehouden ministersver FËUILLETON 39) door PEDLER. „Ik heb beslist net zo'n gevoel als de dienstmeisjes, die haar uitgaansdag hebben," verklaarde Carol met smaak haar broodjes verorberend. „Alleen krijgen zij die iedere week en ik niet". „Hoe denk je over morgen?" vroeg Herrick. „Kun je niet weer hier ko men?" Carol schudde spijtig het hoofd. „Neen," zei ze. „Ik durf niet. Fran cis komt morgen thuis en hij heeft natuurlijk wel gezorgd dat ik geen idee heb hoe laat. Dat zegt hij me nooit". „Maar hij zal toch moeten telefone ren of telegraferen hoe laat de auto aan het station moet zijn?" zei Herrick practisch. „O neen, hij loopt misschien van St. Heriot, hij is een goed wandelaar - of anders neemt hij de expresse tot Tanborough en neemt daar een taxi". ^rUIemaefta-" OOSTBURG gadering nog niet ronduit daarvoor uit te komen, want de R.I.S. moest in diezelfde vergadering de broodnodige financiële steun inroepen van Neder land; ze moest zich dus enigszins koest houden en dus deed ze gaarne mee aan het spelletje van uitstel ener beslissing. Moeder Nederland heeft een paar van haar vertrouwensmannen naar haar vroegere dochter Insulinde gezonden, om eens te kijken hoe die dochter het daar aan de andere kant van de aarde in haar eentje maakt. Die vroegere dochter Insulinde - het was maar een aangenomen kind, hoor - heeft op een te jeugdigen leeftijd, zwanger van hoog moedswaan, een meerderjarigheidsver klaring weten te bemachtigen en is toen onder de naam Indonesië, ver van haar Moeder verwijderd, een eigen huishouding begonnen. Inderdaad zij, die dochter n.l. had een paar jaar de huishoudschool gevolgd, doch haar kennis bleef toch beperkt tot enige theoretische kennis, als geleerdheid over vitaminen, eiwitten en koolhy draten. Praktische kennis van het huis houding bezat ze absoluut niet, aange zien ze er steeds de neus voor opge haald had, om haar vingers zwart te maken in de keuken of bij het aardappelschillen. Neen, die ordinaire werkzaamheden pasten allerminst bij haar intellectuele aanleg. Geen zin of tijd voor gewoon huishoudwerk; wel voor bridge, tennis, dansen, make-up en een voorliefde voor dure auto's. En nu het gevolg van haar eigenzinnig heid om op veel te jeugdige leeftijd en zonder enige ervaring een eigen huis houding te voeren. Natuurlijk klopt de huishoudrekening al direct niet. Spinazie wordt met suiker bestrooid, aardappels gemengd met kaviaar, de kanarie ge voederd met melk en Maria-biscuit en de kat met broodjes met zalm en de boter, echte natuurboter, wordt ge bruikt in de bloementuin als groenbe- mesting enz. enz. Madame zelf doet veel aan hogere politiek - op interna tionaal niveau - en is daardoor veel afwezig. En haar bedienden spelen mooi weer; die gaan ook meer uit dan dat ze werken en maken ook maar heel weinig onderscheid tussen mijn en dijn. Kortom, het is daar een huis houden van Jan Steen en de gevolgen blijven niet uit. Het meegenomen huis houdgeld was spoedig op en ver standige leveranciers als de Amerikanen Carols gezicht was strakker gewor den en de gewone nerveuse uitdruk king was weer in haar ogen. „Dat is juist zo enerverend - zo afmattend. Ik weet nooit waar hij is en voor hoelang ik vrij zal zijn. Soms, als ik denk dat hij veilig voor een paar uur met Rawlings, dat is zijn rentmeester, in zijn studeerkamer is opgeborgen - kom ik hem ineens in de tuin tegen en merk, dat hij me al een hele tijd na gaat". „Ik begrijp niet hoe je het uithoudt," barstte Herrick verontwaardigd uit. „Ik heb ook soms het gevoel of ik het niet langer uit kan houden," gaf Carol bitter toe. „Als het niet voor Mac was, zou ik geloof ik iets wan hopigs doen". „Voor Mac?" „Ja. Zie je, het zou zijn hart breken als ik deed - wat ik soms geneigd ben te doen. En ik houd te veel van hem om iets te doen, dat hem zo'n verdriet zou bezorgen. Als je twee lingen bent maakt dat je leven wel gecompliceerder," ging ze met een raadselachtig glimlachje, half droevig, en Engelsen of Australiërs zijn pienter genoeg, om geen credieten te verschaf fen aan deze verkwistende en onerva ren dame, die als aangenomen dochter van Moeder Nederland toch overigens steeds zulke wijze lessen in zuinigheid had ontvangen vroeger, toen ze nog thuis was. Moeder Nederland zal nu maar weer ns in de zak tasten of om het nu meer begrijpelijk te zeggen, Minister Lieftinck is uit Batavia teruggekeerd met het voornemen om aan Moeder Nederland voor te stellen, een slordige tweehonderd millioen gulden aan Indo nesië te verschaffen. Ja natuurlijk wordt dat geld aan Indonesië alleen geleend, maar zal het ook terugbetaald wor den? Verleden jaar hebben de Neder landse onderhandelaars laten doorsche meren, dat zij voor de reeds aan In donesië verstrekte voorschotten wel enig onderpand zouden wensen; zij hadden daarbij het oog laten vallen op de opbrengsten van de tinmijnen op Banka en Billiton. Maar in de nu pas gehouden ministers-bijeenkomst heeft onze Indonesische Unie-partner mee gedeeld, dat zij daar niets voor voelt. Dus gebeurt dat ook niet. Doch wat zitten wij nu eigenlijk te zaniken over onderpand. We zijn in Nederland toch zeker al zodanig over belast met schuld, dat verdere strop pen in Indonesië daar nog best bij kunnen. Wat betekent een paar hon derd millioen of een half milliard voor Nederland nu eigenlijk op zijn schuld van vijfentwintig milliard. Immers op de Ronde Tafel Conferentie hebben we onze vordering op Indonesië ook al vrijwillig met anderhalt milliard ver minderd. Wie in het veen zit ziet op geen turfje en zeker doen we dat hier niet, als het gaat om verhoging van onze - nationale schuld. Symen betaalt wel en als het niet langer gaat in de vorm van belastingverhoging, welnu dan maar weer een vermogensheffing ineens of spreiding van bezit (over de staatsruif) of ook wel doorknippen van de bankbiljetten. Middelen genoeg. Geachte lezer, het is treurig maar waar. En gezien de samenstelling van onze Regering, gezien de meerderheid in de Staten-generaal van twee samen gaande partijen, is het met absolute zekerheid te voorspellen, dat zal wor den aangenomen het komende voorstel van de Ministerraad om een tweehon derd millioen gulden uit onze ledige half humoristisch voort. „Je kunt niet helemaal onafhankelijk handelen als je een tweeling bent. Mac en ik zijn zo veel meer voor elkaar dan een gewone broer en zuster". „Maar toch begrijp ik niet be gon Herrick. „Niet?" Weer dat vage onverklaar bare lachje. „Veronderstel eens, dat jk er toe overging om iets definitiefs te doen, om - om Francis te verlaten „Hij zou er wel over heen komen," viel Herrick haar minachtend in de rede. „Alleen zijn trots en zelfzucht zouden gekwetst worden en jij zoudt veel gelukkiger zijn". „Nee. Mijn trots en die van Mac zouden gekwetst worden, dus ik zou niet werkelijk gelukkig kunnen worden". „Jou trots?" „Ja," antwoordde Carol. „Zie je, mijn huwelijk was geen gewoon hu welijk. Ik vertelde je al, dat ik enkel en uitsluitend om het geld met Francis getrouwd ben. Het was een gewone koop," verklaarde ze nuchter. „Ik gaf hem mezelf en in ruil daarvoor beloof de hij, mijn moeder een jaargeld te schatkist - en dus uit de zak van de belastingbetaler - over te hevelen naar de kashouder van de R.I.S. Te doen verdwijnen in de bodemloze put van onze Unie-partner Indonesië. Ware hiermede de kous af, dan konden we daarmede nog vrede heb ben, ómdat we zouden mogen vertrou wen dat ons in ruil voor die hulp ook enig bewijs van dankbaarheid van Indonesische zijde werd geschonken. Doch deze laatste ontbreekt ten enen male. Nederlandse hulp in klinkende munt wordt door de R.I.S. aanvaard, doch Nederlandse hulp in de vorm van werk of adviezen van Nederlandse ambtenaren, wordt door de R.I.S. ver smaad. De Nederlandse ambtenaren worden er weggepest en de Nederlan der in het algemeen wordt alleen de dupe van de halvering van de in In donesië gangbare bankbiljetten van tien gulden en hoger. Het Indonesische volk immers bezit niets of hoogstens enkele muntbiljetten van f i,- en f 2.50 en die zijn niet doorgeknipt. Hierover ware nog veel meer te schrijven, doch het lijkt me niet nodig. Feit blijft, dat elk overheidsbeheer in Indonesië thans wanbeheer is, dat alom ondeskundig heid op staatsterrein aldaar aan de* orde van de dag is en dat op finan cieel terrein daardoor reeds nu is ont staan een bodemloze put, waarin Ne derland uit zelfbehoud geen cent meer mag storten. L. in Brussel zijn de verkiezingspamflet' ten al enige weken geleden van de straat gebezemd. Al de Belgische stem- bussen zijn weer bij elkaar gekomen, opgeverfd en weggeborgen In Gent staan de mannen van de openbare stads- aanplak de muren met chloorwater schoon te boenen. In het Waalse zijn de café's niet overmatig vol meer en de arbeiders worden niet meer van de ene vergadering naar de andere ge sleept. De meeste buurvrouwen hebben de ruzies een beetje beteuterd bijgelegd, en de kapotte ruitjes zijn hersteld. Het voetballen heeft weer de volle belang stelling en de loterij niet minder De kranten zijn gematigder van toon dan tot dusver ooit het geval was. Pregny wacht, Brussel wacht, gans het Bel gische land wacht en wij wachten ook. Vlaamse vrienden schrijven in hun bladen, dat men de kabinetscrisis niet te tragisch moet opvatten. Sommige Ne derlandse biaden menen, dat het onze regering niet welgevallig is, dat wij veel over de „koningskwestie" schriiven en stelling kiezen. In de U.S.A. is de pers geven - om eerlijk te zijn het was een zeer royaal jaargeld - zolang ze leefde. Ze leefde niet lang," voegde ze er met een zucht bij. „Maar zes maanden, doch die zes maanden waren tenminste zo makkelijk voor haar gemaakt als geld ze met mogelijkheid maken kon Begrijp je nu hoe ik gebonden ben? Francis heeft zijn deel van de afspraak gehouden. Ik kan niet anders doen dan ook de mijne nakomen". Beschouwd van het standpunt van het eerlijk nakomen van een belofte kon ze zien, hoe hopeloos en onver mijdelijk Carol gebonden was. Niets dan de dood van Sir Francis kon haar bevrijden. „En - en denkt Mac er ook zo over?" vroeg ze eindelijk, wel vooruit wetend wat het antwoord zou zijn. Carol knikte. „Ja. Zijn opvatting is, dat het een erezaak is - dat het volkomen eerloos van me zou zijn als ik mijn belofte niet hield. Och," zei ze vermoeid, „we hebben het lang en breed besproken. Ik weet wat Mac denkt en ik weet, dat ik Mac zou verliezen als ik Francis

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1950 | | pagina 1