DE ZONDEN DER VADEREN. Schrijf naar Inriië ooi nu hei zooier is! De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 5e Jaargang Nummer 237 Vrijdag 29 JULI 1949 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,— per kwartaalfranco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra -J I Vacantie. Vroeger een woord dat alleen een heerlijke klank inhield voor de schoolgaande jeugd en de ouderen, die belast waren met de opvoeding van die jeugd. Een woord dat daarentegen met minder prettige gevoelens door de immer werkende en nimmer vacantie genietende huismoeders werd vernomen. Die huismoeders immers kregen dan boven haar dagelijkse beslommeringen in huis ook nog de volledige zorg voor haar kinderen, die anders het grootste deel van de dag op school werden beziggehouden door daarvoor betaalde krachten. De kinderen verveelden zich zeer dikwijls in de vacantietijd, werden daardoor vooral de moeders tot last, zodat vacantie voor die moeders een extra inspanning betekende. Ik schrijf dit, alsof dit alles tot de verleden tijd behoorde, doch dat is natuurlijk onjuist, want daarin is nog totaal geen ver andering gekomen; helaas! En toch heeft het woord vacantie tegenwoordig een geheel anderen klank dan vroeger; het is een meer algemeen begrip ge worden en een genoegen dat tegen woordig door vrijwel een ieder - behalve dan door de hierboven genoemde be klagenswaardige huismoeders - met graagte wordt aanvaard. Ook door schrijver dezes, die toch overigens ook tijd en gelegenheid te over heeft voor ontspanning. Ik heb dit jaar mijn vacantie doorgebracht op het platteland en ik heb mezelf kunnen feliciteren met het feit, dat ik de drukke stad voor enige weken vaarwel heb kunnen zeg gen. Alleen het platteland kan de stedeling de zo hoog nodige rust ver zekeren; een rust en een geestelijke ontspanning, welke geen enkele drukke badplaats de mens geven kan. Ik heb daarvoor het mij zo goed bekende Land van Cadzand uitgezocht, ben op de vele dagen van mooi zomerweer door het land en langs het strand ge trokken en hoezeer mij alles al van vroeger bekend was, toch heb ik in ons mooie Zeeuwsch-Vlaanderen telkens weer nieuwe punten ontdekt, die men in andere, meer bekende streken tevergeefs zal zoeken. Walcheren was mooi, vroeger een van de mooiste streken van Nederland, doch Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen is nog mooi, in het bijzonder in de maanden Juni en Juli. En vooral dit jaar, waar hier een oogst te velde staat zoals men weinige jaren te zien krijgt. Wanneer het zomerweer nu nog maar enkele weken mag aanhouden en het oogsten onder gunstige weersomstandigheden zal kun nen plaatsvinden, dan mag de nijvere FEUILLETON 3) door PEDLER. Ze was zelfs niet eens geschikt voor kinderjuffrouw. Er speelde een vaag, droevig glimlachje om haar lippen. En toen werd haar gedachtengang, ont staan door dat voorstel van de oude notaris, onderbroken door de wanho pige herinnering aan de oorzaak van al dit zelf-onderzoek, aan het bezoek van de notaris en aan dat hartroerende telegram, waarmee ze Rex terug had geroepen. Ze huilde niet. Na die eerste doffe vier en twintig uur, die gevolgd waren op de ontdekking van Lindris' dode lichaam en het geschenen had alsof tranen nooit de doffe ellende, die als ijs om haar hart sloot, zou doen smel ten, was ze eindelijk neergevallen en had zoveel geschreid, dat ze nu het gevoel had of ze nooit meer zou kun nen huilen, alsof ze alle tranen van een heel leven gestort had. Ze zat landbouwer dit jaar voor zijn harde werken een behoorlijke beloning ver wachten. Een verdiende beloning voor een categorie van werkers, voor wie nog geen sociale voorzieningen zijn ge troffen zoals voor de werknemers in ons land. Voor de boeren bestaan geen acht-urige werkdag of een gegarandeerd minimum loon; voor deze in ons land zo onmisbare categorie van ingezetenen bestaat alleen de noodzaak van hard ploeteren, met een totale afhankelijk heid van de weersomstandigheden en niet de geringste invloed op de prijzen, waarvoor zij de producten van hun zware werk moeten leveren. Zeker, het boerenleve*n is een gezond leven, een leven in volkomen vrijheid, doch daar mee is dan ook alles gezegd. De risico's van het bedrijf, zowel afhankelijk van de natuur als van de wereldmarkt, zijn uitsluitend voor de boer en van enigerlei bescherming door de overheid, die in ons land voor de meesten onzer geldt, is voor hem geen sprake. Tot be schouwingen als deze komt de peinzende vacantieganger, als hij ergens langs de polderdijk in het gras ligt en de won derbaar mooie oogst vlak voor zich ziet. Is er wel eens ooit een vlasoogst geweest als dit jaar? Vlas van een kwaliteit als slechts zelden voorkomt. En de prijs die daarvoor thans wordt geboden, kan worden geboden, is in verhouding tot die van andere produc ten en tot de kostprijs schandelijk laag te noemen. Onbegrijpelijk is zo iets in een tijd waarin de gehele wereld nog schreeuwt om behoorlijke textielgoe- deren. Mijn zegslieden schreven de oorzaak van te belachelijk lage prijzen voor vlas toe aan het feit, dat de vlas-op- kopers over geen of te weinig contanten beschikken omdat de fiscus een te grote hap - voor enkele jaren tegelijk - heeft gedaan in hun bedrijfskapitaal. Het zou me niets verwonderen wan neer in die verzuchting inderdaad een sterke grond van waarheid lag, omdat men in ons land ook op ander gebied de kip om de gouden eieren slacht; een economisch beleid - of wanbeleid beter gezegd - voert, dat zich binnen zeer afzienbare tijd zal wreken. Het is nu een financieel beleid van „Na ons de zoncjvloed," doch wanneer die zond vloed er over weinige jaren zal zijn, dan zijn de huidige bewindvoerders minister in ruste, in het genot van een zeer, zeer goed pensioen. Dan is Leiden in last, doch niet voor hen die de zaak in de soep hebben gereden; wel voor de werkgevers, zowel voor de grote als de kleine en vooral voor de middenstander. Een minister wordt aangesproken als Excellentie, dat betekent uitnemend- ineengedoken bij het vuur, stil en on bewegelijk en staarde strak in de vlammen, wachtende in de wreed lichte kamer op Rex komst. Eindelijk werd de stilte verbroken door het openen en sluiten van de voordeur, gevolgd door de lange voet stappen van een man. Daar ging de deur van de bibliotheek open en Rex zelf, het stof van de dag- en nacht reis nog op zijn kleren, stond op de drempel. Zijn gezicht - goed besneden en wat hard, ondanks zijn onmisken baar knap uiterlijk - was wat ingeval len, alsof hij niet veel geslapen had gedurende de reis. Zijn scherpe, licht grijze ogen - in die ogen lag de hard heid - gleden met een vlugge, vor sende blik, die een verborgen bezorgd heid scheen te bevatten, over een meisjesfiguurtje bij de haard. In een ogenblik was ze opgèsprongen. „Rex, o Rex!" Als een doodver moeid kind gleed ze in zijn armen en een bevende zucht kwam over haar lippen. „O, lieveling, ik heb zo naar je verlangd". Een ogenblik hield Dereham haar heid, doch ik kan dat woord toch moeilijk vasthouden voor alle bekle ders van dat zo hoge regeringsambt. Het verstand om te regeren krijgt men niet door zijn politieke richting en daarom kan ik het dan ook onmoge lijk eens zijn met een minister die streeft naar verdeling - hetgeen neer komt op vernietiging - van bezit. De tegenwoordige minister van financiën was execellent toen hij de geldzuive- ring ter hand nam en rigoureus door voerde, teneinde enige waardevastheid van ons geld te verkrijgen, doch na dat grootse werk had hij zijn porte feuille zonder bezwaar aan een ander kunnen afstaan. Nu ik toch over mi nisters schrijf kom ik bij een ander departementshoofd terecht en wel bij die van wederopbouw. Wanneer men de uitgevoerde wederopbouw van de dorpen in het Land van Cadzand in 1948 en 1949 beschouwt kan men niet genoeg het feit waarderen, dat Neher zijn portefeuille destijds heeft overge dragen aan In 't Veld. Niet omdat Neher zulke grote dingen heeft ge daan in Indonesië, want ook daar was hij in een even vreemd pakhuis als bij wederopbouw; ook daar zou hij de zaak in het moeras hebben geholpen. Doch gelukkig kwam na hem In 't Veld bij wederopbouw en deze hielp, omdat hij zich door ondeskundige hoofdambtenaren niet uit het veld liet slaan doch met beide benen op vaste bodem bleef, de wederopbouw uit het moeras. Een man met een nuchtere en zakelijke blik, opgewassen tegen alle moeilijkheden van een zwaar ambt. Bijvoorbeeld ook dat van burgemeester van den Haag, waar men nog steeds hengelt naar een opvolger van burge meester de Visser. Het loze vissertje, die nu bij gebrek aan vis op een houtje zal moeten bijten. Eerst ver telde men dat hij in troebel water had gevist, doch dat schijnt toch onjuist te zijn. Slechts het feit dat hij in verbo den water zijn hengel had uitgewor pen, is als oorzaak van zijn verplicht heengaan te beschouwen. Maar met dat al zit men er den Haag maar zonder burgervader en dat moet in een zo belangrijke en representatieve gemeente toch niet te lang duren. Als ik het voor het zeggen had zou ik de burgemeester van Utrecht overplaatsen naar den Haag - als ze het hem nog eens vriendelijk vragen zal Jhr. de Ranitz het wel doen - en dan is er meteen een geschikte plaats voor de voormalige Hoge Vertegenwoordiger der Kroon in Indonesië, voor de heer Beel, die als burgervader in Utrecht als oud secretarie-ambtenaar, op meer bekend terrein zou terugkomen, dan aan de warme Noorder-stranden van vast, maar boven haar gebogen hoofd had zijn gezicht een merkwaardig tegenstrijdige uitdrukking. Het was als of de man zichzelf moed insprak voor een daad, waarvoor hij eigenlijk terug deinsde. Eindelijk duwde hij haar een eindje van zich af. „Mijn lieve meisje, wat is dat alle maal verschrikkelijk". Toen hij sprak was de intonatie van zijn stem zo stijf zo ongewoon, dat ze verbaasd opkeek. Hij had net zo goed een vluchtige kennis kunnen zijn die zo sprak, vor melijk begaan met haar lot. „Verschrikkelijk," herhaalde hij en er sloop nu onwillekeurig wat meer warmte in zijn stem, toen hij het ver driet in het jonge, naar hem opgehe ven gezichtje zag. „Maar nu zal alles goed worden, nu jij er bent. Maar maar Paps Ze hield op en de greep van haar handen om zijn mouw werd onwille keurig vaster als trachtte ze de snik, die in haar keel opwelde, tegen te houden. „Ja, ja, ik weet het," zei hij kalme rend. „je moet een ontzettende tijd Java het geval kon zijn. Doch laat ik me in deze vacantie- overpeinzingen verre houden van In donesië en van politieke onderwerpen. Het weer, de natuur, de omgeving, alles moet mij daar vreemd van hou den, al ligt het voor de hand dat men met de een of andere «burgervader van een Zeeuws dorp, onder het genot van een heerlijke borrel aan de ronde stam tafel in een prettig café, ook wel eens tot bepaalde politieke beschouwingen overgaat of er naar luistert. Ik hoop de aandachtige lezer nog een paar weken met vacantie-overpeinzingen en belevenissen te kunnen bezig houden en ik zeg hem daarbij bij voorbaat toe, dat ik het politiek terrein van Z. Vlaanderen zoveel mogelijk zal ver mijden. L. Ergens op een buitenpost zit een Nederlandse jongen en hij krijgt geen antwoord op zijn verzoek om net als vele van zijn kameraden te mogen cor responderen met een meisje uit het vaderland. Drie jaar lang heeft de Club „Nederland-Overzee" aan alle aanvra gen op dit gebied' van de soldaten in Indonesië kunnen voldoen. Dit jaar schijnt het maken van vacantieplannen en het inpakken van koffer of rugzak de meisjes dermate tehebben ver moeid, dat er geen gedachte meer overgebleven is voor de jongens die in de tropen hun zware taak vervullen. Maar wij mogen deze knapen niet vergeten, daarvoor putten zij te veel steun uit het briefcontact met het eigen volk. Steeds gaan er nieuwe troepen naar de Oost, steeds moeten de jijen van de C.N.O. aangevuld worden met meisjes die hun steentje bij willen dra gen om de jongens in Indonesië het leven wat gemakkelijker te maken. De hoogste autoriteiten, de veldpredikers en aalmoezeniers, zij zeiden het op persconferenties, op bijeenkomsten, voor de radio en in kranten-artikelen „Post uit Nederland is alles voor onze sol daten". Er is een tijd geweest dat er in alle bladen advertenties voorkwamen van militairen die briefcontact zochten. Het resultaat van zo'n advertentie was dik wijls een honderdtal brieven. Uitzoeken maar, soldaat in de Oost! Dat gaf noodzakelijk voor veel meisjes teleur stelling en hun enthousiasme kreeg op deze wijze meermalen een gevoelige knak. Dit te voorkomen was het eerste werk van de C.N.O,, waardoor de zeer grote belangstelling voor dit brief contact met de militairen zo doelmatig mogelijk gericht werd. Wel werd de hebben doorgemaakt en zo alleen, arm kind. Ik kan je niet zeggen hoe ik met je te doen heb. Het is een tra gedie Hij aarzelde en vroeg toen plotseling: „Heb je de couranten ge lezen?" Ze schudde het hoofd, een verbaasde uitdrukking op haar gezicht. „De couranten? Neen, ik heb er nog geen een gezien. Ik had geen zin om te lezen. Maar ik geloof niet," ging ze aarzelend voort, „ik denk niet, dat ze gekomen zijn". Daar had Miss Marchmont wel voor gezorgd. De dagbladen zouden nu geen aangename lectuur zijn geweest voor de dochter van Quintin Lindris. Rex slaakte een half ongeduldige, half wanhopige uitroep. „Dan weet je dus niet dan be grijp je niet Ze antwoordde snel: „O ja, ik weet het wel. Ik weet dat vader al zijn geld heeft verloren. Maar - ik heb hem verloren. Dat is het enige, wat er werkelijk op aan komt. Rex -" ze hield even op en keek hem met een grappig glimlachje aan. „Rex, weet je

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1949 | | pagina 1