y Handel in z.gi herbouwplicliten. feublleton TWEE SOUVEREINEN GEDIEND Overdrijf niet! De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 5e Jaargang Nummer 224 Vrijdag 29 APRIL 1949 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,— per kwartaalfranco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra Het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting te 's-Graven- hage deelt ons mede Het is een opmerkelijk verschijnsel dat de verwoestingen, die de oorlog aanrichtte onder woningen, boerderijen en bedrijven oorzaak zijn geworden van een levendige handel. Een handel in zogenaamde herbouwplichten. In verband met enkele nieuwe bepalingen ten aanzien van deze handel bestaat er alle aanleiding om hierover iets te zeggen. Een oorlogsgetroffene heeft voor zijn vernielde pand als regel een rijksbijdrage in de geleden oorlogs schade ontvangen. Die rijksbijdrage is ingeschreven in het Grootboek voor de Wederopbouw. Dat Grootboek gaat pas dan tot uitbetaling van de rijks bijdrage over, wanneer de rechtheb bende iijn herbouwplicht vervult en het geld dus nodig heeft om de herbouw te bekostigen. Nu zijn er oorlogsslachtoffers, die om enigerlei reden nigt tot herbouw willen overgaan. Zij achten - terecht of ten onrechte - de lasten die aan deze herbouw vast zitten te zwaar óf zij geven voorrang aan hun wens om reeds nu in contan ten over hun bijdrage te beschikken. De eenvoudigste oplossing om de herbouwplicht kwijt te raken en daar door tevens in het bezit van het geld te komen is dan wel de Grootboek inschrijving te verkopen. Tot voor kort leverde dat weinig moeilijkheden op. De overdracht van herbouwplicht behoefde weliswaar de goedkeuring van het College van Algemene Com missarissen voorde Wederopbouw, maar in de regel werd die goedkeuring vlot verleend. Bovendien bleken er altijd wel koopkrachtige liefhebbers te zijn, de laatste tijd was de vraag zelfs gro ter dan het aanbod en zodoende be hoefden de oorlogsslachtoffers, die hun herbouwplicht wilden verkopen, over de mogelijkheden daartoe niet in de war te zitten. Nu hebben de Minister en het College van Algemene Commissarissen daar echter een stokje voorgestoken. Er zijn beperkende bepalingen ver schenen, waardctor de overdracht van herbouwplichten zo al niet onmogelijk dan toch wel erg moeilijk is geworden. De herbouwplicht voor een boerderij bijvoorbeeld kan niet worden verkocht wanneer de tot het bedrijf behorende gronden reeds zijn vervreemd. De her bouw van een boerderij waar geen grond bij behoort heeft immers geen zin meer. Ook wanneer de eigenaar van een verwoeste boerderij voor de uitoefening van zijn bedrijf nog voldoende ruimte 137) door OUIDA. „Wat ben ik toch een dwaas!" mom pelde zij. Ze wist, dat ze een dwaas was, want de wensen en de geneugten der liefde verdwijnen snel, doch het bewustzijn van ontvangen eerbewijzen blijft bestaan. Als zij zo lang bleef leven, tot haar jeugd was verdwenen en de ouderdom kwam en met deze de dood, dan zou haar hand het kruis zelfs nog op haar sterfbed zoeken en zou zij nog in haar stervensure door de levende wachters horen fluisteren: „Dat leven was een leven vol roem. Het werd voor Frankrijk geleefd". ,,'t Zal het beste zijn, als ik voor een tijd wegga," dacht ze toen. „Hier zou ik maar krankzinnig, verraderlijk en slecht worden. Ik ga Blanc-Bec op- zoeken". Blanc-Bec was die soldaat uit het leger van Italië. In een ommezientje had zij Etoile heeft overgehouden is de overdracht van de herbouwplicht niet toegestaan. In zo'n geval betekent de herbouw alleen maar een zekere verspilling, die nooit te verantwoorden valt en zeker niet zolang getroffen boeren het nog met ontoereikende nood-bedrijfsruimte moeten stellen. In het algemeen kun nen we zeggen, dat overdracht van herbouwplicht voor boerderijen slechts dan wordt goedgekeurd wanneer mét de bijdrage voor de verwoeste opstal len tevens de daarbij behorende gron den worden overgedragen. De verkoop van rijksbijdragen voor verwoeste woningen zal als regel niet meer worden toegestaan. Alleen wanneer zo'n herbouwplicht behoort tot een onverdeelde erfenis kan, teneinde de deling van de nalatenschap moge lijk te maken, de rijksbijdrage nog worden overgedragen aan één der deelgerechtigde erfgenamen. Natuurlijk hebben we al enige brieven ontvan gen, waarin oorlogsgetroffenen de over heid verwijten, dat hun nu zelfs een redelijke kans om over hun geld te beschikken wordt ontnomen. Die brief schrijvers achten daarom deze nieuwe beperkende bepalingen uit den boze. Wij kunnen gelukkig duidelijk maken, dat deze bezwaarden de zaak niet goed hebben begrepen en dat daarom hun oordeel op z'n minst wat voorbarig is. Waarom bestaat er bij velen zo grote belangstelling voor die zogenaamde woning-herbouwplichten? Toch heus niet alleen om de arme oorlogsslacht offers aan hun geld te helpen. De kopers zien er ook voor zichzelf blijk baar enig voordeel in. We zullen tot goed begrip van zaken eens enkele van die voordelen noemen. Er bestaat een financieringsregeling voor particulie ren, niet getroffenen, die een woning willen bouwen. De betrokkenen dienen zelf voor het bouwkapitaal te zorgen, hetzij uit eigen middelen, hetzij door middel van leningen. Bezit men even wel een herbouwplicht, dan kan men een beroep doen op de financierings mogelijkheden, die er voor de her bouw bestaan. Voor die herbouw ver strekt het Rijk credieten. Een getroffene wordt dit uiteraard graag gegund, een koper van een herbouwplicht kan dit recht evenwel bezwaarlijk worden aan gemeten. Ookde kwestie van het bouwvolume speelt in de ogen van de kooplustigen dikwijls een rol. Velen menen namelijk, dat men met een herbouwplicht in de hand een gemeente bestuur eerder tot beschikbaarstelling van wat bouwvolume zal kunnen be wegen dan wanneer men dit vraagt als particulier zonder herbouwplicht. Wij voor ons menen, dat dit voordeel slechts denkbeeldig is^ wanneer ten- Filante gezadeld en gestangd en reed zij, zonder iemand vaarwel te zeggen, het kamp uit. Zij was in haar komen en gaan zo vrij als een vogel in de lucht. Onbewust van Cecil's lot reed zij heen. Met zonsopgang vertrok de vrouw, die Cecil beminde. Ook zij wist van niets. De wraak der amazone. Het warme licht van een Afrikaanse herfstmiddag scheen' door het dak van een grote tent in het centrum van het leger van 't zuiden. In die tent stond een dicht opeengepakte massa mannen, die allen de uniform van Frankrijk droegen. Die mannen bevonden zich in een gerechtshof en dit gerechtshof was de krijgsraad van nun eigen kamp. De beschuldigde stond terecht voor de zwaarste misdaad, die een soldaat kan begaan, doch als al die krijgers de ogen opsloegen naar de plaats, waar de misdadiger door de wacht omgeven stond, dan vergaten ze die misdaad tegen zijn chef en herinner- minste het gemeentebestuur zich op het enig juiste standpunt stelt, dat iemand die een herbouwplicht heeft gekocht ten aanzien van het bouwvolume in principe dezelfde rechten heeft als hij, die op grond van de particuliere financieringsregeling een huis wil laten bouwen. Hoe dit zij, men meent dus in bepaalde gevallen ook in dit opzicht door het kopen van een herbouwplicht een zekere voorrang te kunnen ver werven. Is het nu - in het algemeen ge sproken - óók voor de oorlogsslacht offers voordelig om hun herbouwplicht te verkopen? Wij kunnen geen voor delen zien. De grootboekinschrijving behoudt haar waarde en geeft nog altijd 4% rente per jaar. In het Wets ontwerp op de Materiële Oorlogsschade is voor een bepaalde categorie getrof fenen een vergoeding naar vervangings waarde voorzien. Zij, die intussen hun Grootboekinschrijving hebben verkocht kunnen op die voordelige vergoeding geen aanspraak maken. In dit opzicht kan de overdracht van herbouwplicht voor de getroffenen dus zelfs een strop zijn; natuurlijk blijft de mogelijkheid bestaan dat een getroffene in het be zit van een herbouwplicht om contanten verlegen is. Voor hem is het jammer, dat hij niet meer diret zijn Rijksbij drage kan verzilveren. Voor hem is het wellicht een pleister op de wonde te vernemen, dat het wetsontwerp op de Materiële Oorlogsschade doet ver wachten, dat de vervreemding van de rijksbijdragen straks veel gemakkelijker zal worden. Weliswaar zullen de ge troffenen, blijkens de bepalingen van dit wetsontwerp genoegen moeten nemen met betaling in z.g.n. opbouw- obligaties, maar deze obligaties zullen vrij verhandelbaar zijn. Zij moeten door de uiteindelijke bezitter in de herbouw worden belegd, waardoor deze middelen tenslotte toch ten be hoeve van onroerende goederen zijn gereserveerd. Er is met deze kwestie nog een be lang, speciaal voor de geteisterde ge bieden, gemoeid. Zo enigszins mogelijk dient de herbouw in de getroffen ste den en dorpen plaats te vinden. Komen veel herbouwplichten in vreemde han den, die hun verworven plicht buiten de getroffen streken gaan vervullen, dan betekent dit een groot verlies voor de gebieden, die door de oorlog toch reeds zo zwaar hebben geleden. Geldt dit al voor de herbouw van woningen het is van nog groter belang voor de herbouw van bedrijven. Vandaar dan ook, dat een van de nieuwe bepalingen overdracht van herbouwplicht voor be drijfsgebouwen slechts toestaat, wanneer de herbouw van het desbetreffende den zich alleen Zaraila. Bij de gedachte, dat de dood van de oproermaker het enige antwoord zou wezen, dat Frankrijk aan de red der van zijn eer gaf, schoten de tra nen hun bijna in de ogen. Voor de krijgsraad bewaarde Cecil het stilzwijgen. Toen hem de acte van beschuldiging werd voorgelezen, had hij ontwaard dat zijn kolonel de naam, die hij gewaagd had te bezoedelen, niet met de aanklacht had durven ver binden. Cecil's bitterste angst was nu voorbij. Hij was gerust. Het overige was hem onverschillig. Minder ingewikkeld, meer in allen dele tot verdediging ongeschikt, kon een proces niet zijn. De soldaten van de wacht getuigden van de heftigheid en de woede, waarmede de aanval had plaats gehad. Op de vraag of hij ook enige grond voor die daad kon aangeven verklaarde Chateauroy, dat korporaal Victor vol gens zijn gevoelen steeds een slechte en muitzieke geest in de escadrons had trachten te brengen en het die dag waarschijnlijk aan hem had toegeschre- bedrijf metterdaad -plaats vindt in een gemeente, waarvoor een herbouwplan is of zal worden vastgesteld. Een ge meente dus, waar oorlogsschade van betekenis is geleden. Bovendien zal bij overdracht van herbouwplicht voor bedrijven eerst advies worden gevraagd aan het Bestuur der Gemeente, waar het verwoeste pand was gevestigd. Het is echter goed, dat de belang hebbenden weten waarom en met welk doel deze nieuwe bepalingen zijn uitge vaardigd. Heus niet met de bedoeling om de getroffenen te plagen, zoals iemand in een bui van boosheid en wanbegrip wilde beweren. Wij zou den willen zeggen integendeel Eerder om de belangen van de ge troffenen zelf, van de eigenlijke weder opbouw en van de geteisterde gebieden te dienen. Er was eens een jongeman, die aan boord van een troepentransportschip, dat hem naar Indonesië voerde, een brief schreef aan zijn familie in het Vaderland. Wat hij schreef, was ech ter geen brief maar een wild-west roman. Hij schreef over gierende republi keinse vliegtuigen in de Golf van Aden (sic!); over het hevige afweer- vuur van de begeleidende oorlogs schepen (sic-sic) en over de kogels die hun langs de oren floten. Fantasie pure fantasie!!!!! Over deze fantasie - die zich ook in Indonesië vaak laat gelden - schreef een medewerker van de Dienst Wel- zijnsverzorging dit artikel, dat wij hier plaatsen. Het begon met een balorige stem ming, al die narigheid, die de soldaat J. uit Palembang zich op de hals haalde. Hij schreef een brief naar huis, waarin hij vertelde, dat hij en zijn kameraden op een voorpost zaten en „vergeten leefden", dat er niets te be merken was van de NIWIN en dat ze zich uit verveling onder de tafel dron ken met spiritus Dergelijk geschrijf is in onze ogen belachelijk. Op geen enkele voorpost zal een militair gelegenheid krijgen, zich onder de tafel te drinken met spiritus. Maar voor Holland ligt dit anders. Ouders zijn maar al te graag geneigd deze praatjes van hun zoon te geloven, omdat zij de toestand niet kennen. Dat'men enerzijds „dodelijk beangst", anderzijds meer dan veront waardigd brieven naar de NIWIN stuurt is begrijpelijk. Dat deze brieven onmiddellijk voor onderzoek naar het hoofdkantoor van ven, dat hij het kruis niet ontvangen had. Tegen die verklaring tekende de beschuldigde geen protest aan. Op de vragen van zijn verdediger gaf hij alleen ten antwoord, dat de feiten vol komen getrouw waren weergegeven en dat hij de reden voor zijn daad niet verkoos te zeggen. Toen de president hem vroeg wat zijn vaderland en wat zijn verleden was, weigerde hij antwoord te geven. Zo gaf hij ook op de vraag of de na men, waaronder hij te boek stond zijn eigene waren, ten antwoord, dat hét slechts zijn voornamen waren. Toen hem de reden werd gevraagd waarom hij tegenover zijn chef zulke ongepaste taal had gebezigd, zeide hij kortaf, dat die taal in de mond van een soldaat tegen zijn kolonel zeker gestrenge straf verdiende, maar dat ze onder de gegeven omstandigheden werd gerechtvaardigd, omdat hij tegenover zijn chef had gestaan als man tegen over man. - Tegelijkertijd maakte Ce cil de opmerking, dat het bij al de escadrons volkomen bekend was, hoe zijn chef zich tegenover hem altijd

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1949 | | pagina 1