Een ander geluid. TWEE SOUVEREINEN GEDIEND De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 5e Jaargang" Nummer 223 Vrijdag 22 APRIL 1949 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 N Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,— per kwartaalfranco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra y Van een lezer die het met de strek king van de artikelen „Onze jongens in Indonesië", verschenen in De Schakel van 18 en 25 Maart, klaarblijkelijk niet eens is, ontvingen we - met verzoek om opneming - het volgende schrijven Geachte heer L, Naar aanleiding van Uw artikelen onder de titel „Onze jongens in Indonesië", gaarne enige opmerkingen ie Wat U hebt beoogd te bereiken: de goede naam van onze jongens, van ons leger en ons volk tegen andere in, te verdedigen, is op zichzelf goed, maar door de wijze waarop U het doet, be reikt U het tegendeel. U werkt daar voor te sterk met het zwart-wit schema. De militairen wier ooggetuigen-versla gen en overpeinzingen werden gepubli ceerd in o.a. „Vrij Nederland" en „De Groene Amsterdammer", zijn leugenaars en niet minder zij die deze berichten ernstig nemen, zoals Dr. Dippel. Daar tegenover zullen onze jongens even onbesmet van misdadige practijken uit Indonesië terugkeren als ze er heen zijn gegaan. De tweede reden waarom Uw betoog de indruk maakt, op een nuchter mens althans, van onwaarschijnlijk te zijn is deze dat Uw patriotisme te ver gaat om nog ernstig genomen te wor den. Waarom zouden Jappen, Moffen, Russen en Britten (in de boerenoorlog!) wel, maar wij Nederlanders niet, zelfs niet in een noodsituatie, tot misdadig en onmenselijk gedoe in staat zijn? 2e. Dat de reserve-officier wiens brief door „de Groene" gepubliceerd werd in haar nummer van 26 Febr., onwaarheid zou spreken en Dr. Dippel die in zijn commentaar hierop zijn onverbiddelijke conclusies trekt, liegt, is een voorbarig oordeel, voortkomend uit oncritisch nationalisme. Het officiële onderzoek is immers nog gaande! In een eerste communique werd wel medegedeeld dat van de in genoemde en andere brieven vermelde feiten niets bekend was, maar overigens werden we gerustgesteld met de verzekering dat plegers van bedoelde wandaden zullen worden gestraft en reeds zijn ge straft. Vooral dit laatste doet een ge woon mens vermoeden dat „niets be kend" niet hetzelfde is als „niets ge beurd", ja ook dat het „niets bekend" de meer gebruikelijke officiële doofpot is. 3e. Ik wil en kan er met U niet over twisten of het er veel of weinig zijn, die de methode toepassenmet alle middelen gevangen Indonesiërs uit te horen en af te maken. En of die weinigen 't bekende uitvaagsel of Indo en Indonesische soldaten zijn in dienst van het K.N.I.L., die persoonlijk van FEUILLETON 136) door OUIDA. In de nabijheid van de plaats waar de tenten stonden, was een gedeelte van het terrein sterker verlicht dan de rest, zelfs sterk genoeg om de schild wacht te doen zien van waar Cecil kwam, maar toch niet sterk genoeg om zijn gelaatstrekken te kunnen onderscheiden. Op die terreinstrook bewoog hij zich. „Halt of ik geef vuur!" De schild wacht bracht het geweer aan de schou der en nam de naderende bedaard op de korrel. Nog altijd gaf Cecil geen antwoord. Hij had het contresein zo volslagen vergeten, alsof hij het nooit gehoord had. Daar kwam opeens een andere ge daante dan die van de schildwacht uit het duister te voorschijn en stelde zich tussen de soldaat en Cecil.'t Was Chateauroy op zijn ros, in zijn mantel gewikkeld en bezig de ronde door het Republikeinse zijde te lijden hebben gehad. Na Zuid-Celebes, Bondowoso, Pakisjadi en Peniwen (zie de Prov. Zeeuwse van deze en de vorige week,) manen tot voorzichtigheid en bezorgd heid. Ik vrees dat we des te minder van de waarheid in deze zullen verne men van officiële zijde, naarmate de brief van die officier meer waarheid bevat. Want terwille van onze goede naam moeten deze dingen zo min mogelijk in 't openbaar komen. Ook z.g.n. terwille van onze positie in Indonesië, terwille van onze jongens daar en vrouwen en meisjes hier, ter wille van ons internationaal prestige. Want dat deze dingen gebeuren kan niet meer ontkent worden. En ze zijn ook in de gegeven politieke en militaire situatie, onvermijdelijk, ook volgens die officier, maar h ij kon z ijn gewe ten niet tot zwijgen brengen. Dat Dr. Dippel die soldaten en officie ren slachtoffers noemt van een systeem, moet zo verstaan worden dat hij, als belijdend Christen weigert de tragiek het laatste woord te laten spreken, want dat is de taal van de duivel en de onmens, maar het laatste woord is aan het geweten, aan de schuld, de gehoorzaamheid of de ongehoorzaam heid aan Gods wil. Zoals tijdens de bezetting van ons land, in de hachelijke militaire situatie, iedere ondergrondse die de orde en de rust in het oog van de bezetter ver stoorde, een terrorist en extremist. Bestrijding van guerilla dwingt tot onmenselijke methoden, of het nu Duitsers of Nederlanders zijn. Het Nederlandse leger is geen misdadige organisatie als de S.S. Daarom weigerden die drie militairen bij Pakis jadi een misdadig bevel uit te voeren. Waarom zij echter in het gevang zit ten Daarom moet het geschonden en verontruste geweten gehoord en niet gehoond worden, wanneer er misdadige feiten aan het licht komen. Daarom moeten de feiten aan het licht en aan de kaak, terwille van de geestelijke gezondheid van onze jongens, ons volk en ons prestige in de wereld. Het is beter dat welke belangen ook worden ge schaad dan dat mensen schade lijden aan hun ziel en geweten. 3i-3-'49 Hoogachtend Oude haven 56 M. J. v. d. Ende Oostburg. Aantekeningen van de redacteur. In de eerste plaats moet ik de heer van den Ende mijn verontschuldigingen aanbieden voor de late opname van zijn artikel, hetgeen te wijten is aan het feit dat zijn brief, die mij wegens uitstedigheid moest worden nagezonden, eerst 12 April in mijn bezit kwam. cavaleriekamp te maken. In het weife lend licht ontmoetten de ogen der beide mannen elkander. Terstond had den zij elkaar herkend. ,,'t Is een van mijn manschappen. Ik zal zelf wel met hem afrekenen," zeide de kolonel achteloos tegen de schildwacht. De soldaat schouderde het geweer en hervatte zijn wandeling. „Waarom verkies je het contresein niet te geven, kerel?" „Ik heb niet horen aanroepen". „Wat was daarvan de reden?" Geen antwoord. „Waarom ben je niet bij je escadron?" Nog geen antwoord. „Kun je niet spreken, kerel? Dan zal de stok je dit weldra leren. Wat voer je hier uit?" Nog geen antwoord. Chateauroy bromde een vloek tus sen de tanden. Tegelijkertijd deed een gevoel van dierlijk genot zijn oog flik keren. Eindelijk had hij de man, die zolang buiten zijn bereik was geweest, zover gebracht, dat hij ongehoorzaam werd en in verzet kwam. „Wat voer je hier uit en waar kom Dat is in dit geval wel zeer ongeluk kig omdat mijn artikel „Nogmaals, onze jongens in Indonesië" - versche nen in De Schakel van 15 April j.l. - toen reeds gezet was. In dat laatste artikel is door mij nog al op felle wijze stelling genomen tegen verschil lende personen, die de laatste maan den hebben gemeend hun geweten te moeten ontlasten over het optreden van ons leger in Indonesië. Ik ken mijn geachten opponent, de heer van den F.nde, niet en ik weet niet wie en wat hij is, doch uit het slot van zijn brief zou ik menen te moeten opma ken, dat ook hij een verkondiger is van God's woord. Zou ik hem dan daardoor op één lijn moeten stellen met de door mij genoemde dominees in mijn artikel van de vorige week? Dat wil ik vooralsnog zeker niet doen en juist daarom wil ik nog even op dat artikel terugkomen. Mijnheer van den Ende het gaat er bij mij niet om mijn patriotisme zo danig op te voeren, dat ik het Neder landse volk beter zou achten dan welk ander volk ook ter wereld. Evenmin ben ik een absolute voorstander of aanhanger van de befaamde leuze der Engelsen, van het „right or wrong my country," doch wel van een andere - zeer goede - eigenschap van het En gelse volk en deze is, dat men zijn vuile was beter binnenshuis kan hou den. Ik wil daarmede dit zeggen, n.l. dat zelfs al waren de beweerde schand daden van ons leger in Indonesië juist - ik blijf die nog steeds ontkennen en zeker als systeem - dan nog moesten we die in de gegeven omstandigheden, tijdens een strijd om ons bestaan in de Veiligheidsraad, zeker niet aan de grote klok hangen. We zouden daarmee in elk geval moeten wachten todat die Veiligheidsraad de Indonesische kwestie heeft afgedaan. Wanneer we dat niet doen, dan spelen we in de kaart van onze tegenstanders als Rusland, India, Australië en daarmede is ook de Re- poebliek niet geholpen en jaagt men Nederland in het moeras. En dat kan toch zeker niet in de bedoeling liggen van een goed vaderlander. Ik wil er in dit verband vooral op wijzen, dat de schanddaden van onze jongens in Indonesië alleen worden uitgespon nen in de zeer progressieve bladen als De Waarheid, De Vlam etc.; de eigen lijk gezegde Christelijke periodieken hebben zich daaraan niet schuldig ge maakt. Met het geweld aandoen van het Christelijk geweten, met het schade berokkenen aan ziel en geweten, schijnt het derhalve in ons land nog niet zo'n vaart te lopen. En daarom juist is het zo te betreuren, dat aan de door mij bestreden actie, gevoerd door de ultra- je vandaan?" „Dit zeg ik niet". Het boosaardig gelaat boven Cecil werd doodsbleek van woede. „Ik kan je voor dit antwoord laten afranselen als een hond en ik zal dit ook laten doen. Maar eerst moet je even luisteren, mooie meneer! Waar je vandaan komt weet ik zo goed, alsof je 't mij zelf had gezegd. Je zwijgen kan de schande van je hoogadellijke maitres niet be dekken. Wel! Wel! Zo'n Faustina! Is die prinses dus alleen tegen haar ge lijken zo koel, om haar minnaars uit mijn schelmen te kunnen kiezen en in 't donker als een lichtekooi met hen te rinkelrooien?" Cecil's gelaat onderging een ontzet tende verandering. Met een lichte sprong stond hij opeens naast zijn chef, greep met de ene hand de manen van het paard en sloot Chateauroy's vuist als in een schroef. „Ge liegt! En ge weet, dat ge liegt! Laat de naam van die vrouw nog een maal over uw lippen komen en ge zult die hoon met uw leven betalen!" Tegelijkertijd trof Cecil's hand de mond progressieve groepen, wordt deelgeno men door dienaren van God's woord; die actie is niet in de eerste plaats een christelijke actie, doch vöör alles een politieke actie, gericht tegen onze hui dige Regering. Een actie van commu nisten en van mensen die zich van de P. v.d. A. willen afscheiden, omdat deze partij niet links genoeg is georiën teerd. Ik heb onlangs in den Haag een openbare vergadering van deze groep van ontevredenen bijgewoond, waarin als spreker o.a. optrad Jef Last, die de Partij v.d. Arbeid hekelde om haar optreden tegenover de Repoebliek en het publiek opwekte om zich van de P. v.d. A. af te wenden en een meer links georiënteerde groep op te zoeken. In die vergadering trad ook een do minee op, die onze Regering niet pro gressief genoeg vond en haar van alles en nog wat beschuldigde, voornamelijk ten aanzien van de politionele actie in Indië Deze sprekers bespotten de heren Drees, Stikker, Sassen, Meyerink, Schouten enz., die in de laatste tijd worden beschouwd als kenners van In donesië, omdat zij daar een paar we ken hadden rondgezworven. Inderdaad moet men deze heren deskundigheid omtrent Indonesië helaas ontzeggen; die doet men niet op in een kort tijds bestek, doch bedoelde sprekers eisten voor zich die deskundigheid blijkbaar wel op, alhoewel zij geen van alle ooit in Indonesië waren geweest! En dat soort mensen nu wil publieke voor lichting geven over Indonesië te pas en te onpas. Vooral te onpas en het is daartegen dat ik mij steeds zal ver zetten, vooral omdat het geschiedt voor eigen parochie, ten gerieve of in op dracht van Moskou en derhalve tegen het belang van Nederland. Nogmaals wil ik ook de heer Van den Ende er op wijzen, dat het optre den van ons leger in Indonesië niet gericht is tegen het volk van Indonesië, doch uitsluitend tegen benden van ex tremisten, van boeven dus, die door de Jappen uit de gevangenissen zijn los gelaten. Die boeven zaten daar voor moord, plundering, enz., de meesten voor lange jaren en na hun ontslag uit de gevangenis zijn deze kerels niet als behoorlijke mensen in de maatschappij teruggekeerd om voortaan te gaan werken wat ze vooral vroeger ook nooit hadden gedaan. Ze hadden vroe ger steeds geleefd van roof en moord en na de capitulatie door Japan kregen ze van de Jappen een geweer om hun vroeger bedrijf te kunnen voortzetten. Tegen dat tuig moeten onze jongens in Indonesië nog dagelijks de strijd voortzettenniet tegen het volk van Java of Sumatra, zelfs niet tegen aan hangers van de Repoebliek die zouden die Venetia belasterd had, met volle kracht. Uitgeput was dus eindelijk het ge duld, verdwenen de volharding, afge worpen het masker van bedaardheid, dat zelfs bij de grofste belediging Ce cil's gelaat bedekt had! Twaalf jaren was hij zich meester gebleven en had hij de schandelijkste behandeling en de gruwelijkste tirannie met blinde onder werping verdragen. Niet langer was hij nu de soldaat, die tot gehoorzaamheid verplicht en als zodanig gedwongen was zich te onderwerpen aan de schandelijke behandeling van zijn chef. Hij was thans de edelman, die op kwam voor de eer ener vrouw, de man, die wraak ham voor een smet, geworpen op de naam van haar die hij beminde. Chateauroy wrong de vuist los en rukte zijn pistool uit de holster. „Ge kunt me neerschieten - dit weet ik. Welnu, maak van dat voorrecht ge bruik. 't Zal het enige goeds zijn, dat ge mij ooit hebt aangedaan". Kalme verachting en een zwijgende uitdaging lagen in de blik, waarmede Cecil zijn

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1949 | | pagina 1