BRILLEN V. Sireekbelangen. TWEE SOUVEREINEN GEDIEND De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 5e Jaargang Nummer 221 Vrijdag 8 APRIL 1949 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR <S DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,— per kwartaalfranco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra (Slot.) De vorige 'week eindigde ik mijn artikel met de woorden „dank zij een Regering, die niet uit Zeeuwen bestaat". Deze stelling is natuurlijk onjuist, om dat aan een Regering die uit Zeeuwen zou bestaan dezelfde fouten zouden kleven als aan een Regering, waarin geen Zeeuwen aanwezig zijn. In het eerste geval zouden die fouten even voelbaar zijn in de buiten Zeeland ge legen gedeelten van Nederland als in het tweede geval voor Zeeland het geval is. Dat de Zeeuwen in onze Regering evenwel in een veel te geringe mate vertegenwoordigd zijn - één lid in de beide Kamers der Staten- Generaal - is een onbetwistbaar feit en dat daaraan valt toe te schrijven, dat onze provincie Zeeland bij de Regering niet die mate van belangstelling onder vindt als zij verdient, staat evenzeer als een paal boven water. Tussen twee haakjes, wanneer hebben we het laatst een uit Zeeland afkomstige Minister gehad? Zijn de Zeeuwen nu zo achter lijk geworden dat zij een dergelijk hoog ambt niet meer kunnen bekleden, of zijn ze door hun koppigheid politiek te weinig kneedbaar om zich in een Ministeriële plooibaarheid te kunnen schikken? Geen van beide is natuurlijk het geval; capaciteiten hebben som migen onzer voldoende en een politieke scholing eveneens. Maar waaraan hapert het dan wel? Ik heb wel eens gedacht dat de oorzaak van de slechte gang van zaken bij ons kiesstelsel te zoeken is, waardoor het contact tussen kiezer en gekozene, tussen het volk en zijn afge vaardigde is verbroken. Inderdaad be stond dat contact zeer zeker in een nog niet zo erg grijs verleden. Toen hadden we afgevaardigden van honderd kiesdistricten in de Tweede Kamer. Voor het Land van Cadzand herinner ikmij nog Mr. P. C. Hennequin en daarna G. A. Vorsterman van Oyen. Deze beide heren kwamen uit Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, zij woonden daar hun leven lang en natuurlijk had iedereen, die enigerlei verzoek had te richten tot te Regering of daar zijn belangen behartigd wenste te zien, een rechtstreeks contact met Mr. Hennequin of de heer Vorsterman van Oyen. De voorwaarden van een dergelijke ver tegenwoordiging springen direct in het oog en toch moest dat kiesstelsel wor den vervangen door een meer billijk systeem, het tegenwoordig geldende systeem van evenredige vertegen woordiging. De oude regeling gaf bij het allengs intensiever wordende poli tieke leven in Nederland uiteraard geen FEUILLETON 134) door OUIDA. Hij sprong op en keek haar aan en Venetia sloeg de ogen niet neder maar beantwoordde die blik op dezelfde wijze, als toen zij verklaard had aan zijn onschuld te geloven. „Als ik het mogelijk achtte, dat ge ooit iets om mij Zacht deed Venetia een stap achter uit. Nog was haar gelaat doodsbleek. In weerwil van haar pogingen om haar stem een rustige toon te geven, was die onvast. „Geloof mij, ik ben geen vrouw, die u terwilie van u zelf of van mij zal verzoeken aan de eer te kort te doen. We moesten dit onder werp thans laten rusten. Het baat im mers toch niet en het kan uw lijden slechts vermeerderen. Denk niet, dat ik zonder gevoel ben - dat ik geen sympathie - geen medelijden -" „Is dat liefde?" Venetia zweeg. In zeker opzicht OOSTBURG bevrediging meer. Bovengenoemde heren bijvoorbeeld waren liberaal of vrijzinnig democraat, met het gevolg dat de stemmen van de katholieken, anti-revolutionairen, socialisten en christe- lijk-historischen in Zeeuwsch-Vlaanderen zonder enig uitzicht op resultaat moes ten worden uitgebracht. Deze vier ge noemde groepen hadden in het Land van Cadzand niet de geringste kans om aan bod te komen, hetgeen dus in de praktijk hierop neerkwam, dat deze mensen van hun kiesrecht geen be hoorlijk gebruik konden maken. En zo was dat overal in Nederland, telkens voor verschillende groepen die niet tot de meerderheid in hun district konden komen. Gelukkig is aan die toestand een einde gemaakt door de invoering van het thans geldende kiesstelsel, het stelsel van evenredige vertegenwoor diging, waardoor in Nederland elke uitgebrachte stem zijn volle waarde heeft. Men stemt dus thans niet meer op een bepaalde persoon, doch op een bepaalde lijst; op een politieke groepering dan wel op een belangen-vertegen- woordiging, zoals de Middenstandspartij of de Plattelandersbond, de groep Weiter en dergelijke. De kiezer komt daardoor niet meer zoals voorheen in contact met de persoon van zijn voor keur; hij gaat over het algemeen naar de stembus en stemt daar op nummer éen van de p a r t ij waartoe hij be hoort of waarvoor hij de meeste sympathie koestert. De mensen die op de lijst voorkomen, waaraan hij zijn stem zal geven, zijn hem veelal geheel onbekend. Nu ja, van de lijstaanvoerder Schouten, Oud, Tilanus, Drees, Romme of Wagenaar heeft hij wel gehoord, hij heeft hen misschien wel eens op een openbare vergadering een propaganda- rede horen uitspreken, doch overigens zijn zelfs de lijstaanvoerders hem per soonlijk onbekend. Wat dan nog te zeggen van de mindere goden, die lager op die lijst staan genoteerd; op de volgorde op die lijst heeft hij ook overigens geen invloed gehad. Het volk van Nederland brengt zijn stem uit, is zelfs verplicht om naar de stem bus te gaan, doch over het algemeen kiest het zijn afgevaardigden, zonder enige bekendheid met hen. In de partij lig de almacht, de macht die bepaalt in welke volgorde haar mannetjes (en vrouwtjes) op het stembiljet komen en het partijlid bevestigt door het plaatsen van een rode stip op dat stembiljet, de kracht van de door het partijbe waren die gevoelens nader bij liefde dan enige aandoening, die zij nog ooit had gekend. „Als ge mij liefhad - o, mijn God! dat woord alleen door mijn mond ge sproken, klinkt u reeds als een be lediging in de oren, als ge mij lief had zoudt ge mij immers niet kunnen verzoeken om, rein van iedere mis daad, tot mijn dood toe een leven voort te slepen, zo hopeloos en ellen dig als het mijne, een leven zo bitter als de dood". „Waarom zegt ge dit? Ge spreekt wartaal. Een ogenblik geleden verzocht ge mij u niet in verzoeking te brengen. En nu ik u smeek aan de eer getrouw te blijven noemt ge mij wreed!" „Ik weet niet meer wat ik zeg. Vriendschap is wreedaardiger dan haat". „Wreedaardig?" „Ja, als men liefde zoekt, is ze het wreedaardigste; dan is ze gelijk aan de steen, die men de hongerige aan biedt in plaats van brood". „Lord Royallieu, dat ge op die wijze misbruik maakt van een onderhoud, dat ik gezocht, alleen om uwentwil ge stuur aangegeven volgorde. Vergeleken bij de vroegere verkiezingen zijn die onder het stelsel der evenredige ver tegenwoordiging geheel mechanisch en onpersoonlijk geworden en alleen daar aan is toe te schrijven, dat de per soonlijke verhouding tussen afgevaar digde en kiezer thans ook helemaal opgehqnden heeft te bestaan. Dit althans is als algemeen resultaat van de evenredige vertegenwoordiging te beschouwen, met hier en daar een uitzondering voor de enkeling, een vriend of bijzondere kennis van een of andere afgevaardigde. Ik meen hiervoren genoegzaam te hebben aangetoond, dat het vroegere kiesstelsel verwerpelijk genoeg was om dat niet opnieuw in te voeren, hoe zeer een ieder ervan overtuigd is, dat het huidige stelsel ook niet geheel tot voldoening stemmen kan. De vraag dringt zich derhalve op of, met behoud van het thans geldende systeem van evenredige vertegenwoordiging, op een of andere wijze verbetering in de thans bestaande toestand kan worden aange bracht. Immers het geheel teloorgaan van het contact tussen kiezer en afge vaardigde wordt algemeen als een minder gewenste toestand beschouwd. Om daaraan enigszins tegemoet te komen, wordt thans in grote steden overgegaan tot het in het leven roepen van zogenaamde wijkraden. Zelfs in een stad als Rotterdam bijvoorbeeld bestaat er tussen gemeenteraadslid en kiezer (de burgerij) reeds bijna geen contact meer en om dat te herstellen, sticht men daar wijkraden. Deze wijk raden, die dan een bepaald stadsge deelte officieus vertegenwoordigen, stel len zich voor de behartiging van de belangen van dat stadsgedeelte - die wijk - in contact met een of meer ge meenteraadsleden. Of dit stelsel ook voor het gehele land zou kunnen wor den doorgevoerd voor het te verkrij gen trapsgewijze contact met de Kamer leden waag ik niet zo voetstoots te beamen het ware te bevoegder plaatse evenwel te overwegen. Ik ben evenwel op de gedachte gekomen dat de be sturen van de verschillende politieke partijen ook op een andere wijze zou den kunnen tegemoetkomen aan de thans bestaande grieven tengevolge van verloren contact. Nemen we b.v. eens de grotere par tijen in Nederland, de K.V.P., P.v.d.A., A.R., C.H.U. en V.V.D., die elk meer dan tien vertegenwoordigers in de zocht heb, is uwer onwaardig. Ge grieft mij, ge kwetst mij. Ik weet niet wat ik op uw vragen moet antwoor den. Ge spreekt een zonderlinge taal". Zwijgend en roerloos stond Cecil voor haar. Zijn hoofd was op de borst gezonken. Hij wist, dat zij het recht had hem dit verwijt te doen. Zolang hij niet van smet gezuiverd tegenover haar en de gehele maatschappij stond, had hij het recht niet haar liefde af te dwingen, omdat zij medelijden met hem had. Toch legde hij zijn ganse ziel in de laatste bede, die zich met onweerstaanbaar geweld baan brak. „Vergiffenis! Om 's hemels wil, ver giffenis! Na hedenavond za! ik de blikken nimmer weer tot u opheffen!" „Ik schenk u vergiffenis," klonk het zacht. „Ge lijdt reeds zoveel, dat ik uw smart niet nodeloos wil doen toe nemen. Alleen spijt het mij, dat ge mij ooit hebt ontmoet. Dan zou deze laat ste, vreselijke smart u tenminste zijn bespaard!" Er volgde een langdurige stilte. Met het gelaat van hem afgewend, rustte Venetia in de kussens. Met gebogen Tweede Kamer hebben of kunnen krij gen. Wanneer deze partijen haar can- didatenlijsten samenstellen, houden zij uiteraard in de eerste plaats rekening met verschillende experts die zij voor haar politiek in de Tweede Kamer wensen te zien, zoals b.v. uitblinkers op staatkundig, financieel, technisch of landbouwkundig gebied en dergelijke. Naar mijn mening moesten deze partij besturen daarbij een stap verder gaan en op haar candidatenlijsten aan één vertegenwoordiger van elk der elf pro vinciën een zodanige plaats geven, dat zijn verkiezing als Kamerlid vaststaat. Voor de Katholieke Volkspartij met haar 32 leden en voor de Partij v.d. Arbeid met haar 25 vertegenwoordigers in de Tweede Kamer moet het toch niet moeilijk vallen, om daarvoor ook een vertegenwoordiger van Zeeland of een Zeeuw aan te wijzen. En evengoed zullen de A.R., de C.H.U. en de V.V.D. zulks kunnen doen; voor de C.H.U. is dat niet meer nodig, aangezien Zeeland daarin reeds vertegenwoordigd is door Baron van der Feltz. Belangenbehartiging wordt in vele kringen meer gewenst dan het behar tigen van bepaalde politieke doelstel lingen. Daarom is de Middenstand in Nederland verleden jaar met een eigen candidaat uitgekomen; daarmede heeft men geen succes behaald. Persoonlijk kan ik niet zeggen „helaas," omdat ik er van overtuigd ben, dat één verte genwoordiger van zo'n bond in de Tweede Kamer toch weinig of niets kan bereiken. Een lid van* de Tweede Ka mer behoeft geen kuddedier te zijn, be hoeft niet met een kudde op te trek ken, doch als solitair heeft hij toch geen kans om zonder steun van een of meer andere kudden iets te bereiken. En daarom is het beter dat hij als belan genvertegenwoordiger ook deel uit maakt van een of andere kudde. Wan neer de Middenstandsbond, om maar bij dit voorbeeld te blijven, een ver tegenwoordiging kan vinden in een der grotere partijen, dan zullen zijn belan gen in de Tweede Kamer niet door een solitair worden gesteund, doch door de ganse fractie waarvan die vertegen woordiger deel uitmaakt. Anders ge zegd, de Middenstand kan zich in de Staten-Generaal met kans op meer suc ces beter laten vertegenwoordigen door een tot de middenstand behorende af gevaardigde van de K.V.P., P.v.d.A. of een der andere grote partijen. Dit even over de z.gn. belangenpartijen of dwergpartijtjes, die in onze verpolitiekte samenleving op zichzelf staande, toch niets kunnen bereiken. Komen we dus nu weer terug op de wijze van samenstelling van de candi datenlijsten voor de grote partijen als de hierboven genoemde. Natuurlijk hoofd stond Cecil roerloos als een standbeeld in de schaduw. Luid en zwaar haalde hij adem. Hoewel het hem was verboden haar van liefde te spreken, trachtte de verzoeking zijn wilskracht hoe langer hoe meer te omstrikken. Hij behoefde slechts de man te verraden, die hij gezworen had te zullen beschermen en terstond zou zij weten, dat hij onschuldig was en zou zij aan zijn hartstochtelijke woor den een gewillig oor lenen. Geen Kaïn was hij geweest, want in de plaats van zijn broeder had hij geleden; wel was hij als een Kaïn gebrandmerkt en verplicht alleen in 't duister der woestijn rond te dolen. Zonder dat Cecil het bespeurde, sloeg Venetia hem minuten lang gade. Duizend verschillende aandoeningen vlogen daarbij over haar bleke trekken. „Een ogenblik! Ik geloof, dat ge mij niet hebt begrepen. Als ge denkt, dat ik onverschillig genoeg ben om u hier achter te laten en mij verder nooit meer om u te bekommeren, vergist ge u. Dat ik zo waarachtig aan uw onschuld geloof, alsof ge die door

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1949 | | pagina 1