Streekbelangen. TWEE SOUVEREINEN GEDIEND De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 5e Jaargang Nummer 220 Vrijdag 1 APRIL 1949 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR <S DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,per kwartaalfranco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra V Eensgezind kwam ons vaderland uit de oorlog, omdat voornamelijk in de bezettingsjaren Noord, Zuid, West en Oost elkaar hadden leren kennen. Men had gezamenlijk onder een ondragelijk juk geleefd en daardoor had men elkaar in de nood leren kennen en waarderen. 'Toen West nog onder de druk van de Gestapo zuchtte en Zuid reeds was bevrijd, dacht men in Zuid met weemoed aan de hongerende land genoten in West en onmiddellijk na de capitulatie in West door de Duitsers, werden vanuit Zuid langs alle mogelijke middelen van communicatie alle be schikbare voedingsmiddelen naar het van honger stervende West gezonden. Noord en Oost hadden voordien daarin reeds haar deel gehad en nog tijdens de bezetting zoveel mogelijk levens middelen naar het overbevolkte West gezonden, dan wel afgestaan aan hen die uit Amsterdam, den Haag, Rotter dam enz. naar Gelderland, Friesland enz. waren getogen om de zo hoog nodige tarwe, rogge en aardappelen te bemachtigen. Men hielp elkaar omdat men door de oorlog tot het juiste besef was gekomen, dat Limbur gers, Friezen, Zeeuwen, Hollanders enz. deel uitmaakten van één volk, het volk van Nederland. Men stelde zich voor ogen, dat deze eensgezindheid na de oorlog zou blijven bestaan en dat verdwenen zou zijn de verdeeld heid van het Nederlandse volk van voor de oorlog. Zelfs op politiek ter rein dacht men een eensgezindheid te hebben bereikt, waardoor een einde zou komen aan het onvruchtbare ge- i kwaak en gezwam in de vertegen woordigende lichamen, als daar zijn de gemeenteraden, provinciale staten en de beide Kamers der Staten-Generaal. De doorbraak op politiek terrein zou tot stand komen. Er zou komen eén grote partij, waarin voor een ieder die democratisch was aangelegd, plaats zou zijn, zelfs zonder aanziens des ge- loofs. Voor deze ene grote partij, voor deze democratische eenheid werd de naam gevonden van Partij van den Arbeid. Het was haast te mooi om waar te zijn en zo is het ook uitgekomen. Bij de eerste de beste verkiezing na de oorlog vloog men elkaar weer als van ouds in de haren iedere partij meende zichzelf de meeste waarde te kunnen toekennen en men vrijde weer, evenals vroeger, als om strijd om de klandizie van de kiezers. Bij de daarop volgende verkiezing werd dat alles nog wat uitgebreid of geconsolideerd en nu, vier jaar na de capitulatie van Duits land, zitten we in Nederland weer in FEUILLETON 133) door OUIDA. „Maar is 't, herhaal ik, niet mogelijk, dat gij het door u gevorderde bewijs van zelfverloochening overdrijft? Wie de misdaad pleegde, moet voor deze ook boeten. Uw gedrag is schoon en grootmoedig, maar evengoed kan het wezen dat ge zowel tegenover u zelf als tegenover de wereld een vals rechtsbeginsel toepast". „Dit is zo! 't Is een dwaasheid! Maar 't is nu eenmaal geschied - ge schied, jaren geleden - toen gij nog een kind waart en uw schuldeloos kinderoog mij medelijdend aankeek. Die dwaasheid thans door een laag heid trachten goed te maken is on doenlijk. Dring, om Godswil, niet lan ger bij mij aan. Help mij en sterk mij liever om mijn woord getrouw te blij ven. Verlang niet, dat ik kwaad be drijven zal om door mijn zonde het paradijs te kunnen binnengaan". hetzelfde verpolitiekte vaartuig als voor de oorlog en wordt dat vaartuig weer, precies als vroeger, door van links en van rechts komende golven en stromin gen heen en weer geworpen. Het is evenwel niet over dit politiek spel dat ik het in dit artikel wil hebben. Ik laat dat gaarne over aan mensen die meer zielsverwantschap met dé politiek hebben dan schrijver dezes, die dat abele spel twintig jaar lang aan de anderezijde van de aardbol heeft moeten gadeslaan en ondergaan. Er is momenteel evenwel in ons Nederland behalve een politieke veel vuldigheid een andere, ik zou willen zeggen een nog ernstigere controverse ontstaan en wel tussen West en de rest van Nederland, tussen Holland en de randprovincies. Onder West of Holland is dan hier te verstaan het gebied gevormd door de drie provincies Noord- en Zuid Holland en Utrecht en de randprovincies zijn de acht overige provincies, Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Lim burg, Noord-Brabant en Zeeland. Er leeft in elk van, deze randprovincies een idee, dat men daar ten achter ge steld wordt bij het Westen; dat de belangen van Holland door de Regering - dat zijn dus vooral de Eerste en de Tweede Kamer - beter worden be hartigd dan die van Friesland, Zeeland enz. en in de randgewesten is de be volking daarover bepaald ontevreden. Van Overheidswege is daarnaar een onderzoek ingesteld, in de Volkshoge school te Bakkeveen is daarover onlangs een congres gehouden en ook het weekblad De Haagsche Post beweegt zich reeds enkele maanden op dit terrein van onderzoek. De bekende schrijver A. den Hertog maakt van dit onderwerp een studie; hij bezoekt alle randgewesten langdurig genoeg om zich een gedegen oordeel te vormen en zijn bevindingen legt hij wekelijks vast in een omstandig artikel in de Haagse Post. Uit die artikelen heb ik onlangs in De Schakel een uittreksel gepubliceerd over de bevindingen van de heer den Hertog in Zeeuwsch- Vlaanderen en daaruit zal de aandach tige lezer wel dezelfde conclusie heb ben getrokken als ik, n.l. dat den Hertog zijn ogen en oren goed de kost heeft gegeven. Dat er een controverse bestaat tus sen Holland en de randgewesten staat voor mij onomstotelijk vast en dat de belangen van Holland door de beide Kamers der Staten-Generaal beter worden behartigd dan die van de rand gewesten, is naar mijn mening even min voor tegenspraak vatbaar. Waar is dat aan toe te schrijven? Ik wil dat hieronder nader trachten te verklaren Onder het uitstoten dier onsamen hangende woorden wierp Cecil zich naast Venetia neder en verborg het gelaat in de kussens, die hem eerst tot zetel hadden gediend doch thans door hem met de armen werden om klemd. Zo stijf zette hij de tanden in de tong, dat het bloed er uit liep. Onder het geweld ener ontroering, die sterker was dan zij nog ooit had gevoeld, staarde de prinses hem aan. 't Was de eerste maal, dat de storm wind die langs haar heen toog, haar uit haar kalme stemming rukte. De toekomst van die man had zij in han den. 't Was wel een vreselijke keuze. „Antwoord mij! Kies voor mij! Wees mijn wet!" zei Cecil hartstoch telijk. „Stil! Stil! Geen vrouw leeft er, die dit voor een man kan wezen!" „Wees gij het dan toch voor mij „Ik kan niet. Zoveel duisters, zoveel verborgens laat gij voor mij bestaan -" „Niets hebt ge meer nodig te weten om voor mij een keuze te doen, be halve die ene omstandigheid nog - dat ik u bemin en wil de lezers van De Schakel eerst een voorbeeld geven uit de werkelijk heid, een voorbeeld wat direct tot hen spreekt. Bij de behandeling van de verschil lende afdelingen van de Landsbegroting voor 1949 opent zich de beste ge legenheid voor een Kamerlid, om op te komen voor de belangen welke hem het meeste ter harte gaan. Behalve de algemene landsbelangen zijn 1 dat dik wijls ook bepaalde politieke belangen, doch ieder lid van de Tweede of Eerste Kamer moet ergens in zijn hart toch een speciaal plaatsje hebben voor de gemeente of voor de streek waaruit hij afkomstig is of waarin hij woonach tig is. Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan en waar een Kamerlid ook maar een mens is kan het niet anders dan, wanneer hij bijv. een Zeeuw is, dat hij dan ook voor Zeeland iets meer geïnteresseerd moet zijn dan voor een der andere provincies. Nu hebben we in de Tweede Kamer helaas maar één Zeeuw, n.l. Baron van der Feltz uit Middelburg, lid van de Christelijk Historische Unie. En het is bijna uitsluitend de heer Van der Feltz die in de Tweede Kamer gepleit heeft voor de belangen van Zeeland. Zeker er zijn nog een paar sprekers geweest die enige aandacht aan de problemen van Zeeland hebben gewijd, doch de heer Van der Feltz heeft zich op een bijzondere manier onderscheiden waar het de behartiging van de Zeeuwse belangen betrof, zowel bij het hoofd stuk Wederopbouw als bij Verkeer en Waterstaat enz. Hij was het die het op schitterende wijze heeft opge nomen voor de haven van Bresjes - hij zei Bresjes en niet Breskens - voor het bestendigen van de kosteloze veren, voor een bijzondere toewijzing van materialen voor een vluggere wederop bouw van Vlissingen, Breskens, Oost burg en andere Zeeuwse gemeenten. Hij sprak hier als Zeeuw en daarom vloeide ook het woord Bresjes uit zijn mond; hij probeerde de locale sfeer die hem te pakken had, ook over te brengen Op zijn mede-kamerleden, om hen daardoor nog meer te kunnen overtuigen van de belangen van Zee land, welke hij op waarlijk eminente wijze naar voren bracht en verdedigde. En hij kon dat doen, omdat hij Zeeuw is en de verschillende noden van Zee land persoonlijk ondervindt of aanvoelt. En dit laatste kan bij de overige Kamerleden onmogelijk het geval zijn, om de doodeenvoudige reden dat zij geen Zeeuw zijn. Zo is het met Zeeland gesteld en dat zal ook wel voor de overige rand gewesten het geval zijn. Wanneer dan, om op Zeeland terug te komen, on- Een rilling voer Venetia door de leden. „Maar zijt ge dan waanzinnig? Wat weet ge van mij?" „Genoeg om u mijn levenlang te beminnen en nimmer meer aan enige andere vrouw te denken. Ha, in uw oog was ik slechts een soldaat, maar in het mijne was ik uw gelijke! Gij vergat. Ik telde bij u niet! Gij daaren tegen waart zoveel voor mij. Van 't eerste ogenblik, dat uw stem mijn oor trof, beminde ik u. 't Is krankzinnigen werk! O ja, dit beken ik. In vroeger jaren zou ik hetzelfde hebben gezegd, 't Is krankzinnigenwerk! Toenmaals zou ik gezworen hebben, dat het dit was." Bij 't horen van die woorden werd Venetia ijskoud. Ook uit haar wang week het bloed. Ze werd zo bleek als Cecil zelf en opende de mond, alsof de adem haar stokte in de keel. Die hartstochtelijke taal deed haar van verrassing verstomd staan en schokte haar niet minder door haar wanhopige kracht. De waarheid in al haar groot heid klonk er doorheen, een waarheid, die haar boezem doorboorde. danks de warmste verdediging van Baron van der Feltz, de regering toch niet aan die Zeeuwse verlangens tege moet komt, dan is een grote teleur stelling bij de Zeeuwen daarvan het gevolg en moet de gedachte zich ont wikkelen, dat men bij andere provincies wordt ten achter gesteld. Voor een binnenhaven in Breskens of voor een onverwijld en afdoend herstel van de tegenwoordige havens te Breskens moeten geldmiddelen kunnen worden gevonden, voor een extra toewijzing van bouwmaterialen voor Vlissingen en voor West Zeeuwsch-Vlaanderen moet kunnen worden gezorgd en deze moeten de voorrang hebben boven een ontspanningsoord, Butlin-kamp, in Zand- voort of iets dergelijks. In Oostburg zou men nu eindelijk kunnen gaan bouwen omdat de bevoegde autoriteit na lang dralen het bouwplan heeft goedgekeurdde particulieren willen nu ook hun bedrijfspercelen aldaar wederom optrekken. Alles is er voor gereed, maar nu kunnen ze niet vol doende bouwmaterialen krijgen en zo zijn die neringdoenden thans nog even ver als vier jaar geleden, dank zij een regering, die niet uit Zeeuwen bestaat. (Wordt vervolgd) L. FILMNIEUWS George Formby heeft maar één grote wens, n.l. deel te mogen uitmaken van de Britse luchtmacht. Hij benijdt Bob, de verloofde van zijn zuster Anne, die er, in tegenstelling met George, heel gemakkelijk in geslaagd is, aangesteld te worden als ordonnans bij de Royal Air Force. George trekt op zekeren dag het uniform aan van zijn vriend die met vacantie is. In een van zijn zakken vindt hij een brief, bestemd voor Sir Philip, een der hoge heren van het .luchtvaart-ministerie. George gaat de brief bezorgen en komt hier mede in een benarde positie, daar hij aangezien wordt voor zijn vriend. Van het een komt het ander, zonder dat George er iets aan doen kan. Een film die zeker nog eens gezien mag worden om zijn kostelijke inhoud. Gedeputeerde Staten hebben kennis genomen van enkele berichten, betrek king hebbende op hunne plannen tot wijziging van gemeentegrenzen en samenvoeging* van gemeenten. Het college betreurt het verschijnen van deze publicaties, in de eerste plaats, omdat de gegevens, die daaraan ten grondslag liggen, slechts langs slinkse wegen en in elk geval geheel buiten Liefde voor Cecil gevoelde zij nog niet, dit dacht zij ten minste. Zij was zeer trots en bood aan dergelijke hartstochten weerstand, maar in dit uur vloog de gedachte, dat zulk een liefde denkbaar was, haar door de geest. Zwijgend hoorde zij Cecil aan en lang nadat hij had uitgesproken, bewaarde zij nog het stilzwijgen. „Diepe smart en grote verrassing veroorzaakt ge mij," fluisterde ze. „Ik kan alleen aannemen, dat uw liefde zo plotseling is ontstaan, dat zij even snel zal verdwijnen". „Gelooft ge, dat ge mij onder geen enkele omstandigheid - zelfs niet als ik kwam in 't bezit van mijn erfdeel - ooit enige hoop op uw liefde zult kun nen schenken?', „Dit zeg ik niet. Ik kan niet -" Fluisterend kwam dat antwoord over haar lippen. Te oprecht was zij om voor Cecil te verbergen wat als een onbestemd beeld voor haar geestesoog oprees - de mogelijkheid namelijk, dat zij, meer in zijn nabijheid verkerend en onder gewijzigde omstandigheden, een inniger gevoel dan vriendschap

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1949 | | pagina 1