Nut en Genoegen.
f
TWEE SOUVEREINEN GEDIEND
De schakel
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
5e Jaargang Nummer 214
VRIJDAG 18 FEBR. 1949
Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Qiro 358296
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,— per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
7 cent per m.m.
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
V
Enkele maanden terug werd mij
namens het comité, dat zich had belast
met het inrichten van een bazar ten
behoeve van het herstel van het interieur
van de Hervormde Kerk te Nieuwvliet,
het verzoek gedaan om door middel
van een artikel in „De Schakel" de
animo van het publiek voor die bazar
op te wekken. Daaraan werd door mij
met het oog op het goede doel gaarne
en natuurlijk geheel belangeloos voldaan
en de uitgevers van dit blad waren zo
welwillend, om aan het artikel „Het
kerkje van Nieuwvliet" opname te ver
lenen. Het daverend succes van die
bazar, die het ongekend bedrag van
ruim vijfduizend gulden heeft opge
bracht - 5000 gulden in een plaatsje
van 500 inwoners - is voor een deel
toe te schrijven aan bovenbedoeld
artikel, want tal van lezers, vooral zij
die niet in Nieuwvliet wonen, hebben
mijn bedoelingen volledig begrepen,
naar zij mij mededeelden en mijn voor
beeld volgend, ook rijkelijk hun bijdrage
geleverd voor het herstel van ons oude
kerkje. Ik kon op die bazar zelve niet
aanwezig zijn en heb daarom een voor
mijn doen behoorlijke bijdrage per
postwissel gezonden. Enig bericht van
ontvangst van dat bedrag heb ik even
wel nimmer ontvangen, maar ik wil
toch aannemen dat dat geld zijn juiste
bestemming wel gevonden zal hebben.
Enig teken van waardering voor mijn
artikel heb ik ook nimmer van of na
mens dat comifé ontvangen. Ik wil er
direct op wijzen, dat ik daarop ook
geen aanspraakwens te maken en "dat
ik bedoelde propaganda met genoegen
heb gemaakt, omdat ik gaarne aan het
herstel van ons oude kerkje wenste
mede te werkendat herstel ligt mij
nader aan het hart dan het ganse bazar-
comite. Maar dat dit comité niet eens
de beleefdheid heeft gehad, om monde
ling of schriftelijk de uitgevers van
„De Schakel" dank te zeggen voor de
in hun blad genoten gastvrijheid - ge
heel kosteloos natuurlijk - dat vind ik
op zijn zachtst uitgedrukt bepaald
onwellevend. Even onwellevend als het
was om ter gelegenheid van de opening
van de bazar de burgemeester niet uit
te nodigen. Maar nu genoeg over al
die verzuimen en tekortkomingen;
hoofdzaak is dat het interieur van de
Hervormde Kerk te Nieuwvliet weder
om in een behoorlijke staat is kunnen
worden gebracht en dat de lidmaten
van die kerk hun kerkdiensten weder
om in een eigen en waardige omgeving
kunnen houden. En daarom alleen was
het te doen en daaraan hebben mede
gewerkt talloze ingezetènen van Nieuw-
FEUSLLETQN
128) door OUIDA
„Begrijp je niet, dat ik je hier even
gemakkelijk de nek kan omdraaien als
een der goudvleugelige weduwalen,
die van morgen boven je hoofd vlo
gen en meer recht op bestaan hebben
dan jij? Ik zeg je nog eens, dat ik
Bedouïnen, grote ijzingwekkende, grim
mige kerels heb gebood en dat ik ze
onder mijn vuur in 't stof heb doen
bijten. En zou je nu denken dat, als
ik zo'n opgedirkte, nutteloze, vergif
tigde, beschilderde plant als jij wilde
van kant maken, zo'n plant, die voor
ieder tochtje wordt beschut en die
denkt, dat de wereld alleen gemaakt
is om haar tot voetbank te dienen, me
dit enige moeite zou kosten?"
Zonder een ogenblik pauze stroom
de die vloed van woorden van haar
lippen. Gloeiende hartstocht straalde
er in door. Haar oog fonkelde van
moordlust en met één sprong stond
vliet en omgeving en tal van oud
inwoners dier gemeente, die niet tot
trouwe kerkbezoekers kunnen worden
gerekend. Zij deden dat dus niet voor
zichzelf, maar voor anderen die wel
bepaaldelijk behoefte gevoelen aan het
voldoen van hun kerkelijke plichten.
Ik zeg dat met een bepaalde bedoeling
en wel deze, n.l. dat deze laatste
categorie ook en even diep in de zak
zal tasten wanneer er in Nieuwvliet
een bazar wordt gehouden voor een
ander doel, al is dat dan niet direct
het hunne. Ik bedoel hiermede te zeg
gen, dat ik hoop dat de kerkgezinde
inwoners van Nieuwvliet ook spontaan
hun bijdrage zullen leveren aan het
herstel van een niet-kerkelijke instelling,
n.l. aan het herstel van de plaatselijke
muziekvereniging Nut en Genoegen,
waarvoor dit jaar een bazar zal wor
den gehouden en waarvan de voorbe
reidingen thans reeds in vollen gang
zijn.
Ik wil eerst even opmerken, dat ik
van of namens het comité dat zich
met het inrichten van die bazar heeft
belast, geen verzoek heb gekregen om
propaganda te maken voor het door
haar beoogde doel. Ik doe dat gaarne
ongevraagd en ik ben er van overtuigd,
dat de uitgevers van „De Schakel"
mij daarvoor wel ruimte in hun blad
zullen willen afstaan. Even goed ben
ik er van overtuigd dat de voorzitster
van het bazar-comité niet zal nalaten
de uitgevers van dit blad te zijner tijd
haar dank te betuigen voor de ver
leende medewerking; wat voor Groede
is gedaan zal voor Nieuwvliet zeker
niet worden nagelaten!
En nu een stukje geschiedenis. Het
is een kleine honderd jaar geleden dat
in Nieuwliet werd opgericht een
symphonie-gezelschap onder de naam
Óns Genoegen. Het was aanvankelijk
in hoofdzaak een familie-gezelschap;
dat wil zeggen, de medewerkers moesten
elkaar allemaal vader, oom of neef
noemen. Zij heetten Luteijn, de Bruyne,
de Hullu, Kotvis of Risseeuw en ze
waren inderdaad allen vrij na aan
elkaar verwant. Dat Ons Genoegen
heeft zich kunnen ontwikkelen tot een
werkelijk goed orkest van dilletanten
en het was een genoegen om haar
concerten te beluisteren. Het scheen
een even groot genoegen te zijn voor
de werkende leden om de repetitie
avonden op Vrijdag bij te wonen. Als
kind, van mijn achtste jaar af, heb ik
die avonden meegemaakt en met een
bijzonder genoegen denk ik nog aan
die avonden terug. Er werd geoefend,
gerepeteerd maar er werd ook daverend
gelachen, want zelden heb ik zulk een
verzameling humoristen en droogko
mieken bij elkaar gezien als daar. De
Cigarette met het pistool half uit de
koppel naast haar gehate mededingster.
Zij verwachtte niet anders, dan dat
deze terugdeinsen en die dreigende
woorden verstomd van ontzetting aan
horen zou.
Doch zij vergiste zich. Venetia ont
roerde nooit en gaf evenmin ooit door
een enkel gebaar haar verbazing te
kennen. Wel greep zij het wapen bij
de tromp en vestigde de blik vol min
achtende afkeuring, doch ook niet zon
der een zweem van medelijden op de
bloeddorstige ogen, die haar be
dreigden.
„Kind, ben je dwaas?" vroeg zij
ernstig. „Een dapper hart is wars van
moord, gij daarentegen schijnt die te
huldigen. Bestaat er enige reden waar
om je mij niet lijden moogt, zeg me
die dan. Als die bedreigingen niet in
ernst gemeend zijn, vind ik ze bespot
telijk en is dit wel het geval, af
schuwelijk".
Die bedaarde, ernstige woorden
deden de hartstocht in Cigarette met
onweerstaanbare macht bedaren. On
der die blik stierf de bloeddorst in
winterconcerten werden druk bezocht
en de zaal van de Stadsherberg was
dan dikwijls te klein. Ook bezoekers
van buiten de gemeente waren steeds
aanwezig; de twee voorste rijen in de
zaal waren gereserveerd voor „de adel"
uit de Groe, zoals de notaris met
familie, het hoofd van de school met
gezin, de gemeentesecretaris enz. En
na afloop bal, tot een uur of vijf des
morgens. De dansmuziek werd ge
speeld door René Bogaerdt, een man
die vreselijk lelijke gezichten trok, doch
tegelijkertijd een wonder-muziek uit
zijn harmonica trok; beslist een van
de grootste accordeonnisten van Europa.
Waar is die tijd gebleven! Nog alles
zie ik zo voor me alsof het eerst
kort geleden plaats vond. Ook die
repetitie-avonden. De dirigent was een
liefhebber van een pruimpje en wan
neer nu een of andere muzikant zich
vergiste dan verhuisde het pruimpje
naar de andere kant van zijn mond
en werd de bewuste passage door hem
voorgezongen als volgtPom pom
pompom pom enz. De zwakke elemen
ten zaten in het koperen blaaswerk,
vooral de trombone liet dikwijls een
verkeerde toon horen. Twee van die
trombone-blazers zijn thans nog in
leven en één er van werd zelfs in de
afgelopen oorlog verheven tot lucht
alarm-blazer. De goeie man was er gek
op om met zijn instrument door de
dorpsstraat te lopen om den volke
kennis te geven van het naderend
luchtgevaar. Ik geloof niet dat aan die
betrekking pensioen verbonden was,
maar de goeie kerel zou het zeker
verdiend hebben. Zo herinner ik me
ook nog een ander onmisbaar mede
werker van dat gezelschap, zo'n
muzikaal all-round man, die van klarinet
via piston en trombone, wegens ge
brek aan tanden verhuisde naar de
strijkers en aan wie als laatste instru
ment de onmisbare bas in handen viel.
Nu is het beroerde dat iedere fout
van de bassist steeds hoorbaar is en
om dat nu wat te verdoezelen, werd
op een concert de strijkstok van deze
bassist wat slapper gesteld. Hij werd
dus onhoorbaar, maakte alleen maar
de mimiek van een bas-artist. Zo zou
ik kunnen voortgaan met het opdiepen
van mijn herinneringen, doch ik zal
het hierbij laten en volstaan met te
vertellen dat het symphoniegezelschap
de weg is gegaan van alle aardse
dingen en wegens gebrek aan opkomende
krachten een natuurlijke dood is ge
storven, op ongeveer tachtigjarige leef
tijd.
Inmiddels had zich omstreeks 1924
het verlangen gemanifesteerd naar een
fanfarecorps, zoals ook de overige ge
meenten in het Land van Cadzand er
haar oog weg en sloeg het meisje de
wimpers neder. De blos verdween
van haar wang. Voor 't eerst van haar
leven was zij vernederd, overwonnen,
door ontzetting bevangen.
Met een gevoel van schaamte was
zij zich thans bewust, dat zij die vrouw
haatte, omdat Cecil haar liefhad en
voordat zij tot deze bekentenis kwam
zou zij liever duizend doden zijn ge
storven.
Zij liet Venetia het pistool behouden
en stond besluiteloos en beschaamd
te kijken. Haar anders zo rad tongetje
was als met stomheid geslagen. Haar
plan om haar tegenpartij door allerlei
schandelijke, liederlijke taal te wonden
en te kwetsen, bleek onuitvoerbaar
geworden. Op dat ogenblik haatte zij
zich zelve meer dan haar mede
dingster.
Venetia legde het pistool weg, nam
weer plaats op de kussens en keek
haar tegenpartij nogmaals aan met een
lange, rustige blik.
„Waarom hebt ge u tot hier ge
waagd? En waarom zijt ge zo vijandig
jegens een dame, die ge van morgen
een hadden. Dit verlangen werd door
de toenmalige onderwijzer van Nieuwen-
huyzen en door haar die thans als
vice-voorzitster van het bazar-comité
optreedt omgezet in daden en weldra,
ik meen in 1925, werd het thans
bloeiende fanfarecorps Nut en Genoegen
in Nieuwvliet geboren. Ik heb dit
kleine corps het eerst gehoord in 1930
en stond er toen verbaasd van, dat
deze jonge mensen in een betrekkelijk
korten tijd al aardig hadden leren
blazen. Intussen zijn ze daarin steeds
vooruitgegaan en toen ik hen in 1946
wederom hoorde kon ik niet anders
zeggen, dan dat ze een fanfarecorps
vormen dat er zijn mag, vooral in
aanmerking nemende dat ze zo'n
kleine gemeente vertegenwoordigen.
Het gelukt hen om op verschillende
muziekconcoursen inhunklassebehoorlijk
voor de dag te komen en een prijs in
de wacht te slepen. Dat er animo ge
noeg is bewijst het feit, dat niet min
der dan zes muzikanten van Nut en
Genoegen op het onlangs te Oostburg
gehouden solisten-concours een eersten
prijs hebben behaald in onderscheiden
klassen. Kortom dit muziekgezelschap
bloeit en het wordt gedragen door de
wil van alle medewerkenden en de
ijver van zijn dirigent, om tot nog
grotere bloei te komen. De wil is er
en het enige wat nu mankeert is het
bezit van de nodige goede instru
menten. Verschillende instrumenten zijn
versleten of hebben zodanig van het
bombardement geleden, dat vernieuwing
er van noodzakelijk is. En daarvoor is
geld nodig, meer dan de drie en dertig
cent die op ultimo 1948 nog in kas
waren. Om nu het aanschaffen van
nieuwe instrumenten mogelijk te maken,
wordt een beroep gedaan op de ge
meenschapszin van de bewoners en de
oud-ingezetenen van Sinte Pier en
omgeving. Moge dat beroep rijkelijk
worden gehonoreerd, ook door hen op
wie ik in de aanhef van dit artikel
doelde, n.l. zij die meer behoefte heb
ben aan het vervullen van hun kerkelijke
plichten dan aan het bijwonen van een
concert.
Immers dit muziekgezelschap speelt
ook voor U, is het niet op een con
cert dan is het toch bij officiële plech
tigheden en gewichtige gebeurtenissen
als daar zijn de inwijding van de tram,
de installatie van de burgemeester, een
gouden bruiloft of een of andere her
denking. Persoonlijk denk ik thans nog
aan 4 Mei 1946. - 4 Mei is immers
de officiële rouwdag voor de in de oor
log gevallenen. 4 Mei 1946 woonde ik
deze eenvoudige plechtigheid bij op de
begraafplaats te Nieuwvliet, waar bloe
men werden gelegd bij de graven van
de aldaar ter ruste gelegde Franse
voor 't eerst van uw leven zag?"
Hoewel een tergend gevoel van
grenzeloze minderheid zich van haar
had meester gemaakt, hoewel ze haar
kruis had willen geven, als ze nooit
een voet in die tent had gezet, werd
Cigarette's drift opnieuw opgewekt.
De enige afwijking van de waarheid,
die zij zich ooit veroorloven zou, was
oorzaak, dat een vuurrode blos haar
gelaat overtoog, toen zij antwoordde:
„O, wacht even! Ik haat je om alles,
om je kaste, om je natie, om je
mooie, fijne manieren, om je aristocra
tische onbeschaamdheid, om de wijze
waarop je onze soldaten als bedelaars
behandeld - en eindelijk, omdat je
behoort tot de wezens, welke niet
meer recht van bestaan hebben dan
de kapel, die in 't zonlicht rondflad
dert, terwijl je niettemin het volk uit
zijn rechtmatig verkregen eigendom
verstoot".
De glimlach vol verbazing, waar
mede de prinses had geluisterd, sloeg
Cigarette geducht uit het veld.
(Wordt vervolgd).