BRILLEN TWEE SOUVEREINEN GEDIEND 2&rülemaefcei" De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 5e Jaargang Nummer 209 VRIJDAG 14 JAN. 1949 Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,— per kwartaalfranco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra Tot voor kort was het woord Indonesië een vrijwel onbekende klank in de wereld van kranten-lezende men sen, doch dank zij de bemoeizucht van de Veiligheidsraad - het college dat zich met de behandeling van 's werelds vuiltjes onledig houdt - is de naam van het schoonste en gelukkigste land ter wereld, toen dat nog Nederlands Oost-Indië mocht worden genoemd, wijd en zijd bekend geworden. Zelfs de hoofdzakelijk advertenties lezende doorsnee-Amerikaan ziet het woord Indonesië dagelijks in centimeters-hoge en dikke letters in zijn dagblad ver schijnen, terwijl de analphabeet in Columbia (een Zuid Amerikaanse staat) zich van blijdschap op de borst ramt, omdat hij door de radio heeft verno men hoe de afgevaardigde van zijn land die smerige Nederlanders, die zo maar het bloed willen drinken van de arme bewoners van de republiek Indonesië, in de Veiligheidsraad eens fijn te K heeft gezet. Om nog niet eens te spreken van de inwoners van het land Syrië (ergens in de buurt van Klein-Azië), die van blijdschap een extra geit hebben opgegeten, omdat hun afgevaardigde in diezelfde Veilig heidsraad voor het Amerikaanse voor stel heeft gestemd. Gelukkig heeft onze Regering voet bij stuk gehouden en de uitspraak van de Veiligheidsraad zo wat naast zich neergelegd. En ge lukkig is onze Regering doorgegaan op de ingeslagen, goede weg om zelf dat Indonesische varkentje eens goed te wassen. Waar tegenwoordig in Neder land gelukkig een ieder belang stelt in de gang van zaken in ons voormalig Nederlands-Indië komt het mij zeer gewenst voor, dat de lezers van De Schakel ook kennis kunnen nemen van de inzichten ter zake van de meest deskundige autoriteit op dit terrein, de heer H. J. van Mook, die onder de titel „Indonesië en het buitenland" in de Nieuwe Rotterdamse Courant van Vrijdag 31 December 1948 het vol gende schrijft: Het placht vroeger een gemeen plaats te zijn, wanneer men zeide, dat wie zich niet met de politieke bemoeide, vrij spoedig zou ondervinden, dat de politiek zich met hem bezig hield. Het zal weldra een even grote gemeen plaats zijn, als men opmerkt, dat lan den, die zich van het buitenland niets aantrekken, ondervinden zullen, dat het buitenland zich met hen wel inlaat. Het Indonesische vraagstuk heeft van het begin af grote buitenlandse belangstelling getrokken, omdat reeds dadelijk na de capitulatie van Japan daar een nieuwe republiek verscheen, FEUILLETON 123) door OUIDA „Naar ik hoor moet hij een kranig soldaat zijn; maar volgens het oordeel van de markies is hij tevens een scha vuit van belang en is Afrika bij slot van rekening nog de geschikste plaats voor hem". Venetia knikte even. „In het kamp heb ik met een aller liefst schepseltje, een kleine amazone, kennis gemaakt. Cigarettte noemen ze haar. Die is, geloof ik, dodelijk van hem. Wat ik vragen wilde: Is Berkeley weg?" „Ja, gisteren vertrokken". „Waarom? Waar naar toe?" „'t Was mij te onverschillig om er naar te vragen". „Nu ja, jij hebt hem nooit mogen lijden. Hoe dwaas, zo zonder reden afscheid te nemen en heen te gaan!" „Gegronde redenen heeft hij zeker daarvoor gehad". Venetia stond op, OOSTBURG omdat het land strategisch en econo misch belangrijk is en omdat laten wij het eerlijk bekennen men ons niet in staat achtte het uit eigen kracht op te lossen. Bovendien bleek een langdurige, geallieerde bezetting nood zakelijk, alvorens dat vraagstuk althans formeel weer geheel een zaak van het Koninkrijk werd. Soms berustte deze bemoeienis op sentiment, vooral op het algemene nationalistische sentiment in Azië en het Midden-Oosten; in andere gevallen speelden daar doorheen de bijzondere belangen, die bepaalde lan den bij de rust, de productie, of de politieke en militaire verhoudingen in het Verre Oosten hadden of meenden te hebben; en bovendien werd ook Indonesië een object voor de tegen stelling, die zich tussen de democra tische en de communistische wereld heeft ontwikkeld. Ook zonder een Veiligheidsraad zou den wij tegenover deze buitenlandse invloeden hebben gestaan en daar mede rekening hebben moeten houden. De Veiligheidsraad echter brengt ze bijeen in een internationale organisatie, die debatteren en besluiten nemen kan. Nu is daarbij natuurlijk het vraag stuk van de wettelijke bevoegdheid niet onbelangrijk; een internationale organisatie, welke in een zo wankel beginstadium die bevoegdheden reeds gaat terzijde schuiven, is daarmede op een uiterst gevaarlijke weg. Maar even belangrijk is zeker het vraagstuk van de werkelijke bevoegdheid; de be voegdheid tot oordelen en de bevoegd heid, die zou voortvloeien uit een wezenlijke verantwoordelijkheid. Nu is het, wat deze laatste punten betreft, wel voor een ieder duidelijk, dat de objectief menselijke, zakelijke en wettelijke kanten van een vraag stuk als het Indonesische bij de be sluitvorming in de internationale wereld slechts op de achtergrond een rol spelen. Dit blijkt wel het best, wan neer men nagaat, in hoeverre bij de disputen te Lake Success of Parijs het welzijn van het Indonesische volk of de toekomst van de Indonesische staat in het geding zijn gekomen. In eerste aanleg worden de stemmingen daar door geheel andere motieven bestuurd. Voor sommige landen zijn het binnen landse motieven, die hen ertoe brengen zich tot kampioen voor bepaalde ideeën of groepen op te werpen, wan neer zij in de klem geraken; voor an- greep de plooien van haar gewaad bij elkander en nam met een matte glim lach van hem afscheid. „Ik ben moede. Slaap wel'.'. Het kruis ontvangen. Een prachtige herfstdag verlichtte het kamp in 't zuiden der kolonie. Met de oorlog was het voor een tijdlang weer bijna gedaan. De Bedouïnen waren verslagen. De doden hadden hun deel aan de beloning ontvangen - door de tanden der jakhalzen en de snavels der kraaien. En de levenden? Deze ontvingen het hunne op die prachtige herfstmorgen, terwijl de adem van de winter de lucht koud maakte en de gloeiende middagzon de heuvels en de vlakte niettemin met haar hitte be straalde. Het leger was op het bergvlak in slagorde geschaard om bij de uitrei king der kruisen van 't Legioen van Eer tegenwoordig te zijn. 't Was 12 uur. In alle richtingen strekten de gele deren zich uit en vormde de drie zij den van een reusachtig vierkant. Het rood, wit en blauw der standaar dere speelt, naast het altijd aanwezige binnenlandse front, de verhouding van vriendschap of tegenstelling tot derden een hoofdrol. Vandaar, dat een opsom ming van feiten alleen in het interna tionale gezelschap zo weinig indruk maakt, tenzij die feiten het einde van het conflict zelf bewijzen, of voor de nabije toekomst in uitzicht stelllen; m.a.w. tenzij het voldongen feiten zijn. Toch moet ieder land, dat de wereld- anarchie wil blijven bestrijden, deze organisatie met al haar tekortkomin gen blijven steunen. Dit kan gebeuren door eerlijke medewerking en opening van zaken, maar ook door tegenover kennelijk partijdige of onuitvoerbare uitspraken rustig een voor het eigen geweten gerechtvaardigd standpunt te handhaven. Wij kunnen daarin kracht vinden, ook waar soms onze beperkte diplomatieke talenten tekort schieten. Er is de regering herhaaldelijk ver weten, dat zij te weinig deed aan voorlichting in de wereld. Daar zit wellicht een grond van waarheid in, omdat wij nu eenmaal stuntelige pro pagandisten zijn. Maar het lijkt mij niet de hoofdoorzaak van de betrek kelijk zwakke positie, waarin wij ons nog steeds tegenover dit wereldforum bevinden. Immers, er zijn feiten genoeg bekend om aan te tonen, dat wij niet zonder de uiterste noodzaak tot politie maatregelen overgingen. Op alle demar catielijnen, die Indonesië sinds Septem ber 1945 heeft gekend, is het verkeer van mensen steeds naar ojize kant ge richt geweestgewapende mensen, die ons aanvielen en zich dan weer achter de demarcatielijnen in veiligheid kon den stellen en ongewapende mensen, die de veiligheid juist aan onze kant kwamen zoeken. De republikeinse propaganda heeft bijna zonder onder breking ons van alles de schuld ge geven en tot strijd tegen ons aange spoord en moest dat misschien ook wel doen, omdat deze kunstmatige oorlogsstemming voor de republiek tenslotte een onmisbaar bindmiddel betekende. Van onze kant is daarente gen steeds een grote en juiste matiging betracht, zo groot, dat men ons reeds van hitserij beschuldigde, toen wij eindelijk bepaalde feitelijke geweld daden gingen bekend maken. Terreur werd door republikeinse mensen en organisaties in ons gebied uitgeoefend en niet omgekeerd. Ook kon de ont wikkeling van vrede en welvaart, die den, de koperen adelaars op de veld tekens, de grijze, zware manen der strijdhengsten, de gebronsde gelaats trekken der soldaten, het scharlaken van de uniformen der spahis en de sneeuwwitte plooien der tulbanden van de „cavalerie te voet" smolten ineen tot een zee van verblindende kleuren en gloeiden tegen de donkere achter grond der verschroejde vlakten en het heldere blauw des hemels. Een lange, dreunende roffel daverde over de uitgestrekte ruimte. Het leger vierde feest, want het bracht hulde aan zijn troetelkind. Cigarette zou het kruis ontvangen! Driekleurige linten wapperden aan de teugels en de glanzige manen van Etoile Filante, de kleine merrie, die de Kleine Meid, door haar spahis om ringd, bereed. De zon gloeide op haar gelaat, haar ogenflonkelden als diaman ten en door honderd vermetele kunst stukken gaf zij van haar bedrevenheid in de rijkunst blijk. Die half wilde mannen beminden haar met het enige zegepralende ge voel van liefde, dat die gieren van op het herstel van orde en veiligheid volgde, voor een ieder waarneembaar zijn, zowel in het groene land, als in de dorre handelsstatistieken. En ten slotte hebben wij met vallen en opstaan de staatkundige ontwikkeling en de vooruitgang van het democratische bestel onafgebroken bevorderd en is daarbij duidelijk genoeg gebleken, dat wij politieke terreur evenmin duldden als aanwendden en geen marionetten kweekten. Ik geloof echter, dat men dit alles honderdmaal kan herhalen en toch daarmede geen succes zal hebben in ieder gezelschap, waar binnenlandse en buitenlandse politiek, eigenbelang, of sentiment de gedachten bepalen. Dan leest men in een artikel, zoals ik verleden week schreef, een poging om met kinderachtige uiterlijkheden het diepgekwetste nationalisme der republi keinen te paaien en beseft niet, welk een verlossing het betekent, als men ook maar natuurlijk niet alleen in die uiterlijkheden het nationalisme onvoorwaardelijk kan erkennen. Willen wij internationaal onze posi tie duidelijk en aannemelijk maken, dan is in de eerste plaats iets anders nodig; iets, dat tot dusverre, zij het in afne mende mate, ontbroken heeft. Het is een duidelijk, doelbewust en in zijn consequenties doordacht en doorgetrok ken beleid, dat in Nederland als ge heel is aanvaard en voor Indonesië als geheel aanvaardbaar is. Wan neer men weet, wat men wil en hoe het doel kan worden verwezenlijkt, dan zal uit iedere handeling en iedere ver klaring die overtuiging vanzelf naar buiten spreken en zijn invloed oefe nen op de opinie in de landen der wereld. Zolang men aarzelt in doel stelling en uitvoering, zolang men bin nenslands de nodige eensgezindheid mist, zolang opportunisme ons gevoe lig maakt voor bedreigingen van jonge extremisten ginds en oude extremisten hier, zo lang mag men niet verwachten, dat de wereld in dat beleid vertrouwen kan stellen, of, zo zij al geen steun daaraan geeft, zich van inmenging zal onthouden. Dat ons beleid deze vastheid lange tijd heeft gemist, is mede een gevolg van de moeite, die het Nederland na zijn vijtjarige afsluiting moest kosten om zich van zijn bezitsinstinct ten aanzien van Indonesië te bevrijden, zonder tegelijkertijd zijn genegenheid voor de Indonesiërs te verliezen. Maar dit proces zou zich sneller hebben vol trokken, als enerzijds de buitenlandse drang ons niet tegen de haren had opgestreken en aan de andere kant de revolutionnaire geboorte en de uitspat tingen van de republiek het politieke het leger kenden; met hartstochtelijk genot droegen zij heden roem op haar. Driemaal gelukkig hij, die de droom van zijn jeugd nog in zijn jeugd ziet verwezenlijkt. Een dier gelukkigen - en hun aantal is gering - was Cigarette. De adem van de onsterfelijke roem was over haar heengegaan. Frankrijk had het verhaal van het gebeurde bij Zaraila vernomen en van de troon was haar een bewijs van goedkeuring toe gezonden. Doch Cigarette zelve hechtte de meeste waarde aan het feit, dat haar eigen leger van Afrika haar kroonde en dankte en eenstemmig aanbad. De standaard was haar baker mat, haar beschermengel, haar afgod geweest. De wapperende driekleur was eenmaal het eerste voorwerp, waarte gen haar kinderoog lachte. Die vlag had zij gered en in zegepraal hoog in de lucht over Zaraila's vlakten gedra gen. Onder al de aanwezigen was er niet één, wiens oog niet vol dankbaar heid en eerbied op haar was ge vestigd. Niet één? - Ja toch wel! Toen CL garette de blik over de escadrons der

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1949 | | pagina 1