De Troonswisseling.
lira, ile znrai Bolihy.
vs
TWEE SOUVEREINEN GEDIEND
"X
SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
4e Jaargang Nummer 190
VRIJDAG 3 SEPT, 1948
Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER - Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
Verschijnt iédere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,— per kwartaalfranco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
7 cent per m.m.
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
Wat beleven we deze week aan ver
jaardagen, jubilea en verdere voor
Nederland bijzondere gebeurtenissen?
In de eerste plaats is daar de 68 ste
verjaardag van onze Koningin, in de
tweede plaats het 50-jarig Koningsschap
van Hare Majesteit, in de derde plaats
de afstanddoening van de huidige
draagster van de Nederlandse Kroon
en in de vierde plaats de inhuldiging
van Hare Majesteit Juliana als Koningin
der Nederlanden. En dat alles binnen
het tijdsbestek van zeven dagen,
allemaal gewichtige gebeurtenissen, die
stuk voor stuk een hoofdartikel vq,or
zich zouden kunnen opeisen. Aan al
deze belangrijke feiten is in de afge
lopen weken en maanden in de dag-,
week- en maandbladen van Nederland
en ook daarbuiten reeds zo bijzonder
veel aandacht besteed, dat sommigen
spreken van een teveel van het goede
en daar thans lichtelijk overheen lezen.
Op gevaar van niet gelezen te worden
zal ook ik mijn stem in het koor van
krantenschrijvers doen horen en mijn
nederig deel aan de schriftelijke
huldebetogingen trachten toe te voegen.
Het vergt van mijn stuntelige pen en
mijn geringe kennis grote inspanning,
om de passende toon te vinden, omdat
zo moeilijk onder woorden is te bren
gen welke dank wij de aftredende
Vorstin verschuldigd zijn. Woorden
toch zeggen vaak zo weinig en in elk
geval, hoe fraai we die ook combineren,
zij kunnen nimmer volledig uitdrukken,
wat we thans zouden willen zeggen tot
Haar, die zich thans geroepen voelt
om Haar hoge taak over te dragen
aan Haar Koninklijke dochter. Het is
met weemoed dat wij afscheid moeten
nemen van" Haar, die ons volk ge
durende vijftig lange jaren met wijs
beleid heeft geleid, die alle lief en leed
met Haar volk al die lange jaren heeft
gedeeld. Vooral het leed, dat Zij als
een ware Moeder van en voor haar
volk op zich nam en overnam. Wat
schier onmogelijk leek, kon Zijdragen;
kon alleen Zij volbrengen, omdat Zij
ïs een waardige telg van de Oranje's,
die zich al eeuwen lang geheel hebben
gegeven aan de belangen van het volk
der Nederlanden. De Oranje's, die
daarvoor al die eeuWen door hebben
geofferd goed en bloed en steeds de
belangen van hun land en volk hebben
gesteld boven het eigen ik. Zij zijn
steeds geweest en gebleven „deel van
Nederland" en welk bloed ook van
uitheemse voorsprong al die eeuwen
door zich heeft gemengd met het
Nederlandse bloed der Oranje's, het
bleef Nederlands bloed, van vreemde
FEUILLETON
104) door OUIDA
Met bijgelovige vrees hechtte het
leger aan de grote tovermacht van die
oude vogel. Het sprookje luidde, dat,
waar hij boven een slagveld zweefde,
Frankrijk, voordat de zon ter kimme
daalde, steeds overwinnaar was. De
weergalm van 't geschreeuw van die
raaf en de tegenwoordigheid van dat
meisje, dat liever duizend kogels zou
ontvangen hebben dan te beleven, dat
zij werden verslagen, was oorzaak, dat
de verse escadrons als een wervelwind
voortjoegen en alles voor zich uit
dreven.
Cigarette redde de eer van de dag!
De liefde der amazone.
Voordat de zon het zenith was ge
passeerd, waren de Fransen meester
van het slagveld. Zo scherp werden de
Bedouïnen nagezet, dat hun spoor
door hun dood neergevallen paarden
smetten vrij. Bepalen wij ons slechts
tot de laatste drie generaties, die de
meesten van ons nög hebben gekend,
dan zien we daar in de eerste plaats
ónze geliefde Koningin-Moeder Emma,
die als jeugdige prinses uit een Duits
vorstendom tot ons gekomen, binnen
de kortst mogelijke tijd geheel Neder
landse is geworden en gebleven. We
denken daarna aan wijlen Prins Hendrik,
de gemaal van Koningin Wilhelmina,
die ook direct geheel Nederlander werd
en in wie wij ook nimmer meer iets
van de Duitser hebben teruggevonden.
Eveneens is het ons gegaan met
Prins Bernhard, die ook in een oog
opslag één der onzen is geworden en
die wij eveneens als één der beste
Nederlanders hebben leren kennen. Zij
allen, die van buiten ons land als vreem
deling tot ons kwamen en aan wie bij
het huwelijk met een Oranje-telg het
Nederlanderschap bij de wet moest
worden toegekend, zij allen werden
Nederlanders in de ware zin des woords,
zodat we nog met onverminderde kracht
kunnen zingen, dat onze Vorstin, de
komende Vorstin en haar nakomelingen
zijn van Nederlandse bloede, van vreem
de smetten vrij.
Het devies van onze Koningin is het
fiere „Je Maintiendrai", Ik zal hand
haven. Oppervlakkig beschouwd doet
deze wapenspreuk denken aan een
„Ik wil" en „Ik zal", met een op de
voorgrond stellen van het eigen Ik,
met een benadrukken, het opleggen van
eigen wil, doch dit alles is onze Vorstin
volkomen vreemd. Het „Ik zal hand
haven" is voor Haar steeds geweest
het handhaven, onder alle omstandig
heden, van de door Haar afgelegde
eed op onze Grondwet. Het handhaven
van onze grondwet en alle overige door
en voor het Nederlandse volk aange
voerde wetten. Het eigen ik gold voor
Haar nimmer, doch slechts de wil van
het volk, zoals die door de Nederland
se Regering steeds aan Haar ter uit
voering werd opgedragen.
De meesten onzer herinneren zich
nog de tijd, dat de Nederlandse S.D.A.P.
van het Koningsschap niets wilde we
ten en dat deze politieke groep zich
bij alle huldigingen van Oranje geheel
afzijdig hield. Toen de S.D.A.P. was
uitgegroeid tot een belangrijke groep
in de Staten-Generaal en haar groei
bewees, dat zij de vertolkster was van
de opvattingen, die in een groeiende
massa onder ons volk leefde, toen was
het. onze Koningin Wilhelmina, die
naar deze afzijdige groep de hand uit
stak en haar uitnodigde om deel te
nemen aan de Regering van Neder
en door hun lijken mijlen ver was te
volgen.
Toen Cigarette eindelijk terugkeerde,
zweefde de raaf nog boven haar afge
mat paard en lagen de vrolijke lach
en de glans der zegepraal op haar
gelaat. Zij was soldaat. Zij was zo
trots als eenmaal de jeugdige Pom-
pejus, blozende over de glorie zijner
eerste zegepraal in 't Oosten. In die
stemming reed zij in de gloed der na
middagzon aan 't hoofd jiarer makkers
terug naar het kamp, dat zij had gered.
Al de soldaten, die zonder haar lang
te voren meedogenloos zouden zijn
vermoord, renden haar tegemoet, ver
drongen zich om haar en zetten haar
eindelijk onder een hoera, dat de lucht
deed daveren, op de schouders van
de vier langsten uit hun midden en
droegen haar aldus naar een majoor
van de zouaven, de enige hoofdofficier
de de dag had overleefd.
Deze, een veteraan met een edel
gelaat, ontblootte het hoofd en maakte
voor haar een buiging, zo diep als een
hoveling voor zijn vorstin.
„Ge hebt de eer van Frankrijk ge
land. Ook hier was het weer Koningin
Wilhelmina, die, uitsluitend bezield
door de wil om het Nederlandse volk
- waartoe immers de groep der socialis
ten behoorde - te dienen, socialistische
ministers in de Regering benoemde.
En wat is het zegenrijke gevolg van
deze zelf-overwinning van Koningin
Wilhelmina geweest? Dat de S.D.A.P.
- of zoals zij thans heet de Partij v.d.
Arbeid - is geworden niet alleen een
regeringspartij, een vertegenwoordiging
van een belangrijk deel van het Neder
landse volk, die aan de constructieve
politiek van de Regering daadwerkelijk
deelneemt, doch ook en dat is nog
belangrijker, dat die grote partij niet
langer is een tegenstandster van het
Koningsschap, doch volkomen en vol
ledig staat achter ons Vorstenhuis.
Ik wil hier ter illustratie nog in her
innering brengen onze grote dichteres,
Henriette Roland Holst, die een kwart
eeuw geleden zo vele strijdliederen
voor de socialisten heeft samengesteld
en die thans zulke roerende verzen op
onze Koningin heeft gemaakt. Eén
dezer dagen trof ik ergens de volgende
strofen daaruit aan:
Niet altijd was zonnig en licht Uw leven,
Majesteit, en niet altijd steeg Uw pad
Langs bloemenvelden en beschaduwde dreven
Met Uw volk hebt g'Uw deel aan 't leed gehad.
Zo ook het volgende:
Wij zijn een volk vol scheuren en vol kloven
Leerden te weinig in de harde school van
[de oorlog
Wèl ons, dat w' in U 't symbool
Van d'eenheid zien, die niets ons kan ont-
[roven.
Zo is het, het symbool van de een
heid is Koningin Wilhelmina steeds
voor ons geweest. Haar leven en Haar
werk zijn er een bewijs van hetgeen in
een constitutionele monarchie de per
soon van de Vorst kan betekenen.
Koningin .Wilhelmina heeft op Neder
land een stempel gedrukt van Haar
persoonlijkheid en de gevolgen daar
van zijn van onschatbare waarde voor
het aanzien van Nederland in den
vreemde. Zij gaf in de tijdvakken, die
het gevaarlijkst waren voor ons open
bare leven, voor het leven van het ge
zin in Nederland, voor de opvattingen
in het algemeen, een voorbeeld van
een hoge moraal. In menig land is de
troon komen te vallen vanwege de
lichtzinnige opvattingen, die er heersten,
vanwege de openlijke gedragingen van
de Vorsten, die, ondanks de noden van
hun volk, naar buiten niet de sober
heid en de ingetogenheid vertoonden,
die passend waren geweest bij de in
nerlijke toestand van het land en van
het volk. De vorst is de hoedér van
de Grondwet en hij mag zich nimmer
door persoonlijke overwegingen laten
leiden. Zij die dit beginsel hebben ver
red, mejuffrouw. Uit naam van Frank
rijk zeg ik u dank".
De tranen rolden Cigarette langs de
wangen. - 't Waren tranen van vreug
de van trots. „Stil, majoor! Ik zelve
heb daaraan part noch deel. Ik heb
alleen een beetje hard gereden".
„De Keizer zal er wel anders over
denken. Als alle soldaten op u gele
ken, zou het commanderen van een
bataljon een hemels genot zijn, juffertje".
„Wat ik deed zou ieder soldaat heb
ben gedaan," hernam Cigarette. Een
compliment ten koste van haar „kinde
ren" zou zij nooit aannemen. - „Maar
ze nemen hun kans niet altijd waar.
Als ge eens een goed soldaat nodig
hebt, neem dan die aristocraat van de
Chassa-Marais die beau Victor. Zijn
officieren waren allen gevallen en wat
voerde hij het escadron prachtig aan!
Hij was op 't punt met zijn mannen
te sterven, omdat hij niet verkoos zich
over te geven. Napoleon zou hem
reeds lang een brigade hebben gegeven.
U had eens moeten zien hoe hij die
sheik neerhieuw!"
„Wees niet bezorgd 1 Hem zal ge
laten, moesten hun troon opgeven en
Europa heeft daarvan vele pijnlijke
voorbeelden gezien. Een halve eeuw
lang handhaafde onze Koningin Wil
helmina de Grondwet der Nederlanden;
een halve eeuw lang was Zij het per
soonlijk voorbeeld van hetgeen een
mens behoort te zijn, onverschillig
welke post hij bekleedt en wat zijn
taak is. Ook in dat opzicht was Zij de
voorste van allen. Zeer groot is het
oÉer dat Zij gebracht heeft aan levens
vreugde en hoewel Zij nimmer daar
naar heeft gestreefd, geniet Zij thans
toch een populariteit, zoals slechts
zelden bij een Vorst het geval is ge
weest. In tijden waarin Koningsschap
pen werden verworpen en waarin
Koningskronen vielen, heeft Koningin
Wilhelmina aan het Koningsschap der
Nederlanden nieuwe glans gegeven en
is Zij geworden de „Moeder des Vader
lands," zoals eenmaal de eerste re
gerende Oranje de „Vader des Vader
lands" was.
En nu zal deze „Moeder des Vader
lands" de zware lasten die op het
Koningsschap rusten, neerleggen, om
die over te dragen op Haar Koninklijke
Dochter, onze Juliana. „Onze" Juliana,
reeds sedert Hare geboorte is Zij van
ons en aan niemand anders had het
Nederlandse volk de Kroon liever
zien overgedragen.
Juliana leeft in onze harten, zoals
Wilhelmina dat steeds heeft gedaan en
gelukkig nog doen zal zolang Zij nog
in leven moge blijven. Wij allen zijn
er van overtuigd, dat Juliana een
waardig opvolgster zal zijn van Haar
grote Moeder en wij allen achten het
onze hoogste plicht ons te scharen om
de troon, die Juliana straks zal beklim
men en Haar de steun te verlenen, die
Zij bij het bestuur van ons land van
node heeft. Eendrachtig zullen wij
samenwerken om Haar het regeren
een genoegen te doen zijn, tot heil van
ons Vaderland, in Europa zowel als in
de Oost en in de West.
Leve het Koningschap van de Oran
je's, leve Koningin Wilhelmina en leve
Koningin Juliana, tot in lengte van
dagen in een bloeiend, welvarend en
eendrachtig Nederland. L.
In' dit nummer beëindigen wij
het verhaal van Bobby's Apen
streken en zullen in het volgend
nummer beginnen met „Jim, de
zoon van Bobby".
x_
rechtigheid geschieden en als ik maar
in leven blijf, tot ik mijn rapport heb
geschreven, zal het kruis prijken op
uw boezem, Cigarette".
Cigarette's ogen flikkerden, haar
wang werd vuurrood. Van haar prille
jeugd was het haar illusie geweest het
kruis te krijgen, het grote kruis om op
haar klein leeuwenhart te l.eggen. En
ziet! Nu zou die droom verwezenlijkt
worden!
De wilde, dolzinnige hoera's van
haar soldaten, die over haar zegepraal
bleven juichen, riepen haar tot de wer
kelijkheid terug. Zij sprong van haar
voetstuk en wendde zich naar hen om.
„Zo, 't is wat moois! Sta jelui dus
met mij gekheid te verkopen, terwijl
honderden soldaten, die beter zijn dan
ik, ginds op de vlakte liggen. Eerst
naar die toe, dan kunnen we later
nog dwaasheden genoeg doen".
In de gloed der ondergaande zon
was de vlakte bedekt met lijken, met
zieltogende paarden en mannen, die
onder de folterende pijn hunner won
den lagen te krimpen. Reeds menig
maal had zij een slagveld gezien, maar