Een pent woord.
TWEE SOUVEREINEN GEDIEND
Wat doet het Rode Kruis?
De schakel
z'"
ALGEMEEN NIEUWS-
Drukkers-Uitgevers Firma SMODR DE HULSTER - Boulevard 120
EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
4e Jaargang Nummer 176
VïtIJDAG 28 IVIEt 1348
BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
"X
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,— per kwartaalfranco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
7 cent per m.m.
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
In „De Schakel" van 14 Mei j.l.
hebben de uitgevers van dit blad in
vleiende bewoordingen de aandacht ge
vestigd op mijn persoon, in het bijzon
der in verband met mijn toen nog
komende zestigste verjaardag. Daarin
hebben zeer vele trouwe lezers van
„De Schakel" aanleiding gevonden, om
mij op mijn verjaardag op de een of
andere wijze hun gelukwensen te doen
toekomen. Uit het merendeel van die
mondelinge en schriftelijke gelukwensen
sprak meer dan een gelegenheidswens;
het meest kwam daarin naar voren de
dankbaarheid over het genot dat mijn
pennevruchten in „De Schakel" hun
heeft gebracht en zij spraken daarbij
de hoop uit, dat ik nog lange jaren
op de bekende wijze zal blijven schrij
ven. Het is hier niet' de plaats om
voor de ontvangen blijken van be
langstelling mijn dank te betuigen,
doch wel wil ik deze gelegenheid aan
grijpen om de belofte af te leggen
dat ik mijn pen ter beschikking van
„De Schakel" blijf stellen, zolang de
lezers en uitgevers daarop prijs zullen
stellen en zolang mijn gezondheids
toestand, die thans nog vrij ongeschokt
is, mij daartoe in staat zal stellen.
Zoals de uitgevers terecht opmerkten,
is mijn animo om voor „De Schakel"
te schrijven geboren uit de nimmer
aflatende sympathie die ik voor mijn
geboortegrond, de Zuid-Westhoek van
Nederland, en voor zijn bewoners ge
voel. De bedoeling van mijn geschrijf
is niet om de lezers op een meer of
minder aangename manier trachten
bezig te houden, doch vooral gericht
op de behartiging van de belangen
van West Zeeuwsch-Vlaanderen en
zijn bevolking, van zijn cultuur en
instellingen. Terecht duidden de uitge
vers mij aan als een on-politiek persoon.
Inderdaad bemoei ik mij, na mijn
langdurige praktijk met, in en tussen
politieke partijen in Nederlands-Indie
niet meer met de politiek, of beter ge
zegd ben ik geen bepaalde politieke
richting in Nederland toegedaan en
ben ik ook niet van plan mij nog ooit
bij enigerlei partij op dat gebied aan
te sluiten. Alleen wil ik in-dit verband
nog opmerken, dat ik wel een tegen
stander ben en blijven zal van het
Stalinisme, louter en alleen omdat dit
anti-Nederlands is, zoals ook het stre
ven van de N.S.B. destijds was. Wan
neer een lid van de Partij van de
Arbeid menen mocht, dat ik een be
paald vooroordeel tegen die partij heb,
FEUILLETON
90) door OUIDA.
Op zekeren dag wilde het toeval,
dat een klein detachement jagers, waar
toe ook Cecil behoorde, door zulk een
wolk van Bedouïnen werd overvallen,
dat slechts een stuk of twaalf het leven
er afbrachten. Cecil behoorde onder
die weinigen. Alleen door een razende
vlucht was er kans het kamp weer te
bereiken.
Juist op het ogenblik, dat hij de teu
gels van zijn ros van de greep eens
Bedouïns bevrijd en zich door de ge
lederen der inlanders heengehouwen
had, werd hij zijn jonge vijand gewaar.
Met een lanspunt in de zijde lag Pic-
pon op de grond en trachtte, toen de
paarden over hem - heenjoegen, met
bloedende handen zijn hoofd te be
schermen. Naar de knaap toerennen,
al waagde hij door een seconde op
onthoud het leven, een Bedouin, die
hem in de weg kwam, neerhouwen,
zich uit het zadel buigen, de knaap bij
omdat ik mij misschien wel eens min
der goedkeurend over een bepaald
figuur van die partij heb uitgelaten,
dan heeft hij het mis. Ik heb tegen
die partij als zodanig evenmin iets als
tegen de overige zich Nederlands
tonende politieke partijen, want ook
die zullen wel eens een idee voorstaan,
waarmede ik het niet eens ben en
waartegenover ik mijn mening stel. Een
of andere zaak ook eens uit een andere
richting bekijken en bespreken voor
komt een te grote eenzijdigheid van
inzicht en kan naar mijn mening niet
anders dan verhelderend werken.
Bovendien staat het een ieder,' die het
niet met mij eens is, vrij om van zijn
tegenovergestelde mening in „De Scha
kel" te doen blijken en ik wil bij
voorbaat verklaren dat ik, wanneer
mocht blijken dat mijn tegenstander
het bij het rechte eind heeft, hem
dan onmiddellijk zal bijvallen. Ongelijk
hebben is geen ondeugd en ongelijk
bekennen kan als een deugd worden
aangemerkt.
Critiek is gezond, zo zij de bedoeling
heeft in opbouwende zin te willen
werken.
Zoals gezegd, hoe meer men tegen
mijn artikelen ingaat, des te aange
namer mij dat zijn zal, omdat de zaak
zelve daarmede het best gediend wordt.
De persoon van de schrijver kan daar
bij steeds buiten het geding blijven,
wanneer men zich voorstelt een zaak
op zijn manier te dienen. Om daarvan,
of beter gezegd van het tegenoverge
stelde een voorbeeld te geven, het
volgende. Er is een bij de wederop
bouw van West Zeeuwsch-Vlaanderen
nauw betrokken përsoon die het
blijkbaar met mijn artikelen over de
wederopbouw niet eens' is, die daar
tegen evenwel niet wenst te schrijven,
doch volstaat met mij een plaats toe
te wensen in een inrichting voor ge
vaarlijke krankzinnigen. Op deze „ge
lukwens" past mijnerzijds maar één
persoonlijk antwoord en dat is, dat ik
tijdens mijn verblijf in die inrichting
dan gaarne in zijn gezelschap zou ver
toeven om van hem onderricht te
krijgen in het bouwen van glaze kip
penhokken, desnoods van een ander
mans materiaal. Ik wil op een derge
lijke wijze niet verder polemiseren, doch
een uiting van afkeuring als van deze
ambtenaar geeft te denken. Niet dat
de man mij daarmede beledigt; mijn
rug is breed, genoeg en bovendien moet
iemand die aan de weg timmert nu
eenmaal veel horen. De gemeende ge
lukwensen van de beschaafde, de
eenvoudige kleine man, staan daartegen-
zijn sjerp grijpen, hem voor zich op
het zadel leggen en met die last op
nieuw door een hagelbui van kogels
Voortjagen, was voor hem het werk
van tien seconden. Hoewel dat duivels
kind, dat Picpon heette, niet meer
medelijden verdiende dan een schor
pioen, bracht hij hem behouden in
't kamp.
Dat was de invloed, die de voor
malige garde-officier op zijn Roumis
uitoefende.
Intussen ging Cecil naar het huisje
van een oude Moor, die in zijn don
kere kamers de zeldzaamste voorwer
pen van Algerijnse kunst bezat. Met
die man stond Cecil op vriendschap
pelijke voet, omdat hij hem eens tegen
de beledigingen van een troep dronken
Tirailleurs in bescherming had geno
men. De muzelman met zijn eerwaar
dig gelaat en zilverwitten baard zat
achter de toonbank.
„Neen vadertje, dank je. Zomin
koffie als sorbet. Alleen graag een
plekje om wat rustig te zitten, want ik
ben doodaf," zeide Cecil in antwoord
op de gastvrije ontvangst van de Moor.
over en die maken alles goed.
Waar het om gaat is, dat „De Scha
kel" wordt gelezen en graag wordt
gelezen. Zo deed het mij persoonlijk
goed dat in het programma van het
muziekconcours in Groede, enkele uit
latingen van mij over het muziekleven
in het Land van Cadzand werden aange
haald. Dat onderwerp geeft mij aanlei
ding tot het volgende; een opmerking
in het bijzonder gericht tot de inwoners
van Groede. Het muziekcorps uit
Groede gaf Zondag 23 Mei een uit
voering op het Marijke-plein, een
uitvoering die, als gewoonlijk, er wezen
mocht en waarbij muzikanten en
dirigent hun beste beentje voorzetten.
De belangstelling van het publiek was
evenwel miniem en dat valt zeer te
betreuren. Er zullen ongetwijfeld wel
muzikanten zijn geweest die op deze
mooie Mei-avond ook liever eens had
den rondgefietst door de schone
Zeeuwse landouwen. Ze deden dat niet,
want hun vereniging gaf een uitvoering
en zij beschouwden het als hun plicht
om daaraan mede te werken, daaraan
hun beste krachten te geven Dat dient
te worden gewaardeerd door het
publiek, voor wie die uitvoering im
mers bestemd is en daarom mag dat
publiek ook niet afwezig blijven. Immers
zijn aanwezigheid is niet slechts een
bewijs van beleefdheid tegenover de
uitvoerders, maar vooral een aansporing
voor die uitvoerders om hun uiterste
best te doen en de concerten op een
nog hoger peil te brengen. Publiek van
Groede, waardeert de vorderingen die
LTw muziekcorps in de Jaatste jaren op
muzikaal gebied heeft gemaakt. Steunt
Uw corps door steeds aanwezig te zijn
bij zijn uitvoeringen niet alleen, doch
verleent het ook Uw geldelijken steun.
Laat het beroep dat dezer dagen op
U wordt gedaan, om een bijdrage voor
de in de maand September te houden
bazaar ten behoeve van de aankoop
van nieuwe instrumenten, ter vervan
ging van versleten „blazertjes" en voor
de uitbreiding van het muzikale appa
raat, niet onbeantwoord voorbijgaan.
Steunt met geld of andere bijdragen
in stofïelijken vorm want het tegen
woordige „Eendracht maakt Macht" is
Uw steun in alle opzichten waard! De
eendracht is er en met Uw steun komt
ook nog grotere macht op muzikaal
gebied en dan is de tijd niet meer ver,
dat ook Uw muziekcorps in de hoog
ste afdeling met succes zal kunnen op
treden. Bedenkt dat U daarmede ook
vooral dient het plaatselijk belang van
Uwe gemeente, niet alleen voor de
neringdoenden die een immer groeiend
Cecil had nog niet lang gezeten, of
hij viel in slaap - in de zware droom
loze slaap, die op overgrote vermoeie
nis volgt.
Reeds was de muzelman zelf half
ingedommeld, toen hij op eens de
geur van geparfumeerde kant in de
neus kreeg. Ben Arsli hief de ogen op.
De jager sliep door. De vragende was
een dame uit de grote wereld. Haar
rijtuig stond voor de deur. Niemand
vergezelde haar.
Terstond rees de muzelman op,
maakte een reeks van buigingen en
begon de schatten van zijn winkel
voor haar uit te stallen. De dame
maakte verscheiden voorwerpen haar
eigendom en al die tijd wist Ben Arsli
haar bij de ingang van de winkel te
houden en bleef Cecil doorslapen.
Een rolletje banknoten was uit de
handen der dame in die van de mu
zelman overgegaan en reeds was zij
op 't punt weer naar haar rijtuig te
zweven, toen een lamp van zonderling
maaksel aan het andere einde van de
winkel haar aandacht trok.
„Is die lamp te koop?"
profijt trekken van een steeds talrij
ker wordend publiek bij de uitvoerin
gen van een gerennomeerd muziekcorps,
van Uw Eendracht maakt Macht.
Groter nog is evenwel het onzichtbaar
profijt dat Uwe gemeenschap zal trek
ken uit de verhoging, uit de verdieping
vooral van het culturele leven in Uwe
gemeente. Toeneming van saamhorig
heidsgevoel in de eerste plaats en te
rugkeer naar de meer bezadigde levens
houding van voor de eerste wereld
oorlog, toen het innerlijk van de mens
meer ontvankelijk was voor het ge
nieten van werkelijke kunst en toen
een ontspanning van de geest bij het
bijwonen van een uitvoering vooral
ook gezelligheid, samenzijn in een grote
kring van gemeentenaren uit alle stan
den, betekende. Muziek veredelt, goede
concertmuziek althans; swing en hot-
swing, fox en rumba verruwt, leidt tot
verwildering en voert naar het einde
van alle goeds en naar dingen, die we
geen van allen wensen. Daarom nog
maals, laat het beroep op Uw gelde
lijke steun voor de bazaar niet onbe
antwoord, steunt elk naar zijn'krachten
en toont daarmede, dat Eendracht
maakt Macht een der schoonste Neder
landse gezegden is en dat Uw muziek
corps die naam ten volle waard is.
L.
Het Welfare-werk in de hospitalen.
Denkt U toch niet Mevrouw, dat
handwerken een kunst is, die alleen
vrouwen verstaan. Ik heb werkstukken
gezien, die op een tentoonstelling niet
zouden misstaan en die door mannen
waren gemaakt. Door volwassen kerels,
die zich krom gelachen zouden hebben
als je ze een jaar geleden voorspeld
had, dat ze met naald en draad nog
eens goede resultaten zouden bereiken
en die het idee van „een handwerkje'-'
met echt mannelijkesuperioriteit ver
wierpen, totdat ze zelf'begonnen,
omdat ze anderen zagen handwerken.
Dat gebeurde toen ze in het
militaire hospitaal terecht kwamen,
omdat ze gewond of ziek waren. Daar
lagen ze in bed, werden goed verpleegd,
maar ze verveelden zich, want je kunt
toch niet de gehele lange dag lezen.
Toen kwam de welfare-werkster van
het Nederlandse Rode Kruis aan hun
bed en stelde voor, dat ze ook eens
zouden proberen om iets te maken met
hun handen een speelgoed-beest, een
kleedje, leerwerk of een kruissteek
patroon op een theemuts of een kus
sen. Die welfare-werkster kenden ze,
Daar de koopman een toestemmend
antwoord gaf, ging zii de winkel door
en was reeds vlak bij Cecil, voordat
zij hem gewaar werd. Toen bleef zij
eensklaps verbaasd staan.
„Slaapt die soldaat?"
„Ja, mevrouw. Een enkele maal komt
hij hier een rustig plekje zoeken. Van
daag was hij doodaf en zelfs geloof ik
ziek, maar voor dit laatste zou hij
toch niet zijn uitgekomen".
„Och!" Vol deernis waren de ogen
der spreekster op Cecil gevestigd.
„Hij dient bij de Afrikaanse jagers,
niet waar?"
„Ja, mevrouw. Maar ik geloof, dat
hij -vroeger heel wat anders is geweest.
Ik heb wel eens hdren zeggen, dat hij
zonder de haat, die zijn kolonel hem
toedraagt, reeds lang officier zou zijn
en het kruis hebben zou".
„Hazo! 't Is niet de eerste maal, dat
ik hem zie. Hij werkt in ivoor".
Daar liet de kleine Mussid op eéns
een kostbaar, met barnsteen ingelegd
koffieblad vallen. Zijn meester mom
pelde een enkel woord van veront
schuldiging en snelde naar de plaats