De kleine aannemer.
TWEE SOUVEREINEN GEDIEND
Wat doet het Rode Kruis?
De schakel
ALGEMEEN NIEUWS-
Drukkers-Uitgevers Firma SMOOR DE HULSTER
EN ADVERTENTIEBLAD VOOR- WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
4e Jaargang Nummer 174
VRIJDAG 14 MEG 1S48
Boulevard 120 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
N
V.
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,— per kwartaalfranco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
7 cent per m.m.
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
1888-1948.
Op Donderdag 20 Mei a.s. hoopt
onze medewerker „L." - de HoogEdel
Gestrenge Heer I. A. Luteijn - oud-
Hoofdambtenaar der gemeente Batavia -
zijn zestigste verjaardag te herdenken.
Men kan het de heer „L." niet aan
zien, dat hij bijna dertig jaren in de
tropische stad Batavia heeft gewoond
en dat de Indische jaren dubbel zou
den tellen, moet men bij hem zeker
betwijfelen. Het na de eerste wereld
oorlog democratisch wordende Neder-
landsch-Indië was hem een tweede
vaderland geworden; zijn liefde voor
land en volk daar aan de evenaar is
onze lezers voldoende gebleken uit zijn
artikelen-serie: „Verloren Paradijs".
Teruggekomen in Nederland in 1946
uit de hel van Japanse internerings
kampen, bleek evenwel zijn liefde voor
Nederland onverminderd te zijn geble
ven en in het bijzonder de belangen
van Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen zijn
hem dierbaar. Daarom prijzen we ons
gelukkig met de bereidwilligheid die
we bij „L." mochten aantreffen, om
zijn pen ter beschikking van ons blad
te stellen en daar aan zijn belangeloze
medewerking te verlenen.
Vrij- van politiek zijnde, behalve dan
dat hij een felle tegenstander is van
het internationale communisme, staat
hij onbevooroordeeld tegenover de fei
ten, zoals die zich aan hem opdringen
en op een zelfs voor de meer eenvou-
digen van geest onder onze lezers
duidelijke wijze levert hij zijn weke
lijkse beschouwingen over allerlei actuele
onderwerpen, waarbij de belangen van
het Land van Cadzand steeds op de
voorgrond treden.
Wij zijn er van overtuigd de tolk
van onze lezers te zijn, wanneer wij de
hoop uitspreken, dat „L." nog lange
tijd zijn pen ter beschikking van „De
Schakel" zal willen stellen. Hij vertoeft
thans wederom tijdelijk in ons midden
- adres: Noordstraat 313 Groede - en
we weten dat het de jarige op 20 Mei
niet aan belangstelling zal ontbreken.
Van deze plaats wensen wij hem,
zijn echtgenote en familieleden van
harte geluk met zijn verjaardag en
we brengen hem hier openlijk dank
voor zijn alom gewaardeerde mede
werking aan „De Schakel".
De uitgevers van De Schakel"
In het artikel „Wederopbouw in de
Eerste Kamer" in „De Schakel" van
FEUILLETON
88) door OUIDA.
Cecil sprong uit het zadel en keek
de marketentster half verstomd van
verbazing aan. Hij meende, dat de
hand van een spahi of- van een jager
die koelbloedig afgegeven, de dood
brengende schoten had gedaan.
„Ik heb je het leven te danken!"
zeide hij snel. „Maar - goede God!
je hebt de kerel doodgeschoten".
„Ja, stellig! Van knoeiwerk houd ik
niet".
„Dit is mijn geluk, anders had ik
thans daar gelegen. Toch wil ik zien,
of er nog leven in hem is."
Cigarette begon te lachen als iemand,
die vertoornd en beledigd is, dat men
aan een zijner beste eigenschappen
twijfelt.
„Dat kun je begrijpen! Kijk jij maar
gerust hoor. Als je in die „Arbi"
nog een vonkje leven vindt, mag je
mij morgen voor 't front van 't hele
leger uitlachen".
7 Mei releveerde ik, dat door een afge
vaardigde van de Volkspartij voor
Vrijheid en Democratie in de Senaat"
een lans was gebroken voor de kleine
aannemer. Helaas is het papier-tekort
tegenwoordig nog van die aard, dat de
dagbladen geen genoegzame ruimte
kunnen beschikbaar stellen voor de
uitgebreide Kamer-verslagen en daarom
heb ik ook in geen enkele courant
kunnen ontdekken, wat Minister In 't
Veld op de hierboven bedoelde op
merking heeft geantwoord.
Als ik het wel heb, is Minister In
It Veld ook een van de vroegere
socialisten uit de S.D.A.P. en in zijn
practijk als burgemeester heeft hij al
genoegzaam bewijs geleverd, dat ook
hij iemand is, doordrenkt van werkelijk
heidszin en zich aan wetenschappelijke
fantasiën niet te buiten zal gaan. Ergo
valt te verwachten dat hij niet doof
zal zijn voor een op hem gedaan be
roep, om de kleine man niet in dé
steek te laten. Ook hij zal er zeer wel
van overtuigd zijn, dat bij de weder
opbouw van onze verwoeste gebieden
elke kleine aannemer, zowel in letter
lijke als figuurlijke zin zijn steentje
daaraan zal kunnen bijdragen, ja dat
het zelfs wenselijk is, om de plaatselijke
aannemer zoveel mogelijk in te
schakelen bij het herstel van het ge
bied, waarin hij geboren en getogen
is, waarin hij thuis behoort en waar
van de verwoesting hem meer ter
harte gaat dan een vreemdeling. En
hetzelfde geldt voor zijn arbeiders, die-
het bloed kruipt nu eenmaal waar het
niet gaan kan - ook met meer voort
varendheid aan de slag zullen gaan,
wanneer het geldt het herstel van een
woning van een hunner verwanten of
vrienden. Wanneer ik slechts zeggen
wil, dat aan plaatselijke krachten de
voorkeur moet worden gegeven, te
meer nog waar die veel en veel goed
koper zijn, zodat de kosten van
woningbouw of deszelfs herstel ook
aanzienlijk lager zouden kunnen zijn.
Immers reiskosten, om de twee weken
naar huis, en kampkosten worden
daarmede vermeden en behoeven der
halve niet langer in de bouwkosten te
worden gecalculeerd.
Ik ben er van overtuigd dat, wan
neer men in het Land van Cadzand
de zaak aan de aanwezige aannemers,
metselaars, timmerlieden en schilders
had overgelaten, men verder zou ge
vorderd zijn dan thans. Natuurlijk met
dien verstande, dat men dan ook al
direct de gemeentebesturen vplledige
vrijheid had moeten geven, om hun
eigen zaken ten deze op te knappen,
Cecil sloeg op haar woorden geen
acht, maar bukte zich en richtte de
Bedouïn op. De marketentster had ge
lijk. De kogel was de man midden
door de hersenen gegaan.
„Heb je nog nooit een lijk gezien?"
vroeg Cigarette driftig.
„O, al heel wat! Maar een plezierig
gezicht vond ik het nooit. Die mannen
waren beschonken. Ze wisten niet wat
ze deden".
,,'t Schijnt wel dat ik mijn kogels
nutteloos heb verspild. Zeker had je
daar liever zelf gelegen? Neem mij
niet kwalijk, dat ik ben tussen beiden
getreden". Cigarette's ogen schoten
bliksemstralen. Reeds wilde zij heen
snellen, toen Cecil haar de hand op
de schouder legde.
„Een ogenblik! Denk niet, dat ik
ondankbaar ben, mijn kindu. Als jij me
niet waart te hulp gekomen, zou ik op
dit ogenblik zelf een lijk zijn. Ik dank
je van ganser harte".
„Als ik net zo'n nietige aristocraat
was geweest als die dame daarginds,
zou het er, voor de duivel, lelijk met
je hebben uitgezien".
zonder inmenging dus van districts-,
streek-, provinciale- of rijksbureaux in
en buiten den Haag, Immers ook vóór
de oorlog bestonden er voldoende
waarborgen, dat onder het gemeente
lijk toezicht alleen woningen konden
worden gebouwd, die aan alle normaal
te stellen eisen op woninggebied vol
deden. Die huizen op het platteland
werden vroeger gebouwd^door plaatse
lijke ambachtslieden, die ze meestal
ook voor hun opdrachtgever ontworpen
hadden. Een doodgewone timmerman
of metselaar ter plaatse ontwierp vroe
ger die doodgewone woningen; hij
bouwde ze ook en waarom zou hij ze
thans niet evengoed kunnen herbouwen
of herstellen, zonder verdere bemoeienis
dan die van het gemeentelijk bouw
toezicht. Waarom moest nu na deze
rampzalige wereldoorlog, die een groot
deel van het Nederlandse volk van zijn
woning beroofde en waarin natuurlijk
weer zo spoedig mogelijk - hoe dan
ook, maar in elk geval zo spoedig
mogelijk - moet worden voorzien,
eerst de hele wetenschappelijke bevol
king van Nederland in het geweer
worden geroepen, om duizend en één
theoriën over de opbouw te ontwerpen
met duizenden geleerde theoretische
mensen en honderden bureaux, die
elke normale, eenvoudige bereddering
van de chaos in de weg kwamen te
staan? Waarom was dat nodig, althans
voor het platteland? Onder de bezie
lende leiding van de gemeentebesturen
had men daar zelf de hand aan de
ploeg geslagen, had men samen her
steld, wat hersteld kon worden en had
men samen opgebouwd, wat gebouwd
moet worden. Aan ieder getroffen
plattelandsgemeente hadden naar rato
van de verwoestingen, bouwmaterialen
beschikbaar gesteld kunnen worden en
daarmede was dan ook de meest eer
lijke en redelijke verdeling van die
materialen, jaar voor jaar, bewerkstel
ligd. En wat hadden we dan in het
Land van Cadzand gekregen? Een veel
vluggere en zeer zeker aanzienlijk goed
kopere afdoening van zaken dan thans
het geval is. We hadden wederom de
vroegere dorpswoningen teruggekregen,
waaraan He mensen zo zeer waren ge
hecht en die een eigen karakter aan
iedere gemeente gaven; hersteld en
herbouwd door dezelfde plaatselijke
ambachtslieden, die ze vroeger hadden
gebouwd. Zeker, die ambachtslieden
zouden knechts te kort zijn gekomen,
doch daarin zou de plaatselijke gemeen
schap ook spoedig hebben voorzien.
Een behoorlijk loon als thans wordt
betaald, zou ook voor vele mensen in
„Waar heb je die dame gezien?"
„Wel, ik was daarginds!" gaf Ciga
rette met een knikje in de richting van
de villa ten antwoord, „(k wilde eens
zien, of jij je belofte hield".
„Dan heb je kunnen zien, dat ik dit
werkelijk deed".
Cigarette knarste op de tanden. „Ja
en als je dit niet had gedaan, zou ik
het je hebben vergeven".
„Werkelijk? Maar ik mij zeiven niet".
„Och, je bent al net als Marquise.
Zo zul je ook eenmaal evenals hij aan
je einde komen".
„Waarschijnlijk".
Cigarette fronste de wenkbrauwen.
„Zeg eens, korporaal Victor, heb je
plan de gehele nacht hier te blijven
staan dromen? Wat zullen we met dien
hond van "een „Arbico" aanvangen?"
Cecil keek op. Hij vond het jammer,
dat dit aardige Franse katje in haar
hart zulk een bloeddorstige panter was.
„Eigenlijk weet ik niet wat ik met
hem moet aanvangen. Ik zal hem maar
op mijn paard leggen; ik behoor van
die kloppartij toch rapport te maken".
Beschermend en uit de hoogte was
Zeeuwsch-Vlaanderen aanleiding ge
noeg zijn geweest om bouwvakarbeider
te worden en na een half jaar oplei
ding op het werk zou hij ongetwijfeld
een kracht zijn geworden, die zeker
het grove werk had kunnen verrichten,
zodat de uitvoering van de finesses
van de bouw dan voor de geschoolde
metselaar of timmerman - ter plaatse
reeds aanwezig - overbleef. Immers
zulke ingewikkelde bouwwerken, dat
daaraan slechts geschoolde krachten
kunnen werken, zijn er in Zeeuwsch-
Vlaanderen niet veel; het merendeel
der te herstellen en herbouwen wonin
gen is van het gewone dorpstype, dat
vroeger gebouwd is door mensen die
geen hoge leerscholen op gebied van
metselen en timmeren hebben doorlo
pen. Ik wil op de vakkennis van deze
ambachtslieden niets afdingen om de
doodeenvoudige reden, dat ik er zelf
niet het minste verstand van heb, doch
een feit is dat in vroeger jaren een
jongen die metselen wilde leren, na
een half jaar leertijd bij zijn vader of
baas, ook al aardig wat stenen per dag
op zijn plaats kon leggen. Het timme
ren is misschien wat moeilijker, doch
daar tegenover staat, dat thans zoveel
timmerwerk kant en klaar van de fa
briek kan worden betrokken. Dat er
een tekort aan arbeidskrachten zou zijn
geweest, wanneer de heropbouw van
Zeeuwsch-Vlaanderen aan de plaatse
lijke krachten, aan de kleine aanne
mers dus, ware overgelaten, wil er bij
mij dan ook niet in. Dit klemt te
meer, waar er in Nederland toch geen
bouwmaterialen in voldoende mate be
schikbaar kunnen worden gesteld om
de woningbouw uit te voeren op een
schaal, die gelijke tred houdt met de
behoefte.
Blijkt uit het vorenstaande hoe het
had kunnen gaan, zo zal ik hieronder
vertellen hoe het gegaan is; gegaan is
ten nadele van de door de oorlog ge
troffene en van de kleine aannemer.
(Wordt vervolgd)
L.
Bloed redt mensenlevens.
Met gerechtvaardigde trots kan ge
zegd worden dat de Bloedtransfusiedienst
van het Nederlandse Rode Kruis onder
de Bloedtransfusiediensten in de wereld,
qua organisatie en techniek een eerste
plaats inneemt. Sedert de oprichting,
in 1930 te Rotterdam, werden 28.000
vrijwillige bloedgevers ingeschreven,
verdeeld over 70 rayons, gegroepeerd
rond z.g. medische centra (ziekenhuis
de toon, waarop Cigarette kortaf ant
woordde, dat hij de zorg voor dit
laatste maar aan haar moest overlaten.
„Ik schoot hem neer en ik zal zorgen,
dat het voorval naar waarheid wordt
gerapporteerd. Voor jou zou dat ding
anders minder goed kunnen aflopen."
Cecil hinderde de koelbloedige toon,
waarop dat kind sprak over een voor
werp, dat geen twee minuten te voren
nog een krachtig mens was met lon
gen, een hart en gevoel.
„Dan zou de verdenking mogelijk
op een onschuldige vallen. Bovendien
komt hem een behoorlijk graf toe".
„Een graf voor een Arbi? - Heb ik
van mijn leven' Nu, voor mijn part!
Weet je wat je dan doet? Blijf, als je
dan toch zo dodelijk van hem bent,
stilletjes bij hem, terwijl ik naar de
stad rijd om een paar man te halen
met een baar. Voor 't rapport van het
voorgevallene laat je mij zorgen. Ik
zal hun wel vertellen, dat ik je hier
op post heb gezet. Dan komt er ook
geen herrie, al ben je niet op tijd in
de kazerne".
„Maar jou veroorzaakt dat heel wat