Brieven uil Indië om sterke rukwinden te weerstaan en de bekleders van de hogere ambten aldaar handhaven de hoogheid van het ambt, zoals bij hun Koninklijke benoe ming van hen werd verwacht. En hiermede ben ik dan aan het eind van mijn mea-culpa, dat ik in het belang van de betrokkenen en in het belang van de Pers, die vóór alles naar een juiste voorlichting moet streven, open lijk heb moeten uitspreken. L. Tjimalaka, 23-1 -'48. Streekgenoten, Het einde van de natte moeson is in zicht en de eerste voortekenen van het droge seizoen beginnen reeds hun intrede te doen; de tijd van stofïferige wegen en bezwete gezichten is in aan tocht. Hier in de kampong Tjimalaka is alles nog zo'n beetje hetzelfde en de ene dag volgt de andere op, gestadig langzaam, eentonig en vervelend. Wacht, patrouille en somstijds een zuiverings actie moeten we verrichten. De verveling is dan dikwijls heel groot. Er is geen groter verderf dan verveling, waardoor men zeer prikkel baar wordt en elkander woorden naar het hoofd slingert die niet in de woor denboeken vermeld staan. Dit alles is te wijten aan te weinig ontspanning, waarvan wij hier op de afgelegen posten totaal verstoken blijven. Het enigste wat we hier hebben is eens een partij voetbal en als lectuur een stuiver-roman. Komt men in Bandoeng en in andere steden, dan kijkt men zich de ogen uit. Daar is wel ontspanning en sport, maar daar zijn luxe hotels voor de artisten, waarin ze natuurlijk liever vertoeven dan in een kamponghuisje. Daar kunnen ze hun vermoeide lede maten uitstrekken op een bed, terwijl ze bij ons het genoegen moeten ne men met een veldbed of te wel tempat. Daai kunnen ze volgens de eisen des tijds hun maaltijden naar binnen spe len in een lunchroom, maar bij ons moeten ze genoegen nemen met een etensblik met toebehoren. En zo zou ik door kunnen gaan tot in het on eindige toe. Op 17 Januari is de wapenstilstand ondertekend en is er weer een nieuwe Hoe die vriendschap was ontstaan, zullen wij met een enkel woord mede delen. Op dit ogenblik was de stam de bondgenoot van Frankrijk. Enige jaren vroeger echter hield hij diep in 't bin nenland zijn verblijf, had met de Ka- bylen een verbond gesloten en be hoorde tot de gevaarlijkste vijanden, die Frankrijk in Afrika bezat. Vier of vijf jaren achtereen was die oorlogs toestand blijven bestaan en reeds zo - menigmaal hadden de sheik en de jager elkander bij schermutselingen ont moet, dat zij telkens naar elkander uit zagen - tot zij elkanders weergaloze dapperheid hadden leren kennen en op prijs stellen en zij de wonden, die zij elkander met hun geduchte sabelslagen toebrachten, mededroegen met de be wondering, die een dapper krijger voor de onverschrokkenheid en de behen digheid van zijn dappere tegenpartij gevoelt. Nadat de ridderlijke worsteling een geruimen tijd had geduurd, kwam het eindelijk zo ver, dat de Franse troepen de stam geducht in het nauw hadden gedreven.^ De Bedouïnen zagen hun gelederen zo sterk gedund, dat zij phase ingeluid. Veel kunnen wij daar echter nog niet van merken, maar oor delen kunnen wij ook nog niet aange zien de wapenstilstand pas op 31 Jan. van kracht wordt. We hopen echter dat zowel door ons als door de republikeinen deze wapen stilstand gerespecteerd zal worden. ICorp. H. W. BONDEWEL, Veldpost Bandoeng. INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Dammen en Schaken. Wanneer men in de dagbladen leest dat overal in Zeeland competities ge speeld worden, zowel in dammen als schaken, dat in gemeenten als Breskens, Groede, IJzendijke en zelfs Nieuwvliet een goede vereniging bestaat, dan is het met Oostburg op dit gebied niets gedaan. Wanneer in Nieuwvliet meer dan een 1 o-tal goede dammers hun spel weke lijks beoefenen, dan moest toch zeker in Oostburg een. clnb bestaan van pl.m. 40 a 50 personen die komen om te dammen of schaken, dit naar eigen wil. Ik ken verschillende mensen die toch zeker lid moesten zijn. Waarom blijf je achterwege En anderen die be hoorlijk kunnen dammen en schaken De Oostburgse dam- en schaakvereni ging is destijds opgericht onder de naam: „O.D.E.S" en bestaat nog. Elke Maandagavond wordt in het café van de heer De Vuijst gespeeld. Of je nu werkman bent of een ambtenaarsfunctie bekleed, hier is elk welkom. Hier wordt gespeeld en kun je door oefening bij leren, of die altijd lid geweest zijn en blijven een lesje geven. Ik kan mij moeilijk indenken dat een persoon, die b.v. in zijn dagelijkse be zigheden een bril opzet om belasting- opgaven in te zien, niet wil zitten tegenover iemand die een bril opzet om een stuk ijzer te lassen of een lid, die de andere morgen vroeg met een mesthaak in zijn handen staat, enz. enz. U komt voor het mooie spel, hetzij dammen of schaken 's Maandagsavonds bij De Vuijst. Daar is iedereen welkom! D. LUTEIJN, Zuidz. straat, Oostburg. Gevonden voorwerpen. Een zilveren armbandje. Inlichtingen ter gemeente-secretarie te Groede. ze niet meer tegen de vijand konden over stellen. Door' hun vee en hun vrouwen in de vlucht belemmerd, wer den de Djieds heftig vervolgd en gro tendeels in de pan gehakt. Onder de vrouwen was er een, die de sheik meer dan alles ter wereld beminde, een schoon meisje namelijk. Van alles had hij kunnen afstand doen, alleen van Djelma niet. Die vrouw had hij lief. Dat Djelma zo schoon was en dat de sheik haar zo hartstochtelijk be minde, kwam ook aan de Fransen ter ore en langzamerhand maakte vurige nieuwsgierigheid naar die vrouw zich van de soldaten meester en werd een strooptocht, waarop het gelukken mocht haar in handen te krijgen, het gelief koosde onderwerp van gesprek bij het bivakvuur. Togen de zephyrs en de spahis uit voor een strooptocht, dan vervulde de hoop van Djelma te kun nen ontvoeren hun gedachten. Maar Djelma ontvoeren was spoedi ger gezegd dan gedaan. Geen enkele Frank kreeg haar ooit te zien en toen Khalifa llderim al te zeer in 't nauw werd gedreven, liet hij de zorg voor BURGERLIJKE STAND Gemeente AARDÈNBURG over de maand Januari 1948. GEBOORTENClement E. M., z. van E. Bonte-Missiaen; Adrie E. M., d. van M. Accoe-van den Dorpe; Eduard B,, z. van R. Paridaen-Vercruijsse; André F. J., z. van C. van de Wijnckel-Ver- beke; Andrea I. M., d. van P. Heijn- drikx-Beernaerts; Ronald T., z. van L. Debbaut-Coens; Johanna M., d. van J. Flikweert-Cruson. HUWELIJKENCyriel Dhondt, 33 jr. en Ivonne M. M. Dewitte, 30 jr. uit Maldegem (B.); Jacobus G Musson, 22 jr. uit Maastricht en Irma B. de Neve, 20 jr.; Gerard de Jaeger, 27 jr. uit Maldeghem (B.) en Armanda H. M. de Taaye, 24 jr. OVERLIJDEN: Petrus Verstraete, echtgen. van Maria L. Lampo, 79 jr. Gemeente SCKOONDiJKE- over de maand Januari 1948. GEBOORTP3N: 11, Edmundus Petrus, z. van E. J. Minnaert en C. M. Roets; 26, Gerrit z. van Z. Vermeulen en E. de Paepe. HUWELIJKEN: Geen. OVERLIJDEN: 29, J. Bareman, oud 80 jaar. INGEKOMEN: 6, C. J. P. Uitdewilli- gen en gezin, van Aardenburg; 8, E. Temmerman, van Oostburg; 10, S. M. Merk, van Groede; 12, N. J. Leen- houts, van Oostburg; 14, J. C. de Kra ker, van Apeldoorn; 15, H. Vonk en gezin van Westkapelle; 23, J. J. van Luijk, van Geleen; 27, J. J. M. Wis sing, van Weesp; 28, F. P. Viaene en gezin van Knocke (B.); 30, A. J. van Lare, van Amsterdam. VERTROKKEN: 2, P. Risseeuw naar Makassar Ned. Indië; 5, A. J. Kop- mels naar IJzendijke; 13, A. C. M. Dekkers naar Valence en Brie (Fr.); 15, P. B. van Zeele en gezin naar Breskens; 20, P. J. Fijnaut en gezin naar Waterlandkerkje; 21, D. A. A. van der Plas naar Zaandam. Rijkspostspaarbank. Voor bijschrijving van de rente tot 31 Dec. 1946 kunnen thans worden ingezonden de boekjes van inleggers, wier familienaam begint met S. Voor de overige inleggers is deze gelegenheid tot nadere aankondiging gesloten. zijn vee aan de trouwe hoede der vrouwen van de stam over, trok ver der in zuidelijke richting terug en sleepte de Fransen in het heetste en droogste gedeelte van het jaar steeds dieper de woestijn in. Toen hij het grootste gedeelte zijner soldaten op die wijze zag bezwijken als schapen onder de veepest, vloekte de Chateauroy alle duivels uit de hel en loofde een grote som geld uit aan de man, die hem het hoofd van de sheik of wel de schone Djelma bracht. Op zekere dag hadden de jagers het bivak opgeslagen op een plaats, waar een stuk of wat verdorde en verzengde bomen een zweem van schaduw ga ven. 't Was middag. Half dood, half naakt, te krachteloos zelfs om meer te doen dan een paar van dorst ver smachtende honden, die met elkander vechten om enige druppels water, la gen de soldaten onder de tenten. Hoewel Raoul de Chateauroy een gestel had als een Bedouïn, lag ook hij als een door de hitte uitgeputte bloedhond in zijn tent. Eensklaps werd de loodzware rust, die over het bivak lag, verbroken. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1948 | | pagina 2