De hoogheid van het ambt. TWEE SOUVEREINEN GEDIEND No. 159 Vrijdag 30 Januari 1948 4e Jaargang DE SCHAKEL ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN Verschijnt iedere Vrijdag in alle plaatsen van West Zeeuwsch-Vlaanderen Prijs per kwartaal f i,Franco p.p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitg. Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens, tel. 27 Justitia ziet men altijd en overal afge beeld als een geblinddoekte dame die een weegschaal in balans houdt. Waar om hier steeds een dame afgebeeld wordt is mij niet bekend, doch dat doet eigenlijk ook minder ter zake, omdat de voornaamste aandacht dient te vallen op de weegschaal en op de blinddoek. Deze laatste betekent, dat vrouwe Justitia recht zal doen zonder de persoon wie het geldt, te willen of te kunnen zien. Recht doen alzo zon der aanziens des persoons, of wel ge lijk recht voor ieder. De betekenis van de weegschaal is, dat vrouwe Justitia alle pro en contra nauwkeurig op een goudschaaltje zal afwegen, alle hoor en wederhoor zal toepassen, be zwarende en ontlastende, getuigenissen zal aanhoren, alvorens over te gaan tot het vestigen van een oordeel, tot het uitspreken van een beoordeling of een veroordeling. In ons land zijn bo vengenoemde symbolen van weegschaal en blinddoek, in vergelijking met vele andere landen, steeds uitnemend ver tolkt. Natuurlijk is er wel eens een foutieve uitspraak van een rechter voorgekomen, is wel eens de schijn gewekt, alsof de blinddoek niet ondoor schijnend zou zijn. Fouten worden ge maakt, wanneer er sprake is van han delingen verricht door mensen, omdat zelfs niet alle rechters onfeilbaar kunnen zijn. Het zal ook wel eens zijn voorge komen, dat de weegschaal niet geheel zuiver afgestemd was en dringend om een her-ijk schreeuwde, doch ook deze fout is in ons land toch wel zeer sporadisch voorgekomen. Van zekere zijde is het woord „klasse-justitie" meermalen in de mond genomen, doch veelal was het gesignaleerde feit een goedkoop propaganda-artikel van een - niet aan het bewind kunnende ko- FEUILLETON 73) door OU1DA. „Zo, aardig bruin ding! Ben jij daar? Neem dan maar wat je nodig hebt uit die koelemmer". Het goud werd haar hier even rijke lijk toegeworpen als aan de beruchte Isabelle van de Jockey-Club, doch Ci garette werd er niet rijker om. Zij gaf te veel weg. „Och wat!" zeide zij, als men haar die onachtzaamheid wel eens verweet; „och wat! Het geld is net als een molen. Ook die moet niet stilstaan. Laat het geld draaien, zo snel het maar kan. Des te meer brood krijgt het volk dan te eten". Instinctmatig was de kleine marke tentster een uitstekende staathuishoud kundige. De jager, die de bijnaam droeg van Bel-a-faire-peur, zat intussen nog altijd roerloos op dezelfde plaats, waar Ci garette hem had verlaten. Ongehinderd schoot de zon haar gloeiende stralen men - politieke partij, die het toch zo voor de kleine man opnam! Kort en goed kunnen we zeggen, dat vrouwe Justitia in Nederland steeds op een hoog voetstuk heeft gestaan en ook heden ten dage nog onkreukbaar mag worden genoemd. Daarom is het vooral in de huidige bewogen tijden zo be treurenswaardig wanneer daar blijkt, dat op die gerenommeerde onkreuk baarheid uitzonderingen bestaan bij leden van rechterlijkecolleges. Wij hebben dezer dagen allen in de dagbladen kunnen lezen, dat een te Axel wonend lid van het Tribunaal te Terneuzen door de Justitie in voorlopig arrest is gesteld, als verdacht van zich te heb ben schuldig gemaakt aan omkoping door een door genoemd tribunaal ver oordeelden bunkerbouwer. De over die omkoperij gevoerde onderhandelingen met die bunkerbouwer zouden in Ant werpen plaats hebben gevonden en die bunkerbouwer zou daarvan opna men op gramofoonplaten hebben doen maken, enz. enz. Voorwaar een frisch heerschap die bunkerbouwer, om daar mee in zee te gaan, wanneer althans de desbetreffende krantenberichten juist zijn. Doch dit alles is bijkomstig, hoofd zaak is dat een lid van een rechtspre kend college zich als onbetrouwbaar heeft ontpopt. Dit is in elk geval ontoelaatbaar en uitermate betreurens waardig, omdat daardoor twijfel zou kunnen ontstaan aan de juistheid van andere door dat college uitgesproken vonnissen. Een ieder kent in zijn eigen omgeving gevallen van Veroordelingen en van vrijspraken, die de algemene aandacht hebben getrokken, voor som migen door hun hardheid en voor anderen door hun bijzondere mildheid. Veel is er te doen geweest over de tribunalen in Nederland en in het bij zonder in de kringen van de oud-ille galen is dikwijls ontstemming geweest op zijn baard en op de schitterende kleuren zijner uniform. Hij was een vermetele cavalerist, die door het zwaard der Bedouïnen meer dan een dozijn wonden had ontvangen, die menige zoele nacht op de komst van een leeuw geloerd en de koning der woestijn bevochten en overwonnen had, die duizenden mijlen over de grenzeloze vlakte had afgelegd, die met het licht der sterren boven zich, met het zadel tot hoofdkussen en de kara bijn in de vuist, had liggen slapen, die trouw en goed had dienst gedaan bij uitputtende arbeid, in dodelijk ver moeiende veldtochten en onder de ijzeren wet der krijgstucht en die het vuur, de koenheid en de vermetelheid van de Afrikaanse jager had verbon den met een andere eigenschap, welke met de eerste hemelsbreed verschilde en kalmer van gehalte was. Thans zat de vermetelste man, die ooit in het Franse leger diende, roer loos en zwijgend in de schaduw van een rotsblok. In de linkerhand hield hij een Ga- lignani, die zes maanden oud was. Zijn oog rustte op een paar regelen over de gevelde vonnissen, het zij ver oordelend of vrijsprekend en daarom is van een voldaanheid in die kringen over opgelegde straffen en toegepaste zuivering geenszins sprake en dit is een reden van het voortbestaan van tweedracht in het Nederlandse volk, hetgeen naar mijn mening te betreu ren valt. Met een uitspraak door de rechter moeten we genoegen nemen; daarmee moet de kous af zijn. Doch dan moet ook de zekerheid kunnen bestaan, dat die uitspraak juist was en aan deze zekerheid nu heeft het boven gesignaleerde geval ongetwijfeld veel afbreuk gedaan. „Hoge bomen vangen veel wind" en daarvan moeten de hoge gezagsdra gers zich steeds bewust zijn. Aan hun integriteit worden eisen gesteld, waar aan een particulier van dezelfde hoogte niet geheel behoeft te voldoen. Een hoog ambt stelt eisen aan de bekleder er van, niet alleen op het terrein waar over het ambt zich uitstrekt, neen, over alles, ook het particuliere leven van de betrokkene. Zo moet het, om maar een voorbeeld te noemen, beslist afkeurenswaardig worden genoemd dat een burgemeester, als particulier voor zijn genoegen naar Knocke gaande, deviezen smokkelt. Tienduizend francs genaaid in zijn overhemd. Had hij ze nog in zijn zak gehad dan had hij kunnen verzinnen, dat hij ze er thuis vergeten had uit te doen. Een mens kan verstrooid zijn, nietwaar? En dan had hij zich er met goed fatsoen mis schien nog kunnen uitkletsen. Maar in je verstrooidheid naai je geen bankbiljet ten in je overhemd als je naar België gaat en zeker doe je dat niet als bur gemeester, die ook nog altijd optreedt als hulpofficier van justitie. Voor zo'n verstrooide mijnheer is naar mijn me ning ook niet langer plaats in dat hoge ambt van burgemeester, want in de doodsberichten: „Op de 10e j.l. overleed plotseling in de ouderdom van negentig jaren de hoogwelgeboren heer Denzil, burggraaf Royallieu". Cigarette als bacchante. „L'As de Pique" heette de kleine herberg, die haar uithangbord had aan geslagen op de plaats, waar, boven een sneeuwwitte moskee met marme ren koepels, de palmbomen eenmaal hun waaierachtige bladeren zacht heen en weer wiegden. De vloer der herberg was behoorlijk gewreven, de dampkring met de geu ren van tabaksrook, wijn en brande wijn en met de lucht van olie, knof look en gestoofd vlees bezwangerd. De tonen ener wilde, woeste muziek drongen door dit alles heen. Een zil veren klank en een zekere tijdmaat waren in die tonen echter niet te mis kennen. Theresa's liederen, door een paar Parijse meisjes voorgedragen, werden door zouaven en turco's in koor mede gezongen. Thans waren soldaten en vrouwen op een hoop achteruit ge drongen om voor Cigarette plaats te

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1948 | | pagina 1