Van Oud naar Nieuw.
No. 155
Vrijdag 2 Januari 1948
4e Jaargang
DE SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Verschijnt lederen Vrijdag in alle plaatsen van West Zeeuwsch- Vlaanderen
Prijs per kwartaal f i,—Franco p. p. f 1,15 Adv. 7 cënt p. m.m. Drukker-Uitg. Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens, tel. 27
Tik-tak, tikke-takke, tik-tak gaat de
klok, onafgebroken en niet hetzelfde
rythme steeds maar door, overal ter
wereld, zich nietg bekommerend om
wat er om haar heen gebeurt, steeds
maar door; al maar verder van het
begin en dichter bij het einde. Niet
alleen van 1947, neen ook steeds ver
der van het tijdstip van onze geboorte
en evenzo voortdurend dichter naar
het einde van ons aards bestaan. Nim
mer beseffen we dat zo goed als op
Oudejaarsavond, wanneer het ons ge
geven is om ongestoord onze gedach
ten te laten gaan over het aflopende
jaar en over die, welke daaraan zijn
voorafgegaan. Onverbiddelijk tikt de
klok voort en niets of niemand ter
wereld is er, die de tijd kan stille doen
«taan of hem kan terugzetten. Even
onverbiddelijk volgen de jaargetijden
van óns leven elkaar op. Wat zou het
ons niet waard zijn wanneer we, aan
gekomen in de winter des levens, onze
klok konden terugzetten naar de lente.
Immers dan zouden we ze weer bij
ons hebbenr onze lieve doden, naar
wie in het bijzonder op Oudejaars
avond onze gedachten uitgaan. Dan
zouden ook weer bij ons zijn onze
jongens, die daar in het verre Indië
moesten vallen in de uitoefening van
hun plicht, het herstel van rust en
orde in dat deel van Groter Neder
land. Dan zouden ook nog bij ons zijn
de mannen, vaders en zoons, die hier
bij het vervullen van hun plicht - de
verzorging van hun gezin - zijn om
gekomen op zee of te land door storm
weer of andere ongelukken en rampen.
Doch dit alles is onmogelijk, omdat de
Tijd nu eenmaal niet stil kan staan.
En zo naderen we dan het einde
van het jaar en op de laatste slag van
twaalf uur des nachts draait Vadertje
Tijd een blad van het boek Chronos
om. En voor ons ligt een nieuw blad
van dat boek, voor de Christenen blad
zijde 1948. Thans nog onbeschreven,
doch wat zal er aan het einde van
het komende jaar voor ieder van ons
in geschreven staan? En wie van ons
zal er dan nog zijn, om zijn eigen ba
lans over 1948 na te lezen? Gelukkig
kunnen we deze en soortgelijke vragen
geen van allen beantwoorden. Wel kun
nen we ons bezig houden met het ma
ken van gissingen over wat ons in 1948
in het algemeen te wachten staat en
zo kunnen we bijvoorbeeld reeds thans
de aandacht vestigen op het feit, dat
het jaar 1948 ons land rijkelijk met
jubilea heeft bedacht.
In de eerste plaats is daar het feit
dat, zo de Heer het wil, onze zo diep
vereerde Koningin op 6 September
1948 Haar gouden Koningsschap zal
beleven. Een halve eeuw heeft deze
Oranje-telg ons dan in alle wijsheid be
stuurd en al Haar gaven van hart en
geest in dienst gesteld van het Neder
landse volk. Zij is ons in die vijftig
jaren in vreugde en leed in alles voor
gegaan en wij kunnen daarvoor Haar
nooit dankbaar genoeg zijn en we
kunnen slechts God bidden dat het
Haar gegeven moge zijn, om het Ne
derlandse volk nog lange jaren te mo
gen leiden en dat, wanneer Haar lei
ding eenmaal een einde zal nemen,
Haar Koninklijke dochter, onze even
zeer zo diep vereerde Prinses Juliana,
die leiding zal mogen overnemen. Het
is Oranje en hot blijft Oranje!
Deze zin brengt ons op een ander
jubileum, ook weer een Oranje-jubileum.
Immers zal het in 1948 driehonderd
jaar zijn geleden, dat de Tachtigjarige
oorlog met Spanje een einde nam.
Dat -ons land die langdurige worsteling
kon volhouden en als overwinnaar
daaruit te voorschijn kon komen, dan
ken we aan de eerste Oranje, Willem
de Zwijger, in de eerste plaats en aan
zijn zoons;, die hun krachten en hun
leven gaven voor de onafhankelijkheid
van Nederland., Is" het dan nog ver
wonderlijk dat wij Nederlanders zo
vërknocht zijn aan ons Oranjehuis?
Daarom nogmaals: 't is Oranje en 't
blijft Oranje.
En nu komen we dan aan een derde
jubileum, n.l. het honderdjarig bestaan
van onze tegenwoordige Grondwet. In
1848 ontworpen en ondanks veel te
genstand door Thorbecke doorgevoerd,
kan die grondwet worden beschouwd
als de bakermat van het democratische
regeringsstelsel in Nederland. Door die
grondwet kwam de uiteindelijke zeggen
schap in handen van het volk; daar
op steunden de gemeentewet en de
provinciale wet en uit dit samenstel
van wetten is de grote vlucht van ons
democratisch stelsel gegroeid. Het valt
te betreuren dat die groei ook onge
wenste uitwassen vertoont en onze
grote, liberale Thorbecke zou. in zijn
graf geen rust kunnen vinden wanneer
hij in 1848 had" kunnen vermoeden, dat
zijn grondwet der democratie een eeuw
later - althans naar het oordeel van velenin
den lande - met voeten getreden of
ter zijde zou worden geschoven.
Wat zal 1948 aan de wereld en aan
Nederland brengen? Zal nu eindelijk
een afwikkeling plaats vinden, van de
reeds drie jaar geleden gesloten wapen
stilstand en deze zonderlinge toestand
afgesloten worden door 'definitieve vre
desverdragen met Duitsland en met
Japan. In' het bijzonder is ons land ge
ïnteresseerd bij een definitieve oplossing
van het probleem „Duitsland," vooral
omdat een herleving van Nedérland's
welvaart voor het grootste deel af
hankelijk is van een geconsolideerd
West Duitsland. De tot dusverre op
gedane ondervindingen op het gebied
van vredescongressen of van pogingen
om daartoe te geraken, zijn uitermate
bedroevend. Het Duitse probleem is
inderdaad uitermate lastig en het zit
vol voetangels en klemmen, waarin
voornamelijk de westelijke buren van
Duitsland het meeste gevaar lopen ge
strikt te worden. Doch bij een tegen
werking zoals tot dusverre van Rus
sische zijde daarbij is aan de dag ge
legd, zal een 'voldoening gevende op
lossing van het Duitse vraagstuk nim
mer kunnen worden bereikt. Aan het
einde van het komende jaar zullen we
in dit opzicht nog wel niet veel verder
zijn dan thans het geval is, tenzij de
andere drie van de Grote Vier, n.l. de
Verenigde Staten, Engeland en Frank
rijk, er toe zouden kunnen overgaan,
om althans met West Duitsland tot
een oplossing te komen.
De twee laatste jaren hebben ons in
elk geval één ding geleerd en dat is,
dat Rusland niet wenst mede te wer
ken aan het bereiken van een vredes
toestand in Europa en voorts, dat Rus
land min of meer openlijk tracht om
de gehele wereld zoveel mogelijk in
een chaotische toestand te laten of te
brengen. Overal trachten te communis
ten roet in het eten te gooien, zodra
men in een land probeert de vroegere
orde te herscheppen. Ze komen ge
lukkig daarvoor vrij openhartig uit,
dat zij slechts streven naar een vrede
a la Rusland of naar een toestand, zo
als die door de Russische heilstaat
wordt verlangd of voorgeschreven. In
alle landen waar communistische par
tijen bestaan, handelen deze uitsluitend
volgens ontvangen opdrachten uit Mos
kou. Een aardige illustratie daarvan
lazen we onlangs ergens. Het was op
een van de warmste dagen in de snik
hete zomermaand Juli in Amsterdam.
De mussen vielen bevangen door de
warmte van het dak en het was zo
droog als slechts in 1947 mogelijk was.
In de Kalverstraat liep het lid van de
Eerste Kamer Koejemans met een
opgestoken paraplu. Op de vraag of
hij bang was voor de zon, antwoordde
hij ontkennend; op de opmerking „dat
het toch niet regende" reageerde hij
met de mededeling, „dat het in Am
sterdam inderdaad droog weer was,
doch dat het in Moskou misschien wel
regende."
Deze anecdote geeft precies de
geestesgesteldheid van onze communis
ten weer. Ze houden alleen rekening
met Mouskou, alleen en uitsluitend met
de Russische heilstaat. Nederland en
•Nederlandse belangen zijn bij hen niet
in tel. En toch maken ze deel uit van
colleges, die Nederland besturen! En
zoals ze zich bij ons gedragen, zo doen
ze eveneens in de andere Westerse
landen. Is het dan een wonder dat in
de Westerse landen een actie wordt
gevoerd of staat te worden geboren,
om het communisme in die landen uit
te bannen. We mogen in politiek op
zicht verregaande verdraagzaam zijn
en een ieder zoveel mogelijk vrij laten
in zijn overtuiging. Doch er zijn gren
zen en die dreigen thans te worden
overschreden en daarom dienen we
een halt toe te roepen aan verdere
communistische penetratie. De belangen
van de Westerse beschaving staan op
het spel. En laten we daarom het
Nieuwe jaar ingaan met de vaste voor
nemens om in Nederland eensgezind
partij te kiezen tegen het communisme,
geen aandacht te schenken aan cöm-
munistische protesten, waar die ook
mogen opklinken en geen gevolg te
geven aan hun verzoeken om te staken
of te saboteren. Laten we althans in