DE SCHAKEL
H.H. Adverteerders!
De Bevolking presenteert.
TWEE SOUVEREINEN GEDIEND
No. 152
Vrijdag 12 December 1947
3e Jaargang
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Verschijnt iederen Vrijdag in alle plaatsen van West Zeeuwsch-Vlaanderen
Prijs per kwartaal f i,Franco p.p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitg.'Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens, tel. 27
Daar de Kerstdagen ditmaal op het
einde der week vallen, zal ons blad in
de Kerstweek niet verschijnen op 26
December, maar 2 dagen vroeger,
dus op Woensdag 24 December.
Gelieve dus ook Uw advertenties 2
dagen vroeger als gewoon in te zenden.
Het verdient ook aanbeveling om
aankondigingen die betrekking hebben
op uitvoeringen, samenkomsten of der
gelijke tijdens de Kerstdagen, te doen
plaatsen in het nummer van 19 Decem
ber a.s., daar wij er niet voor kunnen
instaan dat alle aborihé's het nummer
dat op Woensdag 24 December ver
schijnt, nog vóór de Kerstdagen in hun
bezit zullen hebben.
Het daarop volgende nummer ver
schijnt op 2 Jan. 1948. Hierin zal dus
gelegenheid bestaan tot het doen op
nemen van Nieuwjaarswensen.
De opgaven hiervoor zien-wij gaarne
zo spoedig mogelijk tegemoet.
De Uitgevers
Na vele dagen in spanning gezeten
te hebben, kwam voor de burgers van
Pekalongan op 3 Augustus de ontspan
ning, toen Nederlandse troepen het.
stadje binnenrukten.
Een nieuwe periode brak aan en
de wederopbouw werd ter hand geno
men iiï nauwe samenwerking met
Arabieren, Chinezen en Indonesiërs.
Als tegenprestatie heeft nu de bevol
king de militairen op hun beurt een
ontspanning bezorgd in de welbekende
gracieuze vorm van een Oosterse
toneel zang- en dansavond.
De zaal van de Capitol-bioscoop, die
de republikeinse tijd in dolce far niente
heeft doorgebracht, was bezet door
FEUILLETON
68)
door OUIDA.
Ging hij naar Frankrijk, dan was
het tractaat van uitlevering daa£. In
Rusland, Oostenrijk en Pruisen dreigde
hem hetzelfde gevaar. Hij zou herkend
en aan het gerecht overgeleverd wor
den. Maar ook in de Nieuwe Wereld
kon hij zijn geluk beproeven. Wel had
hij geen geld om zijn overtocht te be
talen, maar daarvoor zou hij als
matroos kunnen dienst nemen.
Terwijl al die visioenen wanordelijk
in zijn brein spookten, was hij bijna
niet zeker of hij niet de nachtmerrie
had.
Een tijdlang bleef hij als een be-
schonkene, met het hoofd op de arm
en het gelaat in 't gras verborgen,
roerloos liggen.
Het luiden van de klok van een
klooster werd flauw tot hem overge
dragen. Dit geluid wekte hem uit zijn
verdoving. Het deed hem weer begrij
pen hoe weinig tijd hem restte, als
een gevarieerd gezelschap van militai
ren, burgerlijke bestuursambtenaren en
diverse bevolkingsgroepen. Punt één
van het bonte programma, het openings
woord werd uitgesproken door het
hoofd burgerlijk bestuur, assistent-
resident De Man. Alle aanwezige heren,
Generaal de Waal in- het bijzonder,
werden een hartelijk welkom toegeroe
pen. Na ter verduidelijking te hebben
gezegd, dat deze avond alleen bestemd
was voor de militairen, veranderde de ass.
res. evenwel direct van woordkeus
en completeerde het „geachte heren"
met „dames" ter vermijding van min
derwaardigheidscomplexen bij het aan
wezige vrouwelijke Rode Kruis- en
Sociale Zakenpersoneel. Vervolgens
richtte De Man zich weer uitsluitend
tot de mannen. Bijzondere verdiensten
en vorderingen tot op de dag van he
den werden gememoreerd. Het contact
en de goede verstandhouding met de
bevolking waren wel duidelijk geble
ken door deze feestavond, maar zo
zei de resident, deze beide essentiële
vereisten, die van zo'n groot belang
zijn bij de wederopbouw van stad en
platteland worden nog versterkt als
men eikaars zeden, gewoonten en ge
dachten volkomen leerde begrijpen en
waarderen. Bij deze woorden, die ge
tuigden van een oprechtv streven naar
eendrachtig samengaan, raakten de
aanwezigen ongemerkt toch wel even
onder de indruk, temeer omdat degenen
met wie men tot een nog opbouwende
samenwerking moest komen, zich in
dezelfde zaal bevonden.
Het Wilhelmus, dat tevens de muzi
kale opening vormde, werd in het volle
bewustzijn van de te vervullen taak-j
plechtig gezongen.
Als het begin van deze weergave
uitvoerig langdradig was geschreven,
dan had men dat de typering kunnen
noemen voor. het begin van de be
hij de vlucht wilde vervolgen, die hii
ondoordacht begonnen was en daarna
zo onwankelbaar vastberaden had
doorgezet. Terstond en zonder aarzelen
moest worden gehandeld.
„Wat doet het er eigenlijk toe?"
dacht hij. „GeheeKdoor eigen schuld
zou ik toch ook over de kop zijn gegaan.
Was die quaestie met deze wissel niet
voorgekomen, dan zou ik toch door
mijn schulden verplicht zijn geweest
de ankers te kappen."
Langzaam stond Cecil op.
Circa veertig minuten was hij van
het station verwijderd, doch hij wist
de weg niet goed en werd bovendien
door een gevoel van uitputting bekro
pen. Sedert dat ontbijt vóór de wedren
had hij niets genuttigd.
Aan de rand van het hout lag de
hut van een jager. Hij trad de geopende
deur binnen en vroeg de jager, die
juist met worst en bier zijn maal zat
te doen, om wat eten.
Grof en slecht was het voedsel,
maar het bier goot hij met volle teu
gen in ^de keel. Ook nam hij een stuk
brood. Daarop trok hij een ring met
een grote saffier van de vinger en
roemde Serimpidans, die als eerste
nummer 'werd uitgevoerd. Sommige
militairen hebben in de loop van hun
Indiëtijd wel eens danseresjes van hout
snijwerk gekocht. Het menselijk model
van een dezer kunstwerkjes voerde de
beroemde Javaanse, dans uit in een
toneelomlijsting van Chinese, Neder
landse en Arabische vlaggen en in
muzikale omlijsting van gamelanklanken.
De aandacht van de militairen werd
geleidelijk groter, naar gelangd de een
tonige dansbewegingen en het rythmi-
sche tromgeroffel vlugger werden. Het
is echter altijd weer zo, dat op het
hoogtepunt, juist als men denkt dat
het nu goed begint te worden, alles
onverwacht in stilte en verstarde hou
ding terugvalt. Chinezen vervangen
de stilte echter door Hawaiafimuziek.
„De blauwe Donau" wordt geïmiteerd
door Chinese balletdanseresjes. Natuur
lijk begrijpelijk als onze jongens, die
dagelijks met het harde grauwe mili
taire leven te. maken hebben, bij het
zien van al dat donzige engelengedoe
even een onschuldig oei-geloei door de
zaal laten galmen. De bewondering
voor de „kunst," het handgeklap ge
tuigt daarvan, stijgt ten top als een
vioolkunstenaar z'n strijkstok nu eens
niet met de vingers maar met z'n
tenen vasthoudt. Bij de tweede stunt
staat de strijkstok rechtop tussen de
knieën en beweegt de violist zijn in
strument langs de strijkstok en ver
volgens wordt de viool stil gehouden,
terwijl de knieën via de stok een tok
kelende melodie voortbrengen.
„Het is ook wel leuk" zei een mili
tair, „om inplaats van: „Weet je wat
een zoentje is, een zoentje is een little
kiss," eens echte: Arabische songs door
eghte Arabieren te horen".
Na de nummers Klonodans, Chinese
Hula Hula en de Sheik van Arabië
kwamen tenslotte alle artisten voor de
reikte hem de jager toe.
„Dat ding is heel veel waard. Wil
je het in ruil nemen voor dat geweer
met wat kogels?"
De duitser staarde Cecil met open
mond aan. Toen sloot hij gretig de
koop. Van juwelen had hij wel geen
verstand, maar de glans van die steen
verblindde zijn oog en geweren had
hij meer dan genoeg en kon hij bo
vendien volop van zijn heer krijgen.
Cecil bedankte de jager en stapte de
deur uit.
Nu hij dat geweer in handen had,
gevoelde hij zich gereed voor de taak,
die hem wachtte. Werd hij thans in de
engte gedreven, dan zou hij tenminste
voor zijn vrijheid kunnen vechten. Zo
ging hij naar het station. Door niets
trok hij de aandacht en was voorlopig
veilig. Maar nog veel veiliger was het
voor hem, dat de Trein terstond na zijn
komst aan^'t station, voor het perron
rolde.
Cecil mocht van geluk spreken. Hij
trof een ledige coupé. Hij nam die en
de trein suisde met hem voort en ver
dween in het hart der wouden.
Een diepe, droomloze slaap over-