Bezinning geboden. TWEESOUVEREINEN GEDIEND No. 142 Vrijdag 3 October 1947 3e Jaargang DE SCHAKEL ALGEMEEN NIEUt/VS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN Verschijnt iederen Vrijdag in alle plaatsen van West Zeeuwsch-Vlaanderen Prijs per kwartaal f i,Franco p.p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitg. Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens, tel. 27 Mijn artikel „Geen woorden meer; daden" in De Schakel van 12 Sept. j.l. heett blijkbaar nogal wat stof doen opwaaien hier en daar en ik kan slechts verklaren, dat zulks tot voldoening stemt. Trouwens het was ook met die bedoeling geschreven en wanneer het nodig mocht blijken ben ik bereid, om nog meer knuppels in het hoenderhok- te gooien, al ontveins ik mij niet dat ik daarbij de kans loop, om een of andere kip min of meer vleugellam te gooien. Als het dan maar de kip is die ik precies treffen wilde, is de zaak gezond. Kippen die niets op hun ge weten hebben behoeven overigens niet bevreesd te zijn dat ze getroffen zullen worden; integendeel die zal ik trachten te beschermen, in de hoop dat ze zul len voortgaan met onmisbare eieren te leggen. Aan broedse kippen, die maar kakelend en klokkend heen en weer lopen heeft onze verarmde maatschap pij evenwel niet veel. Plet zijn daaren tegen die rustig producerende kippen, die stille werkers waarvan we het heb ben moeten die - moeten met rust worden gelaten en zij behoefden zich dan ook niet te ergeren aan bovenge noemd artikel. Hier geldt dus terecht Wie de schoen past, trekke hem aan. Toch heeft meergenoemd artikel bij verschillende lezers een verkeerde indruk gewekt, gelijk mij uit ver scheidene bijvals-betuigingcn gebleken is. Er waren er die daarbij zo ver gingen dat ze me het verzoek deden, mij aan het hoofd tc plaatsen van een commissie of iets dergelijks, welke zich tot taak zou stellen eens een eind te maken aan de wantoestanden op het gebied van de werderopbouw in het Land van Cadzand. Ik wil die lezers langs deze weg mededelen dat ik daarvoor nooit te vinden zal zijn en wel om de volgende redenen. In de FEUILLETON 58) door O IJl DA. Petite Reine. Toen een Pruis zich de avond te voren tengevolge van zijn verliezen aan de roulette had doodgeschoten, ontstemde dit het gezelschap te Baden- Baden minder dan de onbegrijpelijke nederlaag van de King dien morgen. 't Was een duistere zaak. Verder kwam men niet. De vergiftigde stang had haar taak beter volbracht dan in Willon's bedoeling had gelegen. Ze had niet zulke tastbare sporen mogen nalaten als thans. Toch was het gif met zoveel zorg gereedgemaakt, dat het geneeskundige onderzoek geen spoqr daarvan aan 't licht bracht en dat de veearts, in weerwil van zijn innige overtuiging, dat aan het paard iets was ingegeven, niet zeggen kon door welk middel dit was geschied. Forest King had het „afgelegd". Men zag dit wel meer bij de wedrennen. allereerste plaats ben ik een groot voorstander van discipline, hetgeen betekent dat ik steeds achter de vyet- tig gekozen Regering sta, onverschillig of die mijn richting is toegedaan of niet; voor mij betekent elke wettig ge kozen vertegenwoordiging het gezag, dat men heeft te gehoorzamen en waartegen men nimmer openlijk of ondergronds in opstand mag komen. Kn in de tweede plaats ben ik er vol komen van doordrongen, dat geen enkele particuliere commissie of wat dan ook met succes kan optreden tegen de bestaande ambtelijke instel lingen; deze zeker niet kan omverwer pen of terzijde schuiven. Wel kan op misstanden worden gewezen, kunnen ontoelaatbare handelingen van ambte lijke instanties te bevoegder plaatse worden voorgebracht, mag ook felle critiek worden geleverd, ook op de Regering. Wanneer men ingrijpen van de Regering verlangt in de handelingen van een lagere autoriteit, i. c. provincie, waterschap of gemeente moet men toch te allen tijde de hierarchieken weg volgen, dus onderaan beginnen en zich niet rechtstreeks wenden tot de Koningin of de Staten-Generaal. De hogere instantie immers zendt toch steeds elk adres rechtstreeks tot haar gericht, terug naar de instantie, waar men had moeten beginnen en tegen wie het adres ook feitelijk is gericht. M.a.w. wanneer daar bijvoorbeeld is een groep van ingezetenen, die zich niet met een vastgesteld bouwplan kan verenigen, dan moeten die mensen zich niet tot de Koningin of Regering wenden, doch eerst aankloppen bij het gemeentebestuur. Immers de gemeente raad stelt uiteindelijk een bouwplan voor zijn gemeente vast, zij het ook dat dit daarna door een hogere instan tie nog moet worden goedgekeurd. Die hogere instantie is niet bevoegd dat Een ogenblik van al te grote inspan ning, een reis met de trein, een plot selinge vermindering van krachten, een zeuwfoeval of duizeligheid konden daar van de reden zijn. De lijdende partij mocht denken, dat het paard vergiftigd of voor zijn taak met opzet ongeschikt gemaakt was, bewijzen kon dit toch niemand. De garde was geducht uit het veld geslagen. De roem van de Engelse paardenliefhebbers was aan de King en zijn eigenaar toevertrouwd en bei den hadden de nederlaag geleden - de King als een gemene knol uit een stalhouderij en Cecil als een jockey die is omgekocht. Dit was vreselijk bitter en onheilspellend en toornig klonk het verontwaardigde „vergiftigd" door de opeengepakte massa aristo craten op het renpark van Iffesheim. Onder al die opgewondenen was alleen Cecil doodbedaard. Slechts een maal sloeg hij met een plotseling, dreigend licht in de zachte ogen de wimpers op en zeide: „Als je hem ontdekt, laat hem dan over aan mij". In een ogenblik was dit licht weder bouwplan te wijzigen; dat kan alleen de betrokken gemeenteraad. Men kan over een reeds goedgekeurd bouwplan dus te allen tijde in overleg treden met de gemeenteraad; voelt de meer derheid van die raad voor de gedachte wijziging, dan kan die bij raadsbesluit worden vastgesteld en dan dient daarop weer de goedkeuring van regeringwege te worden verkregen. Dit in het algemeen. Aanleiding tot dit artikel is de onverkwikkelijke ge schiedenis die zich blijkens de Provin ciale Zeeuwse Courant momenteel tc Schoondijke afspeelt. Ik zeg „onver kwikkelijk" en kan daarvoor geen ander woord vinden. De achtergrond van deze affaire is me geheel bekend en zoals zo dikwijls helaas in kleinere plaatsen het geval is, is voor sommige mensen of voor een bepaald iemand, die zich daarvoor spant of laat span nen, de achtergrond hoofdzaak, terwijl de hoofdzaak hem zelf feitelijk niet deert of aangaat. En dat is ergerlijk, want daaronder lijdt de eigenlijke affaire die aan de orde wordt gesteld, het meest, tot groot nadeel van de daarbij betrokkenen, die er feitelijk zijn ingelopen, omdat ze niet hebben geweten wat de gevolgen van een en ander zouden kunnen zijn. Schoondijke was naar ik meen te weten de eerste gemeente in Nederland, die voor haar heropbouwplan de vereiste goedkeuring heeft verkregen. Hulde aan deze be toonde voortvarendheid en hulde voor het behaald succes. Ik wil direct aan nemen dat dit bouwplan voor ver betering vatbaar zou zijn, dat daaraan wellicht hier of daar een foutje zou kleven; immers waar gewerkt wordt kunnen fouten ontstaan. Maar feit is, dat het bijna geheel verwoeste Schoon dijke met de wederopbouw had kun nen beginnen, ware het niet dat thans, nota bene na de vaststelling en goed keuring van dat bouwplan, van be- verdwenen, maar een ieder die de wilde ader kende, welke door het bloed van Royallieu liep, wist nu, dat die kalme, zwijgende man dan ontzettend wraak zou nemen over het kwaad, zijn paard aangedaan. Verder zeide Cecil weinig of niets meer. Hij gevoelde zich als iemand, die een geweldige val heeft gedaan en daardoor verbijsterd, vernietigd is. Voor de eerste maal in zijn leven wenste hij vurig alleen te zijn. Hij wist, dat hem nu de laatste plank was ontzonken, die hem tegen volslagen ondergang kon behoeden. Slechts enkele personen om hem heen mochten dit vermoeden, maar tharts stond hij voor een volslagen redde loze ondergang. Hij was verplicht ge weest zo hoge weddenschappen aan te gaan, dat hij zich met het gewon nen geld gedeeltelijk van zijn schul denlast kon ontheffen. Thans echter had hij geduchte verliezen geleden. Hoe hij het geld hiervoor zou beko men, was hem niet bekend. Met ver pletterende kracht had de slag hem getroffen.-

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1947 | | pagina 1