ȣfvui>NUMMEF
Koos zei weer wat.
TWEE SOUVEREINEN GEDIEND
No. 141
Vrijdag 26 September 1947
3e Jaargang
DE SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Verschijnt iederen Vrijdag in alle plaatsen van West Zeeuwsch-Vlaanderen
Prijs per kwartaal f I,Franco p.p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitg. Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens, lel. 27
In „De Schakel" van de vorige week
brengt de heer v. O. in zijn artikel
„Sociale Voorzieningen" hulde aan Mi
nister Drees, voor de door dezen inge
voerde noodvoorziening voor ouden van
dagen, als voorloper van een Staats
pensioen voor dat deel van het Neder
landse volk, dat geen productieve ar
beid meer kan verrichten. De schrijver
voegt daaraan o.m. nog het volgende
toe: „nu de wind eenmaal door de wil
der kiezers uit een andere hoek blaast,
achtten Drees c.s. de tijd rijp voor de
eerste stap naar betere levensvoorwaar
den voor de oudjes".
Met de hulde gebracht aan Zijn
Excellentie Drees kan ik mij geheel
aansluiten. Deze minister is inderdaad
een excellent man, iemand die in de
beide Kamers der Staten-Generaal het
gehoor en de sympathie heeft van alle
daarin aanwezige politieke schakeringen,
uitgezonderd uiteraard de Communisten,
die alleen sympathie blijken te koeste
ren voor Moskou en voor zichzelf. Dat
bijna onze gehele volksvertegenwoordi
ging achter Minister Drees staat, is
niet toe te schrijven aan het, feit dat
hij een der vertegenwoordigers is van
•de Partij v.d. Arbeid, doch enkel aan
het feit dat hij een realiteit is, iemand
die met zijn voorstellen en met de ver
dediging daarvan steeds met de beide
benen op de grond blijft. Hij maakt
zich nimmer schuldig aan demagogie;
de ongunstige betekenis van dit Grieks-
Latijnse woord luidt volgens het woor
denboek: „het bewind in handen willen
krijgen door het speculerenv op de la
gere hartstochten". Aan volksmisleiding
doet de heer Drees inderdaad nooit
mede en het ware te hopen, dat dit
ook gezegd kon worden van alle ove
rige leidende figuren uit de Partij v.d.
Arbeid, doch helaas is dat niet het
57) door OUIDA.
Maar thans - thans hing er tussen
hem en die zonnige morgen een dunne,
nevelachtige sluier.
Dof troffen de welbekende tonen zijn
oor. Tegen zijn gewoonte schudde hij
driftig en toornig het hoofd. Hij wist
niet wat hem scheelde. Het bedwel
mende middel dat hem was ingegeven,
was zijn aderen binnengedrongen en
zocht thans sluipend, doch zeker, zijn
weg naar het verstandige brein en
werd over de anders zo uitstekende
zintuigen meester.
Het sein tot afrijden werd gegeven.
Met de kracht van een plotseling van
zijn banden bevrijde stortvloed stormde
de gehele troep het eerste ogenblik
met dolzinnige drift langs de renbaan.
In een ogenblik bevrijdde de King
zich van de nabijheid zijner mededin
gers en was hij met zijn zwevende
galop van voorheen l'Etoile in één
sprong drie paardlengten voor.
Maar toen kwam er in zijn ogen een
uitdrukking van ontzettende angst. Dat
geval. Een recent voorbeeld daarvan
is de radiorede van de voorzitter dier
Partij over de Indonesische kwestie,
die hij op 14 September heeft uitge
sproken. De heer Vorrink constateerde
daarin, dat er voldoende reden is om
aan te nemen, dat er tengevolge van
ons militaire optreden in Indonesië op
nieuw een onhoudbare toestand is ont
staan. Volgens hem leidde het uitblij
ven van de verwachte goede resultaten
van de politionele actie tot een im
passe, die het gevaar van een kabinets
crisis opwierp. Uit deze impasse is
Nederland - volgens hem - geholpen
door het feit dat de republiek kans
zag het geschil in de Veiligheidsraad
aan de orde te doen stellen. Het beste
is volgens de heer Vorrink, 0111 van
het ingrijpen van de Veiligheidsraad
gebruik te maken om opnieuw te
trachten met de republiek tot een ac-
goord te komen, het eens te worden
met de coöperatieve figuren uit het
republikeinse kamp, die een politieke
idee vertegenwoordigen. De heer Vor
rink eindigde zijn rede met de conclu
sie, 'dat het conflict in de sfeer van de
internationale politiek is getrokken,
waar het naar zijn diepste wezen in
het huidige stadium der wereldgeschie
denis ook thuis hoort
Een eigenaardige conclusie door de
Voorzitter van een der regeringspar
tijen de aether ingeslingerd, waar n.b.
de vertegenwoordiger dier zelfde Re
gering, onze eminente minister Van
Kleffens zeker met instemming van 90
pCt. der Nederlandse bevolking voor
de Veiligheidsraad uit den treure heeft
aangetoond, dat het hier een inwendige
aangelegenheid van het Rijk der Ne
derlanden betreft, dat de Veiligheids
raad ten deze generlei bevoegdheid be
zit en dat er bovendien geen enkele
aanleiding voor de Verenigde Naties
bestaat, om zich in dit interne conflict
verstijvende, ziekelijke gevoel van mis
selijkheid bekroop hem weer. Hij beef
de op de benen. Al de kracht en de
moed en het vuur, die hij bezat, voelde
hij wegzinken. Toch hield hij vol als
een held Hij hoorde de donderende
hoefslag der voorste paarden hoe lan
ger hoe meer naderen. Hij voelde ook,
dat zijn mededingers hem hoe langer
hoe dichter op de hielen kwamen.
Hij voelde de stoom, die als rook van
de schoft zijns mededingers vloog, op
zijn eigen flanken en schouders bran
den. Hij voelde wat hem tot nog toe
in zijn ganse leven onbekend was ge
bleven - de verlammende werking ener
nederlaag!
Van verbazing met stomheid gesla
gen, keek de schitterende mensen
menigte, die de vlakte bedekte, het
paard na. Zij zag, dat de beroemde
engelse held was geslagen - geslagen
als een oude, versleten knol.
Nog een ogenblik spande het dier
al zijn krachten in om zich van de hem
omstuwende drom fvan paarden vrij
te maken, in de eerste plaats om zich
te verlossen van de ergste vijand van
allen, van die nevelsluier, die zijn oog
te mengen.
De heer Vorrink wil opnieuw trach
ten te komen tot een accoord met de
republiek! Het is wel interessant om
in dit verband een mening weer te
geven 'van een partijgenoot die in
„Paraat," het weekblad van de Partij
v.d. Arbeid, uit Java het volgende
schrijft:
„Vooropstellende dat ik tegenstan
der was van het politioneel optreden
en mijn opvattingen omtrent het vrij-
heidsstreven van de volkeren in In
donesië niet gewijzigd zijn, is mij
toch wel iets anders duidelijk ge
worden. De hoop, door onderhandelen
de zaak hier op Java in het reine
te brengen, is volkomen weg. Die
mogelijkheid bestaat niet meer. De
Republiek is nu minder dan ooit in
staat haar bevelen te doen opvolgen
en wat erger is, het lijkt mij dat ze
er ook niet de minste moeite toe
doet. Verder is haar actie vooralge-
richt tegen het eigen volk. Steeds
worden kampongs overvallen en dan
wordt er geroofd, gebrand en ge
moord. Dit is geen verhaal, maar
door mij zelf geconstateerde waar
heid".
Ziehier een ander geluid dan wat de
heer Vorrink laat horen. Hier is een
man van dezelfde partij aan het woord,
die de feitelijke republiek in haar tegen
woordige naaktheid en slechtheid zelf
heeft aanschouwd. Een onverdacht ge
tuigenis van een partijgenoot van de
heer Vorrink, welke laatste - met welke
bedoeling toch? - maar weer opnieuw
aan het kletsen wil gaan met de ver
tegenwoordigers van die voze republiek.
Met de constructieve elementen als
Soekarno en Sjarifoeddin, die een paar
dagen geleden in een persconferentie
hun bereidheid tot nieuw overleg te
kennen gaven. Het is wel opmerkelijk
dat de rede van Vorrink, de bereid-
bedekte! Nog één seconde trachtte de
King het leven van voorheen met ge
weld in zijn leden terug te brengen,
de onbezweken kracht en frisheid aan
zijn zenuwen en spieren weer te ge
ven. Daarop werd de duisternis om
hem heen nog groter. Het machtige
heldenhart bezweek. De King kon niet
meer. De hand van zijn ruiter beteu
gelde zijn vaart en wendde hem zon
der de minste drift of toorn uit de
baan en Cecil's stem klonk zeer zacht
en kalm, toen hij het woord richtte te
gen de mensen, die bespeurden, dat
alle verdere inspanning toch niets ba
ten zou en die zich om zijn zadel
verdrongen.
„Wat de King scheelt weet ik niet,
maar hij kan bijna geen voet meer ver
zetten. De veearts moet hem maar eens
nazien. Als ik nog een paar pas ver
der was gereden, zou hij met mij on
dersteboven zijn gevallen".
In volle vaart zetten de andere die
ren zonder de favorite de wedren voort
en de „Prix de Dames" werd door
het franse paard l'Etoile gewonnen.
Wordt vervolgd.