nemen initiatief dient te worden ge
dragen door, of uit te gaan van de
vertegenwoordigers der burgerij, de
gemeenteraad. Onophoudelijk tamboe
reren op het punt van woningbouw,
waarvoor alle andere zaken moeten wij
ken, desnoods weigeren om aan andere
dingen zijn medewerking te verlenen,
zolang niet met een afdoende verbete
ring van de bestaande woontoestanden
een begin is gemaakt.
Zijn krachten dus niet bepalen tot
het uiten van klachten in een radio
vraaggesprek en een schriftelijke her
innering zenden aan het betrokken de
partement met een beleefd verzoek om
bespoediging van het ingediende bouw-
of verkavelingsplan. Neen, er persoon
lijk op afgaan als Burgemeester, in uit
voering van een opdracht van de ge
meenteraad en als een terrier de broek
van een hoge departements-ambtenaar
vasthouden. Met schrijven bereikt men
in een verambtelijkt land niets, met
een persoonlijk - desnoods onaange
naam - onderhoud daarentegen zeer
veel. Ik ben lang genoeg ondergeschikt
ambtenaar geweest, om te weten hoe
de afdoening van brieven kan worden
vertraagd, maar ik ben ook lang ge
noeg leiden'd ambtenaar geweest om
te weten, hoe die leidende ambtenaar
aan vertragings-sabotage van andere
instanties een einde kan maken.
Hier moet worden gehandeld, niet
zoals een onderdanig ambtenaar zijn
taak opvat, doch zoals een particulier
dat voor zichzelf zou doen. Het zijn
grote tijden waarin we leven, en grote
tijden vragen daden; geen woorden
kunnen de moeilijkheden oplossen, doch
slechts daden en nog eens daden. Niet
met woorden als een Don Quichotte
de ambtelijke molens te lijf gaan, doch
met vereende krachten die molens om
ver werpen. Dat eischt deze tijd, om
dat nu meer dan lang genoeg de men
sen in onbewoonbare bunkers hebben
moeten vertoeven. Het is een kwestie
van aanvoelen, doch persoonlijk moet
ik ronduit verklaren dat ik indien ik
burgervader ware, geen expres voor
mij gebouwde of gerestaureerde wo
ning zonder gewetenswroeging zou
kunnen betrekken, zo lang er in mijn
onmiddellijke nabijheid nog gezinnen
moeten vertoeven in gelegenheden, die
zelfs voor varkens nog niet bewoon
baar zijn te achten. Gedeelde smart is
halve smart en wanneer de voorgangers
die een honderd pond of wat aan
handschoenen en zelfs, onder de roos,
een paar bankjes van vijf en twintig
pond op het paard had gewed
„Wel stellig! Doet hij dit niet, dan
beloof ik je een even mooi toneeltje
als dat van die meneeer bij Asnières.
Om uwentwil zal ik het slot zo schil
derachtig mogelijk maken. Zou je niet
verstandig doen mij maar reeds een
lok van je haar te geven?"
De gravin begon te lachen en schud
de toen het hoofd. Als een man een
zelfmoord pleegde, verlangde zij vol
strekt niet, dat haar naam met die
dwaasheid werd in verband gebracht.
„Kom, doe zo. iets maar nooit,
hoor!" klonk het met een betoverend
lipje. Een zelfmoord is voor een man
van uw stempel een veel te sterk-
sprekende daad, Bertie."
Wat zie ik daar? Likeuren, truffels
en de duivel weet wat al zo meer?
Koude biefstuk en geen droppel wijn,
als je nog een greintje geweten hebt,
Bertie!" riep Chesterfield, de apostel
van de voorbereidende oefening",
toen hij op de dag van de wedren
met de Seraph in de tuin van het
in een gemeente hetzelfde lot onder
gaan als de minder gelukkigen, zal
zelfs de zwaarst getroffene zijn leed
gemakkelijker kunnen dragen.
Ik ben er van overtuigd dat dit ar
tikel in mineur is gesteld, doch het
aanschouwen van zoveel ellende heeft
mij niet in een stemming gebracht
een vrolijker geluid te doen horen. Het
is mogelijk dat feen of andere autori
teit zich op de tenen getrapt acht,
doch dan kan ik daaraan toevoegen
dat het mij voor hem spijt, dat het
nodig of mogelijk was. Ik heb mij tot
algemeenheden beperkt, alhoewel het
mij mogelijk zou zijn geweest bepaalde
misstanden uitvoerig aan te geven en
man en paard te noemen. Dat heb ik
tot dusverre niet gedaan en ik hoop
dat het niet nodig zal worden. Indien
het toch noodzakelijk mocht blijken
zal ik daartoe zeker overgaan, doch
niet in een kranten-artikel, omdat ik
dat niet de juiste wijze acht. Men zal
mij van zekere zijde misschien toeroe
pen: „Waar bemoeit die kerel zich
mee" en dan past daarop alleen dit
antwoord: „Uit liefde voor mijn ge
boortegrond en uit medegevoel voor
mijn oud-streekgenoten". In de grond
waarop ik geboren ben wens ik ook
begraven te worden. Ik wens hier bin
nen zeer afzienbaren tijd terug te ke
ren, indien mogelijk in 1948, wanneer
ik althans van het college van B. en
W. van de gemeente waarin ik mij
vestigen wil een vestigingsvergunning
zal kunnen krijgen. Mogelijk wil men
mij als ongewenste vreemdeling beschou
wen; indien dat het geval is zal ik
ergens anders moeten aankloppen.
Maar hoe dan ook en waar ook, de
belangen van het Landje van Cadzand
behouden mijn warme bslangstelling en
aan de behartiging daarvan hoop ik
nog lang te mogen medewerken en
daaraan meer optimistische beschou
wingen te kunnen wijden. L.
BURGERLIJKE STAND.
Gemeente OOSTBURG.
over de maand Augustus 1947
GEBOORTEN 5, Maria Elizabeth,
d. van A. de Groote en van S. E.
Vermeulen te Hoek; 3, Olga Marina
Cornelia, d. van M. M. Meijer en van
C. Daniëlse te Oostburg; 6, Jan, z. van
A. D. de Schipper en van J. S. de
Vlieger te Breskens; 6, Henk, z. van
1
hotel Stephanien bij het tafeltje kwam,
waaraan Cecil en Wentworth zaten te
ontbijten.
„Een geweten, zeg je? Dat heb ik,
voor zover ik mij herinneren kan, nooit
bezeten. Al de baasheid, die in mij
was. heb ik door jou te Eton verloren."
„Ik wed, dat je op je bed koffie
hebt gedronken."
„Wat zou dit dan nog? Denkt je,
dat een beetje mokka aan Bertie's ge
stel kwaad zal doen? Kom, evenmin
als aan 't mijne," antwoordde de
Seraph.
„Nu, Rutheroth oefent zich wel en
geducht ook," bracht Wentworth in 't
midden.
„Maar geoefend heb ik mij toch
eveneens," gaf Bertie onderdanig ten
antwoord. „Ga maar eens na hoeveel
ik heb gewalst! Zwaarder werk bestaat
er niet."
Cecil's veroordelaars begonnen te lachen
doch gaven hun opinie niet op.
„Je hebt ontzettende gevaren gelo
pen," vervolgde Chesterfield. „De
King ziet er perfect uit. Ik heb er
niets tegen te zeggen. Maar hoe hon-
derde malen heb je ons verteld, dat
A. D. de Schipper en van J. S. de
Vlieger te Breskens; 6, Estella Maria,
d. van A. J. Mussche en van E. K.
Menue te IJzendijke; 11, Johanna
Jacoba, d. van A. J. Verduijn en van
S. M. Robijn te Groede; 11Maria
Elsa, d. van P. S. van Overmeeren
en van M. J. Descamps te Sluis; 12,
Anthonette Dirkje, d. van C. A. Cap-
pon en van A. M. Schippers te Nieuw-
vliet; 13, Marinus Jacobus, z. van J.
C. Bouwens en van J. E. Wage te
Groede; IS, Lena Jozina. d. van A.
Burger en van P. v. d. Gruiter te
Oostburg; 18, Emmie Martha Christi
na, d. van J. B. de Backere en van
P. A. M. van Rie te Oostburg; 20,
Daniel Willem, z. van A. Vreeke en
van M. J. Haak te Oostburg; 20 Mag-
dalena Jacomina, d. van C. v. Hoeve
en van S. Plerweijer te Groede; 24,
Theodorus Joannes, z. van J. v. 't
Westeinde en van B. M. M. Taalman
te Groede; 29, Abraham Izaak, z. van
C. J. van der Slikke en van J. S. Becu
te Breskens; 31, Adriaan, z, van A.
F. Rosendaal en van M. E. S. Koster
te Nieuwvliet.
OVERLIJDEN 11, Bouwens, Marinus,
oud 71 j., echtg. van C. Goethals te
Zuidzande; 12, Cappon, Anthonetta
Dirkje, oud 4 uur, d. van C. A. Caps
pon en van A. M. Schippers te Nieuw
vliet; 18, Gijs, Adrianus Corr.elis Cijriel,
oud 6 j., z. van A. A. Gijs en van A.
v. Dongen te Aardenburg; 18, Gijs,
Alphons Adrianus, oud 8 j., z. van A.
A. Gijs en van A. v. Dongen te Aar
denburg. 18, Gijs, Arthur Leo, oud
10 j., z. van A. A. Gijs én van A.
v. Dongen te Aardenburg; 19, Wolfert,
Jacoba Catharina, oud 64 j., weduwe
van J. C. Hubregtse te Schoondijke;
19, Bossand, Pieter Willem, oud 61 j.,
z. van J. Bossand en van J. M. Ver-
planke te Oostburg.
HUWELIJKEN 21, Prins, Gijsbertus
Marinus, oud 29 j. te Middelburg en
Catsman, Magdalena Cornelia, oud 29
j. te Oostburg.
Gevonden voorwerpen.
1 portemonnaie met inhoud.
Inlichtingen ter gemeente-secretarie
te Schoondijke.
hij zo moeilijk te rijden is! En kun
je ons nu met een gerust geweten de
verzekering geven, dat je even flink
en kras bent, als toen je de Military
won?"
Cecil schudde het hoofd en slaakte
een zucht.
„Dit geloof ik niet. Ik heb de laatste
tijd heel wal te doorstaan gehad. In
de eerste plaats dat huwelijksaanzoek
van Verschoyle. Dan dat geval met die
indigo-baron, die lady Laura's huis
had gekocht, ons te dineren vroeg en
zich waarachtig verbeeldde, dat wij
zouden komen. Dit heeft mijn ganse
zenuwgestel in de war gebracht.
Daarna die ontzettende historie, toen
mevrouw Gervase bijna met mij was
weggelopen en toen Gervase mij de
deur uitjoeg inplaats van medelijden
met mij te hebben. Ik ben diep ter
neergeslagen."
Op de officier van de Coldstreams
na, begonnen al de anderen te lachen
en betuigden Cecil hun deelneming.
„Straks slaan ze je op 't terrein ook
tekeer als je zoveel drinkt", bromde
de cencor. „Wil je eens zien?"
Bertie sloeg een blik in een telegram
uit Londen, dat hem over de tafel werd
toegeschoven en door een specialen,
vertrouwde agent was overgeseind.
(Wordt vervolgd).