DE SCHAKEL Geen marlen met; ialen. TWEE SOUVEREINEN GEDIEND No. 139 Vrijdag 12 September 1947 3e Jaargang ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN Verschijnt iederen Vrijdag in alle plaatsen van West Zeeuwsch-Vlaanderen Prijs per kwartaal f i,Franco p.p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitg. Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens, tel. 27 In de afgelopen weken had ik ge legenheid om het Land van Cadzand wederom van Noord naar Zuid en van West naar Oost te doorkruisen en van zelfsprekend maakte ik een vergelijking met hetgeen ik had gezien, toen ik mijn geboortegrond nu anderhalf jaar geleden terugzag. Tot mijn spijt kan ik tot geen andere conclusie komen, dan dat er bitter weinig is volbracht i,n dat anderhalf jaar. Hier en daar is een woonhuis of landbouwschuur wat opgekalefaterd en weer bewoonbaar of bruikbaar geworden, doch daar is in grote trekken alles mee gezegd. Van nieuwbouw in het groot, wat toch zo bitter noodzakelijk is, kan hier in het algemeen niet worden gesproken. Het is dan ook schrijnend te moeten zien, hoe hier nog alom de onbewoonbare bunkers en nissenhutten als onderdak- moeten dienen voor mens en dier. Bij het begin van de winter van 1944 naar 1945 werd hier veel node loos vernield door het oorlogsgeweld en door de daarna komende bull-dozers toen begon een nameloze ellende voor de vroeger, zo luchthartige bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen. Een ellende op het gebied van huisvesting, die naar men van Overheidswege mededeelde, ten spoedigste zou worden opgeheven. Inderdaad er kwam ingrijpen van Re geringswege, doch op geheel andere wijze dan men had gehoopt, want weldra bleek dat die Overheidsbemoeie nis in plaats van hulp bij een spoedige voorziening in woongelegenheid in feite neerkwam op een belemmering. Er kwamen honderdtallen ambtenaren en duizend en één voorschriften en bepa lingen, geschillen over bevoegdheden en voorts alles wat een betrekkelijk eenvoudige materie tot een ondoordring FEUILLETON 55) door OUIDA. De favorite van de garde was voor de „Prix de Dames" Engeland's enige vertegenwoordiger. Er waren twee of drie goede paarden uit franse stallen; in de eerste plaats een uitstekend, be toverend dier, l'Etoile en dan een ier- sche roodbruine, eigendom van een Oostenrijker van aanzien. Van het eerste paard hoorde men veel goeds, maar dat een van de die ren het volhield tegen de King was toch bijna niet aan te nemen. Cecil's landgenoten waren dan ook zeer te vreden, dat zij hun eer en hun oude roem aan Beauty en zijn zesjarig paard konden toevertrouwen. Door een soort van karakteristieke wijsbegeerle bestond er bij Beauty zelf een soort van innige overtuiging, dat die wedren in Duitsland alles weder in 't reine brengen zou. De quaestie hierbij was, dat hij een zeer mooie som geld winnen of een geduchten baar ambtelijk bos deed uitgroeien. Over dien ambtelijken warwinkel be hoef ik de lezer niets te vertellen; een ieder die daarmede te maken heeft ge had - en daartoe behoren 75 pCt. van de inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen - heeft al meer dan genoeg narigheden ondervonden. Ik zal dus de mij gedane verhalen niet weergeven op deze plaats - daarvoor is binnenkort in den Haag bij bevoegde instanties gelegenheid ge noeg - en thans volstaan met te con stateren dat op het ogenblik, aan de vooravond van de vierde winter na de bevrijding van Zuid-Nederland, men hier nog allerwege te kort is geschoten op het gebied van het herstel van het Land van Cadzand. Gelukkig heeft de afgelopen tropische zomer de boeren in staat gesteld, om het voor geheel Nederland zo onmisbare graan op het land te dorsen, zodat er ondanks het schromelijk tekort aan schuren en berg plaatsen, een minimum aan graan ver loren is gegaan. Laten we hopen dat de Voorzienigheid ons ook verder te hulp komt en de gelaten bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen die nog bun kers en dergelijke voor bewoning door mensen ongeschikte gelegenheden moet betrekken, met een zachte winter be loont voor het door hen betrachte ge duld. Veel zal voor de komende winter niet meer kunnen worden gebouwd, zodat veel wat we ons voor 1947 had den voorgesteld, naar het jaar 1948 zal moeten worden verschoven. We zullen dat nog moeten aanvaarden doch naar mij voorkomt zal dat toch het uiterste zijn, wat in de gegeven omstandigheden nog aanvaardbaar is. Aan alles komt een einde, zelfs aan de gelatenheid van de bewoners van deze contereien. En het KAN ver anderen, dus het MOET veranderen. Er moet worden aangepakt door de klap krijgen zou. Een middenweg be stond er niet. Bertie amuseerde zich. Het kon, meende hij, niet erger lopen dan het nu al met hem stond. Daarom zette hij alles op één kaart, en moest hij door de Prix de dames verzinken of gered worden. Dit nam niet weg, dat hij intussen in de bouwvallen van het Alte Schloss lady Guenevere liefdesbe tuigingen influisterde, aan de roulette een rol goudstukken won of verloor, aan de beruchte Isabelle voor één enkele theeroos een bankbiljet gaf, met-de-vier en Zu-Zu naar de wed rennen toog, een guinje betaalde voor een plaats op een concert, met prinsen dineerde, met groothertogen gearmd rondslenterde, een keizer een vinger wijzing gaf, waar hij de beste sigaren kon krijgen, en een andere monarch zeer voor zich innam door de onthul ling van 't geheim hoe de garde aan haar punch zooveel geur wist te geven. Één enkele onveranderlijke eigen schap bezat hij zorgeloosheid en een enkel onwankelbaar geloof dat in de King. Lady Guenevere had na die ongelukkige hertenjacht bij maatr- vertegenwoordigers der burgerij, door de gemeenteraden. Op papier is zeer vermoedelijk wel het nodige door de gemeentebesturen gedaanzo niet, dan is dat een niet genoeg te laken plichts verzuim van die gemeentebesturen. Maar wanneer de bouw- en verkave lingsplannen op de voorgeschreven wijze zijn opgesteld en ingediend, dan moet aan elke verdere vertraging in de af doening daarvan een einde worden gemaakt. Elk gemeenteraadslid van de betrokken gemeenten moet zonder op houden aandringen op het verkrijgen van de vereiste goedkeuring dier plan nen. Wanneer de Burgemeester van Cadzand in een radio-vraaggesprek klaagt over het langzaam malen van de ambtelijke molens, dan moet elk raadslid die Burgemeester uitnodigen, zo nodig bij raadsbesluit opdragen, om naar den Haag te gaan en daar de beheerder van den rnolen van Bïnnen- landsche Zaken wijzen op zijn plicht om binnen de kortst mogelijke tijd over te gaan tot een motorische be weegkracht van die molen. En wan neer één Burgemeester daar niets be reikt, dan moeten de Burgemeesters van alle overige gemeenten in Z. Vlaanderen mee optrekken naar den Haag en daar de desbetreffende mi nisters belegeren, Tweede Kamerleden bewerken, desnoods audiëntie aanvra gen bij Hare Majesteit en Haar uitno digen tot een bezoe}< aan de poort van Nederland waardoor Zij na haar bal lingschap Haar dierbaar land is bin nengetreden. Onze hoge Landsvrouwe was toen zeer aangedaan door hetgeen Zij in Zeeuwsch-Vlaanderen terugvond en ik ben er van overtuigd, dat een aanschouwing van de thans hier alom bestaande woontoestanden Haar liefde vol hart zeer pijnlijk zou treffen. Er zijn natuurlijk nog tal van andere wegen te volgen doch het daartoe te licht onopgemerkt thuis weten te ko men. Toen Bertie zijn broeder een paar dagen, nadat zij elkander hadden gesproken, tegenkwam, ontving hij, in antwoord op zijn vraag hoe het er mede stond, een nors knikje en een fluisterend uitgesproken verklaring, dat „de zaak gezond was". De joden en de leveranciers hadden Cecil rustig naar Baden laten vertrekken en geen strenger maatregelen tegen hem genomen dan het bezigen ener in meer of minder onbeschofte bewoordingen geklede bedreiging. Zo verkeerde Cecil dus in het volle ver trouwen, dat de King op de badplaats de prijs zou behalen en dat al de wed denschappen, die hij op zijn paard had aangegaan, het bootje weer een tijdlang drijvende zouden houden. Als hij door de invloed zijner familie en deze was niet gering bij het le Garde een escadron kreeg, zouden de zaken, zonder veel moeite of opzien te baren, wel weer te recht komen, al stonden ze op dit ogenblik nóg zo wanhopig. „Weet je zeker, dat de King winnen zal, Bertie?" vroeg Lady Guenevere,

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1947 | | pagina 1