SCHA KEL Vrijheid. TWEESOUVEREINEN GEDIEND No. 127 Vrijdag 20 Juni 1947 3e Jaargang ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEU WSCH-VLAANDEREN Verschijnt iederen Vrijdag in alle plaatsen van West Zeeuwsch-Vlaanderen Prijs per kwartaal f I,Franco p. p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitgever Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens „We leven vrij, we leven blij Op Neerland's dierb'ren grond". Dit versje zongen we allemaal in onze kinderjaren op de lagere school en dikwijls hebben we het geneuried in de dagen der bezetting, wanneer we in onze herinnering terugriepen de heer lijke tijden van voor 1940. In diezelfde bezettingsdagen zongen we diezelfde regels wel eens met luide stem - doch altijd nog binnenskamers - wanneer we ons voor ogen toverden de mooie da gen van volkomen vrijheid, die ons ten deel zouden vallen, wanneer die gehate Duitsers maar eens eenmaal weer weg zouden zijn. Wat een heer lijke toekomstbeelden hebben wij ons in die dagen allemaal voor ogen ge steld, in die donkere dagen, die wij eensgezind en bereid tot steun aan onze naaste, doch allen met dezelfde idealen bezield, samen docrrleefden. En eindelijk kwam de grote dag, de dag van een alles overweldigend gevoel van vrijheid, van eindelijk en moeizaam verkregen vrijheid. We vierden samen het feest der vrijheid, rijk en arm, rechts en links, gelovigen en vrijden kers we waren één geweest in donkere dagen en nu waren we één in onze vreugde. Toen de vreugderoes enigszins was verdwenen en we de hand aan de ploeg moesten slaan, om de zaak weer op poten te zetten hadden we het voorlopig te druk, om aan andere dingen dan aan onze wederopbouw van huis en haard te denken, doch slechts enkele maanden duurde dit vredig en betrekkelijk onbezorgd bestaan. Inmid dels was de Staat der Nederlanden weer genoegzaam op de been geholpen om zich als zodanig te doen gelden. Vrij spoedig werden zelfs weer ver kiezingen gehouden en deden onze vertegenwoordigers, door het volk ver- FEUILLETON 43) door OUIDA. Wel was zij vertoornd geweest op Zu-Zu, maar wanneer dit in 't gesprek te pas kwatn, kon ook zij met de meest mogelijke gratie een term bezigen, die feitelijk alleen bij de wedrennen of bij de jacht thuis behoorde. Had de oude vos die weddenschap horen aangaan? Eensklaps joeg hij in een wijde boog naar het hout rechts en spande zijn*uiterste krachten in om het donkere, veilige bos te bereiken. „Houdt aan! Houdt aan, lievertjes! Haalt hij het hout, dan gaat hij de grond in en redt hij zijn staart!" riep de Seraph alsof hij met zijn eigen hon den aan 't jagen was. Reeds hadden de jongste honden Reintje's bewegin gen gezien en onmiddellijk begrepen wat hij van plan was. Hadden zij aan vankelijk een grote vaart, thans schenen zij te vliegen. Hun snelheid was ont zettend geworden. Twee heiningen kozen, wederom hun intrede in de ver schillende overheidscolleges, als ge meenteraad, provinciale Staten en Twee de en Eerste Kamer der Staten- Generaal. We werden derhalve weer geheel overeenkomstig onze Grondwet bestuurd, met als gevolg een wettelijke regeling van dit en voorgeschreven ordening van dat. Kortom ons gehele staatsbestel functionneerde wederom, zoals dat in een geordende staat zijn moet, democratisch geregeerd uit en dus door het volk. Alles is zonder on gelukken verlopen en wat dat betreft kan het Nederlandse volk aan enkele andere Enropese volkeren tot voorbeeld worden gesteld. We komen nu weer terug op de door ons aangehaalde versregels we zijn blij dat we weer leven op Neerland's dier- bren grond, doch het „we leven vrij" komt er toch maar erg schuchter uit, niet van harte, omdat we van die vrij- .heid op de dag van heden nog zo bitter weinig merken. We zouden zo graag een beetje meer suiker in de koffie willen doen, meer eieren eten en melk drinken, meer koffie en thee, doch daartoe hebben we nog de vrij heid niet en die karige toewijzing van bonnen daarvoor, zijn voor velen onder ons al aanleiding genoeg om onze blij heid te verliezen. Pietersen zou zo graag een nieuw costuum kopen, hij heeft geld maar geen punten en toch heeft hij zijn nieuwe pak zo brood nodig. Jansen is gepensionneerd, heeft veertig jaar lang hard gewerkt en is nu lichamelijk nog geheel fit om eens per fiets ons land te bekijken; omdat hij niet meer werkt kan hij geen vergun ning voor het aanschaffen van een-fiets krijgen. Gerritsen, een kapitalist, werkt de ganse werkweek van 's morgens tot 's avonds in zijn drukke onderneming. Zijn enige vrije tijd voor zijn gezin is de Zondag en zo graag"* zou hij nu werden gepasseerd, alsof ze slechts bordpapier waren. De weide schoot bliksemsnel onder de ruiters weg. Over een muur en daarna met een halsbre kende sprong over een poortje werd de jacht voortgezet; nu stormde alles, door het „zien" van de vos ten top punt van drift en opgewondenheid ge komen, de duizend meters lange laan van een buiten door, een bloemtuin in, door en over een sierlijke haag van vuurrode klimplanten, waarvan natuur lijk geen stuk heel bleef en zo naar het plein voor he' huis. Onder een hoorngeschal, dat luid en schetterend in de heldere, zonnige dag over de vlakte weerklonk, werd de vos nu gedood, terwijl alleen de zegevie rende gravin, de Seraph en Cecil tegen woordig waren bij het schone toneel van „het einde". „Zeventig minuten aan één stuk in galop; zo heb ik nog nooit gejaagd!" zei lady Guenevere met een blik op het kleine, met juwelen omzette hor loge, dat niet groter dan een six-pence, in het handvat van haar karwats was verborgen, toen de vossenstaart haar met al de daarbij gebruikelijke beleefd- 's Zondags na zijn kerkelijke plichten te hebben vervuld, met zijn vrouw en kinderen in zijn mooie auto wat rond toeren door ons land; mag niet, voor plezierreisjes mag hij zijn auto des Zon dags niet gebruiken. Klaassen is veer tig jaar lang kruidenier geweest, stond steeds achter zijn toonbank, kon nooit met vacantie, was spaarzaam en heeft voldoende voor zijn oude dag overge legd. Hij heeft nog nooit een voet bui ten ónze landsgrenzen gezet en had er zich op verheugd, om zich daaraan eens flink te buiten te gaan wanneer hij zijn zaak had verkocht. Nu is hij een man in bonus, wil zijn jarenlang gekoesterde wensen nu eens gaan ver vullen, maar mis hoor; geen deviezen voor plezierreizen. Muller heeft ook goed geboerd en wil, nu hij gaat ren tenieren een aardig landhuisje bouwen op een daarvoor bij uitstek geschikte plaats ergens in Nederland. Gaat niet, mijnheer Muller, het streekplan - dat, onder ons gezegd, wel nooit zal wor den uitgevoerd - staat een bebouwing van het door U uitgezochte plekje op die grote mooie heide, helaas niet toe. Zo zouden we nog tientallen gevallen kunnen aanhalen die duidelijk demon streren, dat we nog weinig vrijheid bezitten en dat het met de blijheid van velen onder ons nu niet bepaald zo best is gesteld. We hebben met opzet nog gezwegen over de slacht offers van de weder-opbouw in de ge teisterde gebieden, omdat we het schrijnend leed van die mensen hier in Zeeuws-Vlaanderen en elders in Nederland dag in dag uit mede beleven en we het als een belediging zouden aanvoelen, om hier het woord „blij heid" uit de pen te laten vloeien; dat leed is zo groot, dat hier slechts past een kreet om hulp, zeer spoedige hulp door de Overheid. We zagen in het bovenstaande, dat heidsbetuigingen werd ter hand ge steld. Het was de een-en-twintigste, die zij won. Het op zulk een allesbehalve plecht statige manier binnengedrongen park was het eigendom vafi een baronet, die zelf wel niet veel aan de jacht deed, maar toch veel daarmede op had en die niet dulden kon, dat vossen- moord anders dan op de jacht werd gepleegd. Het spreekt vanzelf, dat hij buiten kwam en de jagers verzocht te blijven ontbijten. Lady Guenevere wilde liever niet afstijgen, maar zou met ge noegen een beschuit met een glas Laffite gebruiken. Nu werd er wijn, likeur en bier benevens al 't geen zij verder mochten begeren voor de heren gebracht. De achterblijvers kwamen ook langzamerhand opdagen. Vrolijk en lustig scheen de zon op de met vuur rode kruipplanten en klimop begroeide spitsboogvensters, op de ouderwetse gevels en de schuine schoorstenen van het buiten. De paarden, de rode rok ken, de honden op de aangrenzende plaats, de laurier- en araucariabosjes en de door het zonlicht getinte terras sen vormden te zamen een opwekkend,

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1947 | | pagina 1