Groene Kruis - Breskens Oproep voor de Sport. hun roeping en daarmede wezen zij onze roeping aan, n.l. de zorg voor ons Vaderland. Zij allen die vielen, stierven in het vaste vertrouwen dat zou terugkeeren een vrij en onafhanke lijk Nederland. Het „Nederland zal herrijzen" heeft geleefd in de harten van hen die rechtop stonden voor de loopen van de geweren van het vuur- peleton. En Nederland is herrezen en daarmede is op onze schouders geko men de plicht om samen te werken aan de instandhouding van ons vrije Vaderland. We waren één in dagen van nood en droegen gezamenlijk onze lasten. In de oorlogsdagen, toen ge vaar dreigde, is menig hekje van de buren, dat nooit voor ons geopend was geweest, voor het eerst open gegaan. In die dagen is onder allen die elkaar eerlijk in de oogen konden zien, een diepere eendracht geboren. We kon den toen zijn goed Katholiek of zeer Vrijzinnig dan wel streng Calvinist, dat alles kwam er niet op aan, omdat wij door dit alles heen toch wisten dat we goede Nederlanders waren. We zijn samen gewandeld door een donkeren tunnel, vol gevaren, vijf lange en bange jaren, maar we hadden den moed vol te houden; we bleven bijeen en droe gen elkanders lasten op dien langen en moeilijken tocht naar de dageraad der bevrijding, die aan het einde van dien donkeren tunnel begon te gloren. Die dageraad groeide aan tot het volle gouden licht eener krachtig stralende zon, waarin we ons konden koesteren en het leek een Eldorado, waarin onze volksgemeenschap voortaan eendrach tig zou mogen leven. Helaas kwamen na vrij korten tijd van verschillende kanten wolken aandrijven, die dat gulle zonlicht weldra in kracht deden 'afne men. De partijgeest dien we in oor logstijd hadden afgezworen, nam we derom bezit van velen onder ons, met het noodlottig gevolg dat onze saam- hoorigheid voor een groot deel ver loren dreigt te gaan. Mocht dit pro ces nog verder doorwoekeren, dan worden we binnenkort een ziek volk, dat uiteindelijk aan innerlijke verdeeld heid ten onder zal gaan. Met smart vragen wij ons af of dit nu werkelijk onontkoombaar is. Naar onze meening niet, doch dan moeten we ieder voor zich, als we morgenavond onze geval lenen herdenken, het vaste voornemen koesteren - en ook uitvoeren - om oogenblik te sterk werd. Bij het regiment hadden korporaal Warne en hij vijandschap tegen elkan der opgevat. Terwijl Rake dat gevoel zoo goed mogelijk moest trachten meester te blijven, was de korporaal hiertoe niet edel genoeg. Schoon Rake bij den troep werd beschouwd als een hond, die, als hij de kans schoon ziet, op jacht er-van-door gaat, was hij bij zijn- drukken, zwaren dienst te velde echter instinctmatig een te goed sol daat om zich niet te beheerschen en binnen de perken te blijven; maar toen het regiment naar Brighton terugkeerde en daar in een kazerne kwam te lig gen, begon de booze geest van het verzet onder de proeven van verdedig bare kwelzucht bij den korporaal in hem te woelen De meerdere tergde en sarde zijn ondergeschikte door een ijs koude, onverbiddelijk strenge, strikt gewettigde manier van optreden, die iemand als Rake tot toorn moest prik kelen. „Dat een officier mij afjakkert en beroerd behandelt, kan mij niet sche len. Een officier is een heer," zeide Rake wel eens in een oogenblik van terug te keeren naar onzen gemeen schapszin, die in de bange oorlogsdagen over ons was gekomen. Daarmede zullen we handelen geheel in den zin van allen, die voor ons Vaderland, voor ons dus, het leven hebben ge offerd. Want alleen door een volledige samenwerking in alle lagen van onze bevolking, in een volkomen harmonie tusschen hoog en laag, tusschen werk gever en werknemer, kunnen we ons land brengen op het hooge peil, waar op het voor den oorlog in de oogen van andere volken stond. Wanneer we dan morgen aanwezig zijn bij een van bovenbedoelde herden kingsplechtigheden, zullen we in ge dachten ook aanwezig zijn bij hen, wier stoffelijk overschot niet in ons dierbaar Vaderland kon worden be graven. Wij denken hierbij aan hen, die vermist zijn, die bij een luchtge vecht zijn omgekomen en verbrand en vooral ook aan de duizenden onzer jongens en mannen, die voor ons op zee het leven hebben verloren en om al deze redenen niet aan den schoot der aarde konden worden toevertrouwd. Evenmin mag vergeten worden dat ook in Indië geleden en gestreden is door honderdduizenden mannen en vrouwen. Ook daar zijn graven en massa-graven van tienduizenden Neder landers, die in den strijd tegen den Jap zijn gevallen, die door deze on- menschelijke Aziaten zijn uitgehongerd en die van uitputting stierven of wer den doodgemarteld. Zij allen stierven, ver verwijderd van hun-gezin en ver van hun geboorteland. De meeste van onze lieve dooden liggen ergens in In dië, in Birma, Siam of Japan in een onbekend massagraf. De meesten onder ons, overlevenden, weten niet hoe en waar zij zijn gestorven, waar zij zijn begraven; wel weten we dat we nim mer hun graf zullen kunnen vinden, laat staan, die heilige plaats bezoeken. Op hun graf komen nimmer bloemen! Als we daarop de aandacht vestigen dan is dat alleen om bij allen wien zulks aangaat - en dat is het geheele Nederlandsche volk - het besef bij te brengen dat wij een eereschuld hebben ook tegenover hen, die daar zijn ge vallen in de uitoefening van hun plicht voor het Vaderland, ons Nederland. Immers ook zij dienden de Nederland sche zaak, hetzelfde verheven doel waarvoor de militairen en illegalen vertrouwelijkheid. - De ondervinding in de Argentynsche Republiek opge daan, had hem sterk uitgedrukte, aristo cratische vooroordeelen doen krijgen. - „Maar als ik door zulk een ploert van een vent slecht wordt bejegend, door een ploert, die geen haar beter is dan ik, die geen zier meer weet dan ik, die te paard zit als een kikker op een kluitje en zich bijna door een kind uit den zadel laat smijten, dan ga ik even brutaal tegen hem in. Dit zal ik niet ontkennen. Ik zie niet in, dat hij door zijn strepen het recht heeft mij zoo te koejonneeren". Op zekeren dag, terwijl de troep nog te Brighton een lui leventje leidde, brak de bom los. Rake had een schot- schen hond, een dier, waaraan hij zoo sterk was gehecht, dat hij zijn trakte ment meermalen verbruikte aan ver snaperingen voor zijn lieveling. Die hond was een der middelen, waardoor korporaal Warne hem kwellen en sar ren kon. Het beest deed volstrekt geen kwaad, want het was uitmuntend ge dresseerd en had goede manieren; maar de korporaal behaagde het toch van een andere opinie te zijn, enkel hier te lande den dood ingingen. Moge bij ons allen morgen de ge dachte ingang vinden dat wij, ieder van ons, alles zullen in het werk stellen om onze zware eereschuld aan de geval lenen als fiere en trouwe Nederlanders in te lossen. L. In ieder huis Een lid van 't Groene Kruis. Zooals men per advertentie in dit blad van 18 April j.l. heeft kunnen lezen, gaat de turn- en athletiekver- eeniging te Breskens, na een lange gedwongen periode van rust weer actief deze sporten beoefenen, dit gaat natuurlijk niet met een paar leden, daarom roept het bestuur, alle per sonen jong en oud, welke zich voor deze mooie sport interesseren op, lid te worden der vereeniging, zoodat we in de toekomst weer een bloeiende en sterke vereeniging krijgen, zooals deze was in het verleden. Ouders die be lang stellen in de lichamelijke ontwik keling van uw kind, spoort hen aan om lid te worden der vereeniging. Gij wilt immers toch, dat uw kinderen opgroeien tot gezonde, lichamelijk en geestelijk ontwikkelde menschen. U vraagt zich wellicht af, is sport wel noodig voor m'n kind? Ja sport is zeker noodig! Vooral in deze jachtende zenuwsloopende tijd, nu het lijkt of wel allen ver van elkaar verwijderd staan, moeten wij door de sport weer dichter bij elkaar komen te staan, immers onomstootelijk staat vast dat sport verbroederd. Door het beoefenen der sport worden vriend schapsbanden aangeknoopt, welke niet licht worden verbroken. Niet alleen geeft de sport ons een ge zond en sterk lichaam maar ook een ijzersterke wil, welke ons in staat stelt, om alle donkere schaduwen en tegen spoed, waarvoor we in het leven staan, te overwinnen. Meno Sana in corpore Sano. Een gezonde" geest in een gezond lichaam. R. en alleen omdat het dier aan Rake toebehoorde en omdat deze door zijn goed humeur en zijn vroolijkheid, door de massa verhalen van 't geen hij in Amerika ondervonden had en van zijn liefdesavonturen bij zijn kameraden van 't regiment niet weinig in de gunst stond. De jaloersche afkeer, die zijn vlugheid en bekwaamheid als re monte-rijder en zijn overgroote kennis van paarden reeds van den beginne af bij den korporaal hadden doen ont staan, was door de poulariteit niet weinig toegenomen. Op zekeren dag kwam de hond, die Rake hoorde naderen, eensklaps in volle vaart uit een box in den stal voor den dag schieten en wierp daar bij een emmer warme „slobbering" om. De korporaal, die in de stal dienst had, gewapend was en in de nabijheid stond, gaf het dier met een zware zweep, die hij in de hand had, een ge- duchten slag over den kop. Woedend van pijn vloog de hond op hem aan, zette de tanden in zijn overjas en scheurde die met een nijdigen ruk aan flarden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1947 | | pagina 2