De apenstreken van Bobby. Eereschuld. TWEE SOUVEREINEN GEDIEND Prinses Juliana. No. 1:12 Vrijdag 2 Mei 1947 3e Jaargang DE ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN Verschijnt iederen Vrijdag in alie plaatsen van West Zeeuwsch-Vlaanderen Prijs per kwartaal f I,Franco p. p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitgever Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens In dit nummer beginnen wij weer met de publicatie van een nieuw kinder verhaal. De vele guitenstreken, die Bobby uithaalt, zullen zeker de jeugd en waar schijnlijk ook de ouderen nog wel, amuseeren. Als wij nog vermelden dat de schrij ver dezelfde is als van het vorige verhaaltje, kan men er dus van ver zekerd zijn, dat het weer van begin tot eind zal boeien. Door de Regcering is de viering van den Nationalen feestdag, den Bevrij dingsdag, bepaald op Maandag 5 Mei. Daaraan gaat vooraf een kerkelijke herdenking op Zondag 4 Mei en een plechtige herdenking van de slacht offers van het verzet op Zaterdagavond 3 Mei. We staan alzoo vandaag aan den vooravond van deze herdenkings plechtigheid en alom in den lande zullen morgen op begraafplaatsen, waar onze gevallenen ter aarde werden be steld en op punten waar zij voor het vuurpeleton der Duitschers den laatsten adem uitbliezen, plechtige bijeenkomsten worden gehouden. In vele redevoerin gen zal hulde worden gebracht aan hen, die in dienst van het Vaderland zijn gévallen en eveneens aan hen die voor de illegaliteit het grootste offer, het offer van hun leven, hebben ge bracht en duizenden grootere en kleine bloemstukken zullen als een stille hulde aan hen op hun graven worden ge- legd. Zoo geschiedde het vorig jaar, zoo gebeurt het dit jaar en zoo zal het elk FEUILLETON 36) door OUIDA. „Neen, die meid, die vroeger niets dan pens en bokking te eten kreeg, in een van de achterbuurten in een krot woonde, voor een schilling per avond in een gazen pakje danste en die nu in de grootheid is gekomen, zoodat zij alleen asperges wil eten in Maart en zoo meer, die is niet waard, dat men haar een halve schilling toe werpt, of men moest dit doen om eens te hooren hoe ferm zij tegen je kan vloeken!" redeneerde Rake tegen zich zelf. - Zeker had hij gelijk. - Doch op dat oogenblik was Zu-Zu zeer in trek en werd haar inboedel ooit verkocht, dan zou men de dames uit de groote wereld zich daarbij in massa zien ver dringen en de slechtste potten pomade van haar toilettafel, de nietigste prul len uit haar salon met goud zien be talen. Rake had heel wat wereldkennis op gedaan en was overtuigd, dat hem Op 30 April j.l. hebben alom in den lande de Nederlandsehe vlaggen gewapperd als het symbool van de blijde gevoelens van ons volk bij den verjaardag van H.K.H. Prinses Jidiana. Als echte Nederlanders hebben wij dien dag weer sterker de blijdschap gevpeld onze Prinses Juliana als Kroonprinses te mogen hebben. Door haar hartelijkheid en grooten eenvoud wint zij in steeds grootere mate onze genegenheid en onzen eerbied. De zvensch van heel ons volk is dan ook dat wij Haar nog lang zidlen mogen houden als onze geliefde KROONPRINSES, als gelukkige echt- genoote en als gelukkige moeder in het gezegende en van geluk stralende Oranje-gezin. We leggen hier den nadruk op het woord Kroonprinses, omdat zidks beteekent dat o?ize geliefde en ge- eerbiedigde Koningin W ilhelnmia dan ook nog evenveel jaren onze Vorstin zal blijven. volgend jaar gaan. Na jaren zullen er nog kinderhanden zijn, die op 3 of 4 Mei bloemen strooien op vaders graf, zullen in vrouwenoogen nog tranen op komen en ouderharten zullen opnieuw die groote smart ondergaan van de Lente van 1940 en van de daarop ge volgde vijf bange jaren. Heel ons volk zal de eerste Mei-dagen met ontroering ondergaan. Het is goed wanneer zich in die dagen een hartelijk meevoelen openbaart met hen, die door den dood van hun geliefden werden getroffen. Het is goed dat wij ook als volk onze gevallenen eeren, maar toch mag onze hulde zich niet beperken tot het strooien van bloemen op hun graven en het in acht nemen van eenige mi nuten stilte op de plaats waar zij vie len. Dat zouden onze lieve dooden zelf niet wcnschen. deze booze wereld niet veel nieuws kon te zien geven. Vroolijk, lenig, le vendig, gespierd en geelharig, waar schijnlijk met eenige droppelen Celtisch bloed in de aderen, dat hem spoedig driftig maakte en hem als buskruit deed opvliegen, polijste Rake zijn geestigheden even goed als de laarzen van zijn heer en meende, dat hij een wijsgeer was. Geen flauw begrip had hij van den man, wiens zoon hij was. Zijn vroegste herinneringen klommen niet verder op dan tot de moederlijke teederheid van het werkhuis. Maar zelfs die ijskoude stiefmoeder had zijn levendigen aard en de ridderlijkheid, waarmede hij voor zijn meening uit kwam, niet kunnen verstikken. Zoodra hij vijftien jaar was, had hij de plaat gepoetst, had zich bij een paardenspel aangesloten en door de handigheid, waarmede hij op het hoofd staan en zijn ledematen in elkander vouwen kon, hierbij naam gemaakt. Van paardrijder was hij achtereen volgens liedjeszanger geworden, toen koffiejongen, matroos, aanplakker, gau- cho in Mexico (voor zijn overtocht had „Gevallen - en straks, als door tranen verblind De moeder komt bidden op het graf van haar [kind, En zij stil nog een zucht van vertwijfeling loost, Dan weerklinkt in haar ooren, als eenige [troost Gevallen - maar zijn roeping vervuld!" Dit couplet van een gedicht dat ge schreven werd door een aspirant-officier, die enkele maanden later zelf in den strijd tegen den vijand viel, kwam me in de gedachten bij het schrijven van dit artikel. Gevallen - maar zijn roe ping vervuldHun roeping was waar het geldt den gevallen soldaten, te strij den tegen den vijand voor het behoud van ons Vaderland en voor wat be treft de illegalen de terugkeer van ons Vaderland, onze bevrijding van den bezettenden vijand. Zij allen vielen voor het Vaderland, in de vervulling van hij als matroos dienst genomen), pom pier te New York, buikspreker in Mary land, vaquero in Spaansch-Californië, limonade-koopman te San Francisco, oproerling in de Argentijnsche repu bliek, schipper op de golf van Mapiri, smid te Santarem en jager in de wil dernissen van Amerika. Eindelijk had hij zijn vrijen overtocht naar het moe derland weer als matroos verdiend, had toen te Dublin handgeld genomen en was in een regiment lichte cavale rie gestoken. Later had hij een jaar of zes in In- dië gediend en de bewijzen geleverd, dat hij een vermetel ruiter en een dapper soldaat was, begaafd met ver bazend veel kennis van paardendres- suur en met een vlugheid in 't han- teeren van de sabel, die hem met een troepje inlanders in een oogwenk kort recht deed maken. Maar discipline kende hij niet. Moest er geklopt wor den, dan deed hij vol ijver zijn plicht, doch bij iedere andere gelegenheid sprong hij buiten den hoefslag. Dit was een verzoeking die voor dien tucht- loozen beminnaar der vrijheid ieder

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1947 | | pagina 1