Sparen.
TWEESOUVEREINEN GEDIEND
No. 117
Vrijdag 11 April 1947
3e Jaargang
DE SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Verschijnt iederen Vrijdag in alle plaatsen van West Zeeuwsch-Vlaanderen
Prijs per kwartaal f i,Franco p. p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitgever Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een ontwerp van wet, strekkende tot
instelling van een Nationalen Spaarraad
en het uitgeven van Rijksspaarbrieven.
De Nationale Spaarraad zal tot taak
hebben het sparen zooveel mogelijk te
bevorderen.
In de Memorie van Toelichting zegt
de Minister van Financiën o.m. het
volgende:
Het is onder de huidige omstandig
heden een nationaal belang van de
eerste orde, dat het Nederlandsche
volk zooveel mogelijk spaart. Nu de
wederopbouw en het herstel van ons
gehavende economische leven op gang
worden gebracht, ontstaat een onge
kend groote behoefte aan kapitaal. De
daarvoor noodige middelen moeten
grootendeels voortkomen uit de be
sparingen, die het Nederlandsche volk
bereid is te verrichten. Momenteel is
de toestand zoo, dat de besparingen
in vergelijking tot de te verwachten
behoefte tekort schieten. Het Neder
landsche volk zal derhalve ertoe moe
ten worden gebracht, op grootere
schaal dan thans geschiedt, uit zijn in
komens te sparen en zijn besparingen
langs de kanalen die daartoe aanwezig
zijn, voor de financiering van produc
tieve doeleinden ter beschikking te
stellen.
Verschillende oorzaken hebben er toe
geleid, dat onder de huidige omstan
digheden te weinig wordt gespaard.
In de eerste plaats heeft de oorlog
den spaarzin van het Nederlandsche
volk doen afnemen. Ten deele was dit
onvermijdelijk, doordat als gevolg van
de stijgende kosten van levensonder
houd velen niet in staat waren, uit hun
inkomen te sparen. Integendeel, zij
moesten hun spaargelden aanspreken
ter voorziening in de dringende be
hoeften van het oogenblik. Daarbij
kwam in de na-oorlogsche periode, dat
FEUILLETON
33)
door OUIDA.
Door woord noch daad was Beauty
er nog ooit aan herinnerd dat hij
geen millionnair was. Veel minder was
hij nog ooit zoo pijnlijk er aan herin
nerd als dien morgen. Het leven ver
troetelde en liefkoosde hem; het schonk
hem groote gaven, schoon hij nog niet
van de helft der laatste ooit gebruik
had gemaakt; het gaf hem een woning
als een prins, een tafel als een koning
en bracht hem nooit door een enkele
aandoening tot het bewustzijn terug,
dat hij niet zoo rijk was als de Seraph,
de toekomstige hertog van Lyonnesse,
zijn wapenbroeder. Hoe kon hij zich-
zelven dan aan 't verstand brengen,
dat de grimmige, gruwelijke beleediging,
die zijn vader hem door zijn brutaal,
bitter: ,,Een bedelaar en officier
bij de garde!" naar het hoold ge
slingerd had, niets meer of minder
was dan de eenvoudige waarheid?
voorzien moest worden in aanvulling en
vervanging van gedurende den oorlog
verloren gegane of versleten gebruiks
goederen. De Minister is zich dan ook
wel bewust, dat menigeen in de hui
dige omstandigheden niet of nauwelijks
in staat is, uit zijn inkomen te sparen,
doch daartegenover kan worden ge
steld dat er zeer velen zijn, die wel
uit hun inkomen zouden kunnen spa
ren, doch dit nalaten. En juist tot deze
laatstbedoelde categorie zal de te voe
ren spaaractie zich moeten richten.
Daarbij zal er op moeten worden ge
wezen dat het niet alleen in het na
tionale belang doch ook in het indi
vidueel eigenbelang geboden is, dat
zooveel mogelijk wordt gespaard. Het
inzicht zal moeten doordringen, dat
een ieder in zijn eigen belang niet meer
dient aan te schaffen dan hij dringend
noodig heeft. Iedere besparing dus
brengt naast de gekweekte rente nog
de voordeelen van lagere prijzen en
betere kwaliteit der goederen, die men
in de toekomst voor het gespaarde
geld zal kunnen aanschaffen.
Aldus ongeveer de toelichting van
den Minister. Met die toelichting zal
een ieder het wel eens zijn, doch we
vragen ons toch af of het daartoe
noodig is, dat weer een nieuw staats
orgaan wordt geschapen, met een Bu
reau en een Commissie van Toezicht,
met een nieuwe formatie ambtenaren
en een aantal kantoren, allemaal ten
laste van de staatsbegrooting, dus van
den belastingbetaler. We hebben toch
zeker al betrouwbare spaargelegenhe-
den genoeg, zooals Rijkspostspaarbank,
boerenleenbanken en particuliere ban
ken. Het komt ons voor dat er voor
alsnog geen enkele aanleiding bestaat
om over te gaan tot het stichten van
een lanclsspaarinstelling. In de eerste
plaats omdat de Rijkspostspaarbank en
de andere bestaande instellingen geen
concurrentie behoeven •- en ook niet
kunnen lijden - en in de tweede plaats,
En ware hij ooit bijna tot dat besef
gekomen, doch dit was het geval
nooit, dan moest dat bewustzijn
even snel weder verdwijnen, toen lord
Guenevere, in de nabijheid van wiens
huis de laatste vos gedood was er
op aandrong, dat hij zou blijven eten.
Want terwijl een rijknecht naar Royal-
lieu terugjoeg om kleederen voor hem
te halen, ving Cecil's oog bij het gaan
door de vestibule toevallig een glimp
op van de dames, die in de bibliotheek
vóór tafel hun kop thee dronken en
werd hij een behoorlijke verzameling
in kant en zijde gehulde teedere blos
jes, welriekende kapsels blonde lok
ken en bruine vlechten, donkerkleurig
fluweel en ragfijne stoffen gewaar.
Zeker was alle herinnering aan het
voorval van dien morgen uit Cecil's
geheugen gewischt, toen hij het schar
laken verwisseld had voor den rok en
beneden, in dien tooverachtigen kring
van vrouwen komende, door allen ge
vleid werd en hier een glimlachje en
daar een behaagziek woord van die
teedere, kwijnende, aristocratische da
mes en verderop een uitdagenden blik
omdat onze levensstandaard thans nog
op een zoodanig peil verkeert, dat
voor de meesten onzer het kunnen
sparen nog tot de vrome wenschen
behoort.
Er is echter nog een andere factor
die van eminent belang is voor hen
die tot wel sparen in staat zijn en dat
is de spaarzin. De basis waarop spaar
zin steunt is vertrouwen, vertrouwen
vooral op de stipte naleving van aan
gegane verplichtingen, in het bijzon
der door de Overheid. „De Staat waar
borgt zonder eenig voorbehoud de
terugbetaling enz." is een geschreven
garantie, die honderdduizenden Neder
landers er toe bracht honderden mil-
lioenen toe te vertrouwen aan de Rijks
postspaarbank. In de praktijk even
wel werden die gelden geblokkeerd,
werd niet terugbetaald.
Vertrouwen moet de spaarder vooxts
hebben in de waarde van. zijn geld.
Hij wenscht geen dure guldens te spa
ren, uit te zuinigen op overigens ge-
wenschte behoeften, om daarvoor ge-
deprecieerde guldens in de plaats te
krijgen. Daarvoor is dus noodig een
terugkeer van volkomen vertrouwen in
de solvabiliteit van den Staat, in de
waardevastheid van ons geld en in de
rechtszekerheid van het gespaarde kapi
taal. Daartoe is voor alles noodig dat
de Regeering de openbare financiën
in evenwicht brengt, de belastingen
verlaagt en haar voornemens om de
prijzen te verlagen en de productie en
den export te verhoogen, tot verwe
zenlijking brengt. Wanneer de Regee
ring daarin slaagt dan zal het aan
spaarzin bij het Nederlandsche volk
niet ontbreken die spaarzin is steeds
een van de grootste deugden van ons
volk geweest en die is gelukkig nog
niet verloren gegaan. Laat de Regee
ring haar volle aandacht richten op
het in evenwicht brengen van onze
staatsfinanciën, laat zij in het toepas
sen van bezuinigingen op de staatsuit-
uit de glinsterende oogen der burcht
vrouw, zijn „vriendin," ontving, ter
wijl hij dus door haar allen bedorven
werd, zooals vrouwen het bevoorrechte
troetelkind harer salons kunnen beder
ven, als dit, eenmaal door haar be
schouwd „als niet meer tot het gild
der trouwlustigen te behooren," tot
taak heeft gekregen haar het hof te
maken en voor jonge meisjes in 't
minst niet meer „gevaarlijk" wordt
geacht.
Cecil was de erkende lieveling en
het geoorloofde eigendom van de jonge,
getrouwde schoonen. De ongehuwden
wisten, dat voor haar op hem alle hoop
was vervlogen en lieten hem zwijgend
over aan de meer aantrekkelijke ver-
overaarsters, die hem meer aanhaalden
en het gezelschap van den Seraph
bijna niet eens zoozeer op prijs stel
den als dat van hem. Bij die dames
zat de jonge garde-officier in 't rijtuig
of in de loge, met haar reed hij te
paard, met haar ging hij zeilen en
knoopte hij gedurende het drukste van
het seizoen een minnarijtje a la Boc
caccio aan. Haar bracht hij, terwijl zij