Dc SCHAKEL Hel platteland leer! lezen en schrijven. No. Ill 28 Februari 1947 TWEEDE BLAD. De heer L. W. de Bree, leraar aan de R.H.B.Si te Oostburg, is een vrucht baar schrijver over historische onder werpen. Zijn puplicatïes, o.a. over Jacob 1 Roggeveen en over de lótge- vallen van het eiland Walcheren onder vreemde overheersers hebben al eerder de aandacht getrokken, en datzelfde mag men verwachten van Het zojuist van de pers gekomen boek: Het platteland leert lezen en schrijven (Amsterdam, P. N. van Kampen Zoon N.V.), dat een overzicht geeft van de toestand, waarin het lager onderwijs op het platteland verkeerde in de eerste helft van de 19de eeuw. De verdienste van dit boek is al dadelijk, dat het een tot dusver nog niet opzettelijk behandeld onderwerp grondig heeft aangepakt. Wel lezen wé in de algemene overzichten van onze geschiedenis dat het lager onder wijs een eeuw geleden heel wat te wensen overliet, maar doorgaans blijft het bij dergelijke opmerkingen van algemene aard. Aan de geschiedenis van ons onderwijs is trouwens betrek kelijk weinig aandacht besteed; het blijkt uit de magere literatuurlijstjes, die de schrijver van dit boek .achter elk van zijn vijf hoofdstukken opgeeft, en waarin hij toch werkelijk alles bij een heeft gebracht wat op dit gebied bestond; het blijkt ook uit het feit dat Dr. M. Schoengen, die het onder nam om de geschiedenis van het on derwijs in Nederland te schrijven, in de Middeleeuwen is blijven steken bij gebrek aan bouwstoffen. Ook daarom is het boek vart de heer de Bree een welkome aanvulling van de schaarse literatuur die we bezitten over een onderwerp, dat uit cultuurhistorisch oogpunt toch van het grootste belang is. Bovendien is deze studie een boeiend boek, niet alleen voor de vakman, maar ook voor de leek met historische en vooral ook met sociale belangstelling. Zonder te kort te doen aan het weten schappelijk karakter, heeft de heer de Bree zijn stof zo bewerkt dat zijn ge gevens tot een zeer leesbaar geheel zijn geworden. Ambtelijke rapporten zijn over 't algemeen geen boeiende stof maar men kan dorre feiten op een zodanige wijze belichten dat ze opeens levend voor ons worden. Hoe kostelijk is b.v. de beschrijving van de prijsuitreiking in de Franse school te Gorkum in 1801 en die van de zeven scholen in de Mairie Landschapspolder in het Departement van de Wester Eems in 1812. Hoe alleraardigst zijn de aanhalingen uit lees- en rekenboekjes van een eeuw geleden, die hun" tijd zo uitstekend typeren. Anecdoten uit het leven van dorpsonderwijzers wer pen een verrassend licht op hun kom mervolle bestaan, meer en beter dan bladzijdenlange beschrijvingen dat zou den doen. Een schrijnend hoofdstuk is dat over kinderarbeid en schoolver zuim en de sociale positie van de schoolmeesters. Uit een artikel in de Economist" van 1855-haalt de schrij ver aan, dat destijds in Moordrecht uit kinderen van amper vijf jaar draai ers op de lijnbanen werden gerecruteerd. 's Morgens om vijf uur begon hun arbeid, die 's winters 0111 zeven, 's zomers 0111 acht uur was volbracht. Elders horen we van een jongen en een meisje van vier jaar, die in loon dienst zijn op steenbakkerijen. In 1(849 waren bijna 25.000 kinderen in de Nederlandse nijverheid te werk gesteld, waarvan 660 beneden de tien en de rest beneden de vijftien jaar. Op de calicotweverijen te Middelburg werkte de jeugd, die op de schoolbanken thuis- hoorde, 's winters 11 tot 11V2 uur, 's zomers 12 tot 13 uur. In de katoenspinnerijen van Lonneker heerste de r 3-urige arbeidsdag. In een suiker fabriek te Zevenbergen moest 'een jongen „doortoevallige omstandigheden" zich acht en twintig uur bezighouden met pulptrappen. Het is te begrijpen dat er bij zulke toestanden weinig terecht kwam van het onderwijs. Op grond van ofriciele gegevens komt de schrijver tot het resultaat dat in 1825 op zijn minst 81000 Noordnederlandse kinderen of meer dan een vijfde deel van alle schoolplichtige kinderen van alle onderwijs verstoken waren. Hoe het onderwijs was dat de rest van de kinderen genoot, ook daarvan lezen we in dit boek menige aardige bizonderheid. In Kerkwerve, Nieuwer- kerk en Rengerskerke was de meester in het begin der vorige eeuw landar beider, in Melissant was het een metselaar die dan ook maar vijftien weken per jaar school hield en de jeugd van Kortgene werd door een kleermaker onderwezen, wiens werk plaats tegelijk als schoollokaal dienst moest doen. Uit een rapport uit '1815 van de schoolopziener Hennequin over het vierde district van Zeeland deelt de heer de Bree het een en ander mee over de onderwijzers die destijds de Zeeuwsvlaamse jeugd onderwezen. Ook hier vinden we een schoolmeester die 's zomers boerenarbeider was, die van Sint Anna ter Muiden, en de schoolopziener noteert dan ook dat deze scholarch ,,veel onderwijs van noode heeft om zich de naam van onderwijzer te kunnen toeeigenen'1 en dat zijn school „veeleer den naam van bewaarplaats dan van een plaats al waar men de Jeugd onderwijs geeft" verdient. Gelukkig waren er in het land van J. 11, van Dale ook kundiger onderwijzers. Zo tekent de opvolger van Hennequin, de schoolopziener H. A. Callenfels in 1826 aan, dat de on derwijzer van Eede gedurende de zomer van 1825 wekelijks een keer naar Oostburg is getogen om met de nieuwe leerwijze van Prinsen, welke daar in gebruik was, vertrouwd te raken. In Sluis werd alleraardigst ge zongen; de kinderen gaven onder meer het volkslied van Tollens ten beste, driestemmig en begeleid dooi de klarinet van den meester. De collega's uit Aardenburg en Sint-Kruis wilden ook wel eens met i'ets moois voor de dag komen en waren daarom ijverig bezig de klarinet te leren be spelen. Ik zou meer uit dit boek - dat tussen haakjes keurig uitgegeven en aardig geillustreerd is - willen aan halen, maar het komt me voor dal- het bovenstaande voldoende is om er de aandacht op te vestigen. De heel de Bree heeft een belangrijk hoofdstuk uit de geschiedenis van ons lager onderwijs op interessante wijze belicht en daarmede tegelijk een stuk sociale geschiedenis getekend. Dat hij daarbij, zonder eenzijdig te worden wat zijn belangstelling betreft, menige aardige bizonderheid over het schoolleven in Westelijk Zeeuws-Vlaanderen heeft ver meld, zal de bewoners van dit deel van Zeeland terecht verheugen. Amsterdam Dr. P. J. Meertens. D.K. OOSTBURG. Aanvragen Rijwielbanden. Hiermede wordt bericht, dat alle aanvragen voor rijwielbanden, ingeleverd vóór Januari 1947 en waarop nog geen bonnen werden uitgegeven, als afgewezen dienen te worden beschouwd. Nieuwe aanvragen kunnen van 1 tot 10 Maart wederom worden ingeleverd. NIEUWE BONNEN BONKAARTEN KA, KB, KC 703. (2e strook) BROÖI): 63-1 brood, 800 gram; 63-2 brood, 400 gram 63 D-Res. róoo gram 63 K-Res. Soo'grrrm. BOTER: 63-1 boter, 250 gram boter; 63-2 boter, 250 gram margarine of 200 gram vet. MELK63-1 melk, 4 liter63-2 melk en 63-3 melk, 7 liter. VLEESCH63-1 vleesch, 100 gram: 63-2 vleesch, 400 gram. KAAS 63-1 Alg., 250 gram EIEREN 63-2 Alg., 1 ei. SINAASAPPELEN 63-3 Alg., 500 gram (vóór-inlevering). BLOEM-KINDERMEEL: 63-4 Alg., 100 gram bloem of kindermeel (niet uit rijst bereid) KOFFIE: 63-5 Alg., 125 gram. THEE; 63-6 Alg., 50 gram. BONKAARTEN KD, KE 703. (2e strook) BROOD 64-1 brood, 800 gram64 R-Res. 800 gram. BOTER ENZ.: 64-1 boter, 250 gram boter; 64-2 boter, 125 gram marga rine of 100 gram vet. MELK 04-2 melk, 64-3 melk, 12 iiter. VLEESCH 64-1, 64-2 vleesch, 100 gram. KAAS: 64-1 Alg., 100 gram. EIEREN 64-2 Alg., 1 ei. SINAASAPPELEN 64-3 Alg., 1 kilogram (vóór-inlevering). BLOEM-KINDERMEEL: 64 S-Res. 100 gram bloem of kindermeel (niet uit rijst be reid): 64 U-Res. 600 gram bloem of kindermeel (niet uit rijst bereid). ZEEP. 64 V-Res. pl.m. 90 gram Deensche toiletzeep (vóór-inlevering). BONKAARTEN MA t/m MG 703. (2e strook) BROOD 63-4 brood, 800 gram. BOTER ENZ.: 63-4 boter, 250 gram boter; 63-4 margarine, 250 gram margarine of 200 gram vet. MELK 63-4 me k, 5 liter. VLEESCH63-4 vleesch, 300 gram63-5 vleesch, 100 gram. KAAS 63-4 kaas, 200 gram. EIEREN 63-4 eieren, 5 eieren. Op 6 Maart zullen bonnen worden aange wezen voor cacao, suiker, versnaperingen en tabak. De bonnen 63-3 en 64-3 Algemeen voor sinaasappelen moeten uiterlijk op Woensdag 5 Maart a.s. bij een handelaar in groente en of fruit worden ingeleverd. B011 64-V Reserve voor Deensche toiletzeep moet uiterlijk op 8 Maart a.s. bij een detailist in zeep worden ingeleverd. Aflevering dei- zeep zal zoo spoedig mogelijk plaats vinden. Plaatselijk Nieuws. Bresken s. Dinsdagavond had al hier in een der lokalen van de O. L. School een vergadering plaats van de nieuw opgerichte Oranjevereeniging. De voorzitter, dhr. De Bourgraaf, opende de vergadering en heette allen welkom, daarbij zijn teleurstelling uit sprekende over het feit, dat zoo wei nigen opgekomen waren, hoewel de vereeniging 400 leden telt. Hierna las de secretaris de notulen voor der laat ste vergadering, die onveranderd wer den goedgekeurd, waarna de penning meester een finantieel overzicht gaf, waaruit bleek dat er een batig saldo is van ruim f 400, Het voornaamste punt der agenda was verkiezing van een definitief be stuur. Na gehouden stemming bleken dezelfde leden van het voorloopig be stuur te zijn benoemd, n.l. E. de Bour graaf, Jac. Verduijn, Iz. de Hulster, A. J. Visser, Anth. Leenhouts, P. de Baare en Mevr. Keijmel-Suweijn, die deze benoeming aanvaardden. Verder

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1947 | | pagina 3