raden in Indië, gemeente-, provincie-,
regentschapsraden en Volksraad (bijna
gelijk te stellen met onze Tweede Ka
mer) een Inheemsche meerderheid had
den. Ook op dit in de laatste eeuw
in de geheele wereld zoo belangrijk
geworden gebied geen achteruitstelling
van de Indonesische bevolking meer,
doch zelfs een omschakeling naar
haar kant.
Nederland bracht welvaart in Indië
door het vruchtbaar maken van den
Indischen bodem tot een zoodanigen
graad, dat zij zelfs voldoende rijst
voortbracht voor de geheele bevolking
van Nederlandsch-Indië, die op Java
tijdens ons bewind van 5, millioen tot
50 millioen groeide. Voorts door het
stichten van honderdtallen fabrieken en
ondernemingen op allerlei gebied, waar
door aan een enorm aantal Inheemschen
arbeidsgelegenheid werd verschaft.
Meer dan voldoende verkeerswegen
werden overal aangelegd, zoodat de be
woner van de meest afgelegen dessa
in de mogelijkheid werd gesteld, de
door hem geteelde producten naar de
stapelplaatsen te vervoeren. Kortom
alles bestond in Indië wat ook in Euro-
peesche landen ten behoeve van haar
bevolking van overheidswege is ver
richt en iedere vreemdeling die Indië
bezocht, was vol bewondering voor
hetgeen daar door het kleine Neder
land was bewerkstelligd; iedere vreem
deling was ook verrukt over de goede
verstandhouding tusschen de autochtone
bevolking en de Nederlanders in dit
reusachtig gebied, dat met inbegrip van
de tusschen de verschillende eilanden
gelegen zeeën, een oppervlakte beslaat,
bijna zoo groot als Europa. Aanhanke
lijkheid aan het Nederlandsche zoo
bijzonder rechtvaardig gezag, die in
het bijzonder tot uitdrukking kwam,
allerwege in Indië, toen de Duitsche
horden Nederland, het Moederland,
onder den voet hadden geloopen.
Ik moet nog ,even terugkomen op
het politiek ontwaken van Indië. Na
1918 werden verschillende Inheemsche
politieke vereenigingen opgericht, in
het bijzonder in detjgroote steden,
partijen van allerlei schakeeringen, van
links tot rechts. Geen enkele van de
in 1941 bestaande politieke partijen
op Java wenschte de onafhankelijkheid
buiten het Rijksverband; zelfs de uiterst
linksche partij, die zich op het standpunt
stelde van een uiteindelijk Vrij Indië
in een sloot willen sterven? Wie durft
nu nog beweren dat de riddertijden
voorbij zijn? Zeg Bertie, schenkt zulk
een wanhopige poging om den hals
te breken zoo bijzonder veel genot?
Naar het effect te oordeelen schijnt het
nogal prettig".
„Och, voor zoo'n wedren met
hindernissen valt heel wat te zeggen,"
gaf Cecil peinzend ten antwoord.
„Nu, ik moet zeggen, dat je den
prijs prachtig hebt gewonnen. Wie was
die kleine, zwarte meneer? Van"? de
lanciers, hoorde ik zeggen, is 't niet?
Hij was u ontzettend dicht op de hie
len. Een oogenblik dacht ik stellig, dat
de garde had verloren".
„Denkt u dan, dat een man, die zoo
gelukkig is de kleuren van lady Gue-
nevere te mogen dragen, verliezen kan?
Een geborduurde sjerp, door zulke
schoone handen als de uwe aan een
ridder gegeven, was reeds in de da
gen van het tournooi een borg, dat de
drager overwinnen moest!" fluisterde
Cecil.
Zacht en teeder was de toon van
zijn stem, maar toch lag in deze juist
genoeg lusteloosheid en in zijn oog
verklaarde bij monde van haar voor
zitter in den Volksraad, dat dit „Indië
Vrij" voor hen niet betekende afschei
ding van Nederland. Ook spreekt hier
boekdeelen de erkentelijkheid welke de
uiterst felle linkergroep in den Volks
raad betuigde voor de Koninklijke Bood
schap van Hare Majesteit Koningin
Wilhelmina van 30 Juni 1941, waarin
Zij de toezegging deed, dat'onmiddellijk
na de bevrijding van Nederland een
Rijksconferentie, zou worden gehouden
deze Koninklijke Boodschap werd nader
geaccentueerd door de bekende radio
rede van Hare Majesteit op 7 Decem
ber 1942. Voor die Koninklijke Bood
schap zond de Parindra, de uiterst lin
kervleugel van de Indonesische partijen,
spontaan een telegram van erkentelijk
heid aan Hare Majesteit.
Met het vorenstaande heb ik willen
aantoonen dat de historische, de ge
bruikelijke aanleidingen voor het om
verwerpen van het Nederlandsche ge
zag over Indië niet hebben bestaan.
En toch kwam er een „Repoebliek".
Deze is niet ontstaan, konfniet ont
staan, onder een, laten we het huis
houdelijk zeggen, natuurlijken gang van
zaken. Die „Repoebliek" is niet ge
sticht door de Indonesiërs, neen zij is
een erfenis, een „laatste wil" van de
Jappen, toevertrouwd aan den in Ja-
panschen dienst zijnden executair-tes-
tamentair Soekarno. Op 9 Augustus
1945, toen Japan op de knieën was
gebracht doch nog niet tot capitulatie
was overgegaan, gaf de Japansche
Gouverneur-Generaal over Nederlandsch
Indië eenige instructie's aan de Jappen
op Java. Een gedeelte van die instruc
tie's luidt als volgt„De Indonesische
onafhankelijkheid, die alleen bewerk
stelligd kan worden door een vurigen
strijdgeest van het geheele Indonesische
volk en door de overtuiging één te
moeten zijn met Japan, één in leven
en dood, hangt af van de overtuiging
van de Japanners in Indie. Weest daar
om een gids voor het Indonesische
volk. Het gedrag van iederen Japan
ner moet gegrondvest zijn op zijn groote
liefde voor de Indonesiërs en zijn be
reidwilligheid om een leidsman voor
hen te zijn. Hierin ligt het primaire
werktuig, politiek èn militair, cultureel
èn economisch, voor de verwezenlijking
van een nieuwen staat". Tot zoover
deze instructie. De Japanners zijn bij
zonder disciplinair en zij hebben die
juist genoeg spot, om het zeer twijfel
achtig te maken of hij niet zoowel om
haar ..als om zichzelf lachte en of hij
zich niet verbaasd afvroeg hoe een
man, voor den drommel, zulken onzin
kon uitkramen. Toch was zijn dame
lady Guenevere, was hij sinds den vo-
rigen herfst, toen zij samen een tijd
lang te Belvoir hadden doorgebracht,
op haar verliefd en was de dame schoon
genoeg om over hun „vriendschap" een
bekoorlijk waas te leggen. Terwijl
Bertie zich over haar heen boog, haar
het hof maakte en haar diep in de
Velasquez-oogen keek, was hij zich
volstrekt niet bewust, dat Ben Davis,
de oplichter, op een afstand stond.
De man had den afloop gezien. Hij
had de favorite van de garde behouden
aan den paal zien komen en had toen
met schorre, heesche stem gemompeld:
„Hij heeft het gewonnen, die ver
vloekte schoft! Maar lang zal 't met
dat verd heertje toch niet meer
duren."
(Wordt vervolgd).
instructie's naar den letter uitgevoerd
en doen dat nu nog op Java zoo
wel als op Sumatra.
Op dienzelfden 9den Augustus vlo
gen Soekarno, Hatta en Dr. Radjiman
naar Saigon en hadden daar een confe
rentie met den Japanschen opperbevel
hebber in den Zuid-Pacifie, maarschalk
Terauchi. „Van hem krijgen Soekarno
c.s.," aldus een Indonesisch blad van,
15 Aug. 1945, „een uiteenzetting van
het Japansche schema, volgens hetwelk
Indonesia haar onafhankelijkheid zal
krijgen en daarbij wijst hij op de nood
zaak hun verplichtingen jegens Japan
na te komen. Soekarno brengt daarop
de onsterfelijke dankbaarheid van het
Indonesische volk voor deze gunst van
den Japanschen keizer tot uitdrukking
en beloofd hij al hun verplichtingen
jegens het Japansche keizerrijk te zul
len nakomen". Den I4den Augustus
keeren Soekarno en de zijnen naar
Batavia terug en worden zij officieel
verwelkomd door den Japanschen Gou
verneur-Generaal en hooge Japansche
militaire autoriteiten. Die plechtigheid
werd besloten met een „Leve het Kei
zerrijk Japan" uit den mond van Soe
karno en beantwoord met een „Leve
Indonesia" door den Japanschen G.G.
De „Repoebliek" was er en den
volgenden dag capituleerde Japan en
weer twee dagen later werd alom op
Java bekend gemaakt dat de „Repoe
bliek Indonesia" was gesticht.
Over het wezen van de Repoebliek
in het volgende hoofdstuk.
L. (Wordt vervolgd).
Ernstige waarschuwing voor
Ouders en Opvoeders,
Vrouwen en Meisjes.
Van bevoegde zijde verzoekt men ons
het volgende op te nemen:
Het is gebleken, dat een ernstig
woord van waarschuwing in verband
met een aangeboden betrekking in het
buitenland noodzakelijk is.
Met name, zedelijke gevaren voor
vrouwen en meisjes zijn niet denk
beeldig. Dit is helaas geen theoretische
veronderstelling, maar de harde werke
lijkheid. Reeds is een geval van handel
in blanke slavinnen geconstateerd, ter
wijl daarnaast verscheidene aangeboden
betrekkingen niet van gevaar ontbloot
blijken te zijn.
Niet voldoende kan gewaarschuwd
worden tegen het ingaan op aanbie
dingen uit het buitenland zonder vooraf
gaande betrouwbare informaties.
De R.-K. Vereeniging tot bescher
ming van Vrouwen en Meisjes (Asso
ciation Catholique Internationale de la
Protection de la jeune Fille) Koninginne
weg 8 bis Haarlem en de Nederlandsche
Vereeniging ter Behartiging van de
Belangen van Jonge Meisjes (Union
internationale des Amiens de la jeune
Fille) Weteringschans 51 Amsterdam,
zijn bereid naar best vermogen, infor
maties in te winnen.
Bij de R.-K. Vereeniging van Meisjes
zijn de navolgende afdeelingen voor
Zeeuwsch-Vlaanderen aangesloten:
Hulst: Markt II;
Oostburg: M. C. HOPSTAKEN,
Maatsch. Werkster, St. Antoniusgesticht
Langstr. 47.
In voorkomende gevallen wendt men
zich tot bovenstaande adressen.
Rijkspostspaarbank.
Voor rentebijschrijving zijn in de
eerste helft van Maart de inleggers B
tot Boenstra aan de beurt; in de 2e
helft de rest van de letter B.