Jaardag PRINSES BEATRIX.
Donkere schaduwen.
TWEE SOUVEREINEN GEDIEND
No. 107
Vrijdag 30 Januari 1947
3e Jaargang
DE SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Weekblad onder Redactie van de Vereeniging ter behartiging
van de belangen van West Zeèuwsch-Vlaanderen.
Prijs per kwartaal f IFranco p. p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitgever Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens
Heden viert H. K. H. Prinses
Beatrix haar 9e jaardag.
Ons aller wenschen gaan thans
uit naar onze geliefde Koninklijke
Familie.
In Londen is men momenteel druk
bezig met het in elkaar zetten van
een voor-ontwerp vredesverdrag met
Duitschland, welk verdrag in de ko
mende maanden een onderwerp van
onderhandelingen tusschen de Groote
Vier (Amerika, Engeland, Rusland en
Frankrijk) te Moskou zal uitmaken.
Aan de vaststelling van dat verdrag
mogen de kleine achttien (de overige
landen, die met de as in oorlog zijn
geweest) niet meedoen, doch wel is na
ampele overweging aan die kleine lan
den de groote gunst verleend, dat zij
bij de voor-ontwerpers te Londen hun
belangen schriftelijk mogen voorbrengen
en (zelfs!) mondeling mogen toelichten.
Eén dezer dagen is Nederland daar
voor aan de beurt Met een glimlachende
welwillendheid zullen de door onze
Regeering aangewezen woordvoerders
te Londen worden ontvangen en zelfs
worden aangehoordmisschien wel
worden toegesproken ter gelegenheid
van het te hunner eere aangeboden af
scheidsdiner en daarna mogen ze, na
een bemoedigend schouderklopje te heb
ben ontvangen, als brave jongens weer
naar Holland terugkeeren. Evenzoo zal
het gaan met de vertegenwoordigers
van de andere kleine geallieerden. Ove
rigens doen we het best, aan al die
besprekingen geen hooge verwachtingen
te verbinden; het zouden zeker lucht-
kasteelen blijken te zijn. En lucht-
FEUILLETON
23) door OUIDA.
De twee volgende heiningen
hooge, dicht met den sleedoren van
de Shires doorvlochten hindernissen
lagen nauwelijks twintig voet van el
kander. Een strook zwaar, omgeploegd
met kluiten bedekt hard, zwart land
leidde er heen en de lucht van de
versch omgeploegden grond drong de
ruiters in de neus.
Pas de Charge hief zich het eerst
op voor de sprong. Te vroeg aange
zet, haakte hij met het achterbeen in
de dorens, stortte neer en wierp zijn
ruiter af. Wel hielp Montacute het dier
met bijzonder veel talent weer op de
been, doch voor de zware cavalerie
was de kans op de zege dien dag
verloren. Over beide terreinhindernis
sen schoot Forest King heen als een
vogel. Voor het eerst kwam hij thans
aan het hoofd. Bij de sprong over de
heining zou de kastanjebruine het niet
tegen hem afleggen. Hij was nu met
hem op gelijke hoogte.
Getrouw aan haar sekse, kon Wild
kasteelen bouwen hebben we na de
bevrijding al te veel gedaanzelfs het
bouwen van het kleinste hutje dat we
ons voor oogen hadden gesteld, kon
wegens gebrek aan materialen of aan
medewerking van hoogerhand al tjeen
voortgang vinden. AIzoo doen we het
beste met onze beide beenen op den
grond te blijven en vooral nuchter te
blijven. Het lijkt misschien wat erg
pessimistisch als we neerschrijven dat
we voor de kleine landen - die toch
minstens evenveel belang hebben bij
een voor hen gunstig vredesverdrag
met Duitschland als haar groote broers
- geen hooge verwachtingen meer kun
nen koesteren, doch gezien de erva
ringen die we te dien opzichte tot dus
verre hebben opgedaan, kunnen we
moeilijk optimistisch zijn. De geschie
denis leert, dat er alleen geallieerden
zijn in oorlogstijd, doch zoodra het er
op aankomt de gevolgen van den oor
log gezamenlijk op te lossen, is elk
collectivisme zoek. Alsdan beslissen de
grooten en mogen de kleintjes stil ac
cepteeren, wat de eerstgenoemden hen
toewierpen; de kleinere landen onder
gaan dan de meest schrijnende onder
vinding van het ,,met groote heeren is
het kwaad kersen eten". Inderdaad,
alleen de pitten zijn voor de kleintjes.
Langs allerlei omwegen bereiken de
grooten datgene wat ze zich voorge
steld hadden in de wacht te sleepen.
Zoo was het in 1919, zoo gaat het in
1947. Een bewijs daarvoor? De pas
gehouden conferentie in den Haag door
vertegenwoordigers van de gecombi
neerde Engelsch-Amerikaansche han
delsdelegatie met de Nederlandsche.
Welwillend werden de Nederlanders
aangehoord toen ze hun grieven voor
brachten tegen de weinig tegemoet
komende houding die Nederland bij de
behartiging van zijn handelsbelangen
Geranium geen mededingers dulden
en rende nog altijd met weergalooze
snelheid over het terrein. Maar de
kleine Grafton was nog een jong
baasje en schoon hij zoo uitstekend
reed als een jockey durfde denken,
was hij te driftig. Het paard behoefde
een bedaarder ruiter.
Eerst nu gaf Cecil den King volko
men vrijheid van beweging. Eerst nu
begon het paard zijn schoon arabisch
hoofd naar voren uit te strekken, zoo
als men dit bij de wedrennen van
Derby in de laatste seconden door
de paarden steeds kan zien doen.
Eerst nu werd zijn paard zoo duize
lingwekkend snel, dat zijn hoeven den
grond oogenschijnlijk niet meer aan
raakten. Karwats noch spoor behoefde
te worden gebruikt. Cecil behoefde het
edele vuur, dat in het heldenhart van
het dier blaakte, slecht vrij te laten
werken. Hij hield de vuisten laag ge
plaatst en het hoofd een weinig achter
over. Zijn gelaat teekende volkomen
kalmte; alleen zijn oog fonkelde en
lichtte. Vurige vastberadenheid, ver
metelheid en wilskracht waren er in
te lezen. De beek van Brixworth lag
voor hem. Wat Forest King kon doen,
wist hij, maar over welke krachten
in Duitschland ondervindt, doch veel
succes konden ze niet behalen. Neder
land vroeg om hervatting van zijn
groentenexport naar Duitschland, doch
daaraan kon niet worden voldaan, daar
de bezettende mogendheden van oor
deel zijn, dat de economische toestand
van Duitschland niet toelaat dure
versche groente te importeeren. Een
ander hoofdpunt, waarop niet aan de
Nederlandsche verlangens is voldaan,
is het gebruik van de havens van Rot
terdam en Antwerpen voor Duitsche
importen. De onderhandelaars begre
pen deze verlangens van Nederland ten
volle doch gebrek aan deviezen
noodzaakte hen, uitsluitend Duitsche
havens te blijven gebruiken. Zij voeg
den daaraan toe, dat de eenige hoop
voor een herleving van Rotterdam is,
de herleving van de industrie in Duitsch
land. Dit laatste nu klinkt ook weer
weinig hoopvol, wanneer we weten dat
de Engelschen voortgaan met zich te
nestelen in de scheepvaart der Duit
sche havens, in het Rührgebied met
zijn staal en zijn kolen en in de chemi
sche en textiel-ïndustrieën in het Rijn
land en de Palts.
Wat Rusland achter het ijzeren gor
dijn in Duitschland uitspookt is nog
onvoldoende bekend, doch dat het daar
uitsluitend voor zichzelf zorgt, staat
vast. Frankrijk annexeert het Saarge-
bied en stelt zich in het bezit van de
fabrieken en installaties van Baden en
Wurtemberg. Amerika nestelt zich in
de oliegebieden van het nabije Oosten,
streeft naar de hegemonie in Zuid-
Amerika en koopt" China en verde
ren „afval" in de Pacific. Kortom, de
grooten zorgen voor zichzelf en de
kleintjes, relatief de meest gedupeer
den, hebben het nakijken. Voor ons
land, absoluut afhankelijk van een weer
op pooten gezet Duitschland en van
Bay Regent had te beschikken, was
hem niet bekend.
Glinsterend lag het water voor hem.
Hoe menigeen reeds had op de oevers
van die beek een ongeluk gekregen.
Een maand geleden was de winter
sneeuw begonnen tesmelten; zoodoende
was het water gezwollen en bruin.
Allen kenden die lange, donkere lijn,
die in het zonlicht glinsterde, de ge
vaarlijke hindernis, die al de mede
dingers naar het Blauwe Lint moesten
overschrijden'
Forest King rook water, stak de
ooren op, strekte het grijze lichaam
nog meer uit, versnelde zijn galopslag,
verzamelde al zijn krachten en zijn
snelheid voor den sprong, hief zich
toen van voren op, schoot als een
reiger over de beek heen, kwam vier
kant op de beenen aan de overzijde
en stoof vervolgens weer verder als
een pijl van den boog. Brixwort had
de King achter den rug en de schar
laken-en-witte blouse, voor de adem-
looze menigte in de tribune weinig
meer dan een lichtgekleurd schaduw
beeld in 't landschap, gleed als een
schim over het effen grasland verder.
(Wordt vervolgd).