avond 1946 verzoeken wij U beleefd
eenige plaatsruimte'.
In persoonlijke gesprekken blijkt ons
steeds weer dat nog zeer velen niet of
onvoldoende weten wat de Stichting
1940-1945 doet en wil bereiken.
„Velen vergeten té spoedig" zeide
onze Vorstin zoo treffend. Inderdaad
en vaak gelukkig dat we zoo
spoedig de achter ons liggende misère
vergaten. B.v. het gestamp van de
moffenlaarzen en het gebral van de
moffenliederen. Maar wat' we nooit
mogen vergeten en wat steeds in onze
ooren moet blijven klinken is de be
lofte. welke we hebben afgelegd aan
onze verzetsmenschen, n.l. „Als je wat
overkomt bij je gevaarlijk werk, dan
zullen wij voor je naasten zorgen".
En onder dat „Wij" hebben we toen
verstaan het geheele Nederlandsche
Volk dat achter ons stond en „goed"
was. Onder „wij" werden nooit ver
staan de verzetsmenschen alleen.
Nu treft het ons altoos weer dat
nog zoovelen afzijdig staan, omdat ze
niet beseffen het groote werk dat de
Stichting 1940-1945 thans verricht.
Want beseften ze dit, dan zou zeker
ook hun sympathie daarnaar uitgaan.
Heel in 't kort willen we iets
meedeelen en wie nadere gegevens
wil, kan steeds bij ons Prov. Bureau
aankloppen.
De Stichting 1940-1945 verzorgt
de nagelaten betrekkingen van hen die
in het verzet vielen. Vaak hooren we
„Daar moet de Overheid voor zorgen
en dan betalen wij ons deel in de
belasting". Zeker, de Regeering helpt.
Doet zelfs veel. Heel veel. Via de
Bureaux voor Oorlogsslachtoffers wor
den bedragen uitgekeerd volgens vast
gestelde normen. En er is een wets
ontwerp gereed, inhoudende een pen
sioenregeling.
Maar de Regeering is altijd aan vast
gestelde normen gebonden, terwijl wij
ieder geval individueel kunnen bezien.
Immers de een leefde en leeft onder j
geheel andere omstandigheden dan de
ander.
Daarom heeft de Stichting 1940-
1945 een suppleerende taak en stelt
zelf, in overleg met deskundigen, de
normen vast, welke zoo zijn gesteld
dat rekening kan worden gehouden met
bijzondere omstandigheden. Nèèn, naar
een loket moeten deze menschen niet
gaan. Hun uitkeering wordt hun aan
huis bezorgd om na te gaan of er
versierde blouse scharlaken-en-wit
met zijn: Coeur Vaillant se fait
Royaume op den kraag, het kunststuk
van de hand van Cecil's schoone
vriendin, werd aangetrokken, en de
wit zijden sjerp, die dezelfde schoone
hand van zilveren franjes had voorzien,
daaroverheen gehangen.
Door een scheldenden, verontwaar
digden hoop volk verdreven van het
terrein der wedrennen, rillende van het
ijskoude water, dat uit zijn kleederen
droop, doodsbleek van grenzenlooze
woede over die verbanning van het
tooneel zijner straffelooze oplichterijen,
was Ben Davis weggeslopen. Maar de
bitterste verwenschingen klonken van
zijn lippen en in stilte zwoer hij een
duren eed, dat hij op dien verd
dandy, op dat „heertje van de garde",
dat hem tegenover de gansche wereld
als een schelm aan de kaak had ge
steld, eenmaal ontzettend wraak zou
nemen.
Nog deed de klok haar luid en
driftig geklep hooren, toen Cecil weer
voor den dag kwam en door de halve
garde omstuwd naar de weegschaal
ging. Fabelachtige sommen hadden
mogelijk nog andere hulp en steun
(moreele en geestelijke) noodig is. Ook
andere speciale behoeften hebben de
aandacht. Hier is een, teruggekeerd
uit een concentratiekamp, die voor
herstel van zijn gezondheid een tijd
lang in een Herstellingsoord moet
worden verpleegd. Daar zijn kinderen,
waarvan de vader voornemens was,
hen iets te laten leeren, maar dat nu
niet kan. En zoo zouden vele voor
beelden aan te halen zijn. In al deze
gevallen staat de Stichting 1940-1945
op de bres om de nagelaten betrek
kingen van hen, die in den oorlog de
kastanjes uit het vuur haalden en het
hoogste offer van hun leven moesten
brengen, met woord en daad bij te
staan.
Doch deze Stichting kan haar taak
alleen naar behooren vervullen, indien
iedere Nederlandsche man of vrouw
zich bewust is, dat wij allen gezamelijk
hier een taak hebben,
Hoe sympathiek ook, met mooie
gedenkteekens op de graven alleen,
zijn de nagelaten betrekkingen niet ge
holpen. Meermalen is ons het advies
gegeven de gelden door middel van
een loterij of van amusementen bij
elkaar te halen. Wij vinden dit niet
de juiste manier.
Spontaan moet het geheele Neder
landsche Volk deze „Eereschuld" met
blijdschap inlossen. Wij denken hier
bij aan een ander woord, reeds eerder
gesproken door onze Koningin; toen
Zij sprak over hen die vielen: „Door
hun offer aanvaarden wij onze vrijheid
als een recht".
De Stichting 19401945, heeft, om
goed te kunnen werken, veel meer con
tribuanten noodig, welke periodiek
(jaarlijks, halfjaarlijks of wel per kwar
taal) een klein offer brengen, dat
niet te vergelijken is met het groote
offer van het leven, wat velen brachten,
maar dat ons toch in staat stelt de
eeretaak tegenover de nagelaten be
trekkingen te volbrengen.
Wordt U daarom vaste contribuant
(medewerker/ster) van de Stichting 1940-
1945 en als het even kan, bewerkt
U dan enkele vrienden en kennissen
voor dit doel.
Ook uit geblokkeerd geld kan aan
de Stichting betaald worden. Stelt niet
uit. Wij danken U bij voorbaat.
Prov. Bureau Stichting 1940-1945
Postbus 20, Tel. 2777
Dam 2, Middelburg.
allen op hun kampioen gezet, want de
kameraadschappelijke geest van het
korps was in 't spel; bovendien weet
een ieder, dat de garde op de turf
heel wat goud durft wagen.
Binnen de omrastering stond de
King, zoo kalm en bedaard als aan
een heer van den echten stempel be
taamd, te midden van al het rumoer
en het leven. Wel legde hij een enkele
maal een zijner fijne ooren in den nek,
doch overigens scheen een en ander
hem volkomen onverschillig te laten.
Zijn huid glinsterde als satijn. Het
heerlijke netwerk van aderen en spie
ren lag als de aderen op een wijn
gaardblad op den fijnbesneden nek
met zijn aan de circassische paarden
eigen ronding. De donkere gazellen-
oogen rustten met peinzenden, zachten
ernst op de tierende en schreeuwende
menschenmenigte.
Ook zijn mededingers mochten voor
hun taak volkomen berekend worden
genoemd. Heerlijk schoone dieren
waren er bij. Bay Regent was een
vurig, kastanjebruin, krachtig gebouwd
paard met prachtige schouders en met
BURGERLIJKE STAND.
Gemeente GROEDE.
over de maand November 1946.
GEBOORTEN 27, Marianne, d. van
J. A/Scheele en M. de Bliek.
OVERLIJDEN 7, Baas, Suzanna, on-
geh. 50 jaar de Looze, Sophia Maria,
Wed. J. J. Ras, 67 jaar.
HUWELIJKEN: 7, P. J. de Bie, 32
jaar en A. S. van Belois, 19 jaar; 14,
W. Tochtman, 34 jaar en N. van de
Vijver, 23 jaar; 21, Adam, E. 27 jaar
en M. A. de Geringel, 26 jaar A. P.
den Hollander, 29 jaar en E. S. Wille,
23 jaar; J. C. Klercq, 25 jaar en A.
J. van Lare, 25 jaar.
INGEKOMEM2, J. A. de Hulster,
van Nieuwvliet, naar A 197b. 6, Snoep,
S. W. van Nieuwvliet naar W 104
5, Pleijte, G. J. van Vlissingen, naar
O 178 1, Marquenie, F. van Leiden,
naar O 222 6, Smith, A. S. Wed. W.
de Vries, van Vlissingen, naar O 107;
rr, Risseeuw, S. T. van Cadzand, naar
O 90 16, Daalhof, E. H. van Jutphaas,
naar W 90; 19, de Graag, L. van
Oostburg naar A 157; li, Gaastra, G.
van Assen, naar A 38 26, Salömé, J.
Ph. en gezin van Knocke, naar O 118;
23, van Witsen, L. W. en gezin, van
Amsterdam, naar Kamp Brouwerijstr;
27, Vermeulen, P. van Vlissingen naar
O 47-
VERTROKKEN2, Dierings, J. en
gezin naar Breskens, Boulevard 68; 5,
Zonnevijlle, J. M. wed. EI. J. Fenijn,
naar Breskens, Noodplan D 16, Por-
reij, Iz. en gezin naar Breskens, Nood
plan O 2; 7, D'Hont, E. M. echtg.
M. Nijssen, naar Kapelle, B 6; 12, van
Belois, A. S. echtg. van P. J. de Bie,
naar Hoofdplaat E 56; 13, Keijmel,
J. J. en gezin naar Breskens, W 42;
13, Koens, .P. en gezin naar Schoon-
dijke, W 1 o 114, Schaap, J. naar
Breskens, Noodplan D 3; 15, Jansen,
H. echtgen, van A. Schaap, naar Ter-
neuzen, Vlooswijkstraat 11; 18, van de
Vijver, N. echtgen. W. Tochtman, naar
Loppersum, Stationsstr. 449; 18, de
Schipper, J. en gezin naar Breskens;
21, Straating, J. naar Vucht, Boslaan
6; 21, Kareis, J. naar Breskens, Nood
plan B 14; 28, Verhulst, W. L. M.
Wed. C. Francke, naar Breskens,
Noodplan E 15; 30, Faas, A. naar
Breskens, Boulevard 76.
een hoofdje om te stelen. Hij behoorde
aan een kolonel van de karabiniers,
maar zou door Jimmy Delmar van het
10e lanciers worden gereden.
Pas de Charge, de ros van Monta-
cute, waarop de geheele zware cava
lerie had gewed, was ongeveer een
zelfde stel van paard, zwart, met veel
bloed en veel lenden en met een schoft,
die van zijn spierkracht getuigde. Al
leen het hoofd was wat lomp gevormd.
Wild Geranium, een vurige, iersche
merrie, was een sierlijk gevormd dier.
Over haar huid lag de rosse goudgloed,
die enkele bruine paarden als met een
stalen krans omgeeft. Overigens vol
maakt van bouw, was de merrie moge
lijk wat licht en bezat zij in nek en
rug niet de noodige kracht. Cartouche
van de Enniskillens liet het paard loo-
pen en „Baby" Grafton van hetzelfde
korps, een man zoo licht als een veer
en schijnbaar niet meer dan een knaap
maar een uitstekend ruiter, zou haar
rijden.
Die met hun drieën waréTi de favo
rites. Day Star, het eigendom van Dur
ham Vavassour van de Grijze Schotten,
volgde hen op den voet.
(Wordt vervolgd).