DE SCHAKEL Nieuws- en Advertentieblad voor West Z.-Vlaanderen Indië en wij. No. 42 Maandag 29 October 1945 Drukker-Uitgever: Fa. Smoor de Hulster Boulevard 120 - Breskens le Jaargang Prijs per kwartaal f 1,25 Franco per post f 1,40 Advertenties 7 ct. p. m.m. Weekblad onder Redactie v. d. Werkgroep Wederopbouw West Z.-Vl., Hooid-Redacteur de heer A. Hooihorst, Oude Haven 8, Oostburg Nu Oost Indië, of zooals men tegen woordig graag zegt Indonesië, zoo in het brandpunt van onze belangstelling staat, is het misschien goed eens iets mede te deelen over de verhouding tusschen dat gebied en ons land. Velen hebben helaas nog heel weinig begrip van dat prachtige gebied aan de andere zijde van de aardbol, weinigen slechts weten, wat een geweldig stuk pioniers werk de Nederlanders daar geléverd hebben. De grootste gouverneur-gene raal van Indië, Jan Pietersz. Coen, heeft eens gezegd „Daar kan wat grootsch verricht worden in Indië", en inderdaad, daar werd wat grootsch verricht, vele Nederlanders hebben het beste deel van hun leven gegeven om dat prach tige eilandengebied tot een voorbeeld te maken voor alle koloniseerend lan den der aarde. Wie verschillende koloniale gebieden heeft kunnen zien en vergelijken, twij felt er niet meer aan, welke plaats Nederland onder de koloniseerende lan den inneemt, Oost Indië is een groote groep eilan den, die te zamen wel zestig maal zoo groot zijn als Nederland, met een be volking van ongeveer zeventig millioen zielen. Er zijn boeken volgeschreven over de weelderige plantengroei, ge weldige hoeveelheden overal gevraagde landbouwproducten worden met niet al te groote moeite voortgebracht, de bodem is rijk aan delfstoffen, in één woord het is een rijk land. Op het einde van de zestiende eeuw trokken onze voorouders er op uit om zelf de weg naar de Oost te vinden. Na veel onderzoek en studie is dit gelukt en kwamen de Nederlanders in het gezochte land aan, waar zij de Por tugezen vonden, welk volk zij vrij vlug verdreven. Het doel van het Indische avontuur was uitsluitend winstbejag en bij dat jagen naar winst, is niet altijd de weg van recht en gerechtigheid ge volgd. Werkelijk, die oude tijd was niet fraai Maar men mag niet vergeten, dat de opvattingen over koloniën over heel de beschaafde wereld gelijk waren: koloniën had of verwierf men om er profijt van te trekken de belangen van de inheemsche bevolking telden niet mee. Deze bevolking had dan ook weinig reden om vriendelijk gestemd te zijn jegens de blanken en het is heel natuurlijk, dat er veJen in Indonesië zijn, die nog steeds met een wrok tegen Nederland rondloopen. Eerder dan in welk land ook is in Nederland begrip ontstaan voor de po sitie van de inheemsche bevolking. Vooral Multatulie heeft ons volks geweten wakker geschud en daarom is er, eerst langzaam, maar sieeds sneller een verlangen ontstaan om een einde te maken aan de uitbuitings- politiek en deze te vervangen door een politiek, die er op gericht is, de Indische gemeenschap, het Indische volk, te verheffen en rijp te maken voor volledig zelfbestuur. De regeering heeft deze koers reeds geruime tijd gevolgd en ondervond daarbij vaak de tegen stand van de menschen, die er op uit waren, zoo groot mogelijke winsten in Indië te maken. Reeds in 1922 werd het woord „kolonie" geschrapt en kwam er in de wet, dat Oost Indië een deel is van het Koninkrijk der Nederlanden. Het zou ons te ver voeren alle maat regelen te bespreken, die genomen zijn om een deel van de Indonesische be volking tot zelfbestuur te brengen. Een belangrijke gebeurtenis op dit gebied was de radiorede, die onze Koningin in 1942 hield, waarbij zij aan Indonesië gelijk gerechtigheid toe zegde, dus zelfbestuur. Met voorbijzien van de groote zegeningen, die het Nederlandsche gezag aan Indië heeft gebracht, wil een groep jongere heet hoofden nu ineens geheel met Neder land breken en koos om dat doel te bereiken de weg der samenwerking met de Jappen, ondanks het feit, dat deze op een bijna nog erger wijze dan de moffen hier, huishielden onder de Indonesische bevolking. Die weg is zonder meer misdadig te noemen. En als wij nu hooren, hoe de leden van de Soekarno groep optreden, dan zuch ten wij van angst, dat zulke lieden op een bevolking losgelaten zullen worden. Hetgeen echter niet gebeuren zal, want onze regeering houdt vast, aan de eene kant aan de belofte van vol komen gelijkgerechtigheid, maar aan de andere kant aan het weigering om met Jappen vrindjes aan één tafel te gaan zitten De regeering stelt zich op het standpunt, dat eerst het gezag hersteld moet zijn om dan langs nor male, rustige wegen tot het doel te komen. Als Indonesië zelfbestuur krijgt binnen het Nederlandsche rijk, dan zal dat èn voor Nederland en voor Indo nesië van het allergrootste belang zijn, H. Gedeelten van een brief uit Indië (van 16 September). In de veronderstelling dat jullie thuis de ontzettende oorlogsjaren goed zijn doorgekomen ga ik verslag uitbrengen van onze belevenis sen. Wij zijn erg mager en slap maar vol goede moed nu alles afgeloopen is. 13 April 1942, werden we allen geïnterneerd. Ik was toen 5I/2 maand zwanger. We mochten 30 kg. lijfgoed per persoon meenemen en werden in een vol komen leeggehaalde wijk van Medan gepropt. De mannen werden in een apart leegstaand gebouw gestopt, tenminste zij die nog moesten werken. Mannen en vrouwen die niet werkten b.v. winkeliers en kantoormenschen werden in vuile emigranten verblijven geduwd die wemelden van wandluizen, met als gevolg dysenterie en malaria. Na 3 maanden mocht ik naar het Europeesch ziekenhuis te Medan dat toen nog onder Hollandsch beheer stond, om de geboorte van mijn eerste kind af te wachten. Daarna werden we weer geïnterneerd, mijn man kwam zoo nu en dan klandestien bij ons kijken op gevaar af daarbij gesnapt te worden door de militaire politie, een soort Japansche Gestapo. Dit was onze beste tijd. We zaten met 4 gezinnen in een half leeg huis. Zoo nu en dan kwam de M.P. en sleepte de een of andere man weg die dan langer of korter werd vastgehouden met heel de liefde rijke behandeling die daar zoo bij hoorde. Daarna werden we met z'n 30oen in een R.K. internaat gestopt. Het voedsel werd steeds slechter. We hebben heel wat vuiligheid op moeten eten. 15 October 1944 werden we ge scheiden. Mijn man ging naar een kamp dat zoo vuil was, dat volgens hem een Hollandsche boer er zijn varkens niet in zou durven stal len. Wij werden in een emigrantenloods ge stouwd. Vuil, maar een eldorado vergeleken bij dit stinkkamp waar we later heengesleept werden. Kleeren hebben we bijna niet meer, de schavuiten hebben vrijwel alles weggeroofd. Maar niet alleen onze geringe bezittingen namen ze mee, uit de huizen stalen ze alles wat te vinden was, sanitair, ramen, deuren, zelfs de knopjes van het electrische licht. Het was één georganiseerde rooversbende. Nu is het uitNu sloven ze zich uit om alles voor ons aan te sleepen. De Engelschen lieten per parachute letterlijk alles neer wat we noodig hebben medicijnen, voedsel, zelfs toiletbenoodigdheden Gister zagen wij het eerste Hollandsche vliegtuig. Zoodra de geallieerden Sumatra be zetten gaan we naar Medan terug. De post sluit. Wat zijn we gelukkig dat alles voorbij is,

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1945 | | pagina 1