DE SCHAKEL
Nieuws- en Advertentieblad voor West Z.-Vlaanderen
De winter komt
Het eerste Muziekfeest.
Liedje
No. 38
Maandag 1 October 1945
lc Jaargang.
Drukker-Uitgever:
Fa. Smoor de Hulster
Boulevard 120 - Breskens
Prijs per kwartaal f 1,25
Franco per post f 1,40
Advertenties 7 ct. p. m.m.
Weekblad onder Redactie v d. Werkgroep Wederopbouw West Z.-Vl., Hoofd-Redacteur de heer A. Hoolhorst, Oude Haven 8, Oostburg
De herfst heeft zijn intrede gedaan,
de gure viagen zijn plotseling gekomen
en we weten, dat de winter snel nadert.
Voor velen zal die winter nog moei
lijk zijn. Wel is er heel wat gebeurd
en zijn vele onhoudbare toestanden ver
dwenen, maar hoeveel huizen lekken
er nog, zoodat men nu en dan bedden
en tafels moet verzetten, nog lang niet
alle kieren zijn gestopt, zoodat krach
tige winden ook binnen de „beschut
tende" muren te voelen zijn tn we
houden ons hart vast, dat het klappe
rende ilodderglas naar binnen geblazen
wordt. Neen, rooskleurig zal het nog
niet zijn En hoe brengen we onze
lange winteravondendoor? De tijd, dat
er tot in de nacht gebold kon woiden
is voorbij en de duisternis, koude en
regen drijven ons al vroeg naar binnen,
bij de kachel en daar hebben we een
heele avond voor ons, om, als wij niet
oppassen, te kankeren over alles en
nog wat. Maar daar zijn de lange win
teravonden toch te goed voor Waarom
nemen we weer niet a's voorheen een
go'ed boek? Maar och, hoeveel boeken
zijn niet verloren gegaan en hoe moei
lijk zal het zijn om regelmatig goede
lectuur te krijgen We zullen weer om
hulp moeten vragen. Elke plaats zal
zoo spoedig mogelijk moeten trachten
een bibliotheek ter beschikking te krij
gen, van het nut, van adopterende ge
meenten.
En alle vereenigingen zullen weer
aan de slag moeten. Onze muziekver-
eenigingen zullen meer dan ooit uit
voeringen moeten geven en onze, mis
schien wat in het vergeetboek geraakte,
rederijkerskamers moeten weer op de
planken verschijnen, samen met de'
muziekkorpsen. En dan wat volkszang.
Dat kunnen werkelijk ouderwetsche
gezellige avonden worden.
Maar wij hebben meer noodig. Wij
moeten contact houden met de buiten
wereld. Reeds trad in ons landje een
uitstekend strijkkwartet op dit was een
hoopvol begin. Ook moeten er goede
sprekers komen, die ons over allerlei
inlichten. Veel verwachten wij van de
Zeeuwsche Volksuniversiteit, waarmee
reeds contact gezocht is Maar de heeren
bestuursleden lijden vermoedelijk even
als zoovelen aan overbelasting, zoodat
het gezochte contact nog niet tot stand
gebracht is. Maar verder moeten er
initiatieven uit de bevolking zelf komen.
De komende vereeriiging ter behar
tiging van de bel.mgen van West Z-
Viaanderen kan ook op dit gebied
nuttig werken.
Maar voor alle<=laten wïi beginnen,
de winter staal voor de deur, een
mot i'ijke winter, laat'het geen verloren
winter worden H.
Het eerste muziekfeest na den barren tijd,
die achter ons ligt, zal door velen met mij
op hoogen prijs gesteld zijn. We mogen Wa
terlandkerkje dankbaar zijn, dat men er het
initiatief heeft durven nemen tot het organi-
seeren van dit festival.
De omstandigheden brachten mee, dat en
kele korpsen, die ons in vroeger tijd op zulke
voortreffelijke muziek vergastten, nog niet
aanwezig konden zijn. Helaas misten we ook
de gezichten van vele bekenden, die sedert
1940 aan het muziekleven ontvallen zijn en
wier krachten zoo waardevol geweest zouden
zijn bij den wederopbouw van wat eenmaal
bloeide. Omfloersen wij voor hen de trom
De vaandels met de vele medailles riepen
herinneringen op aan vroegere muziekfestijnen.
Allereerst aan de oude festivals, toen er
nog roem te behalen was met vliegensvlugge
tongslagen in de polka voor piston. Toen
schalden nog de trombones in de krakende
bassolo's en was de groote trom op zijn best,
wanneer de trommeldrager moe te had zijn
koers te houden in de marsch. Ook kenmerk
ten zich deze oude festivals door een rijkelijk
gebruik van gerstenat. Dit om „amezuur" te
krijgen.
In later tijd bleek het, dat „amezuur" alleen
te verkrijgen is door veel en geduldig oefenen.
Dit inzicht is de danken aan de concoursen.
Hoe gezellig ze ook waren, de oude festivals
raakten uit den tijd. Het concours luidde een
nieuw tijdperk in de muzikant ging aan de
studie, omdat hij persoonlijk verantwoordelijk
werd voor de eer van het geheele korps.
Wilde men behoorlijk verschijnen voor de
strenge heeren der jury, dan moest alles—
zelfs het werk van de derde bugle af zijn.
Ook deze moest gevoel krijgen voor moei
lijke dingen als ryhtme en nuanceering.
Het is merkwaardig in hoe korten tijd de
concoursen het muziekpeil opgevoerd hebben
Uit schreeuwerige fanfares werden ensem
bles gekweekt, die men met stijgend genot
beluisterde. De stilte, die op een concourster
rein heerschte, was hiervan het beste bewijs.
Dit eerste festival na den gruwzamen oor
logstijd houdt voor het muziekleven een be
lofte in Het bewijst, dat de oude geest niet
ondergegaan is in het geschonden land van
Cadzand. Inderdaad is er gegronde hoop, dat
de muziek in de toekomst weer haar ouden
adel zal herwinnen en ons aller geest zal ver
heffen boven het puin van wat wij hebben
liefgehad. L.
(Voor deze tijd 1)
Neemt gij het leven
Zooals het is
Een beetje onrechtvaardig
Een beetje boosaardig
Maar ook wel eens aardig
En soms lang niet mis
Leeft gij het leven,
Zooals het gaat
Niet al te opzichtig
Niet al te gewichtig
Een beetje voorzichtig
Dan is 't niet zoo kwaad 1
Houdt gij het leven
Bedaard in het oog
Toont gij U krachtig
Uw doel steeds gedachtig
Nooit onwaarachtig
En dan kop omhoog
Adema van Scheltema.
Is de Bediijfsordening van Woltersom
op Nederlandschen of op Duitschen
geest geschoeid
(Slot.)
Bij de instelling der bedrijfsorganisaties
volgens de commissie Woltersom is gezegd
dat deze tot stand kwamen volgens de aan
vulling, welke in 1938 de Grondwet heeft
ondergaan en waarbij in de art. 152 t.e.m. 154 de
mogelijkheid werd geopend om te komen tot
opènbare lichamen voor beroep en bedrijf.
Bij de schriftelijke, zoowel als bij de mon
delinge behandeling der voorstellen in de
Staten-Generaal, welke geleid hebben tot op
name dezer artikelen in de Grondwet, is er
van de zijde der volksvertegenwoordiging op
gewezen, dat de instelling dezer openbare
lichamen niet geschiedt, zonder dat er in het
werkelijk leven voldoende grondslagen en aan-
knoopingspunten daartoe zijn, waarop van
regeeringswege opgemerkt is, dat de gepro
jecteerde artikelen niet tot eenige bepaalde
publiekrechtelijke organisatie van de beroepen
en de bedrijven binden, terwijl door de Minis
ter van Binnenlandsche Zaken o.m. het vol
gende is gezegd: „Wanneer in het maatschap
pelijk leven organismen zijn gegroeid, dan is
de tijd gekomen voor de Overheid om die te
erkennen en te zorgen dat die organismen
organen krijgen waardoor ze publiekrechtelijk
kunnen werken".
Uit een en ander is duidelijk dat zoowel bij
Overheid als volksvertegenwoordiging de be
doeling heeft voorgezeten om af te wachten,
wat er in dezen uit het bedrijfsleven zou
voortkomen en pas tot instelling van publiek
rechtelijke organen over te gaan, indien daar
omtrent in het bedrijfsleven voldoende over
eenstemming zou bestaan en hiervoor de
noodige aanknoopingspunten aanwezig zouden
zijn.
Is het eene zoowel als het andere het geval