INGEZONDEN.
O.T. ook na de bevrijding?
HOOG BEZOEK.
moest worden gesteld, in alle zaken
van menschen die al reeds geinterneerd
waren, in samenwerking met de plaat
selijke commissies, processen-verbaal
laten opmaken. Deze processen-verbaal
zijn veelal zeer uitvoerige stukken en
bevatten verklaringen veler getuigen.
Aan de hand daarvan kon beoordeeld
worden of de interneering terecht was
geschied. Gelukkig bleek dit in meer
dan 99 pCt. der gevallen zoo te zijn.
Intusschen ging de politie voort met
het onderzoeken van de zaken tegen
vrij rond loopende lieden, die ook ver
dacht werden van politieke onbetrouw
baarheid.
Na beoordeeling door de Centrale
Commissie zijn alle stukken aan een
tweede plaatselijke Commissie nog ter
beoordeeling gezonden en tenslotte zijn
de zaken nogmaals bekeken door de
Centrale Commissie, aan de hand mede
van het advies van deze tweede com
missie die bestond uit een politieman
en een „illegaal" man.
Men mag dus aannemen dat dege
nen, die nu in het kamp zitten, zich
niet te beklagen hebben over te opper
vlakkige beoördeeling van hun zaak.
Het hangt nauw samen met de mili
taire situatie of vrijlating van de lichtste
gevallen spoedig kan plaats hebben,
dan wel of deze nog even opgeschort
zal moeten worden. De veiligheid van
den Staat is een der voornaamste cri
teria waarnaar deze vraag moet beant
woord worden. Met veiligheid van den
Staat wordt natuurlijk bedoeld: veilig
heid t.o.v. de geallieerde oorlogvoering
in de eerste plaats. De interneering is
niet meer dan een voorloopige maat
regel, immers in het meerendeel der
gevallen zal de zaak van de betrokke
nen tenslotte berecht worden hetzij
door een Bijzonder Gerechtshof, hetzij
door het Tribunaal, hetzij door beide.
Voor het Bijzonder Gerechtshof zullen
zich moeten verantwoorden vooral zij,
die b.v. hun mede Nederlanders aan
de Gestapo hebben verraden, waarop
zware straffen, ook de doodstraf, zijn
gesteld. Het Tribunaal kan uitspreken:
interneering tot een termijn van 10 jaar,
ontzetting van rechten en verbeurdver
klaring van vermogen.
Mede in verband met laatst genoemde
mogelijkheid, om niet te zeggen waar
schijnlijkheid, worden intusschen door
het Militair Gezag de vermogens der
N.S.B.ers en andere geinterneerden,
evenals die van voortvluchtige colla
borateurs etc., onder beheer gesteld.
Men stelle zich dus niet voor dat
ontslag uit het interneeringskamp be-
teekent, dat de zaak tegen den betrok
kene is afgeloopen. Het kan zijn dat
de veiligheid langere interneering niet
noodzakelijk maakt, maar dit sluit noch
uit de berechting van de zaak, noch de
onderbeheerstelling van het vermogen,
welke laatste ook na vrijlating niet op
geheven wordt als regel.
In Noord-Brabant is het eerste Tri
bunaal reeds met zijn taak begonnen
en het is te verwachten dat in Zeeland
ook weldra het Tribunaal zitting zal
houden.
Wanneer ik als inwoner van W. Z.
Vlaanderen dit opschrift voor mijn inge
zonden schrijven bezig, zullen enkelen
misschien vreemd opkijken wanneer ze
dit lezen, maar zij die het herstellings
werk nu reeds weken lang hebben gade
geslagen en het met mij eens zijn dat
het thans een tijd is waarin van ieder
de grootste werkkracht en inspanning
geëischt mag worden tot wederopbouw
van ons gewest, zullen moeten beamen
dat èn werklust èn interesse voor het
werk meestal ver te zoeken zijn en de
vraag boven dit artikel alleszins ge
wettigd is. Zooals op het oogenblik ge
werkt wordt ontbreekt alleen maar een
bordje b.v. P. Rijkse - Bouwonderneming
en de O.T. van tijdens de bezetting is
compleet. Ja juist, lezers, ik bedoel de
beruchte P. Rijkse te Breskens, zoo be
kend om zijn twee luxe auto's, zijn
eet- en drinkpartijen. Hij is intusschen
opgepakt.
Het weinige werk 't welk verricht
wordt, het wegblijven van het werk
zonder reden, terwijl dan toch getracht
wordt op de loonlijst geplaatst te wor
den voor uren welke men niet heeft
gewerkt, zelfs het niet op tijd uitbetalen
van het loon, alles is aanwezig om het
beeld der O.T. voor oogen te brengen.
Tijdens de bezetting werd steeds bij
alles het motief gebruikt: saboteeren,
ons steeds voorgehouden door de radio
zender uit Engeland. Saboteerde men
niet, men werd geen Nederlander ge
acht te zijn, maar welk motief mogen
we thans aanvoeren bij een houding
in deze?
Bij een gesprek, 't welk ik met ver
schillende menschen had, werkzaam bij
de herstellingen, werden vele en ver
schillende grieven naar voren gebracht,
waardoor men trachtte aan te toonen,
om welke reden de werkelijke lust voor
arbeid ontbrak. De eene wenschte niet
te werken onder een leider, welke het
bouwen van een kippenhok op kosten
der gemeenschap meer urgent achtte
dan het in orde maken van een anders
woning; een ander beschouwde het
meer als werkverschaffing, een derde
grief is en deze is veelvuldig, dat pa
troons welke jarenlang als zoodanig
werkzaam waren, thans als onderge
schikte werkzaam zijn. Ik wensch geen
indruk te vestigen dat ik, om welke
reden ook, het niet of weinig werken
wil verdedigen, maar toch is mijn mee
ning dat het uitschakelen der patroons
als zoodanig bij de herstellingswerk
zaamheden, de groote fout is welke hier
wordt gemaakt. Door het uitschakelen
van het persoonlijk initiatief heeft men
bij deze groep personen de lust ge
dood zich ten volle te geven, zooals zij
dit vroeger gewoon waren in eigen
zaak. Ze zijn thans een no. geworden
bij het bureau Wederopbouw met op
't eind der week een loonzakje. Ze voe
len dit als een degradatie. Geef deze
menschen de gelegenheid zelfstandig te
werken bij hun eigen klanten, met eigen
knechts, ge zult zien dat er gewerkt,
hard gewerkt zal worden, dit garandeer
ik U voor 100 pCt. Dit zal leiden tot
tevredenheid bij die menschen, die door
eigen kracht iets wenschen te bereiken,
tot tevredenheid ook bij die menschen
die vol zorg zitten te wachten tot zij
ook eens zullen geholpen worden voor
herstel van hun beschadigde woningen.
Nu kan het bureau Wederopbouw mij
tegenwerpen dit kan .en dit willen wij
niet; dat het kan wil ik ten alle tijde
aantoonen, aan het tweede kan ik per
soonlijk niets veranderen.
Een inwoner van W. Z.-Vlaanderen.
Woensdag 14 Februari bezocht baron
Baud, particulier-secretaris van H.K.H.Prinses
Juliana en de directeur van het Ned. Roode
Kruis West Zeeuwsch-Vlaanderen om zich
op de hoogte te stellen van de verwoestingen.
Na dit bezoek had een vergadering plaats
om te komen tot een provinciaal H.A.R.K.-
comité. Dit comité is gevormd en bestaat
uit veertien leden. Voor West Z.-Vlaanderen
hebben zitting de Eerwaarde Deken van
Oostburg, Ds. Everts en de H.H. Mijs en
Hoolhorst. Aan het eind van de vergadering
werd baron Baud gevraagd de gevoelens
van liefde en hulde aan H.K.H. Prinses Juliana
over te brengen van Zeeuwsch-Vlaanderen
en de hoop uit te spreken dat H. K. H. spoedig
in het Vaderland terug zal zijn.