Jaardag Prinses Beatrix.
EERST DE LANDBOUW.
Samenstelling Werkgroep.
No. 4 Vrijdag 2 Februari 1945 le Jaargang
Drukker-Uitgever: T""\ 1"*^ f A I ^r'-'s Per kwartaal L25
Fa. Smoor de Hulster I 1 r"™* C 0 I «x r""< I Advertenties
Boulevard 120 - Breskens \a*t/ i 1 1 A J,—7 cen(- per m m.
Weekblad voor West Zeeuwsch-Vlaanderen, onder Redactie van de Werkgroep Wederopbouw
West Zeeuwsch-Vlaanderen, Hoofd-Redacteur de heer A. Hoolhorst, Oude Haven 8, Oostburg.
Woensdag j.l. herdacht onze Koninklijke
Familie de dag, dat onze Prinses Beatrix
zeven jaar werd.
Ons aller beste wenschen zijn die
dag naar onze geliefde Koninklijke
Familie uitgegaan.
De landbouw in het land van Cad-
zand is zwaar, zeer zwaar getroffen. De
oorlog ging met vernielende hand over
onze vruchtbare landouwen, woningen,
schuren en hangars werden kapot ge
schoten of brandden af, honderden stuks
vee werden door granaten gedood, een
groot deel van de oogst is vernietigd.
Er zijn landbouwers, die nauwelijks
ruimte hebben om te wonen, anderen
zijn bij buren ingetrokken, gereedschap
om verder te werken is vaak niet meer
aanwezig. Wij behoeven op deze plaats
hierover verder niet uit te weiden, de
bewoners van West weten voldoende
hoe de toestand is, hopeloos. En toch
„de boer, hij ploegde voort". Velen
van onze menschen hebben met de
handen in de schoot gezeten, zij zagen
geen gat meer inde moeilijkheden, nog
altijd gaat heel veel werk uiterst traag,
nog altijd functioneeren verschillende
diensten niet of niet behoorlijk. Maar
de boeren zijn aan de slag gegaan en
een goed deel van onze vruchtbare
bodem ligt klaar geploegd en wacht om
weder oogst te geven. En die oogst zal
noodig zijn! Acht van onze provincies
zuchten nog onder de barbaarsche druk
van onze vijand, groote stukken vrucht
baar land staan onder water, de voed
selpositie schijnt hopeloos. Wij ontvingen
zoo juist een brief uit de stad, geschre
ven op 10 September, waarin al ge
klaagd wordt, dat er zoo weinig te
krijgen is. Hoe moet dat nu wel zijn.
Straks, als het overige deel van ons
land weer vrij is, worden millioenen
handen uitgestoken naar ons vruchtbaar
gebied om voedsel. En daarom zijn wij
zoo verheugd, dat de boeren niet stil
bleven zitten, doch terdege aangepakt
hebben. Want Zeeland kan helpen en
wij hopen, dat West Zeeuwsch-Vlaan
deren een lichtend voorbeeld zal zijn.
Maar onder deze omstandigheden kun
nen de boeren het niet alleen af, zij
moeten geholpen worden, want de moei
lijkheden voor hen zijn te groot. Zij
moeten meer paarden hebben en kunst
mest, waardoor de opbrengst veel groo-
ter zou worden, maar in de allereerste
plaats komt het gebrek aan arbeids
krachten. Vele landarbeiders vonden
ander werk, waarmee zij meer verdien
den. De puinruimers hebben een uur
loon van 52 cent, het loon van den
landarbeider is 40 cent. Dit is een on
juiste toestand, het loon voor land
arbeid moet zeker even hoog zijn als
dat voor puinruimen. Onderzocht zal dan
moeten worden in hoeverre de tegen
woordige prijzen voor de landbouwpro
ducten een loonsverhooging gedogen.
Ook de hulppolitie en de hulpdouane
telt landarbeiders onder zijn leden; zij
komen binnen kortere of langere tijd
wel terug, maar voor dit oogenblik zijn
zij aan de landbouw onttrokken.
Van nabij weten wij, dat de landar
beiders het gedwongen werk voor de
duitschers met groote tegenzin deden
en dat zij voor het overgroote deel heel
blij zijn, dat zij weer vrije arbeid kun
nen verrichten. Het is te begrijpen, dat
een aantal van hen het loonender werk
op ander terrein heeft gekozen, maar
men kan verwachten, dat alle arbeiders
weer tot hun eigen werk terugkeeren,
als de arbeidsvoorwaarden gelijk zijn
aan die in andere bedrijven. Maar voor
de eerstkomende tijd moet rekening ge
houden worden met een tekort aan
arbeidskrachten.
Voorloopig is er slechts één oplossing
voor het arbeidsvraagstuk, n.l. hulp van
de burgerij. Als ieder, die het belang
van een groote productie inziet en die
in de oorlogsjaren geprofiteerd heeft
van die groote productie, een klein deel
van zijn tijd beschikbaar stelt voor land
arbeid, als kantoren en diensten één dag
per week hun personeel ter beschikking
stellen van de boeren, dan kan alle werk
verricht worden. Om tot een dergelijke
organisatie te komen staan twee wegen
open. In de eerste plaats die der burger
dienstplicht, zooals die al op enkele
plaatsen in het bevrijde Nederland is
ingesteld. Maar de tweede mogelijkheid
achten wij verreweg te verkiezen boven
dienstplicht en wel de weg der vrij
willige dienst. Ieder der bewoners van
het land van Cadzand heeft in de oor
logsjaren de weg naar den boer ge
vonden, nu is het zaak, die weg weder
te gaan om te helpen, te helpen om de
productie zoo groot mogelijk te maken,
om te helpen onze hongerende land
genoten zoo spoedig mogelijk voedsel
te zenden.
Hier ligt een mogelijkheid voor het
zwaargetroffen West Zeeuwsch-Vlaande
ren om te laten zien, dat West wel
weet, wat helpen is, om te laten zien,
wat hartelijke samenwerking vermag.
De boeren zijn niet bij de pakken blij
ven neerzitten, de burgerij heeft de plicht
om te helpen. Alles kan wachten, de
puinhopen kunnen nog wel even langer
blijven liggen, de openbare diensten
kunnen wel een week later in orde
komen, maar zonder voedsel kunnen
wij niet en daarom moet de land
bouw voorgaan.
Lezers vroegen om publicatie van de
namen der leden van de Werkgroep.
Onzerzijds bestaat hiertegen geen enkel
bezwaar. De samenstelling is als volgt:
Voorzitter: ds. F. Oort, Retranchement.
Secretaris: H. P. Everwijn, Zuidzande.
Bestuuslid: J. T. Buma, Zuidzande.
Leden: A. Beun, Aardenburg; J. Bliek,
Nieuwvliet; D. C. Bouwense, Groede;
W. C. Carels, Breskens; A. 1. Catsman
Aardenburg; Ds. Derksen, Groede; J.
Dieleman, Waterlandkerkje; A. P. Doek-
heer, Hoofdplaat; P. J. Evers, Biervliet;
J. de Feijter Pz., Sluis; A. Hoolhorst,
Oostburg; Iz. de Hulster, Groede; Iz.
Leenhouts, Retranchement; J. A. Leen-
houts, Cadzand; J. Ramond, Schoondijke;
Dr. Rosemeijer, IJzendijke; J. A. van de
Sande, Oostburg; J. C. Simon, IJzen
dijke; L. A. Suurmont, IJzendijke; P.
Verhage, Sluis; P. de Winde, Breskens
en C. M. Zuijdweg, Oostburg.