SCHELDEBODE Eva (15) pleegde winkeldiefstal en 'doet het nooit meer!' woensdag 25 juni 1997 Verhoor Alternatief Gesprekken Reden Vernielingen HALT-methode kan 'vreselijk ingrijpend' zijn WALCHEREN Buro HALT Walcheren begeleidt sinds 1991 jongeren tijdens het uitvoeren van hun werkstraf. Vorige week werd een poster op het politie bureau van Middelburg overhandigd waarmee HALT de jongeren én de politie bewust wil maken van haar bestaan. Na bijna twaalfhonderd Walcherse zaken een reportage over de kans van jongeren om hun misstap recht te zetten. „Wij hanteren strakke lijnen en re gels", meent Nel van Welsum, coördinator van HALT. Een methode die werkt. door Michiel Elands aantal <3^ De motieven/oorzaken waarom de jongeren een delict pleegden GRAFIEKEN UIT JAARVERSLAG 1996 VAN BURO HALT aantal TOO ÖO 60 40 20 <2? Welke delicten pleegden de HALT-cliënten aantal M Overzicht naar opleiding van de jongeren Overzicht HALT-verwijzing en van de afgelopen zes jaar „Ik liep samen met mijn vrien din in de stad. We waren ge woon aan het rondkijken. In de drogisterij zag ik een tube zon nebrand liggen. Hij was ontzet tend duur en ik wilde hem heb ben. Even later zei een beveili gingsbeambte dat we mee mochten naar het magazijn. 'Wat krijgen we nou?', dacht ik. Je gaat er namelijk van uit dat het wel zal lukken." Eva pleegde op haar veertiende winkeldiefstal. Ze werd gepakt en doorgestuurd naar buro HALT Walcheren. Ze vindt het moeilijk te vertel len wat er twee maanden gele den precies is gebeurd. Ze zit wat onwennig met opgetrokken benen in de fauteuil in de woonkamer bij haar thuis. Haar donkere ogen vermijden elk oogcontact. Terwijl ze vertelt over haar ervaring met HALT, komt haar moeder binnen met koffie. Eva's moeder neemt ook plaats en beschrijft haar kant van het verhaal, terwijl Eva aandachtig luistert. „Ik schrok heel erg en dacht 'dat kan Eva niet zijn'. Je verwacht het niet. Ik was kwaad, vroeg waarom ze zoiets deed. Ze komt namelijk niks tekort." Eva kreeg een werkstraf van zes uur bij de drogisterij waar ze de crème gestolen had. Daarnaast moest ze een excuusbrief en een opstel schrijven én terugkomen bij buro HALT voor een eindge sprek. Jongeren die vernielin gen aanrichten, moeten daar naast de schade terugbetalen. De inmiddels vijftienjarige Eva volgde de standaardprocedure van een HALT-cliënt die altijd begint op het politiebureau. „Zonder politie, geen HALT", zegt Leo Kuijl, districtsvoor- lichter van Walcheren van de regiopolitie Zeeland. Want het is de politie die aangehouden jongeren voor de keuze stelt: HALT of Justitie. Een benauwende rooklucht ontsnapt uit een minieme ka mer in het Middelburgse poli tiebureau. De twee raampjes zijn door een slordige verflaag geblindeerd. Een leeg bekertje koffie ligt op een houten tafel tje, dat samen met een bankje het enige meubilair is. Sigaret- tenas ligt over de donkere vloer verspreid. Met stift en balpen zijn er teksten op de muren ge kalkt. „Als het tegenzit kunnen jongeren hier een paar uur zit ten," weet inspecteur Kuijl. Hij staat midden in de kleine ver hoorkamer. Eikedag wordt de voorlichter 'indringend' gecon fronteerd met jeugdcriminali teit. Op het bureau checkt de politie de identiteit van de jon geren die vervolgens een ver klaring moeten afleggen. De politie kijkt of een zaak 'HALT- waardig' is. „Daar moeten we alert op zijn", vindt de voor lichter. In de hal van het bureau hangt een grote poster van HALT, ge maakt door jongeren en be doeld om zowel de verbalisant als de politie te wijzen op de HALT-procedure. Via deze me thode ontlopen jongeren een strafblad en krijgen zodoende een tweede kans. Leo Kuijl vindt het grote pré van de aan pak dat jongeren een misstap niet jaren later moeten beboe ten tijdens bijvoorbeeld sollici tatie. Als voorbeeld noemt hij pas geslaagde scholieren. „Heb ben ze een prachtig diploma, richten ze na een examenfeestje vernielingen aan en dan ligt dat felbegeerde papiertje gelijk in de waagschaal. De HALT-me thode ondervangt dat, je houdt een schone lei." Bij de HALT-aanpak kiezen de jongeren voor werken én beta len. De straf staat in relatie met het delict en binnen twee maan den moet de zaak in principe afgedaan zijn. Het buro geeft voorlichting en verstrekt les materiaal, maar hoofdtaak is en blijft de begeleiding van jonge ren. Project HALT (Het ALTema- tief) is in 1981 in de gemeente Rotterdam van start gegaan. In eerste instantie was het een ex periment, ontstaan door de flin ke toename van vandalisme. Het geslaagde proefproject breidde zich in de loop der ja ren uit en inmiddels telt Neder land zeventig buro's. Sinds 17 juni 1991 heeft Walcheren ook een HALT-buro. Uit onderzoek van het weten schappelijk Onderzoeks- en do cumentatiecentrum bleek eind jaren '80 al dat de HALT-me thode 'werkt'. Het vandalisti sche gedrag onder jongeren die door Halt zijn aangepakt, werd teruggedrongen en die trend 1 Nel van Welsum: „Buro HALT hanteert strakke regels en lijnen zette zich door. '60% van de HALT-jongeren maakt zich niet langer schuldig aan vanda lisme', verduidelijkt Nel van Welsum, coördinator van buro HALT Walcheren. De HALT- methode is erkend in het jeugd strafrecht en allerlei vormen van kleine criminaliteit kunnen vandaag de dag via het lik-op- stukbeleid bestraft worden. Het pand aan de Vlasmarkt heeft aan de buitenkant meer weg van een winkel. Alleen een bord op de voordeur maakt met kleine letters melding van 'buro HALT Walcheren'. In de 'win kel' -waar vroeger ooit een wa penhandelaar heeft gezeten zijn alle schappen gevuld met folders en informatiemappen. De etalage bestaat uit een met verf bespoten verkeersbord, een vernield fietswiel en een grote opgestoken hand -het logo van HALT- uitgevoerd in papier- maché. Het ruime kantoor achter de 'winkel' herbergt een kast vol dossiers. Een medewerkster van het buro is telefonisch een werkplaats voor een cliënt aan het regelen. Nel van Welsum zit aan een tafel voor in het kan toor waar normaal de gespek- ken plaatsvinden tussen de jon gere en de coördinator. Inmiddels heeft Nel van Wel sum ruim zevenhonderd zaken behandeld. Zij is sinds de op richting van het Walcherse HALT, waar bijna twaalfhon derd jongeren zich hebben moe ten melden, betrokken bij het buro. Een stijging of daling in het aantal cliënten kan Van Welsum niet geven. De cijfers onderbouwen een grillig ver loop. Nel van Welsum loopt naar de dossierkast, haalt er één van de vele opstellen -die de jongeren moeten schrijven- tevoorschijn en citeert: 'Ik had het gevoel alsof de wereld onder mijn voe ten vandaan viel.' De coördina tor onderkent dat een bezoek aan HALT 'vreselijk ingrijpend' kan zijn. „Maar we moeten niet vergeten dat er wel dingen ge beurd zijn die niet door de beu gel kunnen." Het is volgens Van Welsum een fabeltje dat er meer allochtone jongeren of kinderen van al leenstaande ouders zich bij HALT moeten melden. „Het is wel typerend dat de meesten LBO- of MAVO-niveau hebben. Dat kan ik niet verklaren." De informatiemap meldt dan ook dat 'gewone' jongeren vergrij pen plegen. 'Het gaat gepaard met het gevoel van stoer zijn en met groepsgedrag'. Tijdens de voorlichting die het buro op scholen en jongeren centra geeft, ziet Van Welsum een andere oorzaak voor het plegen van vergrijpen: norm vervaging. "Er is onder jonge ren een tweestrijd. Eén groep zegt 'als een fiets gejat wordt? Dan jat je er toch een terug'. De andere groep is het daar niet mee eens." De coördinator en Eva zijn van mening dat het eindgesprek het zwaarste onderdeel tijdens het HALT-traject is. Teruggaan naar de psychologische barriè re, noemt Nel van Welsum dat. In het gesprek worden jongeren bewust gemaakt van de 'ver keerde keuze'. Zo wordt bij voorbeeld met de cliënt uitge spit wat het voordeel van de ge pleegde vernielingen was. „Meestal 0,0", zegt de coördi nator lachend. Volgens Van Welsum reageren alle jongeren anders. „Sommige komen hier macho binnenlopen en denken dat ze met mij een deal kunnen sluiten, zo werkt het natuurlijk niet." Volgens de coördinator is het belangrijk om op dezelfde golflengte te zit ten als de jongeren. Daarbij maakt ze de kanttekening dat elke jongere weer anders rea geert, dat blijkt wel als ze in de stad cliënten tegenkomt. „De één roept 'hallo mevrouw HALT', de ander durft niks te zeggen." Van Welsum is vooral het ge sprek met Eva bijgebleven. „Ze zei 'als ik door de stad loop, heb ik het gevoel dat er een bordje 'dief' om mijn nek hangt."' Eva: „Ik voelde dat iedereen op mij lette en dacht 'voor dat meisje moet je uitkijken'." Van Wel sum: „Zo'n ervaring is vreselijk vervelend." Tijdens het gesprek probeert ze in zo'n situatie de misstap 'tot proporties terug te brengen'. „Maar ik zeg nooit 'het valt mee wat je hebt ge daan."' Eva: "Ik heb het niet echt om een reden gedaan." De echte ge- dachtengang achter haar mis stap kan de vijftienjarige niet achterhalen. Ze denkt dat ze door anderen op het idee is ge bracht. „De tweede kans is wel handig." Bij HALT kreeg Eva te horen dat herhaling wel eens heel vervelende gevolgen zou hebben. „Dat heeft goed gehol pen. Ik doe het nooit meer!" De moeder van Eva: „HALT is een kans die je krijgt om dingen goed te maken, na te denken én de zaak af te sluiten." „Slachtoffers begrijpen niet waarom de jongeren vergrijpen plegen", zegt Van Welsum. "Ze vragen zich af 'waarom de dief stal uit mijn winkel?'" Ze zijn volgens de maatschappelijk werkster dan vaak heel verrast met een excuusbrief en ze wil len in veel gevallen ook mee werken aan het uitvoeren van een sanctie. Hans Keijmel, ad junct-directeur van de Middel burgsebasisschool 'De Uilen burg', was een 'slachtoffer'. Het gebouw aan de Klarenbeek was eind vorig jaar doelwit van ver nieling van een ruit. Eén van de jongeren, die het openbare plein als 'hangplaats' gebruiken, plakte een rotje op de ruit en stak het af. Keijmel: „Vernielingen gebeuren met re gelmaat, tot mijn verbazing belde de politie dat ze de dader hadden gepakt." De gefuseerde school kampt met veel problemen van dien aard. 's Ochtends liggen er vaak sigarettenpeuken, condooms en gebroken flessenen 's avonds voelen sommige medewerkers zich 'behoorlijk bedreigd'. In het verleden zijn er zelfs kogel gaatjes aangetroffen. „Het is een van de plaatsen in Middel burg met de meeste overlast", meent Keijmel. De Uilenburg werd benaderd door HALT of ze actief willen meewerken aan de uitvoering van een werk straf. Dat is intern besproken en een aantal collega's vreesde voor 'revanchegedachten'. Uit eindelijk besloten ze wel mee te werken. Keijmel motiveert: „Ik wilde dat die jongen de school van binnen zou zien als een be drijf waar kinderen werken en spelen in de hoop dat hij dieper zou nadenken over wat hij heeft gedaan." Volgens de adjunct-directeur wordt de school eigenlijk dub bel gestraft, omdat het tijd en energie kost om de HALT-jon gen te begeleiden, "maar dat is een afweging die je maakt." Hans Keijmel heeft er dan ook geen spijt van. Hij was erg te vreden over de schoonmaakac- tiviteiten van de jongen, alleen was de cliënt vergeten zijn ex cuses aan te bieden. „Maar te genover een vreemde is dat een hele opgave", zegt de adjunct die hem dat heeft vergeven. „De jongen werd ook geconfron teerd met de onbevangen kin deren die vroegen of hij de nieuwe schoonmaker was. Dat was voor hem meer een straf. Keijmel juicht voorlichtingsac tiviteiten op de school toe. „Ook op onze school zitten wellicht toekomstige HALT-klanten." Voor hem is het belangrijk dat de ouders van de kinderen daar in grote mate bij betrokken worden. Hij vindt deze vergrij pen iets van alle tijden en zou niet weten waarom iemand van het VWO braver is dan een LBO'er. Volgens Keijmel trapt iedereen weieens rotzooi. „Er zijn maar weinig mensen uit een groep die weglopen en niet meedoen. De naam Eva is om reden van privacy gefingeerd, haar zaak is onherkenbaar gemaakt. Het artikel kwam tot stand dankzij de uitgebreide mede werking van coördinator Nel van Welsum. Jongeren die een vergrijp hebben gepleegd, verblijven soms uren De politiebeambte neemt dan een verklaring af voor verhoor op het politiebureau. FOTO'S PIET DAVIDSE 0

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1997 | | pagina 11