Vietnam haalt in met aangetrokken handrem Oorlogsgewonden en andere slachtoffers Elke oorlog is complete waanzin Bedrijven geïnteresseerd in Vietnamese mogelijkheden CRIMES OF AGGRESSION WAR IN VIETNAM SCHELDEBODE VAN WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1996 ENIGE VERBINDINGSWEG TUSSEN NOORD EN ZUID HEEFT HOOG H O T S - B O T S - G E H A LT E Kolossaal ENGELSE LES VAN EEN MAN, DIE GEEN JOURNALIST MOCHT WORDEN Zippo's Tunnels Ontsporing Het lint 319 door Kees Maas HANOI Op vakantie naar Vietnam, het hemeld- breed 1600 kilometer lange land dat in S-vorm tegen de Zuid-Chinese Zee geplakt ligt. De meesten kennen deze toeristisch gezien nog ongeslepen diamant alleen van de Tweede Indochinese Oorlog, waarin de bemoei zuchtige Amerikanen meer dan alleen hun gezicht verloren. Maar het land heeft meer dan een oorlogs verleden, want in het opdoemende toekomstbeeld vechten economische ontwikkelingen en toeristische mogelijkheden om de aandacht. Het Vietnamese volk werkt zich te pletter, vooral in het meer liberale zui den probeert het oogluikend toegestane persoonlijke initiatief de rood gekleurde ideologische afkeer van de partijtop uit het noorden te overwinnen. De economi sche vooruitgang wordt met kleuterachtige stapjes ge realiseerd. De weg van Ho Chi Minh City in het zuiden naar Hanoi in het noorden is vaak niet breder is dan zeven meter en heeft door de vele kuilen een hoog hots hots gehalte. Ik heb me in groepsverband verplaatst is een groene rammelaar, een bus die in zijn glorietijd lijndienst- werk in Japan deed. Uit mijn dagboek citeer ik: „8317 claxongeluiden moet driver Phuong produceren om zonder al te grote deuken de pakweg 250 kilometer tussen het op 1500 meter hoogte gelegen Da- lat en de kustplaats Nha Trang te overbruggen. Korte kreetjes en indringende jankgeluiden. Waarschuwend dat er 24 we reldbestormers door de bocht willen, fietsers opzijblazend en karbouwen een stoot alarm in het vierkante achterwerk ja gend. We rijden over de natio nale snelweg, die bloedserieus Highway 1 wordt genoemd. De weg is zo bezaaid met gaten, geulen, goten en kuilen, dat er zelden harder gereden kon worden dan veertig kilometer per uur. Gaten worden provos- orisch opgevuld met stukjes kei. De bus springt als een be ginnend concours-hippique- paard. Rijst en andere geoogste pro- dukten liggen aan de rand van 'snelweg' te drogen in de zon, het wandelende, fietsende en bromfietsende volk gaat nood gedwongen opzij, want de bus chauffeur huldigt het principe 'Ik heb geclaxonneerd en dus moet er ruimte gemaakt wor den. Als ik iets raak is dat jam mer dan, want ik heb toch dui delijk gewaarschuwd dat ik in aantocht was'. Highway 1 is een te mooie benaming voor drie keer niets. De infrastruc tuur moet met voorrang aan gepakt worden om toeristisch en economisch te kunnen sco ren. De toeristenstroom is nog ver re van massaal, er is veel te zien maar de bezoeker heeft eveneens veel bekijks. Ook ik, niet gezegend met de ideale Mister Holland-maten, heb als honderdplusser niet te klagen over belangstelling. Vrouwen en mannen komen voelen of mijn buik wel echt is en mijn naderen wordt sneller door verteld dan ik kan lopen. Zoiets kolossaals hebben de kleine Vietnamese vrouwtjes nog niet of niet vaak gezien. De smalle reepjes oog worden grote kijkers. De verbazend sterke minivrouwtjes dansen overigens met opvallend ge mak met loodzware koffers in de handen de trappen van het hotel op, hijgend gevolgd door de schrijvende vakantieganger die alleen zijn notitieblok en paspoort hoeft te dragen. Het toerisme in Vietnam komt steeds meer op gang. In 1996 heeft Djoser, waarmee ik in november 1995 op pad ben ge weest, reeds extra trips naar het toeristisch nog vrij onont gonnen land moeten plannen, omdat de belangstelling van de Nederlandse vakantieganger erg groot wordt nu de verhalen van de 'verkenners' zo enthou siast zijn. De twee dagen du rende bustocht van Hue naar Hanoi (onder andere over de zeventiende breedtegraad) is inmiddels vervangen door een minder dan twee uur durende inlandse vlucht. Tot die va riant had ik ter plaatse reeds besloten, omdat eentonig bus sen in het toen niet al te beste weer(veel regen vanwege oce- \y 1 Highway One met veel natuurlijke snelheidsremmers aanstormen) mij niet erg aan lokkelijk leek. Ik miste daar door wel enkele lekke banden, een kapotte v-snaar, een dito knalpot, het aangegaapt wor den door Vietnamezen die nog geen toeristen hebben gezien en de problemen om na zes uur 's avonds nog een (bus)toela- tingsbewijs voor Hanoi te be machtigen. Daar tegenover stond meer dan anderhalve dag extra verblijf in het bol werk van Noord-Vietnam. Vietnam een land met veel po tentie, een van aanpakken we tende bevolking die vriende lijk en nieuwsgierig is maar ook het achterste van de tong niet graag laat zien. Een land ook waar het eten twee keer weinig kost en toch bijzonder goed is (de keuken is tropi- scher en geuriger dan de Chi nese, red.). Met het levendige Ho Chi Minh City, de boeiende Mekong Delta, de fraaie bad plaats Nhatrang, het vroegere handelscentrum Hoi An, het zwaar getroffen Hue, het aan FOTO RIA LUIJTEN de vijftiger jaren herinnerende Hanoi en de natuurwonderlij- ke Halong Bay zijn er voldoen de trekpleisters. Met als een rode draad natuurlijk de over blijfselen van vijftig jaar oor logsellende. Zonder dat deze herinneringen de gelegenheid krijgen om te overheersen. Het is er in de juiste proporties. 1 De schilderachtige Halong Bay FOTO RIA LUIJTEN door Kees Maas HO CHI MINH/HOI AN In het zuidelijk deel van het Viet nam van nu leven naast de vele oorlogsgewonden ook nog an dere slachtoffers. Zij werden opgeroepen voor en dienden in het Zuid-Vietnamese leger. Aan het eind van de oorlog konden (gebrek aan geld) of wilden (vanwege de familie) zij niet vluchten per boot. In heropvoe dingskampen moest overdag zwaar werk verzet worden, ter wijl ze 's avonds ingepeperd kregen, dat ze 'fout' waren tij dens de oorlog. De kampleiding bepaalde het tijdstip, waarop de hem toevertrouwde ex-mili- tairen voldoende 'bijgewerkt' waren. In sommige gevallen was daar drie jaar voor nodig. Terug in de Vietnamese maat schappij bleek het voor de ex- soldaten van 'Zuid' bijna onmo gelijk om een job te vinden. Een man, die als tolk voor de Amerikanen optrad, 'woont' nu dag en nacht op zijn cyclo, de driewiel-fiets waarmee hij taxi diensten verricht in het vroegere Saigon. Cyclo's en bromfietsen vullen het straatbeeld in deze stad met zeven miljoen inwoners, de berijders zijn als acrobaten en krioelen rinkelend en toeterend door elkaar, vaak op enkele tien den van een centimeter langs, naast of achter een andere twee- of driewieler. Het wonderlijke is dat er bijna geen ongelukken ge beuren, degene die voorrang neemt, die krijgt het ook. De een anticipeert op het verwachte verkeersgedrag van de ander. Plotseling stoppen is dan ook de grootste fout, die je als overste kende voetganger kunt maken. Doorlopen met de blik op onein dig en het verstand op nul is het veiligst. Omdat er een auto tijdens de avondspits wilde keren, stonden er binnen enkele minuten dui zenden fietsers en bromfietsers 'muurvast' tegenover elkaar. Ze konden niet meer voor- of ach teruit, de weg was over de volle breedte volledig dichtgeslibd. De regering wil binnen enkele jaren de cyclo's uit het straatbeeld van Ho Chi Minh laten verdwijnen, maar een alternatief voor de fiet staxi's is er nog niet. Voor twee dollar wordt de toerist behoor lijk snel en ver weggebracht naar de plaats van bestemming. De ex-tolk regelt bij een van de nog vrij schaarse toeristenhotels de komst van het aantal gewenste fietstaxi's. In de overvolle stra ten zijn hij en zijn mannen snel ler dan een eventuele auto, want de claxonstoten scheppen wel la waai, maar geen ruimte. Eens per maand gaat 'onze' cyclorij- der naar zijn huis om de bij el kaar getrapte dollars af te geven. In Can Tho, de universiteitsstad in de Mekong Delta, ontmoet ik Nquyen Cong An. Hij was ook in het Zuid-Vietnamese leger en zijn ambitie om na de oorlog als journalist te gaan werken kon hij wel op zijn buik schrijven. Op zijn uitgesproken opinie zat de regering niet te wachten. Omdat hij blijft geloven in een betere toekomst geeft hij elke avond op particuliere en idealistische ba sis engelse les aan jongelui, die deze wereldtaal in de bagage willen hebben. Hij nodigt toeris ten uit om zijn 'school' te bezoe ken, want door in de praktijk en gels te spreken leren zijn vrij- etijds-studenten het meest. De door Kees Maas HANOI Grondstoffen zijn er royaal aanwezig en de arbeids krachten willen hard en lang werken. De Vietnamees is niet te beroerd om de handen uit de mouwen te steken, zeven dagen per week van vroeg tot laat is er bedrijvigheid op het platteland en in de stad. Vooral in het iets vrolijkere zuiden, waar men meer westerse geneugten heeft geproefd dan in het noorden, hoopt de bevolking op impul sen, die de levensstandaard op krikken. Het kan niet snel genoeg gaan, sinds 3 februari 1994 het Ameri kaanse handelsembargo door president Clinton werd opgehe ven. Dat moment was voor de Vietnamezen een opluchting, omdat zij economisch volledig in de verdrukking waren gekomen. De Amerikanen besloten destijds tot de blokkade omdat Vietnam na provocaties van de Rode Kh mer Cambodja was binnenge trokken. China viel op zijn beurt Vietnam binnen. Militair hield Vietnam, dat volgens deskundi gen over het vierde grootste leger van de wereld beschikte, zich staande. De rest was een chaos en dus moesten de leiders wel be sluiten tot een vernieuwing, die doi moi werd genoemd. Terugtrekking uit Cambodja in 1989 maakte de weg vrij voor de terugkeer in de internationale ge meenschap. Vijf jaar later zette Clinton het licht op groen voor handel en investeringen en na 50 slopende oorlogsjaren was dat de hoogste tijd. De Vietnamese socialistische re gering besloot om het land niet leeg te laten zuigen en besloot al leen joint ventures toe te staan, dus buitenlandse investeerders die een Vietnamese partner moe ten hebben. Toen ik er in novem ber 1995 was, meldde zich ook Helmut Kohl om een fundament te leggen onder de samenwerking van Mercedes Benz en twee Viet namese autofabrieken. Er was 70 miljoen dollar mee gemoeid en de Duitse ondernemer nam daarvan zeventig procent voor zijn reke ning. In mei rollen de eerste au to's van de assemblage-band. De joint venture zorgt ook voor een trainings center en duizend nieu we jobs. In Hanoi was ik getuige van de hartelijke begroeting van de eerste minister van Nieuw Zeeland, Jim Bolger. Zijn land heeft in 1995 670.000 dollar ont wikkelingshulp beschikbaar ge steld; de helft hiervan werd be steed aan Engelse les. In februari van dit jaar ging Je- an-Luc Dehaene naar Hanoi om zijn handtekening te zetten onder een reusachtig contract voor de ontwikkeling van een economi sche zone in de haven van Hai Phong, nabij de onwaarschijnlijk mooie Halong Baai. In het project aan de delta van de Rode Rivier wordt 32 miljard frank gepompt. Onze zuiderburen zijn ook bij an dere zaken actief, zoals de studie naar de bevaarbaarheid van een rivier, de installatie van een vis- verwerkende fabriek en de ver betering van de melkproduktie. De Nederlandse handel met Viet nam loopt nog stroef. Tijdens de onlangs gehouden Nederlandse week bleek dat de handelsin spanningen van Nederland ach terblijven bij de investeringen (25 projecten met een totale waarde van 570 miljoen gulden). Neder land exporteert vooral zuivelpro- dukten, kapitaalgoederen en far maceutische producten, terwijl Vietnam in veel grotere mate schoenen en kleding aan Neder land levert. In 1994 exporteerde Nederland voor 49 miljoen gul den naar Vietnam, omgekeerd was er sprake 164 miljoen gulden aan import van Vietnamese pro ducten. Nederlandse bedrijven kunnen scoren op het gebied van waterwerken, milieu- en land- bouwtechnologie. Een Ameri kaan, die als financieel adviseur voor de Vietnamese regering ac tief is, weet dat er dagelijks meer dan 25 miljoen gulden geïnves teerd wordt in Vietnam. Dat is een druppel op een plaat, die nog lang nagloeit omdat de hunke rende bevolking weinig merkt van de buitenlandse inbreng. De strijkstok in de hoogste rege ringskringen kleeft volgens deze adviseur nog te sterk. toeristen worden met Vietname se thee begroet en vervolgens door de jongelui met duizend en een vragen overvallen. Ook de aan de universiteit studerende Pham Dinh Thien is elke avond bij de haven van Can Tho te vin den, of zoek naar gesprekspart ners, die met hem in het Engels willen babbelen. Hij is aange naam verrast als hij met mij naar het avondschooltje aankomt. Dat initiatief geeft hem een goed gevoel, want zijn land moet ver der. Hij vooral. Hij mikt op een baan bij een multinational, die in Vietnam van zijn diensten en kennis gebruik wil maken. In Hoi An laat ik drie zijden overhemden maken door de da mes van het naai-atelier in de overdekte markt; de stof is ver kocht door een man, die destijds van de universiteit werd geplukt om in het Zuid-Vietnamese leger dienst te gaan doen. Omdat hij ondanks de heropvoedings-pe- riode geen baan kan krijgen van wege zijn verleden, moest hij noodgedwongen naar de vrije sector. Hij woont samen met zijn moeder in een klein winkeltje, door gebrek aan geld bechikt hij Medewerking verlenend aan de Engelse les nog maar over een bed, waarvan zijn moeder gebruik maakt. Zelf slaapt hij 's winters tussen de lappen stof, 's zomers ...gewoon buiten. Tijdens een etentje, dat zijn moe der heeft klaargemaakt, ligt er Amerikaans bestek (met inscrip tie U.S. Army) op tafel en vertelt hij dat het allemaal moeilijk was en is. „Je wist van de eigen buur man niet aan welke kant hij stond en dus was het beter om te zwijgen, een kunst die wij als Vietnamezen overigens goed be heersen. Ook nu praten wij inge togen en krijgt niemand het ach terste van mijn tong te zien." Op de vraag of hij een beter mens is geworden door het heropvoe dingskamp, zegt hij: „Het is moeilijk voor mij, om daarop een antwoord te geven." Intussen kijkt hij regelmatig spiedend naar buiten, want hij zit niet op nieuwe problemen te wachten. Wel op de dollars, die hem een beetje voor beetje op weg kunnen helpen naar een menswaardig bestaan. door Kees Maas SAIGON/CU CHI/MY LAI „Iedereen die het dorp binnen ging wist dat hij ging doden. De opdracht was om My Lai zelfs geen kip in leven te laten, om alles wat leefde uit te roeien. Maar voor ons was het geen burgerbevolking, het waren Vietcong-leden of - sympathi santen. Toen ik er aankwam zag ik een vrouw en een man en een kind, die naar een hut vlucht ten. Ik riep in hun taal dat ze moesten blijven staan, maar ze bleven niet staan en ik had de opdracht om te schieten en ik schoot. Ja dat deed ik, ik schoot. Ik maakte ze af, ook de vrouw en het kind. Het kind zal zowat twee jaar oud geweest zijn." Met deze getuigenverkla ring van soldaat Varnado Simpson van de Compagnie Charly begint het voorwoord van het boek 'Niets en zo zij het', een autobiografie van de Italiaanse journaliste Oriona Fallaci ten tijde van de oorlog in Vietnam. Even stilstaan in My Lai Een bezoek aan Vietnam mag niet alleen bestaan uit het be zichtigen van de smeltkroes van goed verborgen emoties, een niet verwerkt verleden en gedreven vooruitkrabbelende bevolking. In 1996 is het immers nog maar twintig jaar geleden, dat Noord en Zuid-Vietnam herenigd wer den onder één regering, nadat op 30 april 1975 met het binnenrij den van een tank in het Paleis van de Onafhankelijkheid in Saigon het laatste Amerikaans gekleurde verzet was gebroken. Dus ga je als toerist in Ho Chi Minh City op zoek naar de herin neringen aan de jaren, waarin HCM City, toen bekend onder de naam Saigon, dag en nacht in het wereldnieuws stond. Aan de donkerste zijde van die oorlogs medaille staan de wrange resul taten van bijna tien jaar durende strijd: 58.000 Amerikaanse mili tairen gesneuveld of vermist, bij na 225.000 Zuid-Vietnamese sol daten, enkele honderdduizenden strijders van het Nationaal Be- vrij dings Front (kleinerend Viet- cong genoemd) en bijna vier mil joen burgers gedood. Hotel Caravelle dus, waar oor logscorrespondenten elkaar ont moetten en waar naar verluidt aan de bar veel nieuws van het front is neergepend. Hotel Rex ook, waar Amerikaanse CIA thuis was en officieren 'op ver haal' kwamen. Niet te vergeten de voormalige Amerikaanse am bassade, de kubusvormige bun ker, waarin nu een Vietnamese oliemaatschappij gevestigd is. Vanuit de ambassade-tuin ver trokken in april 1975 de Ameri kanen en hun Vietnamese bond genoten per helicopter. Die eva cuatie was de operatie Frequent Wind. Meer moed dien je te verzamelen om het Oorlogsmisdaden-muse um te bezoeken. Een verzame ling van Amerikaans wapentuig, gruwelijke foto's, de tijgerkooien (waarin de krijgsgevangenen een verre van prettig verblijf had den) en veel eenzijdig gekleurde informatie. Volgens de gegevens in de muse umfolder zijn er door de Ameri kanen 7.850.000 ton aan bom men en 75 miljoen liter chemi sche troep op dorpen, rijstvelden en bossen van Zuid-Vietnam ge gooid. Er is ook een winkeltje (War Time Souvenir Shop), waarin onder andere Zippo's worden verkocht. Omdat er in Vietnam vele tienduizenden van die Amerikaanse aanstekers te koop worden aangeboden en niet aannemelijk is dat iedere niet- Vietnamese oorlogsdeelnemer zijn 'vuurwerk' heeft achtergela ten, gaat het meestal om nepsou- venirs, waarin ook krijgshaftige of cynische teksten zijn gegra veerd. Ook bij de Cu Chi tunnels (zo'n 35 kilometer buiten Ho Chi Minh City wordt gestart met een pro- paganda-filmpje, dat de rol van de dappere helden onderstreept en in de Amerikaanse bedoelin gen geen positieve gedachten kan bespeuren. Cu Chi was een geheime zone in de jungle, een gebied van pakweg vierhonderd vierkante kilometer, waar aan het eind van de jaren veertig be gonnen werd met het graven van een tunneltraject. Dat werd door de Vietminh (de Bond voor Onaf hankelijkheid van Vietnam) ge bruikt in de strijd tegen de Fran se bezetters. In de jaren zestig, toen steeds meer Amerikanen ar riveerden in Vietnam, werd het tunnelcomplex uitgebreid en be ter beveiligd. Een in militaire outfit gestoken rondleider toont de werking van de valkuilen met bamboespiezen, de boobytraps De oorlog en de gevolgen en andere 'jungle-verrassingen'. In een volgend gebied heeft hij haast onzichtbare draadjes over het looppad gespannen en als je zo'n touwtje met je voeten be roert ontstaat er een verlaat jaar wisselingsvuurwerk. De Vietna mees heeft zichtbaar plezier, hij heeft weer een westerling op 'een mijn' laten trappen. Even later doet hij de grote verdwijntruc. Hij opent de ingang van een tun nel, door een stukje natuur van twintig bij dertig centimeter te verwijderen. De ex-Vietcongsol- daat maakt zich smal en is enke le seconden later in de aardbo dem verdwenen. Speciaal voor de toeristen heb ben de Vietnamezen ook een ge makkelijkere toegang tot het on deraardse gangen-complex, dat een totale lengte van meer dan driehonderd kilometer heeft, ge maakt. Diep gebukt kan de on dernemende toerist zich enkele tientallen meters Vietcongsol- daat voelen, claustrofobie en kortademigheid zijn in het onde- FOTO RIA LUIJTEN raardse bestaan niet gewenst. Onder de grond bevonden zich ook de keuken, het commando centrum, de operatiekamer en een wapenfabriek. Het tunnel complex kende drie diepteni veaus, de gangen werden steeds nauwer, zodat geen enkele Ame rikaan door de gangen van diep- televel drie kon kruipen. Het is niet goed te praten, dat het Amerikaanse leger ontspoorde in bijvoorbeeld My Lai nabij Quang Ngai. Daar sneuvelden meer dan vijfhonderd onschuldi ge kinderen, vrouwen en oude mannen, omdat de Amerikaanse stoppen waren doorgeslagen. De actie valt niet goed te praten, maar als je ter plaatse de om standigheden van toen analy seert kun je het wel enigszins be grijpen. Immers overal op het land en in de steden bracht de Vietminh boeren, studenten en boeddhisten op de been in para militaire eenheden, die de guer rillastrijders konden helpen of verbergen. Nadat de Fransen op 7 mei 1954 zich hadden overge geven volgde er een deling van het land langs de zeventiende breedtegraad. In het noorden heerste Ho Chi Minh, terwijl in het zuiden Ngo Dinh Diem mocht heersen. De onpopulaire maatregel om de landhervor ming terug te draaien en het ti rannieke optreden van anti communist Diem zorgden voor grote onrust onder studenten en boeddhisten. Uit die hoek kregen de guerrillastrijders uit het noor den dan ook vele medestanders. De Amerikaanse soldaat had on voldoende talenkennis en tijd om uit te zoeken of de mannetje of vrouwtje tegenover hem een te genstander uit het noorden, een medestander uit het zuiden of een met het noorden collabore rende Zuid-Vietnamees was. Bo vendien werden de jonkies uit het land van Uncle Sam gecon fronteerd met aanvallen van Vietcong-soldaten, die hun on deraardse gangen zelfs onder een militaire basis hadden en dus on opgemerkt konden aanvallen en dat ook deden. Vertwijfeld vroe gen de Amerikanen zich af hoe het mogelijk was, dat ze in hun eigen barakken en tenten wer den beschoten en hun vrienden verloren. De soldaten van het on overwinnelijk geachte Amerika speurden met Duitse herders naar alles wat Vietcong was. Maar deze waren letterlijk en fi guurlijk niet voor een gat te van gen. Er werd kleding van gedode en gevangen genomen Amerika nen gebruikt om de honden te misleiden. Ook werd een tunne lopening 'beveiligd' met een op scherp gestelde granaat, zodat een te gemakkelijke entree door de Amerikanen werd voorko men. De Amerikanen zochten meestal vergeefs, ondanks de af geworpen bommen en het ge bruik van 'agent orange', het chemische goedje dat de jungle ontbladerde maar toen niet meer duidelijkheid verschafte. Pas na de oorlog werd de gigantische omvang van het tunnelcomplex bekend. (Tijdens de tweede In dochinese oorlog werden de tun nels bevolkt door zestienduizend Vietnamezen; daarvan zijn er on geveer tienduizend om het leven gekomen, red.). De Amerikaanse vechtmachine kreeg geen greep op de tegen stander, integendeel zelfs. Sol daten, die waren aangevoerd om de uitbreiding van het commu nisme te voorkomen en dus 'wes terse voeten' op het grondgebied van het strategisch belangrijk gelegen Zuid-Vietnam te behou den, sneuvelden of gingen vrese lijk door het oorlogslint. Zo ook in My Lai, dat wij berei ken via een modderige weg vol kuilen en andere honderd pro cent natuurlijke snelheidsrem mers. Van het dorp zijn alleen nog enkele bomen, waarin de ko gelgaten nog zichtbaar zijn, overeind gebleven. Opgefokte Amerikaanse militairen zetten op de vroege ochtend van 3 juni 1968 de aanval in op het dorp, omdat er volgens de compagnie leiding een Vietcong-centrum met guerilla-strijders en wapens zou zijn. Sergeant West van de Charly Compagnie vertelde tij dens het getuigen-verhoor dat kapitein Medina voor het vertrek had gezegd, dat „het een goede gelegenheid was om onze om het leven gebrachte krijgsmakkers te wreken." In totaal werden 504 inwoners van My Lai gedood, oudere man nen, vrouwen en kinderen. Slechts vier My Lai-ers konden het navertellen, waaronder een vrouw die zich 'dood' had gehou den onder een aantal lijken. Het is een druilerige dag als wij My Lai, met het monument, het 'wij kunnen het nog steeds niet be- grijpen'-verhaal van de bewogen Vietnamese gastvrouw, de door Brandpunt uitgezonden docu mentaire en de onder andere door compagnies-foto graaf Ron Haeberle ge maakte niets verhullende foto's, bezoeken. In de be zoekersruimte is de oor log en de actie van My Lai door eerdere toeristen met enkele woorden of kernachtige zinnen ver oordeeld. Het moet ge zegd en geschreven wor den, maar anno 1996 zijn er her en der op deze we reld nog steeds verschrik kelijke wreedheden. Met een barstende hoofd pijn stap ik in de bus, die ons naar Hoi An zal bren gen. Mijn reisgenoten zijn in gedachten verzonken eveneens met de verwer king van de My Lai-ellen- de bezig. Oorlog is com plete waanzin.

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1996 | | pagina 19