Vietnam haalt in met aangetrokken handrem
Oorlogsgewonden en andere slachtoffers
Elke oorlog is complete waanzin
Bedrijven geïnteresseerd
in Vietnamese mogelijkheden
CRIMES OF
AGGRESSION WAR
IN VIETNAM
SCHELDEBODE VAN WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1996
ENIGE VERBINDINGSWEG TUSSEN NOORD EN ZUID HEEFT HOOG H O T S - B O T S - G E H A LT E
Kolossaal
ENGELSE LES VAN EEN MAN, DIE GEEN JOURNALIST MOCHT WORDEN
Zippo's
Tunnels
Ontsporing
Het lint
319
door Kees Maas
HANOI Op vakantie naar Vietnam, het hemeld-
breed 1600 kilometer lange land dat in S-vorm tegen
de Zuid-Chinese Zee geplakt ligt. De meesten kennen
deze toeristisch gezien nog ongeslepen diamant alleen
van de Tweede Indochinese Oorlog, waarin de bemoei
zuchtige Amerikanen meer dan alleen hun gezicht
verloren. Maar het land heeft meer dan een oorlogs
verleden, want in het opdoemende toekomstbeeld
vechten economische ontwikkelingen en toeristische
mogelijkheden om de aandacht. Het Vietnamese volk
werkt zich te pletter, vooral in het meer liberale zui
den probeert het oogluikend toegestane persoonlijke
initiatief de rood gekleurde ideologische afkeer van de
partijtop uit het noorden te overwinnen. De economi
sche vooruitgang wordt met kleuterachtige stapjes ge
realiseerd.
De weg van Ho Chi Minh City
in het zuiden naar Hanoi in het
noorden is vaak niet breder is
dan zeven meter en heeft door
de vele kuilen een hoog hots
hots gehalte. Ik heb me in
groepsverband verplaatst is
een groene rammelaar, een bus
die in zijn glorietijd lijndienst-
werk in Japan deed. Uit mijn
dagboek citeer ik: „8317
claxongeluiden moet driver
Phuong produceren om zonder
al te grote deuken de pakweg
250 kilometer tussen het op
1500 meter hoogte gelegen Da-
lat en de kustplaats Nha Trang
te overbruggen. Korte kreetjes
en indringende jankgeluiden.
Waarschuwend dat er 24 we
reldbestormers door de bocht
willen, fietsers opzijblazend en
karbouwen een stoot alarm in
het vierkante achterwerk ja
gend. We rijden over de natio
nale snelweg, die bloedserieus
Highway 1 wordt genoemd. De
weg is zo bezaaid met gaten,
geulen, goten en kuilen, dat er
zelden harder gereden kon
worden dan veertig kilometer
per uur. Gaten worden provos-
orisch opgevuld met stukjes
kei. De bus springt als een be
ginnend concours-hippique-
paard.
Rijst en andere geoogste pro-
dukten liggen aan de rand van
'snelweg' te drogen in de zon,
het wandelende, fietsende en
bromfietsende volk gaat nood
gedwongen opzij, want de bus
chauffeur huldigt het principe
'Ik heb geclaxonneerd en dus
moet er ruimte gemaakt wor
den. Als ik iets raak is dat jam
mer dan, want ik heb toch dui
delijk gewaarschuwd dat ik in
aantocht was'. Highway 1 is
een te mooie benaming voor
drie keer niets. De infrastruc
tuur moet met voorrang aan
gepakt worden om toeristisch
en economisch te kunnen sco
ren.
De toeristenstroom is nog ver
re van massaal, er is veel te
zien maar de bezoeker heeft
eveneens veel bekijks. Ook ik,
niet gezegend met de ideale
Mister Holland-maten, heb als
honderdplusser niet te klagen
over belangstelling. Vrouwen
en mannen komen voelen of
mijn buik wel echt is en mijn
naderen wordt sneller door
verteld dan ik kan lopen.
Zoiets kolossaals hebben de
kleine Vietnamese vrouwtjes
nog niet of niet vaak gezien.
De smalle reepjes oog worden
grote kijkers. De verbazend
sterke minivrouwtjes dansen
overigens met opvallend ge
mak met loodzware koffers in
de handen de trappen van het
hotel op, hijgend gevolgd door
de schrijvende vakantieganger
die alleen zijn notitieblok en
paspoort hoeft te dragen.
Het toerisme in Vietnam komt
steeds meer op gang. In 1996
heeft Djoser, waarmee ik in
november 1995 op pad ben ge
weest, reeds extra trips naar
het toeristisch nog vrij onont
gonnen land moeten plannen,
omdat de belangstelling van de
Nederlandse vakantieganger
erg groot wordt nu de verhalen
van de 'verkenners' zo enthou
siast zijn. De twee dagen du
rende bustocht van Hue naar
Hanoi (onder andere over de
zeventiende breedtegraad) is
inmiddels vervangen door een
minder dan twee uur durende
inlandse vlucht. Tot die va
riant had ik ter plaatse reeds
besloten, omdat eentonig bus
sen in het toen niet al te beste
weer(veel regen vanwege oce-
\y
1 Highway One met veel natuurlijke snelheidsremmers
aanstormen) mij niet erg aan
lokkelijk leek. Ik miste daar
door wel enkele lekke banden,
een kapotte v-snaar, een dito
knalpot, het aangegaapt wor
den door Vietnamezen die nog
geen toeristen hebben gezien
en de problemen om na zes uur
's avonds nog een (bus)toela-
tingsbewijs voor Hanoi te be
machtigen. Daar tegenover
stond meer dan anderhalve
dag extra verblijf in het bol
werk van Noord-Vietnam.
Vietnam een land met veel po
tentie, een van aanpakken we
tende bevolking die vriende
lijk en nieuwsgierig is maar
ook het achterste van de tong
niet graag laat zien. Een land
ook waar het eten twee keer
weinig kost en toch bijzonder
goed is (de keuken is tropi-
scher en geuriger dan de Chi
nese, red.). Met het levendige
Ho Chi Minh City, de boeiende
Mekong Delta, de fraaie bad
plaats Nhatrang, het vroegere
handelscentrum Hoi An, het
zwaar getroffen Hue, het aan
FOTO RIA LUIJTEN
de vijftiger jaren herinnerende
Hanoi en de natuurwonderlij-
ke Halong Bay zijn er voldoen
de trekpleisters. Met als een
rode draad natuurlijk de over
blijfselen van vijftig jaar oor
logsellende. Zonder dat deze
herinneringen de gelegenheid
krijgen om te overheersen. Het
is er in de juiste proporties.
1 De schilderachtige Halong Bay
FOTO RIA LUIJTEN
door Kees Maas
HO CHI MINH/HOI AN In
het zuidelijk deel van het Viet
nam van nu leven naast de vele
oorlogsgewonden ook nog an
dere slachtoffers. Zij werden
opgeroepen voor en dienden in
het Zuid-Vietnamese leger. Aan
het eind van de oorlog konden
(gebrek aan geld) of wilden
(vanwege de familie) zij niet
vluchten per boot. In heropvoe
dingskampen moest overdag
zwaar werk verzet worden, ter
wijl ze 's avonds ingepeperd
kregen, dat ze 'fout' waren tij
dens de oorlog. De kampleiding
bepaalde het tijdstip, waarop
de hem toevertrouwde ex-mili-
tairen voldoende 'bijgewerkt'
waren. In sommige gevallen
was daar drie jaar voor nodig.
Terug in de Vietnamese maat
schappij bleek het voor de ex-
soldaten van 'Zuid' bijna onmo
gelijk om een job te vinden.
Een man, die als tolk voor de
Amerikanen optrad, 'woont' nu
dag en nacht op zijn cyclo, de
driewiel-fiets waarmee hij taxi
diensten verricht in het vroegere
Saigon. Cyclo's en bromfietsen
vullen het straatbeeld in deze
stad met zeven miljoen inwoners,
de berijders zijn als acrobaten en
krioelen rinkelend en toeterend
door elkaar, vaak op enkele tien
den van een centimeter langs,
naast of achter een andere twee-
of driewieler. Het wonderlijke is
dat er bijna geen ongelukken ge
beuren, degene die voorrang
neemt, die krijgt het ook. De een
anticipeert op het verwachte
verkeersgedrag van de ander.
Plotseling stoppen is dan ook de
grootste fout, die je als overste
kende voetganger kunt maken.
Doorlopen met de blik op onein
dig en het verstand op nul is het
veiligst.
Omdat er een auto tijdens de
avondspits wilde keren, stonden
er binnen enkele minuten dui
zenden fietsers en bromfietsers
'muurvast' tegenover elkaar. Ze
konden niet meer voor- of ach
teruit, de weg was over de volle
breedte volledig dichtgeslibd. De
regering wil binnen enkele jaren
de cyclo's uit het straatbeeld van
Ho Chi Minh laten verdwijnen,
maar een alternatief voor de fiet
staxi's is er nog niet. Voor twee
dollar wordt de toerist behoor
lijk snel en ver weggebracht naar
de plaats van bestemming. De
ex-tolk regelt bij een van de nog
vrij schaarse toeristenhotels de
komst van het aantal gewenste
fietstaxi's. In de overvolle stra
ten zijn hij en zijn mannen snel
ler dan een eventuele auto, want
de claxonstoten scheppen wel la
waai, maar geen ruimte. Eens
per maand gaat 'onze' cyclorij-
der naar zijn huis om de bij el
kaar getrapte dollars af te geven.
In Can Tho, de universiteitsstad
in de Mekong Delta, ontmoet ik
Nquyen Cong An. Hij was ook in
het Zuid-Vietnamese leger en
zijn ambitie om na de oorlog als
journalist te gaan werken kon hij
wel op zijn buik schrijven. Op
zijn uitgesproken opinie zat de
regering niet te wachten. Omdat
hij blijft geloven in een betere
toekomst geeft hij elke avond op
particuliere en idealistische ba
sis engelse les aan jongelui, die
deze wereldtaal in de bagage
willen hebben. Hij nodigt toeris
ten uit om zijn 'school' te bezoe
ken, want door in de praktijk en
gels te spreken leren zijn vrij-
etijds-studenten het meest. De
door Kees Maas
HANOI Grondstoffen zijn er
royaal aanwezig en de arbeids
krachten willen hard en lang
werken. De Vietnamees is niet
te beroerd om de handen uit de
mouwen te steken, zeven dagen
per week van vroeg tot laat is er
bedrijvigheid op het platteland
en in de stad. Vooral in het iets
vrolijkere zuiden, waar men
meer westerse geneugten heeft
geproefd dan in het noorden,
hoopt de bevolking op impul
sen, die de levensstandaard op
krikken.
Het kan niet snel genoeg gaan,
sinds 3 februari 1994 het Ameri
kaanse handelsembargo door
president Clinton werd opgehe
ven. Dat moment was voor de
Vietnamezen een opluchting,
omdat zij economisch volledig in
de verdrukking waren gekomen.
De Amerikanen besloten destijds
tot de blokkade omdat Vietnam
na provocaties van de Rode Kh
mer Cambodja was binnenge
trokken. China viel op zijn beurt
Vietnam binnen. Militair hield
Vietnam, dat volgens deskundi
gen over het vierde grootste leger
van de wereld beschikte, zich
staande. De rest was een chaos en
dus moesten de leiders wel be
sluiten tot een vernieuwing, die
doi moi werd genoemd.
Terugtrekking uit Cambodja in
1989 maakte de weg vrij voor de
terugkeer in de internationale ge
meenschap. Vijf jaar later zette
Clinton het licht op groen voor
handel en investeringen en na 50
slopende oorlogsjaren was dat de
hoogste tijd.
De Vietnamese socialistische re
gering besloot om het land niet
leeg te laten zuigen en besloot al
leen joint ventures toe te staan,
dus buitenlandse investeerders
die een Vietnamese partner moe
ten hebben. Toen ik er in novem
ber 1995 was, meldde zich ook
Helmut Kohl om een fundament
te leggen onder de samenwerking
van Mercedes Benz en twee Viet
namese autofabrieken. Er was 70
miljoen dollar mee gemoeid en de
Duitse ondernemer nam daarvan
zeventig procent voor zijn reke
ning. In mei rollen de eerste au
to's van de assemblage-band. De
joint venture zorgt ook voor een
trainings center en duizend nieu
we jobs. In Hanoi was ik getuige
van de hartelijke begroeting van
de eerste minister van Nieuw
Zeeland, Jim Bolger. Zijn land
heeft in 1995 670.000 dollar ont
wikkelingshulp beschikbaar ge
steld; de helft hiervan werd be
steed aan Engelse les.
In februari van dit jaar ging Je-
an-Luc Dehaene naar Hanoi om
zijn handtekening te zetten onder
een reusachtig contract voor de
ontwikkeling van een economi
sche zone in de haven van Hai
Phong, nabij de onwaarschijnlijk
mooie Halong Baai. In het project
aan de delta van de Rode Rivier
wordt 32 miljard frank gepompt.
Onze zuiderburen zijn ook bij an
dere zaken actief, zoals de studie
naar de bevaarbaarheid van een
rivier, de installatie van een vis-
verwerkende fabriek en de ver
betering van de melkproduktie.
De Nederlandse handel met Viet
nam loopt nog stroef. Tijdens de
onlangs gehouden Nederlandse
week bleek dat de handelsin
spanningen van Nederland ach
terblijven bij de investeringen (25
projecten met een totale waarde
van 570 miljoen gulden). Neder
land exporteert vooral zuivelpro-
dukten, kapitaalgoederen en far
maceutische producten, terwijl
Vietnam in veel grotere mate
schoenen en kleding aan Neder
land levert. In 1994 exporteerde
Nederland voor 49 miljoen gul
den naar Vietnam, omgekeerd
was er sprake 164 miljoen gulden
aan import van Vietnamese pro
ducten. Nederlandse bedrijven
kunnen scoren op het gebied van
waterwerken, milieu- en land-
bouwtechnologie. Een Ameri
kaan, die als financieel adviseur
voor de Vietnamese regering ac
tief is, weet dat er dagelijks meer
dan 25 miljoen gulden geïnves
teerd wordt in Vietnam. Dat is
een druppel op een plaat, die nog
lang nagloeit omdat de hunke
rende bevolking weinig merkt
van de buitenlandse inbreng. De
strijkstok in de hoogste rege
ringskringen kleeft volgens deze
adviseur nog te sterk.
toeristen worden met Vietname
se thee begroet en vervolgens
door de jongelui met duizend en
een vragen overvallen. Ook de
aan de universiteit studerende
Pham Dinh Thien is elke avond
bij de haven van Can Tho te vin
den, of zoek naar gesprekspart
ners, die met hem in het Engels
willen babbelen. Hij is aange
naam verrast als hij met mij naar
het avondschooltje aankomt.
Dat initiatief geeft hem een goed
gevoel, want zijn land moet ver
der. Hij vooral. Hij mikt op een
baan bij een multinational, die in
Vietnam van zijn diensten en
kennis gebruik wil maken.
In Hoi An laat ik drie zijden
overhemden maken door de da
mes van het naai-atelier in de
overdekte markt; de stof is ver
kocht door een man, die destijds
van de universiteit werd geplukt
om in het Zuid-Vietnamese leger
dienst te gaan doen. Omdat hij
ondanks de heropvoedings-pe-
riode geen baan kan krijgen van
wege zijn verleden, moest hij
noodgedwongen naar de vrije
sector. Hij woont samen met zijn
moeder in een klein winkeltje,
door gebrek aan geld bechikt hij
Medewerking verlenend aan de Engelse les
nog maar over een bed, waarvan
zijn moeder gebruik maakt. Zelf
slaapt hij 's winters tussen de
lappen stof, 's zomers ...gewoon
buiten.
Tijdens een etentje, dat zijn moe
der heeft klaargemaakt, ligt er
Amerikaans bestek (met inscrip
tie U.S. Army) op tafel en vertelt
hij dat het allemaal moeilijk was
en is. „Je wist van de eigen buur
man niet aan welke kant hij
stond en dus was het beter om te
zwijgen, een kunst die wij als
Vietnamezen overigens goed be
heersen. Ook nu praten wij inge
togen en krijgt niemand het ach
terste van mijn tong te zien." Op
de vraag of hij een beter mens is
geworden door het heropvoe
dingskamp, zegt hij: „Het is
moeilijk voor mij, om daarop een
antwoord te geven." Intussen
kijkt hij regelmatig spiedend
naar buiten, want hij zit niet op
nieuwe problemen te wachten.
Wel op de dollars, die hem een
beetje voor beetje op weg kunnen
helpen naar een menswaardig
bestaan.
door Kees Maas
SAIGON/CU CHI/MY LAI
„Iedereen die het dorp binnen
ging wist dat hij ging doden. De
opdracht was om My Lai zelfs
geen kip in leven te laten, om
alles wat leefde uit te roeien.
Maar voor ons was het geen
burgerbevolking, het waren
Vietcong-leden of - sympathi
santen. Toen ik er aankwam zag
ik een vrouw en een man en een
kind, die naar een hut vlucht
ten. Ik riep in hun taal dat ze
moesten blijven staan, maar ze
bleven niet staan en ik had de
opdracht om te schieten en ik
schoot. Ja dat deed ik, ik
schoot. Ik maakte ze af, ook de
vrouw en het kind. Het kind zal
zowat twee jaar oud geweest
zijn." Met deze getuigenverkla
ring van soldaat Varnado
Simpson van de Compagnie
Charly begint het voorwoord
van het boek 'Niets en zo zij
het', een autobiografie van de
Italiaanse journaliste Oriona
Fallaci ten tijde van de oorlog
in Vietnam.
Even stilstaan in My Lai
Een bezoek aan Vietnam mag
niet alleen bestaan uit het be
zichtigen van de smeltkroes van
goed verborgen emoties, een niet
verwerkt verleden en gedreven
vooruitkrabbelende bevolking.
In 1996 is het immers nog maar
twintig jaar geleden, dat Noord
en Zuid-Vietnam herenigd wer
den onder één regering, nadat op
30 april 1975 met het binnenrij
den van een tank in het Paleis
van de Onafhankelijkheid in
Saigon het laatste Amerikaans
gekleurde verzet was gebroken.
Dus ga je als toerist in Ho Chi
Minh City op zoek naar de herin
neringen aan de jaren, waarin
HCM City, toen bekend onder de
naam Saigon, dag en nacht in het
wereldnieuws stond. Aan de
donkerste zijde van die oorlogs
medaille staan de wrange resul
taten van bijna tien jaar durende
strijd: 58.000 Amerikaanse mili
tairen gesneuveld of vermist, bij
na 225.000 Zuid-Vietnamese sol
daten, enkele honderdduizenden
strijders van het Nationaal Be-
vrij dings Front (kleinerend Viet-
cong genoemd) en bijna vier mil
joen burgers gedood.
Hotel Caravelle dus, waar oor
logscorrespondenten elkaar ont
moetten en waar naar verluidt
aan de bar veel nieuws van het
front is neergepend. Hotel Rex
ook, waar Amerikaanse CIA
thuis was en officieren 'op ver
haal' kwamen. Niet te vergeten
de voormalige Amerikaanse am
bassade, de kubusvormige bun
ker, waarin nu een Vietnamese
oliemaatschappij gevestigd is.
Vanuit de ambassade-tuin ver
trokken in april 1975 de Ameri
kanen en hun Vietnamese bond
genoten per helicopter. Die eva
cuatie was de operatie Frequent
Wind.
Meer moed dien je te verzamelen
om het Oorlogsmisdaden-muse
um te bezoeken. Een verzame
ling van Amerikaans wapentuig,
gruwelijke foto's, de tijgerkooien
(waarin de krijgsgevangenen een
verre van prettig verblijf had
den) en veel eenzijdig gekleurde
informatie.
Volgens de gegevens in de muse
umfolder zijn er door de Ameri
kanen 7.850.000 ton aan bom
men en 75 miljoen liter chemi
sche troep op dorpen, rijstvelden
en bossen van Zuid-Vietnam ge
gooid. Er is ook een winkeltje
(War Time Souvenir Shop),
waarin onder andere Zippo's
worden verkocht. Omdat er in
Vietnam vele tienduizenden van
die Amerikaanse aanstekers te
koop worden aangeboden en niet
aannemelijk is dat iedere niet-
Vietnamese oorlogsdeelnemer
zijn 'vuurwerk' heeft achtergela
ten, gaat het meestal om nepsou-
venirs, waarin ook krijgshaftige
of cynische teksten zijn gegra
veerd.
Ook bij de Cu Chi tunnels (zo'n
35 kilometer buiten Ho Chi Minh
City wordt gestart met een pro-
paganda-filmpje, dat de rol van
de dappere helden onderstreept
en in de Amerikaanse bedoelin
gen geen positieve gedachten
kan bespeuren. Cu Chi was een
geheime zone in de jungle, een
gebied van pakweg vierhonderd
vierkante kilometer, waar aan
het eind van de jaren veertig be
gonnen werd met het graven van
een tunneltraject. Dat werd door
de Vietminh (de Bond voor Onaf
hankelijkheid van Vietnam) ge
bruikt in de strijd tegen de Fran
se bezetters. In de jaren zestig,
toen steeds meer Amerikanen ar
riveerden in Vietnam, werd het
tunnelcomplex uitgebreid en be
ter beveiligd. Een in militaire
outfit gestoken rondleider toont
de werking van de valkuilen met
bamboespiezen, de boobytraps
De oorlog en de gevolgen
en andere 'jungle-verrassingen'.
In een volgend gebied heeft hij
haast onzichtbare draadjes over
het looppad gespannen en als je
zo'n touwtje met je voeten be
roert ontstaat er een verlaat jaar
wisselingsvuurwerk. De Vietna
mees heeft zichtbaar plezier, hij
heeft weer een westerling op 'een
mijn' laten trappen. Even later
doet hij de grote verdwijntruc.
Hij opent de ingang van een tun
nel, door een stukje natuur van
twintig bij dertig centimeter te
verwijderen. De ex-Vietcongsol-
daat maakt zich smal en is enke
le seconden later in de aardbo
dem verdwenen.
Speciaal voor de toeristen heb
ben de Vietnamezen ook een ge
makkelijkere toegang tot het on
deraardse gangen-complex, dat
een totale lengte van meer dan
driehonderd kilometer heeft, ge
maakt. Diep gebukt kan de on
dernemende toerist zich enkele
tientallen meters Vietcongsol-
daat voelen, claustrofobie en
kortademigheid zijn in het onde-
FOTO RIA LUIJTEN
raardse bestaan niet gewenst.
Onder de grond bevonden zich
ook de keuken, het commando
centrum, de operatiekamer en
een wapenfabriek. Het tunnel
complex kende drie diepteni
veaus, de gangen werden steeds
nauwer, zodat geen enkele Ame
rikaan door de gangen van diep-
televel drie kon kruipen.
Het is niet goed te praten, dat het
Amerikaanse leger ontspoorde in
bijvoorbeeld My Lai nabij
Quang Ngai. Daar sneuvelden
meer dan vijfhonderd onschuldi
ge kinderen, vrouwen en oude
mannen, omdat de Amerikaanse
stoppen waren doorgeslagen. De
actie valt niet goed te praten,
maar als je ter plaatse de om
standigheden van toen analy
seert kun je het wel enigszins be
grijpen. Immers overal op het
land en in de steden bracht de
Vietminh boeren, studenten en
boeddhisten op de been in para
militaire eenheden, die de guer
rillastrijders konden helpen of
verbergen. Nadat de Fransen op
7 mei 1954 zich hadden overge
geven volgde er een deling van
het land langs de zeventiende
breedtegraad. In het noorden
heerste Ho Chi Minh, terwijl in
het zuiden Ngo Dinh Diem
mocht heersen. De onpopulaire
maatregel om de landhervor
ming terug te draaien en het ti
rannieke optreden van anti
communist Diem zorgden voor
grote onrust onder studenten en
boeddhisten. Uit die hoek kregen
de guerrillastrijders uit het noor
den dan ook vele medestanders.
De Amerikaanse soldaat had on
voldoende talenkennis en tijd om
uit te zoeken of de mannetje of
vrouwtje tegenover hem een te
genstander uit het noorden, een
medestander uit het zuiden of
een met het noorden collabore
rende Zuid-Vietnamees was. Bo
vendien werden de jonkies uit
het land van Uncle Sam gecon
fronteerd met aanvallen van
Vietcong-soldaten, die hun on
deraardse gangen zelfs onder een
militaire basis hadden en dus on
opgemerkt konden aanvallen en
dat ook deden. Vertwijfeld vroe
gen de Amerikanen zich af hoe
het mogelijk was, dat ze in hun
eigen barakken en tenten wer
den beschoten en hun vrienden
verloren. De soldaten van het on
overwinnelijk geachte Amerika
speurden met Duitse herders
naar alles wat Vietcong was.
Maar deze waren letterlijk en fi
guurlijk niet voor een gat te van
gen. Er werd kleding van gedode
en gevangen genomen Amerika
nen gebruikt om de honden te
misleiden. Ook werd een tunne
lopening 'beveiligd' met een op
scherp gestelde granaat, zodat
een te gemakkelijke entree door
de Amerikanen werd voorko
men. De Amerikanen zochten
meestal vergeefs, ondanks de af
geworpen bommen en het ge
bruik van 'agent orange', het
chemische goedje dat de jungle
ontbladerde maar toen niet meer
duidelijkheid verschafte. Pas na
de oorlog werd de gigantische
omvang van het tunnelcomplex
bekend. (Tijdens de tweede In
dochinese oorlog werden de tun
nels bevolkt door zestienduizend
Vietnamezen; daarvan zijn er on
geveer tienduizend om het leven
gekomen, red.).
De Amerikaanse vechtmachine
kreeg geen greep op de tegen
stander, integendeel zelfs. Sol
daten, die waren aangevoerd om
de uitbreiding van het commu
nisme te voorkomen en dus 'wes
terse voeten' op het grondgebied
van het strategisch belangrijk
gelegen Zuid-Vietnam te behou
den, sneuvelden of gingen vrese
lijk door het oorlogslint.
Zo ook in My Lai, dat wij berei
ken via een modderige weg vol
kuilen en andere honderd pro
cent natuurlijke snelheidsrem
mers. Van het dorp zijn alleen
nog enkele bomen, waarin de ko
gelgaten nog zichtbaar zijn,
overeind gebleven. Opgefokte
Amerikaanse militairen zetten
op de vroege ochtend van 3 juni
1968 de aanval in op het dorp,
omdat er volgens de compagnie
leiding een Vietcong-centrum
met guerilla-strijders en wapens
zou zijn. Sergeant West van de
Charly Compagnie vertelde tij
dens het getuigen-verhoor dat
kapitein Medina voor het vertrek
had gezegd, dat „het een goede
gelegenheid was om onze om het
leven gebrachte krijgsmakkers te
wreken."
In totaal werden 504 inwoners
van My Lai gedood, oudere man
nen, vrouwen en kinderen.
Slechts vier My Lai-ers konden
het navertellen, waaronder een
vrouw die zich 'dood' had gehou
den onder een aantal lijken. Het
is een druilerige dag als wij My
Lai, met het monument, het 'wij
kunnen het nog steeds niet be-
grijpen'-verhaal van de bewogen
Vietnamese gastvrouw, de door
Brandpunt uitgezonden docu
mentaire en de onder andere
door compagnies-foto
graaf Ron Haeberle ge
maakte niets verhullende
foto's, bezoeken. In de be
zoekersruimte is de oor
log en de actie van My Lai
door eerdere toeristen
met enkele woorden of
kernachtige zinnen ver
oordeeld. Het moet ge
zegd en geschreven wor
den, maar anno 1996 zijn
er her en der op deze we
reld nog steeds verschrik
kelijke wreedheden.
Met een barstende hoofd
pijn stap ik in de bus, die
ons naar Hoi An zal bren
gen. Mijn reisgenoten zijn
in gedachten verzonken
eveneens met de verwer
king van de My Lai-ellen-
de bezig. Oorlog is com
plete waanzin.