Oesterkweek en aalvisserij
ontmoeten in de Grevelingen
„Japanse oester" voelt zich thuis in Zeeuwse wateren
BESMETTE OESTERS IN GREVELINGEN EN OOSTERSCHELDE
SCHELDEBODE VAN WOENSDAG 8 MAART 1989
309
OUDDORP - „Er be
staat ons inziens een
permanente dreiging
vanuit de oesterkweek
ten laste van de aalvis-
serij". Aan het woord is
de voorzitter van de
vereniging voor be
roepsvissers „De Greve
lingen", de heer L. Be
zuyen".
Voorkeursrecht
VOORZITTER BEROEPSVISSERS „DE GREVELINGEN"
YERSEKE - „Vooral
de kwaliteit van de
platte Zeeuwse oester
wordt aangetast door
het virus „Bonamia
ostreae". We moeten er
dan ook alles aan doen,
zodat de Zeeuwse oester
niet uit de Zeeuwse wa
teren zal verdwijnen".
Voorzitter P. Verwijs,
ook bekend als Piet van
Bram, voorzitter van de
vereniging „Vervoex",
geeft een uiteenzetting
over de Zeeuwse oester.
„Gelukkig is een met het
virus besmette oester
volstrekt niet schadelijk
voor de gezondheid.
Maar het is duidelijk
dat de delicatesse in de
groei wordt bedreigd".
Ook in de Grevelingen
is de zieke oester aange
troffen.
Lichtpunten zien
YERSEKE - „De Ja-
panse-oester", oftewel
de „creuse-oester", ont
wikkelt zeer positief en
heeft geen last van het
virus „Bonamia
ostreae". Deze conclusie
stelt M. Scheele, voorzit
ter van „Ostrea". Een
vereniging van oester
kwekers en handelaren,
naast „Vervoex" en niet
te vergeten de vereni
ging „De Grevelingen",
die de belangen in
hoofdzaak behartigt
voor de handel en de
kweker in Ouddorp en
Bruinisse.
Controle
Stormvloedkering
„Wanneer er iemand over de
dijk rijdt en vindt, dat de Gre-
velingen een aardig plasje is,
dan tvil dat toch ook nog niet
zeggen, dat men zo maar kan
beginnen met vissen". Hier
mede geeft de heer Bezuyen,
van huis uit visser aan, dat hij
woelige tijden heeft beleefd.
Hij vertegenwoordigt ook een
aantal Bru'se vissers en vertelt
op dit moment van geluk te
mogen spreken, omdat hun
aandeel oesters door uitspraak
van het Haagse Hof kunnen
worden opgevist. Wanneer we
niet de hulp van mr. Hollander
gehad hadden, dan hadden we
het niet gered. In de loop der
jaren hebben we heel wat emo
ties moeten doorstaan".
„Zelf ben ik begonnen, als
mosselvisser in de Grevelin-
gen. Toen die werd afgesloten,
met alle onzekerheden die er
voor de visserij bij hoorden,
zijn wij in aalvisserij kunnen
gaan doen. Een hele omscha
keling natuurlijk. De biologen
hadden toen in feite de schelp
dier-cultuur in de Grevelin-
gen opgegeven. Vanuit Oud
dorp ons belang verdedigend,
lijkt wel eens vanuit de verte
roepen. We hebben zo om
streeks '71 het voorkeursrecht
verkregen voor de aalvisserij.
Zwaar werk, altijd nat, tot op
twaalf a dertien meter diepte
met zware grote netten wer
ken. Na de mosselvisserij en
omschakeling konden we na
enige tijd redelijk onze boter
ham verdienen in de aalvisse
rij. Er was dus in die tijd géén
sprake van enige schaaldier-
visserij. We zetten zelf de gla
saal, jonge kleine paling uit,
die we kochten van de „Orga
nisatie Verbetering Binnen-
bisserij". Dat waren natuur
lijk investeringen
In '74 komt de spuisluis in de
Brouwersdam en wordt daar
door een opening naar open
zee gerealiseerd. De door ons
uitgezette glasaal vindt na
tuurlijk de weg naar" de
Noordzee. Er zijn er echter ge
lukkig ook gebleven, maar het
betekende wel schade aan de
aalstand. Vervolgens ontdekte
men, dat de mosselzaad van
vóór de opening van de spui
sluis, was blijven leven. De
mosselvissers wilden maar
wat graag dat mosselzaad op
vissen, hetgeen geschiedde.
Ons inziens betekende dat
schade aan het leefklimaat
voor de aal. In die periode wa
ren de beroepsaalvissers en de
sportvissers de huurders van
de Grevelingen. Vervolgens
kwam men er dan ook achter,
dat er ook platte Zeeuwse oes
ters in de Grevelingen leefde.
In '79 ontdekte men, dat oes-
terbroed zich goed bleek te
ontwikkelen. Er werd daarom
door het rijk 150 ha uitgegeven
om die oesters te verzaaien.
Ons inziens wederom met
schade aan het leefklimaat
voor de aal tot gevolg. Wij
kwamen er tevens ook maar
bekaaid vanaf, met de aan ons
toegewezen 30 ha voor de oes
terkweek. In de Oosterschelde
ontwikkelt zich vanaf onge
veer '80 het virus „Bonamia
ostreae" en moeten de Greve-
lingen-zaadoesters verder in
de Grevelingen worden opge
kweekt. Daarom worden hier
voor extra depotgronden uit-
Voorzitter van beroepsvissers
„De Grevelingen", E. Bezuyen
gegeven bovenop de reeds uit
gegeven 150 ha komt dan nog
eens 126 ha. Wij verkregen
daarvan 38 ha.
Dit betekende in feite dus
wederom een aantasting van
de ruimte voor leefklimaat
van onze aal. En dan nu ook in
de Grevelingen een begin van
het virus „Bonamia ostreae",
die zich wellicht zal kunnen
uitbreiden. We kunnen nu
echter door uitspraak van het
Hof in Den Haag onze oesters
opvissen.
Wij hopen, dat niet steeds
beslissingen van de Rijksover
heid ten nadele van onze ver
eniging uitvallen. Er wordt
bijvoorbeeld, is ons bekendge
maakt, over gedacht ons aan-
deel in de oesterpercelen te
verminderen. Als dat gebeurd
en zoals nu reeds blijkt wij ook
minder aal vangsten per jaar
hebben, stijgt bij ons de zorg".
Voorzitter Bezuyen vindt
enige rust bij de gedachte:
„We hebben wel eens een mos
selparasiet gekend, waarvan
de mossel is hersteld. We heb
ben nu dat virus, dat de
Zeeuwse oester bedreigd. Ik
wacht wel af wat de natuur nu
verder doet
„Bonamia ostreae" bedreigt oesterkweek
Een oester van binnen uit
gezien.
De voorzitter van de „Ver
eniging van oesterkwekers en
exporteurs" vertelt dat, bij
voorbeeld bij statiebezoeken
van de koningin, de Zeeuwse
oesters graag worden meege
nomen.
„Kort geleden nog kreeg ik
een telefoontje van de burge
meester van Veere mevrouw
Montfrans-Hartman, die had
vanuit Frankrijk het verzoek
gekregen; president Mitterand
bestelt dezelfde kwaliteit oes
ter als voor hem is geserveerd
in Veere bij de ingebruikstel
ling van de stormvloedkering
in de monding van de Ooster
schelde. De platte Zeeuwse
oester is allang tot in de hoog
ste kringen bekend".
Verwijs schetst een stukje
oestergeschiedenis. „Ja, na een
vrij goede produktieperiode
vóór 1963 kwam in dat jaar de
uitzonderlijk strenge winter,
waardoor bijna alle oesers
door vorst en zware ijsgang
doodgingen. Goede raad was
duur. Juist vóór de strenge
winter hadden we nog nieuw
zaaigoed uit Frankrijk ge
kocht en nu zouden we op
nieuw moeten beginnen. We
kochten opnieuw zaaigoed in
Frankrijk in de hoop en het
vertrouwen, dat niet opnieuw
alles naar de bliksem zou
gaan.
Door de vorderende werken
aan de dammen van het Del
taplan traden er toch bijzon
dere situaties op, zoals een
grote toevloed van zoet water
naar de Oosterschelde, door
dat het Volkerak nog open was
in verbinding met Rijn en
Maas en de Grevelingendam
in aanbouw. Hierdoor kon ook
in de Oosterschelde gemakke
lijker dik hard ijs ontstaan. De
investeringen van de handela
ren waren natuurlijk groot en
niet zonder risico. Ook de
kweker weet tijdens het uit
zaaien natuurlijk niet, wat hij
na drie a vier jaren op zal vis
sen. Drie a vier jaren duurt de
normale groei tijd van klein
oesterzaad tot volwassen con
sumptie-oesters.
„Als visserman ben ik in de
oestercultuur begonnen en heb
ik vele ontwikkelingen mee
kunnen maken", gaat Verwijs
verder. „In '48 hebben we ook
al zaaigoed uit Frankrijk ge
haald. De Zeeuwse oester
komt oorspronkelijk uit wate
ren van de warme golfstroom.
Belangrijke voedingstoffen in
de oester zijn; eiwitten, jo
dium, ijzer en staal. De smaak
is ook zeer bijzonder. In het
buitenland hebben we een
naam opgebouwd en hoog te
houden. Er gaat bijvoorbeeld
in bepaalde streken geen ein
dejaarsfeest voorbij zonder
nuttigen van de Zeeuwse oes
ter. Sinds kort zijn we het eer
ste oesterproduktieland van
Europa".
„Verrassingen lijken wel
samen te gaan met het kweken
van oesters. Het virus is al
eens meer opgedoken".
In feit tast hij het groeiver-
mogen van het schelpdier aan,
dat is natuurlijk een kwalijke
zaak. Na geconstateerde aan
wezigheid in de Oosterschelde
is hij nu ook in de Grevelingen
bezig zich te ontwikkelen. In
de Grevelingen hebben we al
meer gekke dingen beleefd.
Daar is altijd voortplanting
geweest, ook toen er nog geen
spuigaten in de dammen zaten
om het water op kwaliteit te
houden. Alleen was tijdens de
periode zonder voldoende
spuimogelijkheid de oester
van slechte kwaliteit. Nu zijn
ze weer met harde schelp en
gezond goed vlees. Collectief
hebben we grote inspanningen
moeten doen om de oestercul
tuur op peil te houden."
De „Vervoex"vissers zien
door de „Bonamia ostreae"
donkere tijden dreigen, maar
zoals steeds ziet voorzitter
Verwijs ook lichtpunten.
„In het uiterste geval zou
den we bijvoorbeeld in 't voor
jaar grote oesters kunnen
zaaien en die dan in het najaar
opvissen", gaat Verwijs ver
der. „Ik zie nog meer lichtpun
ten, maar het is nog te vroeg
om daarover iets te vertellen".
„Inmiddels is gelukkig wel
duidelijk, dat de drie miljoen
platte Zeeuwse oesters in de
Grevelingen mogen worden
opgevist. Het Hof in Den Haag
heeft uiteindelijk „Vervoex"
in het gelijk gesteld, nadat in
eerste instantie die zaak was
Het verwateren van oesters.
verloren. Omdat ook de ver
eniging „Ostrea" daar wilde
vissen had het ministerie de
oestervoorraad gekonfiskeerd.
De naar schatting drie miljoen
oesters vertegenwoordigen
een ongeveer evenzo grote
waarde: drie miljoen gulden".
Als voorzitter van zijn ver
eniging hoopt Verwijs binnen
kort vijfentwintig jaar de be
langen van „Vervoex" gediend
te hebben.
Zoon Hans staat gereed om
het bedrijf Verwijs op koers te
houden.
Het virus is volstrekt on
schadelijk voor de volksge
zondheid maar tast wel de
groei van de oester aan, waar
door uiteindelijk voortplan
ting uitblijft. Voorzitter Scheel
ziet juist daarom ook de ont
wikkeling van de „Japanse-
oester" als één van de licht
punten voor de toekomstige
ontwi kkelingsmogelij kheden
voor de totale oestercultuur.
„Deze oester is natuurlijk
geen platte Zeeuwse oester in
vorm en smaak, maar vooral
de smaak heeft zich de laatste
jaren sterk verbeterd. Je ziet
deze oester ook goed verme-
Met oesters kun je de lekkerste maaltijden bereiden.
Het binnenste van een oester.
nigvuldigen op vele plaatsen
in de Oosterschelde. Al moet
gezegd, vervolgt heer Scheele;
„dat niet altijd deze schaaldie
ren op de „wilde" plaatsen van
juiste kwaliteit zijn.
De controle van het produkt
geschiedt zeer intensief, door
medewerkers van „De Rijks
keuringsdienst voor vee en
vlees" in Yerseke. Scheele:
„Die mensen kunnen op elk
moment dat zij wensen con
trole uitvoeren. Die controle is
heel belangrijk voor de garan
tie van kwaliteit waar wij
voor staan". Scheele staat aan
het hoofd van een bedrijf met
ook al een lange visserij ge
schiedenis. „We zouden wel
meer dan honderd jaren terug
kunnen gaan. Ik weet nog heel
goed, dat in de crisisjaren er
een schimmelziekte in de
schelpdieren aanwezig was".
Het lostte met het verstrijken
van de tijd gelukkig op. Er is
in de loop der tijden ook veel
onderzoek gedaan, waarbij ik
zeker professor Koringa moet
noemen, als zeer waardevol
onderzoeker voor de hele vis
serij. Er is niet voor niets een
straat naar hem vernoemd in
Yerseke".
„Een belangrijke zaak blijft
dat onderzoek, maar bij het
„afbouwbeleid" van de Rijks
overheid, ingezet ten tijde van
de afsluiting van de Ooster-
ontdekt van de platte Zeeuwse
oester. Normaal gesproken zou
dat niet mogelijk zijn geweest.
De „Grevelingen" was in die
tijd eigenlijk afgeschreven.
Gelukkig is later de doorstro
ming gekomen door middel
van de spuisluis en hevel. In
tussen hadden haast alle oes
tervissers, op enkele na, na de
winter van '63 de oesterkweek
opgegeven. Alle oestervissers
hadden een schade-uitkering
ingevolge de Deltaschadewet
gekregen. Na die zaadval in de
„Grevelingen" wilden weer
vissers oesterzaad in de Gre
velingen opvissen en verzaai
en. Dat gebeurde dan ook.
Het inpakken van oesters.
Het effect van de storm
vloedkering op de waterstan
den in de Oosterschelde valt
volgens Scheele alles mee. Het
getij de-verschil van zo'n 305
centimeter valt positiever uit
dan eerst gedacht. Ik ben dan
ook blij met deze uitkomsten.
Vragen zullen er zeker blijven.
De voedselvoorziening door
het water van de Ooster
schelde vraagt permanente
aandacht, bijvoorbeeld".
Scheele ziet naast de proble
men, ook positieve ontwikke
lingen, of ontwikkelings-mo-
gelij kheden. De „Japanse-oes-
ter" ontwikkelt goed. Ik vind
ook, dat er uitbreiding van
mosselpercelen vooral in de
Waddenzee mogelijk moet
zijn. Wat te denken van de po
sitieve ontwikkeling van de
kreeft in de Oosterschelde
Meer kweekmogelijkheid en
toezicht in de Oosterschelde is
noodzakelijk
schelde, pastte in die tijd niet
het op peil houden van een
slagvaardig onderzoeksteam
in Zeeland. Nu doen een paar
mensen van het RIVO, het
Rijksinstituut voor Visserij
Onderzoek, hun best voor
haast de hele visserij in het
land Hetzelfde geldt voor de
controle op het water, de vis
serij-politie. Het is mijns in
ziens te overwegen of bij een
eventueel te stichten „World-
Fish-Centre" op een juiste
plaats op „Neeltje-Jans" deze
genoemde diensten opnieuw in
te passen zouden zijn, dicht bij
hun werkgebied. Er moet per
slot meer worden onderzocht,
bekeken en gecontroleerd, dan
alleen de oestercultuur
De natuur stelt ons steeds
weer voor verrassingen, zo ook
werd notabene in stilstaand
water in de „Grevelingen", in
de jaren zeventig, oesterzaad