SCHELDEBODE VAN DINSDAG 29 DECEMBER 1987
309
HET woonerf Opperland ligt er een beetje
desolaat bij. De auto's van de bewoners
staan keurig gegroepeerd op het centrale
parkeerterreintje, de zandbak die in de zo
mermaanden het kloppend hart van de buurt
moet zijn is leeg. Op straat geen mens te be
speuren. In de huizen zoeken de bewoners een
beetje afleiding voor de televisie. Kerstbomen
pronken voor de ramen, een enkel kaarsje
verjaagt de schemering. Op nummer 18
wringt Erik Breukink zich wat dieper in zijn
stoel, het hoofd gebogen over een kruiswoord
puzzel. De hond Dandy ligt heerlijk te soeze-
len in zijn mand.
Kilometervreter
Waalse klassiekers
Kroonprins
Vuurwerk
Superprogramma
Erik Breukink: een ster zonder allures
door Marc Molenaars
„Ik kom de wintermaanden altijd best wel door. Ik
vind het heerlijk om zomaar lekker een beetje te luieren
in huis, een beetje bij te kletsen met Gea, een stukje te
wandelen met de hond. De wintermaanden betekenen
voor mij echt vakantie. Van maart tot oktober is het niets
anders dan jakken en jagen, reizen van stad naar stad,
van hotel naar hotel. In de wintermaanden ben ik dan
ook maar het liefste thuis. Misschien dat we nog een paar
dagen gaan langlaufen, maar echt weg hoeft voor mij
niet zonodig. Lekker languit in de bank met een goed
boek vind ik zeker zo fijn."
Erik Breukink doet in niets denken aan het geromanti
seerde beeld van de beroepswielrenner. In huis geen foto
van de beslissende jump, de gewonnen strijd met een
berg van de eerste categorie, de kus van een zwaar be
poederde rondemiss. Niet eens een kitscherig bekertje op
de kast. Alleen een zwaar bemodderde fiets in het halletje
verraadt Erik Breukinks binding met de wielersport.
„Die vuile fiets is me eigenlijk altijd een doorn in het
oog. Het hele seizoen door wordt je materiaal keurig on
derhouden door een van onze mechaniciens, in de winter
maanden draai ik er echter zelf voor op. Nu ben ik van
nature niet zo'n poetser, dus eerlijk gezegd schiet het on
derhoud van de fiets er weieens een dagje bij in. Ik kan
het echt niet opbrengen om iedere dag met de poetslap
aan de slag te gaan. Alleen als het echt te gek wordt, dan
wil ik er weieens goed voor gaan zitten."
Nog even en voor Erik Breukink zijn de heerlijk rus
tige wintermaanden weer voltooid verleden tijd. Met het
vuurwerk op oudj aarsavond wordt voor de talentvolle
Bergenaar niet alleen een nieuw jaar maar ook een
nieuw seizoen ingeluid. De voorjaarsklassiekers werpen
hun schaduwen vooruit.
„Momenteel pak ik iedere dag de fiets om een uurtje te
trainen. De ene keer op het gemak wat kilometers maken,
dan weer een uurtje op een zwaar verzet diep in de beu
gel. Daarnaast doe ik een paar keer per week gerichte
krachttraining of ga ik met de buurman een partijtje ten
nissen. Het is nu zaak om de spieren lekker soepel te hou
den en tegelijkertijd een basisconditie op te bouwen.
Vanaf januari wordt het aantal uren trainen fors opge
voerd. Dan wordt het echt weer kilometers vreten. Soms
alleen, soms met renners uit de buurt. Van mijn trainer
Ludwig van der Putte heb ik een uitgebalanceerd trai
ningsschema mee naar huis gekregen, en daar probeer ik
me zo goed mogelijk aan te houden."
Om inderdaad in een redelijke conditie aan de start
van het nieuwe seizoen te staan probeert Erik Breukink
zijn normale levenspatroon zo goed mogelijk vast te hou
den. Dat betekent iedere dag vroeg naar bed, 's morgens
op tijd uit de veren en het eten van louter gezonde kost.
„Hoewel de feestdagen natuurlijk uitnodigen om din
gen te eten die eigenlijk niet zo best zijn voor een top
sporter heb ik er toch geen moeite mee om alle aangebo
den lekkernijen af te slaan. Je eet het hele jaar gezond en
je bent daar zo aan gewend dat je gewoon niet beter weet.
Waar ik wel op moet letten is dat ik een stuk minder eet
dan tijdens het seizoen en beslist geen vet. Voor je het
weet ben je een paar kilo te zwaar. Zelf hoef ik me trou
wens nergens druk om te maken, hoor. Gea weet precies
wat ik wel of niet mag hebben."
Het nauwgezet afwerken van het opgelegde trainings
schema en de sobere leefwijze moeten Erik Breukink het
komende wielerseizoen de nodige successen gaan opleve
ren. Mocht Erik Breukink de voorbereidingsperiode zon
der kleerscheuren doorkomen dan moet er in eerste in
stantie worden 'gepiekt' in de klassiekers. Met name in de
Waalse klassiekers en de Amstel Gold Race.
„Ik heb tijdens het Wereldkampioenschap laten zien
ook in langere eendagswedstrijden redelijk goed uit de
voeten te kunnen. Daarom ook zal ik Peter Post zeker
vragen -als de vorm er is tenminste- om in de Waalse
Pijl, Luik-Bastenaken-Luik en de Amstel Gold Race voor
eigen kans te mogen rijden. In geaccidenteerd terrein
voel ik me prima thuis, daarbij wil ik weieens weten wat
ik in dergelijke wedstrijden wel of niet kan. Ik heb in de
klassiekers altijd moeten rijden voor Anderson, Van
Vliet of Vanderaerden en wil nu weieens kijken waar
mijn eigen grenzen liggen. Vorig jaar had ik voor de
grote wedstrijden nog wat te weinig inhoud, nu wil ik
weten hoeveel sterker ik geworden ben. Voor de eendags
wedstrijden hadden we bij Panasonic al een prima ploeg,
met de komst van Thurau, Freuler en Inboden zijn we
wat dat betreft alleen nog maar sterker geworden. Op
papier dan tenminste. Daarom lijkt het me nu wel het
juiste moment om mezelf in de genoemde koersen eens
van voren te laten zien. Kijk in wedstrijden als de Ronde
van Vlaanderen moet je op mij niet teveel rekenen. Van
dat gooi- en smijtwerk moet ik absoluut niets hebben."
„Ik heb in het afgelopen seizoen mezelf op alle fronten
kunnen testen. Daarbij heb ik geleerd om echt af te zien.
Dit seizoen moet ik de grens weer wat verleggen want ik
voel dat ik nog niet aan het einde van mijn Latijn ben. Ik
merk aan mezelf dat ik nog altijd sterker wordt Dat be
tekent dat ik nog beter bergop moet kunnen rijden, in de
tijdritten nog korter achter de specialisten moet kunnen
eindigen. Aan die derde plaats in de Giro wil ik geen kon-
sekwenties verbinden, aan de 21e plaats in de Tour de
France wel. Dat moet gewoon nog beter kunnen. Maar
hang me niet op aan die voorspelling, want een seizoen
kan door zoveel kleine dingetjes een geheel andere wen
ding krijgen dat het vooruitblikken ongeveer hetzelfde is
als het voorspellen van de lottocijfertjes."
Met het definitieve vertrek van Joop Zoetemelk geldt
Erik Breukink als de kroonprins van het Nederlandse
wielrennen. Hij is de man die de vaderlandse wielersport
in de grote ronden moet gaan dragen. De inmiddels verle
den Jacques Anquetil noemde hem zonder meer een groot
ronderenner, Felice Gimondi wees Breukink aan als een
toekomstig Giro-winnaar, Walter Planckaert reser
veerde reeds een podiumplaats op de Champs Ellysees.
De superlatieven stapelen zich op, het lijdend voorwerp
laat de algehele euforie zonder te slikken over zich heen
komen. Die jongen is absoluut niet gek te krijgen, toont
ondanks het grote besmettingsgevaar geen spoor van
sterallures.
„Weet je, er zijn in het recente verleden al zoveel po
tentiële superkampioenen de hoogte ingeschreven, en er
zijn er maar zo weinig die ook werkelijk de top hebben
gehaald. Het heeft gewoon geen pas om je in die spiraal te
laten meesleuren. Doe maar gewoon, denk ik dan, dan
doe je al gek genoeg. Er komt toch altijd een moment dat
je op je bek gaat. Voor mij is het wielrennen gewoon een
vaste baan. Ik heb een paar jaar geleden gekozen voor het
vak van wielrenner. Binnen mijn beroep wil ik het hoogst
mogelijke bereiken. Let wel: het hoogst mogelijke. Niet
expliciet het hoogste. Die eerste plaats is niet voor ieder
een weggelegd. Dat moetje kunnen accepteren."
Hoewel Erik Breukink ervaart dat de druk die op hem
rust groter en groter wordt, blijft de derdejaarsprof met
beide benen op de grond. Om de nodige rust binnen zijn
wielerbestaan te waarborgen heeft hij opnieuw voor
twee jaar getekend bij Panasonic, zoekt hij zo min moge
lijk de publiciteit Toch slaat vinden de sportverslagge
vers bij hem altijd een open deur.
„Zoetemelk heeft het de laatste weken wel honderd
keer gezegd: het hoort er allemaal bij. Dat vind ik ook.
Een interview zal ik zelden weigeren, tenzij de journalist
in kwestie in mijn privé-leven probeert te peuteren. Dan
geef ik gewoon geen antwoord. Laatst zat er hier een van
de Haagse Post. Die man is beslist niet veel wijzer gewor
den. Gea heeft nog niet zo lang geleden Panorama de
deur gewezen. Wilden een verhaal over de vrouw achter
de wielrenner. Dan zit je dus meteen in de privé-sfeer en
daar heeft niemand wat mee te maken. Maar over wiel
rennen wil ik altijd praten. Dat is voor mij gewoon een
deel van mijn werk. Soms een plezierige tijdspassering,
soms een noodzakelijk kwaad."
Wat het nieuwe jaar Erik Breukink ook moge brengen,
voorlopig stapt tot Bergenaar verworden directeurszoon
uit Spankeren nog altijd met veel plezier op de fiets. De
boeken die hij ooit heeft aangeschaft voor zijn studie eco
nomie blijven dan ook keurig op zolder liggen. Het leven
van beroepswielrenner bevalt hem prima, in Bergen op
Zoom heeft Erik Breukink een eigen thuis gevonden.
„Zowel Gea als ikzelf hebben het in West-Brabant echt
heel goed naar onze zin. Zelf ben ik te vaak van huis om
me echt met de buurt te bemoeien, maar Gea heeft in
middels hele leuke contacten gelegd. Doet ook haar best
de mensen hier te leren kennen. Persoonlijk voel ik
in deze omgeving erg op mijn gemak. De mensen la
ten ons echt met rust, zijn beslist niet opdringerig. Soms
valt er weieens een kaartje in de bus, of belt er iemand op
om te vragen hoe het gaat Dat vind ik wel leuk. Gelukkig
is het niet zo dat de deur platgelopen wordt Ik ben nu
eenmaal niet de persoon om me uitgebreid te laten fête
ren. De mensen van de supportersvereniging weten dat
ook. Na de Tour stond er ineens een open koets voor de
deur. Ik vond dat wel lollig, maar ik heb ook meteen ge
zegd dat het niet te vaak moet gebeuren. Ik ben niet zo'n
fuifnummer, niet de persoon om vanuit een koets naar
het publiek te gaan zitten zwaaien. Ik heb dat eerlijk ge
zegd en mijn supporters accepteren dat gelukkig. Aan de
andere kant ik vind het natuurlijk schitterend dat de
vereniging inmiddels al meer dan driehonderd leden telt.
Ik ben blij met het kerstukje dat voor de feestdagen is af
geleverd, ik vind het prima om mijn gezicht te laten zien
tijdens een jaarlijkse feestavond. Als ze van maart tot
oktober maar met rust laten."
Hoewel Erik Breukink dus beslist geen publieksspeler
genoemd mag worden hoopt hij zijn trouwe aanhangers
het komende seizoen tot menigmaal te plezieren. Mis
schien mooie klasseringen in de Waalse klassiekers, mo
gelijk een goed klassement in de Giro en de Tour. Eerlijk
is eerlijk: die onvergetelijke overwinning in Pau vraagt
om een vervolg. Het Nederlandse wielerpubliek is niet
snel tevreden en wie wil er geen herhaling van die fan
tastische etappe waarin Erik Breukink zijn medevluch
ters Jean-Francois Bemars, Luigi Herrera en Pablo Wil-
ches aan het eind slechts een blik op zijn rugnummer
gunde.
„Ach, we zullen maar zien wat het wordt Voorlopig
zorg ik in de nacht van oud op nieuw in mijn eigen
straatje maar voor vuurwerk, in de loop van het seizoen
kunnen we dan altijd nog zien of het op de fiets ook wil
lukken."
Luz Ardiden kreeg ik van de toppers twaalf minuten aan
mijn broek, op weg naar La Plagne zakte ik helemaal
door het ijs. Toch herstelde ik iedere keer weer heel rede
lijk. Het moet dan ook lukken om de Tour wat evenwich
tiger te rijden en die grote inzinkingen te voorkomen. Dat
is trouwens ook bittere noodzaak als je een goed klasse
ment wilt rijden."
Die goede klassering in het eindklassement moet er
aanstaande zomer al komen. Hoewel Erik Breukink er de
man niet naar is om hoog van de toren te blazen waagt
hij zich toch aan een voorzichtige voorspelling. Het stre
ven is, zo zegt, te eindigen bij de eerste tien. Een loflijk
streven maar misschien wel te hoog gegrepen. Erik Breu
kink denkt van niet.
Hoewel Erik Breukink zijn interesse voor de klassie
kers niet onder stoelen of banken schuift is de tot opvol
ger van Joop Zoetemelk gebombardeerde jongeling de
belangrijkste troef van Peter Post in de grote ronden.
Evenals vorig jaar krijgt Breukink zowel de Giro als de
Tour de France voor de wielen. Een programma dat
eigenlijk alleen voor de allersterksten is weggelegd.
„Ik geloof toch dat het moet kunnen. Na een onver
wacht goede Giro heb ik voor mezelf ook een hele goede
Tour gereden. De ronde was verschrikkelijk zwaar, maar
toch heb ik maar twee echt slechte dagen gekend. Naar