Acht dagen 'treinen' met Transsiberië Express
SCHELDEBODE VAN WOENSDAG 12 FEBRUARI 1986
Eten
Eenvoudig
Laagvlakte
De Oeral
Ijspegels
Tijdverschil
Onbegaanbaar
De Jennisei
Irkoetsk
Baikalmeer
China
Chabarowsk
In die hoedanigheid
ging hij trouwens niet
naar Rusland, maar
Menno maakte er zijn
huwelijksreis van. Het
maken van foto's van
bepaalde belangrijke
objecten is in dat land
meestal erg moeilijk. De
Bruyne had daar overi
gens weinig last van al
moest hij zich wel een
paar keer verantwoor
den. „Maar wat die
mannen allemaal zeiden
wist ik ook niet. Die ver
stond ik tenminste niet.
Ik moest overigens mijn
rolletje niet inleveren",
aldus Menno.
313
D wars door de Siberische kou
Door Menno de Bruyne
MOSKOU, hartje winter - Op het Yaroslavskystation kleumen
wachtende en sjouwende reizigers in de neerdwarrelende
sneeuwvlokken. De mensen lijken dikker dan ze zijn, weggedo
ken in warme winterjassen met bontmutsen diep over de oren
getrokken. De trein naar Wladiwostok staat op perron IA, wat
achteraf. Bagagekruiers en passagiers hebben hun handen vol
aan zware koffers en uitpuilende tassen die mee moeten naar
verre bestemmingen. De Transsiberië Express staat gereed voor
vertrek.
Gereed voor de langste treinreis ter wereld. Gereed voor tienduizend kilome
ters aan één stuk in één richting in één land. Gereed voor weer en wind, langs
majestueuze berghellingen bedekt met eeuwige sneeuw, over ijzige, brede rivie
ren via roezemoezige stations van vuile industriesteden langs bijna vergeten
versneeuwde dorpjes ver weg van een verre wereld verder en verder...
In de trein komt het leven op
gang. Ongeveer 500 mensen
reizen mee naar het oosten. De
trein is een eigen, fascinerende
wereld van slechts een paar
meter breed en honderden me
ters lang. Een wereld die na
acht dagen ophoudt te be
staan. Ieder heeft er zijn eigen
plaats. In de eerste klas heeft
een militair zich geïstalleerd.
Met zijn vrouw en twee kinde
ren heeft hij de jaarwisseling
doorgebracht in Mosjou. Nu
zijn ze op pad naar huis. vol
herinneringen aan alles wat ze
hebben gezien en meege
maakt. Een bejaarde man
staat voor het raam in het
gangpad met de handen in de
zakken naar buiten te turen.
Hij gaat naar zijn zoon die na
zijn studie is verhuisd naar
Novosibirsk, een reis van vier
dagen. Iets verderop staat een
pasgetrouwd stel van halver
wege de twintig. Tegen de
wens van ouders en familie in
hebben ze besloten de reis van
hun leven te maken. Samen
genieten ze met volle teugen
van al het nieuwe en vreemde
om hen heen.
Intussen is het in de restau
ratiewagen een druk heen
weer geloop van koks, kelners
en andere helpers. Geen over
dadige luxe. Op het in het
Russisch gestelde menu mo
gen dan talrijke gerechten
staan, alleen die spijzen en
dranken zijn voorradig waar
achter een prijs vermeld staat.
Niet bijster veel, maar wel
lekker.
Voor een paar roebel wordt
binnen de kortste keren een
goede maaltijd geserveerd:
met de hand gesneden bruin
en wit brood vergezeld van
een paar schijven worst en
plakken kaas, een vlees- of
vissoep (met de typische Rus
sische zure room), kip of len
delapjes met aardappelpuree
en hoogstens tien doperwten.
Wie daaraan niet genoeg heeft
kan wat meenemen naar zijn
eigen coupé: yoghurt, melk,
koeken, broodjes of gewoon
snoep. Chocolade is enorm
duur. Omgerekend bijna een
tientje voor een nietig reepje.
Na het eten zoeken veel
mensen hun eigen coupé weer
op. In de gangpaden is het be
haaglijk warm. Zo niet in de
tussencompartimenten. Daar
is alles van ijzer wit uitgesla
gen. Op de ramen zit een milli-
metersdikke ijslaag. Door ga
ten en kieren naar binnen ge
stoven sneeuw maakt de vloer
spekglad. En in de harmonica
verbindingen gaat het helse
kabaal van de voortdende
rende trein door merg en been.
Eenmaal teruggekeerd in de
rust van de eigen coupé duurt
het niet lang of de meeste
mensen kruipen onder de eer
der die dag afgeleverde de
kens en lakens. Op de gang
wordt het stil. Op het ritme
van de zich ontelbare malen
herhalende cadans van de rij
dende trein vallen de passa
giers in slaap. Het donker
wordt alleen nog maar door
broken door een af en toe naar
binnen flitsend licht van een
lantaarnpaal of schijnwerper.
Buiten heerst de bittere koude
van de Russische nacht.
De markt van Irkoetsk in Siberische kou.
Van buiten ziet de Transsib
er net zo uit als andere Russi
sche treinen. De twintig rood
bruine treinstellen (17 perso
nenrijtuigen, twee restaura
tiewagens en één goederenwa
gon) dragen alle zonder uit
zondering het embleem van de
Sovjet-staatsspoorwegen: een
wereldbol bedekt met de ha
mer en sikkel omkranst
door lauweren. Daarboven:
een rode ster met de letters
CCCP. Daaronder een wit geë
mailleerd rechthoekig bord.
Daarop: 'Rossia' (=Rusland),
Moskou-Wladiwostok.
Bij het instappen worden de
passagiers vriendelijk verwel
komd door voorkomende
vrouwelijke begeleidsters. Per
treinstel reizen er twee mee,
één voor overdag en één voor
's nachts. Het is hun taak de
trein netjes en warm te hou
den, te zorgen voor de thee en
het wekken van slapende pas
sagiers die ergens midden in
de nacht moeten uitstappen.
Met de treinkaartjes onder
hun hoede weten ze precies
wie wie is waar iedereen naar
toe moet. Ze horen bij 'hun'
treinstel en maken de hele
lange reis mee, heen en terug.
Er is een eerste en een tweede
klas (zo gaat dat in de klasse
loze maatschappij). Het ver
schil zit hem in het aantal
mensen per coupé: in de
tweede klas vier en in de eer
ste klas twee. Zij die eerste
klas reizen, bijvoorbeeld offi
cieren van het Rode Leger of
partijbonzen die anderszins
een streepje voor hebben, zit
ten ruimer. Ruimer in de roe
bels en ruimer in de trein.
De coupé's zijn eenvoudig
ingericht. Twee banken aan
weerszijden die 's nachts
dienst doen als bed, lakens en
slopen en dekens worden ge
bracht. Eén raam gaat voor de
onderste helft schuil achter
twee witte gordijntjes die
opengeschoven kunnen wor
den. Verder: een raamtafeltje,
leeslampen, nachtverlichting
en een ingebouwde kapotte
radio.
Boven de schuifdeur die aan
de binnenkant is voorzien van
een bijna levensgrote spiegel
is ruimte genoeg voor koffers
berekend op een dagenlange
reis. Op de grond ligt tapijt.
Net als de lange loper in het
gangpad door vele passagiers
versleten. Het geheel maakt
een sobere, maar nette indruk.
Klokslag halfdrie komt de
trein in beweging. Vrijwel ge
ruisloos glijdt de Transsib
door de voorsteden van de
witbesneeuwde Russische
hoofdstad. Overal lopen,
staan, wachten, werken inge
pakte mensen. Vrachtwagens,
bussen, taxi's en auto's rijden
door straten waar het wit van
de sneeuw is vermengd met
sporen bruin van het zand.
Opeens is Moskou weg. Hui
zenblokken en flats hebben
plaatsgemaakt voor houten
huizen verscholen tussen bo
men onder een dik pak
sneeuw. Hoe verder de trein de
miljoenenstad achter zich laat,
des te kleiner worden de dorp
jes. Wegen zijn veranderd in
paden door de verse sneeuw
waar mensen moeizaam door
heen schuifelen, voetje voor
voetje van her naar der. Het
sneeuwt uit een grijze lucht
die zonder overgang één is met
de aarde. Het is de rust van de
Russische winteravond die de
omtrekken doet vervagen van
wit naar grijs naar zwart.
De Transsiberië-Express gereed voor vertrek. Embleem van de Russische staatsspoorwegen en het
bord met daarop de naam van de trein en het begin- en eindstation.
De volgende morgen bij het
ontwaken zitten de gordijntjes
vastgevroren aan de ijskoude
ruit. Na wat voorzichtig trek
ken lukt het een eerste blik
naar buiten te werpen. Met
een vaart van ongeveer tach
tig kilometer per uur gaat het
door onmetelijke witbe
sneeuwde laagvlakten van
noordwest Rusland. In de nie
tige dorpen en gehuchtjes die
voorbij schieten gaat het leven
zijn eeuwenoude winterse
gang.
Tegen de avond doemen in
de verte de omtrekken van de
Oeral op. In de lange schadu
wen van de eerste bergruggen
ligt de walmende industrie
stad Perm. Eeuwige vuren en
rokende fabrieksschoorstenen
bepalen het stadsbeeld. De
stad heeft niets aanlokkelijks.
Na een korte stop vervolgt de
trein haar reis.
onafzienbare witte vlakte van
de steppe, slechts afgewisseld
door miljoenen berkebomen
waarvan alleen de zwarte tak
ken zich aftekenen tegen wit,
wit en nog eens wit. Verijsde
riethalmen verraden dat het
gebied 's zomers vochtig is en
nat, moerassig. De laatste
schuchtere stralen van de
vuurrood ondergaande zon ge
ven de vlakte iets sprookjes
achtigs. Het is vroeger donker
dan gisteren. Voor de vierde
keer op haar reis passeert de
Transsib een tijdzone.
de volgende grote halteplaats:
Krasnojarsk. Vanaf hier is de
enige verbinding met Oost-Si-
berië de trein.
De ontoegankelijkheid van
het gebied en de barre weers
omstandigheden maken de
wegen praktisch onbegaan
baar. Krasnojarsk is dan ook
groot geworden door de Trein.
Stille getuigen daarvan zijn de
tientallen zwarte stoomlocs
die uitgerangeerd op een afge
legen emplacement staan uit
te rusten van hun zware taak
in lang vervlogen dagen. On-
Achter Perm begint de echte
Oeral. De Oeral, een naam met
een magische klank. Toch zijn
de bergen minder hoog dan we
geneigd zijn te denken. Oude,
afgeschuurde toppen die niet
hoger komen dan duizend me
ter.
De Transsib klimt er tegen
op, draait er tussendoor, als
maar verder tussen dichtbe
groeide hellingen. De sporen
van leven die naast de trein
opduiken zijn te onopvallend
om als trein bij stil te blijven
staan. In de nevelige morgen
uren van de derde dag is van
de Oeral geen spoor meer te
bekennen. De Transsib loopt
zachtjes het oude station van
de oude stad Omsk binnen. Uit
de schamele houten huizen en
huisjes stijgt een wit-grijze
rook steil naar boven. Omsk,
gesticht als militaire post te
gen de Tataren die keer op
keer het Russische Rijk be
dreigden, ligt in de moerassige
vlakten van het West-Siberi
sche Laagland dat doorsneden
wordt door brede rivieren die
traag naar het noorden stro
men. In dit jaargetijde zijn de
Ob en de Irtysj met hun vele
zijrivieren dichtgevroren. En
dus onbevaarbaar.
De Oeral duikt op vanuit de trein.
Op het station maken veel
passagiers dankbaar gebruik
van de 25 minuten wachttijd
om een de benen te strekken in
de buitenlucht. Op het lange
perron, aangepast aan even
lange treinen, verdringen de
passagiers zich voor kleine
stalletjes om in de weinige mi
nuten snel wat in te slaan.
Voor een paar kopeken is van
alles te koop: kranten en tijd
schriften, brood en snoepgoed,
yoghurt, gebakken vis, pen
nen, speldjes met daarop de
beeltenis van Lenin, kaarten
en wat al niet meer.
Terwijl iedereen zich haast
om toch vooral maar niet de
trein te missen wordt door
slangen water bijgetankt voor
het vervolg van de reis. On
deraan de trein, ter hoogte van
de toiletten, hangen lange ijs
pegels. Het is voor de stations
arbeiders een hele klus deze
harde ijsbonken eraf te hak
ken. Langs de trein rijd een
kar waarop ijzeren blikken
staan, tot de rand toe gevuld
met gitzwarte steenkool.
Oudere vrouwen zeulen de
loodzware blikken naar bin
nen, van boven tot onder
zwart van het roet. Emancipa
tie in optima forma.
De vrouwen van de trein
zelf zijn volop doende het vuur
van de kachels op te poken.
Het is haast-je-rep-je om op
tijd klaar te zijn. Als de kop
pelingen en remmen gecontro
leerd zijn worden gele vlag
getjes tevoorschijn gehaald.
Het teken dat alles in orde is.
De Transsib kan verder.
Dieper Siberië in.
Achter Omsk verandert het
landschap weinig. Dezelfde
In Moskou is het nog volop
middag (14.00 uur) als achter
Omsk de zon al achter de hori
zon is gezonken. Het tijdver
schil tussen de echte tijd en de
Moskou-tijd neemt iedere dag
met één uur toe omdat de
Transsib als het ware tegen de
zon inrijdt. In Wladiwostok
zal het totale tijdverschil op
gelopen zijn tot maar liefst ze
ven uren!
Midden in de nacht arri
veert de Transiberië Express
in de miljoenenstad Novosi
birsk (Nieuw-Siberië), het on-
derzoeks- en cultuurcentrum
van Siberië. In het spaarzame
licht dat 's nachts om half-
twaalf plaatselijke tijd de on
gezellige stationshal verlicht
liggen en zitten ingedommelde
en slapende mensen te wach
ten op hun verbinding. Novo
sibirsk is een spoorwegknoop
punt waar treinen uit oost en
west en zuid elkaar ontmoe
ten. Zo komen hier de meeste
treinen aan uit de Centraal-
Aziatische staten (Kirgizië,
Kazachstan, Tadzjikistan).
Vandaar die nachtelijke be
drijvigheid, want reizen in de
Sovjet-Unie betekent reizen
over kilometersafstanden
slechts te meten in dagen. Een
halve dag overstaptijd is dan
ook niets bijzonders...
Vele, vele uren verder naar
het oosten, dieper in het Sibe
rische bergland verborgen ligt
der een witte zachte deken.
Amper is de moderne trein
langzaam maar zeker het sta
tion van Krasnojarsk uit
gegleden of ineens rolt de
Transsib met donderend ge
raas over een ijzeren brug.
Diep onder de vol ontzag uit de
ramen kijkende passagiers
stroomt het ijskoude water
van de Jennisei, een machtige
rivier die geweldig tussen de
bergen door komt kronkelen.
Een onvergetelijk schouw
spel. Dan, plotseling verdwijnt
de trein op de andere oever in
een donkere tunnel. De voor
bode van een veranderend
landschap. Al bij Novosibirsk
was het te zien. Wijde verte
verdwenen. Heuvels onttrok
ken de horizon aan het gezicht.
Nu, vanaf Krasnojarsk zijn
het bergen. Hoger en hoger.
Er ligt ook meer sneeuw.
Jonge naaldboompjes steken
voorzichtig hun toppen boven
de massa's wit uit. In berg
dorpjes die schijnbaar tegen
de hellingen zijn aangeplakt
ligt de sneeuw hier en daar tot
de rand van de daken. De zon
staat nog stralend aan de
strakblauwe hemel, maar la
ter op de dag is hoog in de
lucht de eerste sluierbewol-
king te zien. Tegen de avond
vallen er weer sneeuwvlok
ken. Buiten wordt het kouder.
Vroeger dan de voorgaande
dagen zitten de gordijntjes
vastgevroren aan het raam.
Als de avond valt weten de
reizigers in de trein dat alleen
de nacht hen nog scheidt van
wellicht de meest Siberische
stad: Irkoetsk.
Irkoetsk, 300 jaar oud, de
stad die het einddoel was van
Michaël Strogoff, de koerier
van de Tsaar. Brede alleeën
met veel bomen en aan weers
zijden grote patriciërshuizen
herinneren nog aan die tijd.
Een typisch Siberische stad
tussen de heuvels en de ber
gen, gelegen aan de Angara-
rivier. In het oude stadsdeel
staan schitterende houten hui
zen met veel sierlijk en kleurig
houtwerk. Tussen de dubbele
ramen ligt watten of wol om
de kou buiten te houden. Geen
bloemen achter de ramen
maar wel erin. Ijsbloemen. In
Irkoetsk is het oude Siberië te
proeven.
Te zien ook. Op het station
zijn tussen de echte Russische
mensen met een meer Azia
tisch uiterlijk geen vreemde
verschijning meer. Het zijn de
nazaten van Turks-Mongoolse
stammen, geharde mensen die
in barre omstandigheden ge
leerd hebben te overleven. Af
stammelingen van pelshande
laren en rendierjagers. Nu
staan en lopen ze over de
markt, buiten in de sneeuw
uren in de kou om net als hun
voorouders hun waren te ver
handelen. Groenten, zaden,
vruchten, vlees, en ook grote
ronde kazen, althans, zo lijkt
het. In werkelijkheid is het
echter melk. Want niemand
haalt het in zijn hoofd melk te
verkopen in flessen bij een
temperatuur van 25 graden
onder nul..
Even buiten Irkoetsk ligt
het vermaarde Baikalmeer,
het diepste meer ter wereld.
Met de trein is het ongeveer
één uur rijden door het woest
en bergachtig gebied. Plotse
ling, verstopt tussen de ber
gen, ligt het daar, in alle stilte.
Eén van de mooiste gedeeltes
van de treinreis voert de
Transsib urenlang draaiend
langs de oevers. Onbegrijpe
lijk mooi.
Het water is veranderd in
een witte ijsvlakte. Steile be
boste hellingen verzinken in
de diepte en een grijze nevel
omhult de toppen van de ber
gen aan de overkant. Hier en
daar rust een verstild dorpje.
Kleine bootjes achter de hui
zen liggen ondersteboven te
wachten tot laat in het voor
jaar sneeuw en ijs gesmolten
zullen zijn.
Rechts van de trein verhef
fen zich in de verte de majes
tueuze bergen van Mongolië.
De belangrijkste spoorweg
verbinding vanuit de Sovjet-
Unie met dit land takt af op
het station van Oelan Oede, de
volgende grote halteplaats van
de Transsib. Eens per. week
stopt hier ook de trein Mos
kou-Peking en omgekeerd.
Overigens is het opvallend dat
er erg veel treinverkeer gaat
over de spoorlijn. Om de paar
minuten raast een andere
trein voorbij de ramen van de
Transsib. Zo te zien vnl. goe
derentreinen. Omdat ander
verkeer onmogelijk is heeft
alle vervoer noodgedwongen
plaats per rail. Het spoor als
een blinkende hartslagader
van Siberië.
En verder, steeds verder
vordert de Transsib. Aan het
landschap is goed te merken
dat de Mongoolse steppen
vlakbij zijn. Het klimaat is
droger, de begroeiing wordt
minder, de bergen zijn dor en
kaal. Slechts geel-bruin gras
steekt magertjes boven de
dunne sneeuwlaag uit. Grote
rotsblokken en massieve rots
partijen wijzen op de hardheid
van deze onherbergzame
streek.
Op de stations wagen zich
nog maar weinigen buiten.
Vooral 's nachts is de kou snij
dend. Zij desondanks het per
ron opgaan worden gefasci
neerd door de dampende en
sissende trein die in de bittere
vrieskou staat uit te blazen.
Uit alle wagons stijgt grijze
rook naar boven. Het stinkt
naar verbrande kolen. Als de
hoge fluittoon van de locomo
tief weerklinkt komt de trein
opnieuw in beweging. Voor de
zoveelste keer gaat het verder,
verder de nacht in.
Verder door Siberië, naar
het verre oosten waar de lang
ste rivier van Oost-Azië, de
Amoer (2900 km) al wacht.
Even voor de stad Chita is het
zover. De trein rijd er vlak
langs. Honderden kilometers,
eerst langs een zijrivier,
daarna langs de dichtbevroren
rivier zelf. Vanuit de trein is
de overkant goed te zien.
Daar ligt China, want de
Amoer is een grensrivier. Dit
is ook het vroeger Mantsjoe-
rije. Japanners en Russen le
verden hier 1904 een strijd op
leven en dood. In de jaren '70
vonden hier de grensgevech
ten plaatst tussen Rusland en
China. Alsof er nooit iets ge
beurd is doorkruist de Trans
sib dit gebied, langzaam
draaiend langs de kronkels
van de rivier. Ruim 9000 kilo
meters zitten erop als in de
vroege morgen van de achtste
dag de meeste passagiers door
geklop op de deur- een Russi
sche stem worden gewekt. Het
is vier in de nacht. In de duis
tere buiten is geen spoor van
leven te bekennen. In de trein
worden slaperig de koffers ge
pakt. Over ruim een uur arri
veert de Transsib op het eind
station. Voor westerlingen die
's winters met de Transsib rei
zen is dat eindstation niet
Wladiwostok (een verboden
stad vanwege de marineha
ven), noch Nachodka (waar de
boten pas vanaf april naar Ja
pan afvaren), maar de mo
derne industriestad Chaba-
rowsk.
Idereen staat dik ingepakt
te wachten en wat wezenloos
naar buiten te staren als de
trein over de laatste brug da
vert en aan de overkant van
de Amoer langzaam de lichten
van Chabarowsk opdoemen.
Op dat moment zijn er uit de
richting Moskou in totaal ze
ven Transsibs onderweg naar
Chabarowsk, allemaal één dag
achter elkaar.
En op datzelfde moment
gaan er in de richting Moskou
zeven Transsibs ook allemaal
éh dag van elkaar verwijderd.
Een onwezenlijke gedachte.
Om precies 5.10 uur staat de
trein stil. Door het nauwe
gangpad schuifelen bepakte
en bezakte mensen naar de
deuren die nu voor het laatst
opengaan. Dan staat iedereen
op het perron in door duizen
den voeten vertrapte sneeuw.
In het felle licht van op hoge
masten staande schijnwerpers
wordt afscheid genomen.
Afscheid van een ivereld die
Moskou begon en die nu in het
verre oosten van Siberi een
einde heeft gevonden. Het af
scheid van de Trans-Siberië
Express.
Stationnetje wn een dorp aan het Baikalmeer.
IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII
COLIJNSPLAAT/DEN
HAAG - Het verhaal
over de Transsiberië
Express werd samen ge
steld door Menno de
Bruyne uit Colijnsplaat.
Menno de Bruyne was
enkele jaren medewer
ker voor het Nieuwsblad
voor de Bevelanden en
werkt nu als voorlichter
bij een politieke partij
in Den Haag.