Groot onderhoud en schilderwerk na 1 januari niet meer aftrekbaar Regering stelt herziening vermogensbelasting voor De per 1 januari 1983 ingevoerde regeling voor aftrek van de kosten van groot onderhoud en de per 1 juli 1983 ingevoerde regeling voor de aftrek van schilderwerk lopen eind 1985 af. Bekend is gemaakt dat de regelingen zeker niet in de bestaande vorm zullen worden verlengd. Terugkeer naar de voor 1983 bestaande regeling zou in elk geval fiscaal nadelig zijn voor eigen huis-bewoners. Wie het zekere voor het onzekere wil kiezen, heeft dus nog maar enkele maanden de tijd om nog van de huidige regeling gebruik te kunnen maken. Drempels Huurwaarde lager De huurwaardetabel voor de „drempels" luidt als volgt: berekening van 15 000 30 000 195 150 30 000 60 000 480 390 60 000 90 000 960 820 90 000 120 000 1 440 1 170 120 000 180 000 1 920 1 560 180 000 ƒ240 000 ƒ2 880 2 340 ƒ240 000 ƒ300 000 3 840 3 240 ƒ300 000 ƒ360 000 ƒ4 800 ƒ3 900 ƒ360 000 ƒ450 000 ƒ5 760 ƒ4 680 ƒ450 000 ƒ540 000 ƒ7 200 5 850 ƒ540 000 ƒ8 640 ƒ7 020 Hypotheek informatie Sinds de tweeverdienersmaatregelen in de inkomstenbelasting van kracht zijn geworden, lopen met name voor gehuwden de uitgangspunten voor de vermogensbelasting en de inkomstenbelasting niet meer parallel. Om dat enigszins te herstellen zullen, volgens een deze zomer ingediend wetsvoorstel, enkele wijzigingen in de vermogensbelasting worden doorgevoerd, die in het komende belastingjaar van kracht zouden moeten worden. Met nadruk zij er hier op gewezen dat dit wetsvoorstel nog door de Tweede Kamer in behandeling moet worden genomen. Tariefgroepen Ongehuwd Leeftijdsgrens Aftrek van kosten is onder de huidige regeling slechts mogelijk indien de betreffende werkzaamheden zijn uitgevoerd door als zodanig erkende en ingeschreven ondernemers. Wie bovendien nu nog wil profiteren moet snel zij n, want de opdracht en de betaling ervan moet vóór 1 januari 1986 zijn uitgevoerd. Groot onderhoud is alleen aftrekbaar als men één jaar eigenaar bewoner is van het betrokken huis. Van belang is vooral, nu de winter nadert, dat onder de aftrekregeling ook de kosten van thermische isolatie gebracht kunnen worden mits die zijn gemaakt in samenhang met groot onderhoud. Als bijvoorbeeld bij herstel van een dakconstructie ook dakisolatie wordt aangebracht, kunnen de kosten van dakisolatie ook worden meegeteld. Datzelfde geldt bijvoorbeeld voor het aanbrengen van dubbele beglazing als verrotte raamkozijnen moeten worden vervangen. Schilderwerk dat bij deze werkzaamheden hoort, moet eveneens onder de noemer 'groot onderhoud' worden gebracht. Groot onderhoud betreft in het algemeen werkzaamheden die vallen onder de noemer 'achterstallig onderhoud', zoals vervanging elektrische bedrading of leidingen en afvoeren, vervanging of reparatie van plafonds, dakgoot e.d. Vervanging van keukeninrichting, hang- en sluitwerk, behangen e.d. behoren daar niet toe. Vervanging van een c.v.-installatie behoort echter weer wel tot groot onderhoud. Niet alle kosten die voor groot onderhoud en of schilderwerk worden gemaakt, zijn aftrekbaar. Er zijn namelijk drempels ingebouwd. Slechts voorzover de kosten meer bedragen dan die drempel, zijn zij aftrekbaar. Die drempel is gebaseerd op de huurwaarde zoals die geldt voor het huurwaardeforfait. Voor groot onderhoud bedraagt die drempel 2Vz maal de huurwaarde van de betreffende woning, maar minimaal 2.000.-. Is de huurwaarde bijvoorbeeld 480.- dan is die drempel dus 2.000.-. Is die huurwaarde bijvoorbeeld 1.440.- dan is die drempel 2Vi maal 1.440.- ofwel 3.600.-. Per belastingjaar kan bovendien maximaal 20.000.- worden afgetrokken. Voor schilderwerk bedraagt de drempel eenmaal het huurwaardeforfait, maar minimaal 1.000.-. Als dus de huurwaarde 480.- is ligt de drempel op 1.000.- en als de huurwaarde 1.440.- is op 1.440.-. Bovendien komen voor aftrek slechts in aanmerking 60% van de kosten van dat schilderwerk. Als die bijvoorbeeld 10.000.- bedragen, is dus slechts 6.000.- aftrekbaar. Daarvan moet vervolgens de „drempel" worden afgetrokken om het echte aftrekbare bedrag te vinden. Dit bedrag kan bovendien niet hoger zijn dan 5.000.-, want dat is het maximum dat wegens schilderwerk kan worden afgetrokken. Het kabinet heeft besloten de tijdelijke verhoging van het huurwaardeforfait met ingang van 1 j anuari 1986 ongedaan te maken. Die verhoging hing samen met het invoeren van bovenomschreven aftrekregelingen voor groot onderhoud en schilderwerk. Nu die aftrekregelingen worden beëindigd, wordt ook het huurwaardeforfait v/eer aangepast. Waarde woning, doch niet Huurwaarde Huurwaarde meer dan meer dan in 1985 per 1-1-86 S (aar vaate rente met gemeente garantie Annuïteiten Lineair Leven G*ldT*ratr«kker werke lijke rente opge geven rente opgegeven rente Galdvurstxekker werke lijke rente opge geven rente Zwolsche AJg. 753 7.0 - Zwolsche A lg. 651 6.7 Bondsp MidrN.'ONed 751 7.4 7.4 Prudential 723 65 Bonds Cenir Ned. - - 7.4 AEGON 8.09 75 Ver Spaarbank 757 75 75 Delta Lloyd 8.09 75 Direktbank 757 75 75 Equity Law 8.09 75 RPS 757 75 75 Nationale Ned. 8,09 75 C en E Utrecht 757 75 75 NOG/deJong 8,09 75 NMB 752 7.7 7.7 RVS 8,09 75 Nutssp.'s-Grav. 757 7.6 7,6 AMEVLev.Verz. 8,09 75 Mees Hope 8,00 75 75 Stad Rotterdam 8.09 75 Nutssp.WestNed. 850 7.6 7,6 Wintenhur 8.09 75 RaboHypoth 8,00 7.6 75 Behalve het rentepercentage is bij WoonfondsHoll. 8.03 75 75 de beoordeling welke verze keraar het beste bij u past van belang te weten hoe de elemen ten premieheffing, afkoopwqsrde. HNG 8,11 7.6 7.6 HNMLG 8,11 7.6 7.6 AMRO 8.14 7.7 7.7 winstdeling enz. eruitzien. De NVM-makelaar beschikt over uitvoeng documentatiematenaai per verzekeraar Bouwfonds N.G. 8.14 75 75 ABN(ABHK) 8.14 7.7 7.7 Avista Bank (CL) 8.14 7.7 7.7 Metallicus 850 75 75 W.U.H. 852 7.7 7.7 Andere vormen opge geven rente AMEVHyp Bedr. 8.41 75 75 Nat Ned.'Optie' 8.41 8,0 80 GeldvertCrekker Bank v. Hyp Fin 8.43 75 75 Roparco krediet 75 AegonHypoth. 8.46 80 80 Bouwf Rente Rust 7.7 F.G.H. 8.71 80 85 Rabo Rente Stabiel 75 IIIIIIillHIIIIIiailllllllMlillllllillllIIllllllllllllllllllIliillillflIllllllll'lllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllIllIIIlllIlllllllllllltllllHIIIIItlllllililllllllllllitllliiilllllltllllMlllllllllllillIIiniflIlllllllilllltllllIlllllIIIlIllllllllllllllilllllillIllIilillllllllllllllillllllHlllillllllllllllllllli De voorgestelde wijzigingen zijn: de aanslag vermogensbelasting wordt opgelegd aan de echtgenoot aan wie voor de heffing van de inkomstenbelasting over het voorafgaande kalenderjaar de vermogensinkomsten worden toegerekend; ongehuwden komen vanaf hun 27ste jaar - thans 35 jaar - in aanmerking voor de hoge belastingvrije som voor ongehuwden; de hoge belastingvrije som voor ongehuwden wordt verlaagd van 89.000 naar 86.000; gehuwde buitenlandse belastingplichtigen worden zelfstandig in de heffing betrokken. Op dit moment wordt het gezamenlijke vermogen van de gehuwde man en vrouw nog toegerekend aan de man. Ook onder de nu voorgestelde regeling zullen de vermogens van man en vrouw nog bij elkaar worden geteld, maar niet automatisch aan de man worden toegekend. De vermogensbelasting zal worden geheven bij degene waar de opbrengsten uit het vermogen terechtkomen. Een en ander geschiedt ongeacht of men in gemeenschap van goederen dan wel op huwelijkse voorwaarden is getrouwd. Men gaat niet zo ver de heffing van vermogensbelasting ook bij gehuwden te individualiseren. Dus bij in gemeenschap gehuwden door ieder de helft van het vermogen toe te rekenen of bij onder huwelijkse voorwaarden gehuwden al naar gelang ieders aandeel in het vermogen. Praktische bezwaren van zo'n individualisering vond men zwaar wegen. Dit betekent overigens dat - anders dan bij de inkomstenbelasting - de situatie van gehuwden en ongehuwd samenwonenden bij de heffing van vermogensbelasting blij ft verschillen. belastingplichtigen, evenals thans, zelfstandig in de heffing betrokken. Een zelfde systeem als voor gehuwde belastingplichtigen - samentelling van vermogens - zou ingaan tegen de individualiseringsgedachte en in strijd zijn met de werkelijkheid. Ongehuwd samenwonende belastingplichtigen hebben immers vermogensrechtelijk geen binding met elkaar en zijn voor de heffing van vermogensbelasting veeleer te vergelijken met alleenstaanden. Ook in de inkomstenbelasting worden zij zelfstandig voor hun vermogensinkomen belast. Volgens het wetsvoorstel worden ongehuwd samenwonende Volgens het wetsvoorstel zal voor de vermogensbelasting de volgende tariefgroepindeling gelden: tariefgroep 1: ongehuwden en gehuwden die duurzaam gescheiden leven, jonger dan 27 jaar, tenzij voor een kind recht hebben op kinderbijslag of vervangende buitengewone lastenaftrek; belastingvrije som ƒ55.000 tariefgroep 2: de niet in tariefgroep 1 ingedeelde ongehuwden en gehuwden die duurzaam gescheiden leven (27 jaar en ouder); belastingvrije som 86.000 tariefgroep 3: gehuwden, tenzij zij duurzaam gescheiden leven; belastingvrije som 109.000. De leeftijdsgrens voor het onderscheid tussen oudere en jongere ongehuwden wordt volgens het voorstel verlaagd van 35 naar 27 jaar. Deze leeftijdsgrens is hetzelfde als bij de inkomstenbelasting sedert de totstandkoming van de derde fase tweeverdieners. De leef tij dsgrensverlaging voor ongehuwden heeft de volgende gevolgen: - de belastingvrije som voor ongehuwde belastingplichtigen tussen de 27 en 35 jaar wordt opgetrokken van 55.000 tot 86.000; - voor belastingplichtigen, jonger dan 27 jaar, die gehuwd zijn geweest of tijdens hun huwelijk duurzaam gescheiden zijn gaan leven, loopt de hoge belastingvrije som (thans nog 89.000) terug naar 55.000, tenzij zij kinderen hebben. De opbrengstderving ten gevolge van de verlaging van de leeftijdsgrens wordt geraamd op 3 miljoen. In verband met de beoogde budgettair neutrale werking van het wetsontwerp wordt voorgesteld de belastingvrije som voor oudere ongehuwden te verlagen van 89.000 naar 86.000. De bovengenoemde bedragen zijn bedragen in cijfers 1985. Deze zullen per 1 januari 1986 aan de inflatieontwikkeling worden aangepast.

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1985 | | pagina 25