Sfeervol de winter in bij open haard Smeulende houtblokken. Gloeiende gezichten. Starende ogen die steeds weer nieuwe vuurtongetjes ontdekken. Eén van de neuzen doet zich te goed aan het aroma van wegterend hout. Plotseling knalt er een stukje hars uit het denneblok. Dat brengt de toeschouwers weer bij hun positieven en haalt hen terug uit hun droom, die bij de open haard ontbranddde. Echt of namaak Soorten haarden Mogelijkheden De vlam erin Accessoires k woensdag 13 november 1985 pagina 13 m - 4' Vrijstaande voorzethaard. Wie kent dat niet Die sfeer, die gezelligheid van de open haard Dat getuur in het vuur. Die romantiek. Wie de kolenkachel nog heeft meegemaakt, weet ongeveer hoe het vroeger moet zijn geweest, alleen zat die behaaglijke warmte achter glas. Vroeger in overgrootmoeders tijd, was de open haard niet zozeer een sfeermaker, maar meer een werkplaats, met vele praktische functies. Natuurlijk werd hij gebruikt als warmtebron, maar overgrootmoe gebruikte hem ook om het eten op te koken en 's avonds deed hij dienst als lichtbron. De open haard was voor de 'woonconsumenten' van toen, het middelpunt van het wonen. Maar gezellig in je vrije uurtjes rond de open haard zitten, dat hebben die mensen waarschijnlijk niet zoveel gedaan, al was het alleen maar omdat het begrip 'vrije tijd' in die dagen nog niet bestond. Die middelpuntfunctie van de verwarming is in onze tijd door opkomst van de 'centrale verwarming' eigenlijk teniet gedaan. We gaan ons niet gezellig warmen rond de radiator in de woonkamer. Bij veel mensen is na de open haard, de kolenkachel en de gaskachel, nu de televisie het interieurbepalende middelpunt geworden. Toch blijken die ideaal verwarmende c.v. en die 'gezellige' tv. niet dót te bieden waar je als mens, vooral op de donkere winteravonden, naar op zoek bent: behaaglijke warmte en gezelligheid. Die behoefte heeft de vraag naar open haarden de laatste jaren weer behoorlijk doen toenemen. En niet om in plaats vón, maar samen mèt de c.v. en tv. te worden gebruikt In veel gevallen krijgt de open haard ook weer zijn oude 'kookfunctie' terug. Steeds meer liefhebbers ontdekken dat je hem prima kunt gebruiken voor grillen of barbecuen. Bij een open haard wordt in eerste instantie meestal gedacht aan een vuur van houtblokken. Maar, dat hoeft natuurlijk niet, er zijn ook andere mogelijkheden. Bijvoorbeeld kolen, gas of electriciteit als brandstof. Het gasgestookte blokkenvuur is eigenlijk niets anders dan een open gaskachel. De hete verbrandingsgassen die van een gasbrander afkomen, verhitten een stel op houtblokken lijkende gloeistaven. Die gaan zachtrood tot geel gloeien en stralen warmte uit. Om alles net echt te laten lijken, zijn er ook blokken vuren met gaatjes, waar kleine vlammetjes uitkomen. Bij het ontwerp van dit soort haarden is meer aandacht besteed aan de sfeer die het vuur schept, dan de warmte die het uitstraalt Natuurlijk blijft zo'n blokkenvuur een imitatie van de echte open haard, maar het heeft het voordeel dat er niet hoeft te worden gesjouwd met hout of kolen, en er blijven geen asresten achter. Nog meer namaak, is de open haard die op electriciteit wordt gestookt. Ook kan deze haard uitkomst brengen als er geen geschikt schoorsteenkanaal in de woning is. Voor een electrische open haard is dat namelijk niet nodig. Dat betekent dat hij op elke gewenste plek kan worden geplaatst. Verder heeft hij hetzelfde voordeel als het blokkenvuur: geen as en rommel en geen gesjouw. Blijven over: de kolen- en houtgestookte open haard. „Dat is pas het echte werk", zullen veel mensen zeggen. We kunnen ze geen ongelijk geven, want deze haarden benaderen het meest de open haard van vroeger. Met „open haard" bedoelen we bijna altijd het open vuur en de schouw eromheen. Maar in feite is de open haard het ingebouwde, vuurvaste gedeelte waarin het vuur brandt. Vroeger werd dat nog gemetseld van vuurvaste stenen. Tegenwoordig levert de vakhandel kant-en-klare inbouwgedeelten van chamotte (soort vuurvast beton) of gietijzer. Een open-haardvuur van hout of kolen kan worden gestookt op een bodem van vuurvaste stookstenen. De soms daarin aangebrachte sleuven zorgen voor extra 'trek'. Het is echter prettiger, wanneer men stookt op een rooster met daaronder een aslade. Het vuur komt dan van de grond te liggen, waardoor makkelijker zuurstof uit de omgeving wordt aangetrokken. Dat geeft een betere verbranding. Bovendien gaat een ijzeren rooster langer mee en kan men met de aslade de verbrandingsresten moeiteloos verwijderen. Als we praten over met hout of kolen gestookte open haarden, dan moeten we ook de verschillende type uitvoeringen niet vergeten. Het zijn er nogal wat. Grofweg kunnen we ze indelen in drie groepen: inbouwhaarden, voorzethaarden en rondom-open-haarden. De inbouwhaard kent ook weer vele varianten: de fronthaard (voorzijde open); de hoek haard (voorkant en één zijde open); de driehoek-haard (voor in een hoek, twee open zijden lopen in een punt); de rond-de-hoek-haard (voor rond een buitenhoek) en de doorkijkhaard (voor- en achterkant open). Een voorzethaard kan vrij in de ruimte of direct tegen de wand worden gezet. Het rookkanaal is voor een deel zichtbaar. Doordat de schoorsteenwand niet hoeft te worden verbouwd, kan deze haard snel en makkeliljk worden geplaatst. De rondom-open-haard staat helemaal vrij in de ruimte en heeft zijn afvoer in een grote kap, die boven het haardvuur hangt Bij deze haarden kan men aan alle zijden rond het vuur zitten. Bij de installatie van de open haard, spelen een aantal factoren een belangrijke rol. De grootte van de haard bijvoorbeeld, kan niet zomaar willekeurig worden gekozen, maar wordt bepaald door de afmetingen van de kamer, waarin de haard staat en door de diameter en de lengte van het rookkanaal. Wie zich niet aan de richtlijnen en voorschriften houdt, kan wel eens voor nare verrassingen komen te staan. Bijvoorbeeld rook in de kamer of ergere, brandgevaarlijke situaties. Een ruime kamer biedt mogelijkheden voor een grote haard. Bij dat begrip 'Ruim' moet men dan niet alleen uitgaan van de lengte en breedte van het vertrek, maar ook de hoogte meerekenen. Geeft dat een royaal resultaat, dan is voor de wat flinkere haard wel vereist, dat het schoorsteenkanaal groot genoeg is voor een meer dan middelmaat open vuur. Het schoorsteenkanaal, dat meestal onzichtbaar in de muur verdwijnt, is een onderdeel van de open haard dat zeer veel aandacht vraagt Om goed te kunnen functioneren moet het een geïsoleerd en glad afgewerkt kanaal zijn, dat geen lekken vertoont Is het niet lekvrij dan ontstaat er een slechte trek en mogelijk rookschade in andere vertrekken. Loodrechte kanalen die recht omhoog gaan, zijn het meest wenselijk, maar hier en daar een bochtje is ook niet erg. Tenminste, als ze niet te scherp zijn. Vernauwingen horen in een schoorsteenkanaal niet thuis. Voor een goede trek is het noodzakelijk dat de schoorsteen jaarlijks wordt geveegd en boven op het dak is voorzien van een regenkap of windvang. Om brand te voorkomen, is het voor huizen met rieten daken een vereiste, dat men een vonkenvanger op de schoorsteen plaatst. Schoorstenen kunnen van verschillende materialen zijn vervaardigd, bijvoorbeeld van baksteen of ijzer. Voor de juiste afmetingen van het kanaal en de goede materiaalkeuze kanmen het beste de hulp van een vakman inroepen. Nadat al deze, vooral bouwtechnische gegevens, zijn overwogen, is het goed om ook aan de \yoontechnische zaken te denken,. Ofwel: waar krijgt de open haard zijn plaatsje Daarbij dient men er rekening mee te houden, dat hij niet een te dominerend karakter krijgt in het interieur. Dat kan, door hem zoveel mogelijk af te stemmen op de vormen en kléuren van zijn omgeving. Voor open- haardliefhebbers die gek zijn op „oud", is het de moeite waard om eens te denken aan een antieke haard. Sommige handelaren weten er nog wel eens een op de kop te tikken in het buitenland. Een nieuwe open haard zal vroeg of laat de vuurproef moeten doorstaan. Als het goed is, begint dat met voorzichtig 'instoken'. Dat betekent, dat de eerste twee drie vuren op een laag pitje worden gehouden. Het nieuwe materiaal kan dan langzaam wennen aan de hitte en springt niet uit zijn voegen. Daarna kan men een echt vuur aanleggen. Om een goed vuurtje te kunnen bouwen, gaat men als volgt te werk: men begint met een prop krantenpapier of een aanmaakblokje. Daaromheen wordt een bergje aanmaakhout gebouwd. Daarna zet men daar wat grote, lange houtblokken als een piramide omheen. Één vlammetje zal vervolgens voldoende zijn om de krant en de rest van de brandstof in vuur en vlam te zetten. Het is echt levensgevaarlijk om spiritus of andere brandbare middelen te gebruiken voor het aanmaken van het vuur. Man kan er beter voor zorgen dat het hout goed droog is. Wil men een vuur aan de praat houden, dan moet men er geen nieuw hout opgooien als het vuur zachtjes brandt. Het nieuwe blok mag er pas op als het vuur met de pook is opgepord of met de blaasblag is aangewakkerd. Wat de houtsoorten betreft, kunnen we zeggen dat zeer veel soorten geschikt zijn. Harde soorten zoals beukehout, eikehout en vruchtbomenhout, branden met een rustige vlam en het vuur gloeit langzaam na. Zachte houtsoorten zoals berkehout, kastanjehout en naaldhout laten meer vuurtongetjes zien, maar gloeien niet zo lang na. Naaldhout kan spatten en geeft een gezellig knappend en knisperend geluid. In plaats van hout kan men - in open haarden met een vuurkorf - ook een kolenvuur maken. Hiervoor zijn eierkolen en briketten het geschikte soort Om volop te kunnen genieten van het open-haardvuur dient men te beschikken over een aantal hulpstukken. Eén van de meest onmisbare is de tang. Daarmee kunnen de blokken of kolen tijdens het branden op de juiste plaats worden neergelegd. Naast de tang zijn er nog tal van andere attributen, die het genieten van de open haard nog meer veraangenamen. Zo kan men zich een compleet haardstel aanschaffen, met behalve de tang, ook een pook, een schepje en een schuiertje. Wie het nodig vindt, koopt daar ook nog een blaasbalg bij. Verder is er een ruime keus in vonkenschermen. Uzeren schermen hebben als nadeel dat ze enigszins het zicht op het vuur belemmeren. Bij losstaande vonkenvangers van gehard glas, is dat minder het geval, maar die houden helaas de warmte tegen. Ook kan men speciale, decoratieve manden kopen om het brandklare hout in op te bergen. En zakjes met daarin groene gedroogde kruiden, die het haardvuur een heerlijke gear kunnen geven. Liefhebbers van een lekker stukje vlees, zullen waarschijnlijk overgaan tot de aanschaf van een vuurkorf met barbecueroos ter. Op maat gemaakt, hangende rondom-openhaard.

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1985 | | pagina 29