Overheid stimuleert eigen woningbezit met premies Veel mensen zouden graag een eigen huis willen hebben. Maar lang niet iedereen verdient genoeg om een eigen huis helemaal zelf te kunnen betalen. Dat weet het rijk ook. En daarom bestaat er een regeling waarbij het rijk een deel van de kosten van dat huis op zich neemt. Afhankelijk van het inkomen van de koper én de prijs van het huis kan de bijdrage van het rijk verschillen. Er zijn drie soorten koopwoningen met subsidie: te weten: premiekoop-A-woningen, premiekoop - B - woningen, goedkope vrije- sectorwoningen met een eenmalige bijdrage, ook wel eens premiekoop-C-woningen genoemd. Premie A Voorwaarden Premie B Premie C dinsdag 14 mei 1985 pagina 11 Premie-A-woningen zijn bedoeld voor mensen met lagere inkomens. In 1985 kunnen er zo'n 17.000 van in aanbouw worden genomen. Ze zijn niet duurder dan 142.000 gulden in het westen van het land en nog enkele andere 'dure gebieden' en 132.000 gulden in de rest van Nederland. Het belastbaar inkomen van de koper en zijn partner mag niet hoger zijn dan 50.000 gulden. Belastbaar inkomen is niet hetzelfde als bruto- of netto inkomen. Het is het bruto-inkomen verminderd met een aantal toegestane aftrekposten. In tabel 1 is af te lezen hoeveel subsidie in totaal wordt verstrekt bij welk belastbaar inkomen. De subsidie is een nettobedrag. Daarboven wordt ook nog rente uitgekeerd. Zo kan het gebeuren dat een jaarlijkse premie van 5500 gulden gedurende twintig jaar wordt verstrekt, als het belastbaar inkomen onder de 32.500 gulden is. Na twintig jaar heeft het rijk dan 50.000 gulden van de hypotheek afgelost en de rente daarover betaald. Hoe lang het rijk meebetaalt, hangt af van de hoogte van de rente. Niet alleen bij het kopen van een premie-A-woning bepaalt het rijk voor Het ABi van de premiewoningen hoeveel subsidie de aanvrager in aanmerking komt. Dat gebeurt tijdens dë looptijd ervan ook elke vijf jaar. Dan wordt gekeken of de aanvrager en zijn/haar partner gemiddeld in de eerste drie van die vijf jaar meer zijn gaan verdienen. Is dat het geval dat gaat het subsidiebedrag omlaag. De premiehuisbewoner kan dan immers zelf meer van de woonlasten voor zijn rekening nemen. Telden de inkomens van twee of meer personen mee voor het bepalen van de subsidie en valt één inkomen daarvan weg, dan kan de subsidie worden verhoogd. Dat gebeurt alleen op verzoek. Er zijn nog meer voorwaarden verbonden aan het verkrijgen van een premie. Ze staan in gratis brochures van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Als het belastbaar inkomen hoger is dan 50.000 gulden en lager dan 70.000 pietermannen is wel een premie-A- woning te kopen, maar de premie wordt dan uitgekeerd alsof er een premie-B-woning is gekocht (zie hierna). Ook al zou het belastbaar inkomen vervolgens weer dalen onder de 50.000 gulden, dan verandert de subsidie niet meer. Voor mensen met een wat hoger inkomen worden de premiekoop-B- woningen gebouwd. Dit jaar kunnen zo'n 9000 van die premies vergeven worden. De stichtingskosten zijn niet hoger dan 172.000 gulden in het westen van het land en enkele andere 'dure gebieden' en 162.000 gulden in de rest van Nederland. Voor deze woningen mag het gezamenlijk belastbaar inkomen niet hoger zijn dan 70.000 gulden. De bijdrage voor dit soort woningen is afhankelijk van de prijs van het huis. MET HUIS BEZIT SCOORT U— a. Dit kost het huis b. Dit betaalt de koper zelf Hoe duurder het huis, hoe minder premie, zoals blijkt uit tabel 2. Maar wat zijn stichtingskosten? Dat is wat anders dan het bedrag dat het huis uiteindelijk moet kosten. Zo behoren ook notaris- en makelaarskosten bij dat bedrag. Maar er worden ook weer bedragen afgetrokken voor het vaststellen van de subsidie. Voor het kopen van deze woningen en het krijgen van de subsidie gelden eveneens meer voorwaarden, die in de brochure van het ministerie van VROM zijn na te lezen. Tenslotte is er dan nog de categorie van goedkope vrije-sectorwoningen met een eenmalige belastingvrije bijdrage van 6.500 gulden. Daarvan kunnen dit jaar zo'n 19.000 verzoeken gehonoreerd worden. Ook deze woningen mogen niet duurder zijn dan 172.000 gulden in het westen en enkele andere 'dure gebieden' en 162.000 gulden in de rest van het land. Voor het krijgen van de eenmalige bijdrage bestaat geen inkomensgrens. Ondanks de bijdragen van het Rijk zullen de meeste mensen de koopprijs van een huis niet uit eigen zak kunnen betalen. Ze moeten dat geld lenen, een hypotheek afsluiten. Daarbij hebben ze vaak gemeentegarantie nodig. Dat wil c. Dit draagt het Rijk bij zeggen dat de gemeente aan een bank garandeert dat het geleende bedrag en de rente daarover worden afbetaald. Heeft de eigenaar problemen met de afbetaling, dan komt de gemeente eraan te pas. Er zijn dan verschillende oplossingen mogelijk. Gaat het mis, dan moet de bank het huis verkopen en passen gemeente en rijk het tekort bij. Dit tekort kan altijd nog worden verhaald op de eigenaar. Een aanvraagformulier voor gemeentegarantie is te krijgen bij de gemeente. Of de garantie wordt verleend is een beslissing die de geneemte neemt na advies van een zogeheten bemiddelend orgaan. Het ministerie van VROM geeft een aparte folder uit over gemeentegarantie. Belangstellenden voor een premiekoopwoning kunnen bij hun gemeente informeren of er dit jaar van deze woningen zullen worden gebouwd en door wie. Bovendien geeft de gemeente informatie over gemeentegarantie. Meer inlichtingen over de regels voor premiekoopwoningen staan in de brochure 'Premiekoopwoningen voor velen bereikbaar', die bij het ministerie van VROM te krijgen is: postbus 20951, 2500 EZ Den Haag, telefoon 070-264201, toestel 2301 of 2983. Voor vragen heeft het ministerie het Bureau Persoonlijke Voorlichting, telefoon 070-262221. TABEL 1 (Gezamenlijk) inkomen Premie Tot en met 32.500.- 50.000.- van 32.501.- t/m 37.500.- 42.000.- van 37.501.- t/m 42.500.- 36.000.- van 42.501.- t/m 50.000.- 30.000.- TABEL 2 Stichtingskosten Premie Randstad, dure gebieden Rest van het land 5 x 5.000.- t/m 142.000.- t/m 132.000.- 142.001.- - 152.000.- 132.001.- - 142.000 .- 4 x 5.000.- 152.001 - 162.000.- 142.001.- - 152.000.- 3 x 5.000.- 162.001.- - 172.000.- 152.001 - 162.000.- 2 x 5.000.-

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1985 | | pagina 22