Makelaardij is tevreden over 1984 en hoopvol voor 1985 Kopen of huren BERICHT AAN DE O.G.- ADVERTEERDERS HUIS BEZIT EEN SCHOT IN DE ROOS BIJ UW MOGELIJKE KLANTEN., In de wereld van de Zeeuwse make laardij en verkoopkantoren in on roerend goed is men over het alge meen goed te spreken over de be drijfsresultaten van het afgelo pen jaar. Door de gehele pro vincie deed de handel rustige maar toch goede zaken. Met eigen huis voordeliger uit dan met huurhuis" ff Huis van twee a drie ton niet verkoopbaar als tweede woning Einde van werk Oosterschelde kan problemen geven Inkomen 6 februari 1985 pagina 5 Mede dank zij de wat gunstiger perspectieven voor 1985 rekenen zij op dezelfde resultaten en mogelijk zelfs een lichte verbetering van de omzetten en duidelijk een stijging van de prijzen voor goede woningen in de prijsklasse van 70.000 tot 150.000 gulden. Geen sombere geluiden dus uit de kringen van de makelaars in onroerend goed op de overgang van het oude naar het nieuwe jaar. Het tegendeel is het geval: de verkoop is in 1984 niet tegengevallen en daarom is er goede hoop voor 1985, temeer omdat de economie wat aantrekt en de mensen weer wat meer vertrouwen hebben gekregen in de toekomst. De kans om een baan te verliezen is kleiner geworden en dat geeft de burger moed. Ook in het financiële vlak zijn omstandigheden gunstiger geworden. De hypotheekrente is dalende. Het verschil met de rentestand van vorig jaar bedraagt anderhalf a twee procent en ook dit verschil zal in belangrijke mate bijdragen tot een vlottere verkoop van het onroerend goed. „De mensen zijn weer gaan rekenen", zei één der Zeeuwse makelaars, en dan blijkt dat ze met een eigen huis met de premie en belastingfaciliteiten vaak voordeliger uit zijn dan in een huurhuis". Toch zijn er beperkingen. De vlotte handel in de vakantiewoningen is goed voorbij. De handelswaarde van deze huizen, die bij de oplevering nog vlot 125.000 gulden opbrachten, vinden nu op een prijsniveau dat 50.000 gulden lager ligt, nog slechts met moeite een andere eigenaar. In deze sector is flink de klad gekomen. Nieuwbouw van recreatiewoningen vindt dan ook, op een enkel project na, niet meer plaats. De vraag kan worden gesteld of «ie belangstelling nog verder zal dalen c f dat het betere perspectief van 1985 ook in deze sector voor een opleving kan zorgen. Vakantiewoningen minder in trek. Onmogelijk is het niet, dat voor deze woningen de belangstelling zal groeien bij onze ooster- en zuiderburen. Vooral voor de Westduitser is Zeeland een zeer aantrekkelijk recreatie-oord. Velen van hen ontvluchten maar wat graag het eigen over-geïndustrialiseerde woongebied om de weekenden en de vakanties 'am Meeresstrand' door te brengen. Zeer velen van hen moeten wel vanwege de zeer ongezonde milieu-omstandigheden in het eigen woon- en werkgebied. Een tweede woning in een goed recreatie-gebied tegen een betrekkelijk lage prijs zal velen uit het Roergebied zeker aanspreken. De heer I. Boot, direkteur van het gelijknamige verkoopkantoor in onroerend goed te Kortgene en Goes zag desondanks het nieuwe jaar niet somber tegemoet. „Een mooi huis verkopen in de prijsklasse van 200.000 tot 300.000 gulden is nog altijd mogelijk", zegt hij, „maar niet meer als tweede woning, wel voor permanente bewoning. De kopers hebben dan elders hun zaak of bedrijf en willen hier permanent komen wonen". Een Vlissingse makelaar stoelde zijn gunstige verwachtingen voor 1985 op de inspanningen die het gemeentebestuur deed om de stad als badplaats en woonplaats goed uit de verf te laten komen. In dit verband wijst hij op fraaie flatbouw aan de Boulevard en de ingrijpende verbeteringen van het oude gedeelte van de Vlissingse binnenstad. „Veel gepensioneerden kiezen speciaal voor Vlissingen om zijn fraaie ligging aan de Schelde en aan de Noordzee", zegt hij. Een andere kijk op de ontwikkelingen van de huizenmarkt heeft de heer Van de Pol uit Kruiningen. Hij voorziet, in tegenstelling tot vrijwel alle andere makelaars in Zeeland, weinig verandering in het prijsniveau van de aangeboden woningen. Eerder verwacht hij een lichte daling van het prijspeil dan een stijging. De gemiddelde duur van leegstand was ongeveer vier maanden en dit vindt deze handelaar beslist geen overmatig lange tijd. De heer W. de Winter van Projektbouw te Terneuzen vindt het aantal premie- woni'rïgen dat Zeeland is toebedeeld te gering. „Er is veel meer vraag naar deze woningen dan wij kunnen verkopen", zegt hij. De verkoop van woningen in de vrije sector hoopt hij op dezelfde wijze voort te kunnen zetten als in 1984. Onbevredigend vindt hij de situatie op Walcheren waar vrijwel geen enkele gemeente voldoende bouwgrond tot zijn beschikking heeft voor woningbouw in de vrije sector. Noodgedwongen wijkt hij daarom uit naar Zuid-Beveland. Zeer veel waardering heeft hij voor de vlotte afhandeling van de bouwaanvragen in de gemeenten Goes en Kapelle. Ook deze makelaar verwacht stijgende prijzen voor de nieuwbouw, mede omdat er in de aannemerij de laatste jaren tegen kostprijzen gecalculeerd en geleverd is. Daaraan zal zoetjes aan een einde moeten komen, is zijn mening. Geen enkele makelaar zag in het teruglopen van de bevolking in Zeeland, aanleiding tot moeilijkheden voor de nabije toekomst. Vooralsnog is er een sterke behoefte aan doorstroming naar een betere woning. Hierdoor zal het aanbod van oude tot zeer oude woningen, waarvoor tot voor enkele jaren nog veel belangstelling bestond, afnemen. Te meer ook omdat veel gemeentebesturen niet meer toestaan dat deze woningen als tweede woning wordt gebruikt. Geheel anders is de situatie op Schouwen en Duiveland. Hier voorziet men door het afnemende karakter van de Oosterscheldewerken wel degelijk problemen. Hier zal een toenemend aantal woningen vrijkomen, waarvoor beslist niet vlot een nieuwe eigenaar te vinden is. In Zeeland kunnen dit jaar in totaal 1700 woningen worden gebouwd met overheidssteun. Door splitsing en verbouw is dit aantal nog met 60 uit te breiden. Uitgangspunt voor de verdeling over de gemeenten is om de 'groei' van de eigen bevolking op te vangen. Van de 1700 nieuwbouwwoningen zijn er 260 bestemd voor de vrije sector, die een eenmalige rijksbijdrage van 6500 gulden kunnen ontvangen. Hiervoor is geen verdeling over de Zeeuwse gemeenten gemaakt. Toewijzing geschiedt volgens het principe: wie het eerst met complete plannen voor woningen beneden de 132.000 gulden komt, krijgt de toewijzing. De verdeling heeft dus plaats op volgorde van binnenkomst. In de premiesector mag Zeeland 524 huizen bouwen, waarvan er 229 aan beleggers toe te wijzen zijn. Voorts 193 premiekoop A (maximaal 132.000 gulden) en 102 premiekoop B (maximaal 162.000 gulden) In de huursector zal Zeeland 915 woningen kunnen bouwen, waarvan 529 woningwetwoningen en 386, premiehuurwoningen. De gemeenten is om spoed gevraagd met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van de bouwplannen, omdat vorig jaar een deel van de beschikbare toewijzing in de vrije sector niet werd verwezenlijkt. vervolg van vorige tekstpagina recordniveau, en het duurde tot 1983 voordat datzelfde niveau opnieuw bereikt werd). Problemen kunnen ontstaan als een huiseigenaar zijn huis gaat verkopen. Dat geldt des te sterker als de waardedaling van het huis dermate groot is dat de opbrengst bij verkoop lager is dan de erop drukkende hypothecaire lening. Wél geldt dat een huiseigenaar hoe dan ook via de aflossing op de hypotheek bezit opbouwt. Want ongeacht de waardeontwikkeling zal na aflossing van de gehele hypothecaire lening de (rest)waarde van het huis bij zijn vermogen geteld kunnen worden. Bovendien zullen op dat moment de woonlasten minimaal zijn. Wie een huis wil kopen en de vermogensrisico's tot het uiterste wil terugbrengen dient: te kopen op een moment dat de huizenprijzen relatief laag lijken; het voornemen te hebben om een reeks van jaren in het te kopen huis te blijven wonen zodat zelfs bij eventuele verdere prijsdalingen de restwaarde hoger is dan de hypotheek. Onzekerheid over economie en de eigen inkomensontwikkeling blijkt momenteel een belangrijke factor die de belangstelling om een huis te kopen afremt. Toch is dit meer een psychologische factor dan een reële. Niet alleen de nieuwe premie-A- regeling, ook de normen van banken en gemeenten bij de hypotheekverstrekking respectievelij k garantieverlening zijn tegenwoordig afgestemd op die onzekere inkomensontwikkeling. Er kunnen zich bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen die later tot problemen zouden kunnen leiden. Maar ook dit is een zeer individuele zaak, waarbij de afweging het beste door de betrokkenen zelf kan geschieden. Alle factoren bij elkaar lijken te wijzen in de richting dat het kopen van een huis op langere termijn verstandiger is dan huren. Zowel de waarde ontwikkeling van huizen als de inkomensontwikkeling lijken het dieptepunt te zijn gepasseerd. Huren blijven stijgen en zelfs een matige jaarlijks huurprijsverhoging verhoogt de woonlasten per saldo vaak sterker dan renteverhogingen na afloop van een periode van vaste rente. Maar ieder voor zich moet voor de eigen situatie lastenvergelij kingen maken en risico's afwegen om tot een verantwoorde beslissing te komen.

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1985 | | pagina 17