Het ,,eens patiënt blijft patiëntkan fnuikend zijn 'Iedereen wil je alles uit handen nemen' Mensen kunnen vaak veel meer dan ze denken FISA/ö EX-PATIËNT HUB BOS: Kies uw Novotel Bij Novotel gebeurt het goed! IV I novotel 2398r Het Nieuwsf) van de Nederlandse Hartstichting 'Ik werd enorm geholpen door groepsgesprekken tijdens revalidatie!' NHS-cardioloog Stiggelbout: April 1981/Pagina 7 Son, (N.-Brabant), april Nee hoor, de wonderen zijn écht de wereld nog niet uit! Zo kon de hartchirurg tegen mevrouw Tita de Vrij zeggen: „Menselij kerwijze gesproken heeft uw man er vijftien jaar bijgekregen". En dan te bedenken dat Sjoerd de Vrij, de vroegere perschef van Philips, eind vorig jaar nog voor „inoperabel" was verklaard! Levendig Revalidatie Fascinerend Licht op rood Boordje los... Rustig"... Bewegen Spanningen Jezelf zijn Nog niet de hele EUROPESE TOP was bij ons te gast WANNEER MOGEN WU U VERWACHTEN? Afscheid Chagrijnig Fietsen Farnese Sjoerd de Vrij na infarcten weer blij met het leven Van onze verslaggever Gezien de bar slechte conditie van zijn kransslagaderen en van wege zijn leeftijd (op 27 december 1980 werd hij 67 jaar: „Nog altijd drie jaar jonger dan de nieuwe president van de Verenigde Sta ten," grapte hijzelf) achtte men het niet verantwoord hem nog te opereren. Maar toen kwam die hartchirurg, die het hartfilmpje bekeek dat ze van De Vrij hadden gemaakt. „Ik wil het proberen," zei hij. „Hoe groot is de kans op succes?" vroeg Sjoerd de Vrij. „Ik denk fifty-fifty," antwoordde de dokter. „Nou", zei Sjoerd, „dat valt dan vijftig procent mee, want ik sta op nul!" trainer, daarna een kilometer lo pen en 's middags zwemmen. Vervolgens met vijftien andere ex-hart(operatie)patiënten deel nemen aan een groepsgesprek. Na de warme maaltijd, waar hij op aanvalt als een uitgehongerde wolf, wat tv-kijken en dan als een blok in slaap vallen. Eind januari mocht Sjoerd de Vrij weer naar huis, in het Brabantse Son en daar vertelde hij zijn ver haal. Van hoe het allemaal begon en verder verliep en vooral over het grote verschil tussen „toen" en nu... De hartchirurg praatte een tijdje met de patiënt. Na een lang ge sprek zei hij; „We maken er 80-20 van! Ik vind u zo levendig en hel der dat ik de kans van slagen veel groter acht dan eerst. Maar u moet zich wel realiseren dat 20% voor mijzelf een ontzettend groot risico betekent. Als ik altijd met zo'n risico zou moeten opereren, ging ik eraan kapot want dan zou de stress voor mij veel te groot zijn." Zeven uur zijn ze met hem bezig geweest. Van zes aderen, die uit De Vrij's benen genomen wer den, maakten ze evenzovele om leidingen (bypasses) die de volge- slibte kransslagaderen moeten vervangen. De operatie slaagde wonderwel en was één van de ruim 300 openhartoperaties die de afgelopen drie jaar met bijna 100% succes zijn verricht in het Catharinaziekenhuis in Eindho ven. Op 29 december 1980, twintig da gen na de operatie, werd De Vrij al overgebracht naar een revalida tiecentrum, de Lucasstichting in Hoensbroek. Daar heeft hij vier weken lang een streng schema van fietsen, wandelen, zwemmen en „ontspannen" afgewerkt. Elke morgen om 8 uur al op de home- „Toen", dat was 1966, toen de 52- jarige adjunct-directeur persza ken van Philips een hartinfarct kreeg. Plotseling werd hij in een koortsig-druk leven tot absolute machteloosheid gedoemd. Sjoerd de Vrij had een boeiende baan en leidde een fascinerend le ven. In de Londense krantenwijk Fleetstreet voelde hij zich even goed thuis als in het wetenschap pelijk laboratorium van Philips. Maar zo'n bestaan vergt de totale inzet van de mens. Praten, impro viseren, bemiddelen. Altijd weer iets nieuws bedenken, steeds maar weer op je tenen staan. Naar buiten de vlotte, joviale Lebe- mann zijn, die onverwoestbaar de meest recente moppen tapt en ge routineerd het wiskyglas heft, ter wijl hij gulzig aan zijn sigaret trekt. Maar intussen piekeren over de redacteur van „Time" die morgen voor een moeilijk inter view komt. Stress, stress en nog eens stress. Ook in de (schaarse) vakanties ging de druk nooit van de ketel. De mallemolen draaide volop. Vrouw Tita en hun enig nog thuiswonend dochtertje Ger- da zagen hem zelden thuis, daar in die mooie villa in Son. De molen draaide tot de middag van 12 april 1966: toen sprong het licht op rood. Sjoerd maakte met een groep journalisten de eerste KLM-vlucht met de DC-9 naar Rome mee. De stemming aan boord was opperbest. Dat kon je wel overlaten aan KLM-perschef Rein Vogels. Nog 10 minuten en dan zou het vliegtuig in Rome landen. Sjoerd stak zijn zoveelste sigaret op en nipte aan zijn whis ky. Vanavond zou er een groots banket zijn in een van Rome's beste restaurants... Op dat moment gebeurde het: de sigaret viel brandend in de asbak. De whisky bleef verder onaange roerd. Sjoerd de Vrij, nooit langer dan één dag ziek geweest in zijn 52-jarige leven, kromp in elkaar van de pijn en hapte naar lucht. Aspirientje, pilletje, languit lig gen, boordje los. 't Zal wel zo over Sjoerd de Vrij geniet nu veel meer dan vóór alle narigheid van een fietstocht door de bossen. een praatje over koetjes en kalf jes. Ik begreep dat ik me vooral „erg rustig" moest houden. Maar opgevangen werd ik totaal niet. Van het woord revalidatie had ik nog nooit gehoord! Toevallig las ik dat Eisenhower, die ook een hartinfarct had ge had, van zijn dokter het advies zijn jóh! Maar dan: spoedopname in een ziekenhuis, zuurstoftent, algeheel onderzoek, cardiogram. Vonnis: hartinfarct. Totale rust. Daarna absoluut isolement; eerst in het ziekenhuis, daarna thuis-, maandenlang. „Ja", zegt De Vrij nu, „wat een enorm verschil met nu. Toen moest ik stijf als een plank in bed blijven liggen. Pas na vier weken mocht ik voor het eerst m'n be nen heel voorzichtig, in het bijzijn van de hartspecialist, buiten bed steken. Enkele dagen voor mijn vertrek uit dat Romeinse zieken huis mocht ik aan de arm van mijn vrouw kleine wandelin getjes maken, om weer 'n beetje te wennen aan beweging. Ook na thuiskomst moest ik weer doodstil in bed blijven liggen. Als de huisarts kwam, maakten we had gekregen om te gaan fietsen. Helemaal op eigen initiatief heb ik toen een vouwfietsje gekocht! Wat pas in de latere jaren, vooral ook dankzij de Nederlandse Hart stichting min of meer gemeen goed zou worden, namelijk het belang van revalidatie, heb ik toen min of meer zelf moeten ont dekken; vooral ook doordat ik veel buitenlandse kranten las. In stinctief voelde ik dat ik moest BEWEGEN en dat stilliggen slecht voor me was. Op eigen houtje ben ik toen ook elke dag hele wandelingen door de Sonse bossen gaan maken. Na negen maanden, op 2 januari 1967, kon hij weer aan het werk en hij heeft nog een paar jaar uit stekend gefunctioneerd tot hij op 1 januari 1970 vervroegd met pen sioen kon gaan. In de jaren die volgden bleven verdriet, stress en ergernis hem niet bespaard. Hij kreeg in zijn privéleven enkele zware klappen te verduren, o.m. door het plotse linge overlijden van zijn oudste dochter. De reisreportages die hij voor diverse dagbladen schreef, bezorgden hem prettige afwisse ling, maar met zijn adviseur schappen voor public relations haalde hij zich weer heel wat op winding en ergernis op de hals. Door dit alles was de conditie van zijn kransslagaderen de laatste ja ren zo sterk verslechterd, dat hij in de herfst van 1980 weer pijn kreeg en werd opgenomen in het ziekenhuis waar men, na grondi ge onderzoeken, tot de conclusie kwam dat hij weer een infarct had gehad. Terugblikkend zegt Sjoerd de Vrij: „Ziek zijn is een moeilijke kunst, die veel geduld en vertrou wen vergt. Je moet zelf meewer ken en proberen je goede humeur te bewaren. Je bent helemaal al leen met jezelf, hoezeer je soms ook omringd wordt door zorgza me mensen. Die confrontatie met je eigen „ik" vond ik in het begin wel benauwend. In die lange stil le uren rollen zich, als oude films, je herinneringen af. En wat ko men juist de dingen die je fout deed, scherp naar vorenMaar dat zal wel aan mijn calvinistische opvoeding liggen..." Of hij na zijn infarct als een énder mens nu aan de slag ging? „Ja, ik had alles veel betrekkelij ker leren zien. Bovendien was het afgelopen met roken, drinken en veel eten. Aan veel dingen hecht je dan ook niet meer zo veel be lang als vroeger; je bent ook een stuk bescheidener geworden, je weet het niet allemaal meer zo ze ker. Je weet dan ook dat je een goede gezondheid niet meer als vanzelfsprekend mag zien. Tegen mijn „soortgenoten", de hardwerkende managers bijvoor beeld, zou ik willen zeggen: rook, drink en eet niet te veel. Laat je auto eens thuis, loop of fiets. En... alléén van hard werken krijg je geen infarct. Wél door innerlijke spanningen. Begrijp me goed, spanningen zijn op zichzelf niet zo erg; maar je moet die spannin gen kunnen verwèrken! Ik weet nu datje al enorm geholpen bent, als je er met iemand over kan pra ten en als je je zorgen en proble men niet allemaal „opvreet", zo als ik dat zelf vaak heb gedaan. Een open en eerlijk gesprek lucht je enorm op. Ik zou zeggen: „Maak van je hart geen moord kuil!" en dat bedoel ik dan letter lijk. Het probleem is natuurlijk dat je in onze dagen, waarin het „Ik" hoogtij viert, zo weinig mensen vindt die naar je willen luisteren. Of misschien ben je bang om je zelf bloot te geven. Daar moet je dan maar overheen stappen: door eerlijk jezelf te zijn, daal je beslist niet in iemands achting. Vast staat dat de mens onmogelijk al les in z'n eentje kan verwerken. Dan bestaat het gevaar dat zijn hart zegt: ik vertik het langer!" Samen praten over wat je dwars zit. Gewoon vertellen wat je be zielt. De eenzame, „streberische" Steenbok Sjoerd de Vrij geloofde daar vroeger niet in; daar kon hij zelfs schamper om lachen. Maar nu vertelt hij enthousiast over zijn belevenissen in het revalida tiecentrum, waar hij. aanvanke lijk met tegenzin, met groeiende interesse, deelnam aan de groeps gesprekken. De Vrij: „Op een middag liet ik me ontvallen dat ik bang was om naar huis te gaan. Toen de ande ren me vroegen waarom, zei ik dat ik in een dorp woonde waar iedereen me kende en wel iets over mijn operatie had gehoord. En wat zou er dan gebeuren als ik weer eens een straatje om zou gaan. Ik zou na een paar meter lo pen weer stil moeten staan om ie mand mijn verhaal te vertellen; voor de tiende of honderdste keer. Dat was toch verschrikke lijk! Toen hebben wij, op verzoek,éan een van de therapeuten, ges^ee^cl hoe zoiets gaat. Hoe je bijypor- beeld als ex-patiënt een kennis te genkomt, die nota bene ook nbg een klant van je is en tegen \frle je dus zeker niet grof wilt zijmDöor dat rollenspel leerden we om 'be leefd te blijven, terwijl we toen duidelijk maakten dat we geen zin hadden om ons hele vórhdal weer eens op te dissen. Enorrr) nuttig om zoiets met elkaar door te nemen. Dat gebeurt ook in' Hartenark van de Nederlands^* Harstichting in Bilthoven. Een andere ex-patint zei plotse, ling: „Zondag willen mijn kind|« ren met de kleinkinderen bij thuis op bezoek komen, en da%f zit ik mee... Ik houd zielsveel va*1 ze, maar het liefst zou ik ze sme ken: alsjeblieft, kom nog NIET; Jullie beseffen niet hoe zwaar cfa operatie was die ik heb ondef» gaan, en paffen op een avond zo ji veertig sigaretten de kamer in. Etf jullie kindertjes kan je toch maf vastbinden aan hun stoel of hutj mondje snoeren?" Zulke probléc men die voor ons allemaal heil belangrijk waren, hebben we ip alle openhartigheid met elkagf besproken. Het bleek geweldig nuttig om daarover met je lotga- noten van gedachten te wisselen* Je besefte opeens dat je zo veèl gemeenschappelijke problemej» had en dat je daarover, door qp met elkaar over te pratert„*ohk goede oplossingen kon vinden." En de toekomst Sjoerd? „Rustig doorgaan met ademhalen en blij zijn met elke nieuwp dgg. Ik houd rhe aan mijn schema vm wandelen en fietsen. Bewegen, daar gaat het om! En nooit mee roken. De laatste jaren had ik nhê wel eens stiekem een sigarétjë ge rookt, maar dat zal nu nief mqej- gebeuren wat ik weet hoe gevafrty lijk het is. Ook al omdat ik hét stiekem moest doen, stond ik weer onder stress en die wil ik nu hoe dan ook vermijden. ♦V (ADVERTENTIE) Toen de hartchirurg, ik nóefn hem de dokter-met-de-brede- schouders, me vertelde dat hij het met me aandurfde, had ik al ajt scheid genomen van mijn familie leden. Maar opeens kreeg ik cleaè toegift van het leven, waar ik4niet meer op gerekend had." Was hij bang voor de dood? „Je kunt het geloven of niet, maar daar was ik niet bang voor. Wel voor de pijn! Je weet dat ik vroe ger als oorlogscorrespondent van Radio Herrijzend Nederland in 1945 de lijken en de gasovens ih de kampen heb gezien. Miljo'onen zijn daar als ongedierte uitge roeid. Toen ik op de beslissende open hartoperatie lag te wachten, dacht ik: je bent nu bijna 67 jaar. je hebt een interessant leven ge had, je wordt als mens behan deld, ligt in een lekker warm bed, hebt afscheid kunnen nemen van je familie en als je ergens trek in heb, wordt het gebracht. Ik heb alle reden om dankbaar te zijn! Ik dacht aan de miljoenen die toén vermoord zijn en aan de miljoe nen die nu nog overal op qafde kreperen. Want ik vind dat je als mens verplicht bent om te relati veren. en daarom was ik niet bang voor de dood." En Sjoerd de Vrij geniet nu weer met volle teugen van zijn (andere) leven. Van onze verslaggever DELFGAUW, april Het was eind mei vorig jaar toen bij Hubrecht Pieter (Huib) Bos uit Delfgauw het noodlot toe sloeg. Die ochtend was de suc cesvolle en tot dan toe altijd voor onvermoeibaar versleten autoverkoper hondsberoerd en met een felle pijn in de borst wakker geworden. Zoals zovelen, veronderstelde bok hij aanvankelijk de vorige dag misschien iets verkeerds te hebben gegeten. „Hoe ziek je ook bent, zelf denk je toch gauw: dat zal zó wel overgaan", vertelt Huib, die zich nu langzamerhand weer in staat voelt om „gewoon" over die ingrijpende episode in zijn leven te spreken. De huisarts van de familie Bos zag de zaken echter duidelijk minder luchthartig in en stuurde zijn patiënt onmiddellijk door naar het St.-Hyppolituszieken- huis in Delft. In dat hospitaal werd hij direct aangesloten op de geavanceerde apparatuur, waar over de afdeling hartbewaking daar beschikt, maar zelfs op die manier kon niet dadelijk worden vastgesteld, waardoor zijn klach ten nu precies werden veroor zaakt. „Maar toen ik midden in de nacht wakker werd, ontwaarde ik te midden van een heel leger ver pleegsters rond mijn bed ook de cardioloog, bij wie ik al onder controle stond, sinds ik een jaar of twaalf geleden eens wat pro blemen met een hartklep had ge had. Hij was het, die tegen me zei: „Nu weten we wat je mankeert je hebt een hartinfarct gehad." De hele volgende dag - toen alles pas goed tot me doordrong - heb ik praktisch liggen huilen. Tegen iedereen die langs kwam riep ik maar: wat moet ik nou verder nog met mijn leven? Het enige dat ik straks nog kan doen is de hele dag gaan vissen en ik hou hele maal niet van vissen." Inmiddels kijkt Huib alweer met de kennis van iemand die wel be ter weet, terug op zijn wanhoop Huib Bos van dat moment. Sinds half au gustus is hij immers, tot zijn ei gen diepe voldoening en verba zing van familie, werkgever en collega's, alweer voor halve da gen actief in zijn oude functie. Hij heeft nu zelf aan den lijve onder vonden, dat het slachtoffer van een hartinfarct zijn verdere leven meestal helemaal niet hoeft te slijten als iemand die half afge schreven is. „De doktoren in het St.-Hyppoli- tusziekenhuis maakten me al di- (ADVERTENTIE) Voor uw: overnachting; lunch/diner; vergadering/congres; familiepartij. Amsterdam, Europaboulevard 10. Telef. 020-442851. Breda, Dr. Batenburglaan 74. Telef. 076-659220. Schiedam, Hargalaan 2, Telef. 010-713322. reet twee dingen duidelijk", ver telt hij. „Ten eerste vonden ze die huilbuien prima, omdat op die manier alle opgekropte spanning eens naar buiten kwam. Ook zei den ze me daar, dat ik me voorlo pig geen kopzorg moest maken, omdat 60 tot 70 procent van de mensen die een hartinfarct heeft gehad, na verloop van tijd ge woon weer aan slag kan." Toen Huib na 2Vz week het zie kenhuis verliet, hadden zijn vrouw Sana en hun dochter Ma- non (17) hun portie angstige span ning inmiddels ook al dubbel en dwars beet. „Als je in het begin zo'n hele dag thuis bent, wordt je gauw chagrij nig en gaan allerlei dingen je irri teren", geeft Huib achteraf ruiter lijk toe. „Dat komt ook al, omdat iedereen je maar steeds van alles uit handen wil nemen. Veel men sen schijnen nog steeds te den ken, dat een hartpatiënt zich vooral niet meer mag inspannen. Eigenlijk heb ik pas tijdens een verblijf in De Hartenark in Bilt hoven, - waar we in oktober een week doorbrachten - gemerkt, waartoe hartpatiënten veelal nog in staat zijn", vult Sana weer aan. „Zulke dingen probeer ik altijd meteen uit. Dat had ik op het punt van sex ook direct gedaan toen ik thuis kwam", onthult hij onbevangen. Dat Huib van plan was om zich snel weer in het normale levens patroon te voegen, werd het gezin Bos al een dag of veertien na zijn thuiskomst duidelijk. Van zijn cardioloog kreeg hij toen toe stemming om - op een licht rij wiel met versnellingen - voor zichtig aan wat te gaan fietsen. Huib voegde de daad bij het woord en kocht een fiets in het aangrenzende Pijnacker, die hij niet, zoals de familie verlangde, in zijn auto laadde, maar onmiddel lijk besteeg, om er op naar huis te rijden. Eerst maakte ik op de fiets elke dag een tochtje van een kilometer of vijf", vertelt de autoverkoper nu. „Maar na drie maanden, trapte ik - verdeeld in drie etappes - al zo'n 30 kilometer weg". Van onze persdienst DEN HAAG, april Nog maar al te vaak wordt ie mand, die ooit een hartinfarct heeft gehad, beschouwd als een invalide, die wat het arbeidspro ces betreft voorgoed kan worden afgeschreven. „En toch", zegt dr. W. Stiggel bout cardioloog bij de Hartstich ting, „zou eigenlijk zo'n 60 tot 70 procent van de mensen die dat overkomt, hun funktie in het be drijfsleven weer gewoon kunnen innemen. Na verloop van tijd zijn zij meestal heel goed in staat om soms ook een zware dagtaak weer als vanouds te ver vullen. Laat men wat dat betreft maar eens kijken naar de Ameri kaanse president Eisenhower en Johson, die pas op hun verant woordelijke en veeleisende posi tie terechtkwamen nadat ze al eens door een infarct waren ge troffen." „Daarbij draait het haast altijd om twee hoofdzaken. Zo iemand denkt al gauw ten onrechte: nu is het zowel met mijn baan als mijn sexuele leven afgelopen. Zowel bij vrachtwagenchauffeurs als predikanten als wie dan ook ko men die dingen altijd weer naar voren. Het ip ook niet verwonder lijk dat een patiënt, die zich zo in de essentie van zijn bestaan voelt aangetast, thuis komt met een ge weldig stuk agressie, vooral als die misverstanden niet in het zie kenhuis uit de weg worden ge ruimd. Dat wordt vaak nog verer gerd doordat zijn omgeving de neiging heeft om hem van alles uit handen te nemen en hem bij alles te vlug af te zijn, opdat hij toch vooral maar rustig blijft." Veel meer aandacht zou ook be steed moeten worden aan de ge zinsleden van een hartpatiënt, vindt dr. Stiggelbout. „Hoewel daar langzamerhand verandering in komt, is het nog maar al te vaak zo dat een vrouw niet bij de be handeling van haar man wordt betrokken, vanaf het moment dat deze in het ziekenhuis belandt", meent hij. Dikwijls wordt zij er gens in een kamertje opgeborgen en krijgt na verloop van tijd te ho ren. dat ze maar terug moet ko men op het bezoekuur. Zo'n Dr. W. Stiggelbout vrouw gaat dan met doodsangst in haar hart naar huis en blijft daarmee zitten tot ze na een week of drie een man thuis krijgt, van wie ze totaal niet weet hoe ze hem aan moet pakken. Ook moet men de wederhelft van een hartpatiënt zonodig afhelpen van allerlei schuldgevoelens. Vaak verwijt die zich bijvoor beeld, dat haar man steeds ge rookt heeft. „Had ik er maar meer op aangedrongen dat hij daarmee stopte, of had ik hem maar niet steeds die capucijners met spek voorgezet, die hij zo lekker (ADVERTENTIE) model Met 9 solostemmen. In microprocessor techniek, waardoor volkomen natuur getrouwe klanken: b.v. een 'echte' klarinet, trompet, wha-wha, piano, etc. Het prijswonder voor de beginner Verder: sustain, bassustain, 13 tonig pedaal, nagalm, één-vingerbegeleidmg (8 ritmen, 48 akkoorden). Easy-chord, memory, walking bass. 7 schuifregelaars, handige stofkap. één, uit 'n grote kollektie! Uw handelaar weet er alles van en een demonstratie kost u niets Fartisa. Herenweg 215, 3648 CE Wilnis, 02979-5754 vond", denkt ze dan. „Dan had hij vast niet gekregen wat hij nu heeft." Dr. Stiggelbout is het ook beslist oneens met artsen die iemand na een hartinfarct te voorzichtig, be handelen, vooral waar het werk hervatting betreft. „Zij moeten le ren die patiënten op den duur ook weer als normaal functionerende mensen te zien, al dragen ze mis schien een klein extra risico met zich mee", vindt hij. „Veel medici gaan echter nog steeds uit van het principe, da,t je maar beter de „veiligste" wég kunt nemen als je iets niet! hele maal zeker weet. Maar dagrbij vergeten ze, dat je iemand op die manier groot onrecht kunt aap- doen. Als een rechter een ver dachte zonder schim of scnaduw van bewijs in de gevangenis laat gooien, staan de kranten dpar de volgende dag vol van. Maar als ik als arts tegen een patiënt zeg: je mag niet meer werken, fietspn pf wandelen en blijf voortaan 'ook maar uit de zon weg, beperk ik zo iemand net zo hard in zijn 'vrij heid als die rechter. Het mooiste is, dat ik dan misschien nog'als een goede dokter beschouwd wordt ook." Waar het volgens dr. Stiggelbout op neer komt, is, dat zowel de arts als de patiënt en ook het bedrijfs leven een verantwoord' riSiéo moeten durven incalculerén. ^"Lé ven zonder risico bestaat nu een maal niet." Om de vervulling van al dézé wensen mogelijk te maken, is het dringend noodzakelijk, dat het aantal revalidatiemogelijkhedeh in ons land sterk wordt uitgë* breid. „Dat betekent niet, dal ie1 dere hartpatiënt in een machine met een compleet medisch team en een uitgebreid arsenaal aari vernuftige apparaten moet wof- den gestopt", meent hij. Tegeri» over één man of vrouw die dat no* dig heeft, staan er tientallen,1 die je alleen maar een paar keer op de fiets behoeft te zetten, zodat ze merken dat ze het nog kunnen pp durven. Soms is het ook genoeg als je tegen iemand, die dacht voortaan tot niets meer in staat-te zijn zegt: ga maar lekker met vakantie, trek een baantje in het zwembad, of loop eens een-stuk in de bergen. Een patiënt vraagt nu eenmaal vaak niet meer dan zo'n klein steuntje in de rug, om het leven weer energiek en vol vertrouwen tegemoet te treden." i

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1981 | | pagina 29