Het ,,eens patiënt blijft patiëntkan fnuikend zijn
'Iedereen wil
je alles uit
handen nemen'
Mensen kunnen
vaak veel meer
dan ze denken
FISA/ö
EX-PATIËNT HUB BOS:
Kies uw Novotel
Bij Novotel gebeurt
het goed!
IV I novotel
2398r
Het Nieuwsf) van de Nederlandse Hartstichting
'Ik werd enorm geholpen
door groepsgesprekken
tijdens revalidatie!'
NHS-cardioloog
Stiggelbout:
April 1981/Pagina 7
Son, (N.-Brabant), april
Nee hoor, de wonderen zijn écht de wereld nog niet uit!
Zo kon de hartchirurg tegen mevrouw Tita de Vrij zeggen: „Menselij
kerwijze gesproken heeft uw man er vijftien jaar bijgekregen".
En dan te bedenken dat Sjoerd de Vrij, de vroegere perschef van
Philips, eind vorig jaar nog voor „inoperabel" was verklaard!
Levendig
Revalidatie
Fascinerend
Licht op rood
Boordje los...
Rustig"...
Bewegen
Spanningen
Jezelf zijn
Nog niet
de hele EUROPESE TOP was bij ons te gast
WANNEER MOGEN WU
U VERWACHTEN?
Afscheid
Chagrijnig
Fietsen
Farnese
Sjoerd de Vrij
na infarcten weer
blij met het leven
Van onze verslaggever
Gezien de bar slechte conditie
van zijn kransslagaderen en van
wege zijn leeftijd (op 27 december
1980 werd hij 67 jaar: „Nog altijd
drie jaar jonger dan de nieuwe
president van de Verenigde Sta
ten," grapte hijzelf) achtte men
het niet verantwoord hem nog te
opereren.
Maar toen kwam die hartchirurg,
die het hartfilmpje bekeek dat ze
van De Vrij hadden gemaakt. „Ik
wil het proberen," zei hij.
„Hoe groot is de kans op succes?"
vroeg Sjoerd de Vrij.
„Ik denk fifty-fifty," antwoordde
de dokter.
„Nou", zei Sjoerd, „dat valt dan
vijftig procent mee, want ik sta op
nul!"
trainer, daarna een kilometer lo
pen en 's middags zwemmen.
Vervolgens met vijftien andere
ex-hart(operatie)patiënten deel
nemen aan een groepsgesprek.
Na de warme maaltijd, waar hij
op aanvalt als een uitgehongerde
wolf, wat tv-kijken en dan als een
blok in slaap vallen.
Eind januari mocht Sjoerd de Vrij
weer naar huis, in het Brabantse
Son en daar vertelde hij zijn ver
haal. Van hoe het allemaal begon
en verder verliep en vooral over
het grote verschil tussen „toen"
en nu...
De hartchirurg praatte een tijdje
met de patiënt. Na een lang ge
sprek zei hij; „We maken er 80-20
van! Ik vind u zo levendig en hel
der dat ik de kans van slagen veel
groter acht dan eerst. Maar u
moet zich wel realiseren dat 20%
voor mijzelf een ontzettend groot
risico betekent. Als ik altijd met
zo'n risico zou moeten opereren,
ging ik eraan kapot want dan zou
de stress voor mij veel te groot
zijn."
Zeven uur zijn ze met hem bezig
geweest. Van zes aderen, die uit
De Vrij's benen genomen wer
den, maakten ze evenzovele om
leidingen (bypasses) die de volge-
slibte kransslagaderen moeten
vervangen. De operatie slaagde
wonderwel en was één van de
ruim 300 openhartoperaties die
de afgelopen drie jaar met bijna
100% succes zijn verricht in het
Catharinaziekenhuis in Eindho
ven.
Op 29 december 1980, twintig da
gen na de operatie, werd De Vrij
al overgebracht naar een revalida
tiecentrum, de Lucasstichting in
Hoensbroek. Daar heeft hij vier
weken lang een streng schema
van fietsen, wandelen, zwemmen
en „ontspannen" afgewerkt. Elke
morgen om 8 uur al op de home-
„Toen", dat was 1966, toen de 52-
jarige adjunct-directeur persza
ken van Philips een hartinfarct
kreeg. Plotseling werd hij in een
koortsig-druk leven tot absolute
machteloosheid gedoemd.
Sjoerd de Vrij had een boeiende
baan en leidde een fascinerend le
ven. In de Londense krantenwijk
Fleetstreet voelde hij zich even
goed thuis als in het wetenschap
pelijk laboratorium van Philips.
Maar zo'n bestaan vergt de totale
inzet van de mens. Praten, impro
viseren, bemiddelen. Altijd weer
iets nieuws bedenken, steeds
maar weer op je tenen staan. Naar
buiten de vlotte, joviale Lebe-
mann zijn, die onverwoestbaar de
meest recente moppen tapt en ge
routineerd het wiskyglas heft, ter
wijl hij gulzig aan zijn sigaret
trekt. Maar intussen piekeren
over de redacteur van „Time" die
morgen voor een moeilijk inter
view komt. Stress, stress en nog
eens stress. Ook in de (schaarse)
vakanties ging de druk nooit van
de ketel. De mallemolen draaide
volop. Vrouw Tita en hun enig
nog thuiswonend dochtertje Ger-
da zagen hem zelden thuis, daar
in die mooie villa in Son.
De molen draaide tot de middag
van 12 april 1966: toen sprong het
licht op rood. Sjoerd maakte met
een groep journalisten de eerste
KLM-vlucht met de DC-9 naar
Rome mee. De stemming aan
boord was opperbest. Dat kon je
wel overlaten aan KLM-perschef
Rein Vogels. Nog 10 minuten en
dan zou het vliegtuig in Rome
landen. Sjoerd stak zijn zoveelste
sigaret op en nipte aan zijn whis
ky. Vanavond zou er een groots
banket zijn in een van Rome's
beste restaurants...
Op dat moment gebeurde het: de
sigaret viel brandend in de asbak.
De whisky bleef verder onaange
roerd. Sjoerd de Vrij, nooit langer
dan één dag ziek geweest in zijn
52-jarige leven, kromp in elkaar
van de pijn en hapte naar lucht.
Aspirientje, pilletje, languit lig
gen, boordje los. 't Zal wel zo over
Sjoerd de Vrij geniet nu veel meer dan vóór alle narigheid van een fietstocht door de bossen.
een praatje over koetjes en kalf
jes. Ik begreep dat ik me vooral
„erg rustig" moest houden. Maar
opgevangen werd ik totaal niet.
Van het woord revalidatie had ik
nog nooit gehoord!
Toevallig las ik dat Eisenhower,
die ook een hartinfarct had ge
had, van zijn dokter het advies
zijn jóh! Maar dan: spoedopname
in een ziekenhuis, zuurstoftent,
algeheel onderzoek, cardiogram.
Vonnis: hartinfarct. Totale rust.
Daarna absoluut isolement; eerst
in het ziekenhuis, daarna thuis-,
maandenlang.
„Ja", zegt De Vrij nu, „wat een
enorm verschil met nu. Toen
moest ik stijf als een plank in bed
blijven liggen. Pas na vier weken
mocht ik voor het eerst m'n be
nen heel voorzichtig, in het bijzijn
van de hartspecialist, buiten bed
steken. Enkele dagen voor mijn
vertrek uit dat Romeinse zieken
huis mocht ik aan de arm van
mijn vrouw kleine wandelin
getjes maken, om weer 'n beetje
te wennen aan beweging.
Ook na thuiskomst moest ik weer
doodstil in bed blijven liggen. Als
de huisarts kwam, maakten we
had gekregen om te gaan fietsen.
Helemaal op eigen initiatief heb
ik toen een vouwfietsje gekocht!
Wat pas in de latere jaren, vooral
ook dankzij de Nederlandse Hart
stichting min of meer gemeen
goed zou worden, namelijk het
belang van revalidatie, heb ik
toen min of meer zelf moeten ont
dekken; vooral ook doordat ik
veel buitenlandse kranten las. In
stinctief voelde ik dat ik moest
BEWEGEN en dat stilliggen
slecht voor me was. Op eigen
houtje ben ik toen ook elke dag
hele wandelingen door de Sonse
bossen gaan maken.
Na negen maanden, op 2 januari
1967, kon hij weer aan het werk
en hij heeft nog een paar jaar uit
stekend gefunctioneerd tot hij op
1 januari 1970 vervroegd met pen
sioen kon gaan.
In de jaren die volgden bleven
verdriet, stress en ergernis hem
niet bespaard. Hij kreeg in zijn
privéleven enkele zware klappen
te verduren, o.m. door het plotse
linge overlijden van zijn oudste
dochter. De reisreportages die hij
voor diverse dagbladen schreef,
bezorgden hem prettige afwisse
ling, maar met zijn adviseur
schappen voor public relations
haalde hij zich weer heel wat op
winding en ergernis op de hals.
Door dit alles was de conditie van
zijn kransslagaderen de laatste ja
ren zo sterk verslechterd, dat hij
in de herfst van 1980 weer pijn
kreeg en werd opgenomen in het
ziekenhuis waar men, na grondi
ge onderzoeken, tot de conclusie
kwam dat hij weer een infarct had
gehad.
Terugblikkend zegt Sjoerd de
Vrij: „Ziek zijn is een moeilijke
kunst, die veel geduld en vertrou
wen vergt. Je moet zelf meewer
ken en proberen je goede humeur
te bewaren. Je bent helemaal al
leen met jezelf, hoezeer je soms
ook omringd wordt door zorgza
me mensen. Die confrontatie met
je eigen „ik" vond ik in het begin
wel benauwend. In die lange stil
le uren rollen zich, als oude films,
je herinneringen af. En wat ko
men juist de dingen die je fout
deed, scherp naar vorenMaar dat
zal wel aan mijn calvinistische
opvoeding liggen..."
Of hij na zijn infarct als een énder
mens nu aan de slag ging?
„Ja, ik had alles veel betrekkelij
ker leren zien. Bovendien was het
afgelopen met roken, drinken en
veel eten. Aan veel dingen hecht
je dan ook niet meer zo veel be
lang als vroeger; je bent ook een
stuk bescheidener geworden, je
weet het niet allemaal meer zo ze
ker. Je weet dan ook dat je een
goede gezondheid niet meer als
vanzelfsprekend mag zien.
Tegen mijn „soortgenoten", de
hardwerkende managers bijvoor
beeld, zou ik willen zeggen: rook,
drink en eet niet te veel. Laat je
auto eens thuis, loop of fiets. En...
alléén van hard werken krijg je
geen infarct. Wél door innerlijke
spanningen. Begrijp me goed,
spanningen zijn op zichzelf niet
zo erg; maar je moet die spannin
gen kunnen verwèrken! Ik weet
nu datje al enorm geholpen bent,
als je er met iemand over kan pra
ten en als je je zorgen en proble
men niet allemaal „opvreet", zo
als ik dat zelf vaak heb gedaan.
Een open en eerlijk gesprek lucht
je enorm op. Ik zou zeggen:
„Maak van je hart geen moord
kuil!" en dat bedoel ik dan letter
lijk.
Het probleem is natuurlijk dat je
in onze dagen, waarin het „Ik"
hoogtij viert, zo weinig mensen
vindt die naar je willen luisteren.
Of misschien ben je bang om je
zelf bloot te geven. Daar moet je
dan maar overheen stappen: door
eerlijk jezelf te zijn, daal je beslist
niet in iemands achting. Vast
staat dat de mens onmogelijk al
les in z'n eentje kan verwerken.
Dan bestaat het gevaar dat zijn
hart zegt: ik vertik het langer!"
Samen praten over wat je dwars
zit. Gewoon vertellen wat je be
zielt. De eenzame, „streberische"
Steenbok Sjoerd de Vrij geloofde
daar vroeger niet in; daar kon hij
zelfs schamper om lachen. Maar
nu vertelt hij enthousiast over
zijn belevenissen in het revalida
tiecentrum, waar hij. aanvanke
lijk met tegenzin, met groeiende
interesse, deelnam aan de groeps
gesprekken.
De Vrij: „Op een middag liet ik
me ontvallen dat ik bang was om
naar huis te gaan. Toen de ande
ren me vroegen waarom, zei ik
dat ik in een dorp woonde waar
iedereen me kende en wel iets
over mijn operatie had gehoord.
En wat zou er dan gebeuren als ik
weer eens een straatje om zou
gaan. Ik zou na een paar meter lo
pen weer stil moeten staan om ie
mand mijn verhaal te vertellen;
voor de tiende of honderdste
keer. Dat was toch verschrikke
lijk!
Toen hebben wij, op verzoek,éan
een van de therapeuten, ges^ee^cl
hoe zoiets gaat. Hoe je bijypor-
beeld als ex-patiënt een kennis te
genkomt, die nota bene ook nbg
een klant van je is en tegen \frle je
dus zeker niet grof wilt zijmDöor
dat rollenspel leerden we om 'be
leefd te blijven, terwijl we toen
duidelijk maakten dat we geen
zin hadden om ons hele vórhdal
weer eens op te dissen. Enorrr)
nuttig om zoiets met elkaar door
te nemen. Dat gebeurt ook in'
Hartenark van de Nederlands^*
Harstichting in Bilthoven.
Een andere ex-patint zei plotse,
ling: „Zondag willen mijn kind|«
ren met de kleinkinderen bij
thuis op bezoek komen, en da%f
zit ik mee... Ik houd zielsveel va*1
ze, maar het liefst zou ik ze sme
ken: alsjeblieft, kom nog NIET;
Jullie beseffen niet hoe zwaar cfa
operatie was die ik heb ondef»
gaan, en paffen op een avond zo ji
veertig sigaretten de kamer in. Etf
jullie kindertjes kan je toch maf
vastbinden aan hun stoel of hutj
mondje snoeren?" Zulke probléc
men die voor ons allemaal heil
belangrijk waren, hebben we ip
alle openhartigheid met elkagf
besproken. Het bleek geweldig
nuttig om daarover met je lotga-
noten van gedachten te wisselen*
Je besefte opeens dat je zo veèl
gemeenschappelijke problemej»
had en dat je daarover, door qp
met elkaar over te pratert„*ohk
goede oplossingen kon vinden."
En de toekomst Sjoerd?
„Rustig doorgaan met ademhalen
en blij zijn met elke nieuwp dgg.
Ik houd rhe aan mijn schema vm
wandelen en fietsen. Bewegen,
daar gaat het om! En nooit mee
roken. De laatste jaren had ik nhê
wel eens stiekem een sigarétjë ge
rookt, maar dat zal nu nief mqej-
gebeuren wat ik weet hoe gevafrty
lijk het is. Ook al omdat ik hét
stiekem moest doen, stond ik
weer onder stress en die wil ik nu
hoe dan ook vermijden.
♦V
(ADVERTENTIE)
Toen de hartchirurg, ik nóefn
hem de dokter-met-de-brede-
schouders, me vertelde dat hij het
met me aandurfde, had ik al ajt
scheid genomen van mijn familie
leden. Maar opeens kreeg ik cleaè
toegift van het leven, waar ik4niet
meer op gerekend had."
Was hij bang voor de dood?
„Je kunt het geloven of niet, maar
daar was ik niet bang voor. Wel
voor de pijn! Je weet dat ik vroe
ger als oorlogscorrespondent van
Radio Herrijzend Nederland in
1945 de lijken en de gasovens ih
de kampen heb gezien. Miljo'onen
zijn daar als ongedierte uitge
roeid. Toen ik op de beslissende
open hartoperatie lag te wachten,
dacht ik: je bent nu bijna 67 jaar.
je hebt een interessant leven ge
had, je wordt als mens behan
deld, ligt in een lekker warm bed,
hebt afscheid kunnen nemen van
je familie en als je ergens trek in
heb, wordt het gebracht. Ik heb
alle reden om dankbaar te zijn! Ik
dacht aan de miljoenen die toén
vermoord zijn en aan de miljoe
nen die nu nog overal op qafde
kreperen. Want ik vind dat je als
mens verplicht bent om te relati
veren. en daarom was ik niet
bang voor de dood."
En Sjoerd de Vrij geniet nu weer
met volle teugen van zijn (andere)
leven.
Van onze verslaggever
DELFGAUW, april
Het was eind mei vorig jaar toen
bij Hubrecht Pieter (Huib) Bos
uit Delfgauw het noodlot toe
sloeg. Die ochtend was de suc
cesvolle en tot dan toe altijd
voor onvermoeibaar versleten
autoverkoper hondsberoerd en
met een felle pijn in de borst
wakker geworden.
Zoals zovelen, veronderstelde
bok hij aanvankelijk de vorige
dag misschien iets verkeerds te
hebben gegeten. „Hoe ziek je ook
bent, zelf denk je toch gauw: dat
zal zó wel overgaan", vertelt
Huib, die zich nu langzamerhand
weer in staat voelt om „gewoon"
over die ingrijpende episode in
zijn leven te spreken.
De huisarts van de familie Bos
zag de zaken echter duidelijk
minder luchthartig in en stuurde
zijn patiënt onmiddellijk door
naar het St.-Hyppolituszieken-
huis in Delft. In dat hospitaal
werd hij direct aangesloten op de
geavanceerde apparatuur, waar
over de afdeling hartbewaking
daar beschikt, maar zelfs op die
manier kon niet dadelijk worden
vastgesteld, waardoor zijn klach
ten nu precies werden veroor
zaakt.
„Maar toen ik midden in de nacht
wakker werd, ontwaarde ik te
midden van een heel leger ver
pleegsters rond mijn bed ook de
cardioloog, bij wie ik al onder
controle stond, sinds ik een jaar
of twaalf geleden eens wat pro
blemen met een hartklep had ge
had. Hij was het, die tegen me zei:
„Nu weten we wat je mankeert
je hebt een hartinfarct gehad."
De hele volgende dag - toen alles
pas goed tot me doordrong - heb
ik praktisch liggen huilen. Tegen
iedereen die langs kwam riep ik
maar: wat moet ik nou verder nog
met mijn leven? Het enige dat ik
straks nog kan doen is de hele
dag gaan vissen en ik hou hele
maal niet van vissen."
Inmiddels kijkt Huib alweer met
de kennis van iemand die wel be
ter weet, terug op zijn wanhoop
Huib Bos
van dat moment. Sinds half au
gustus is hij immers, tot zijn ei
gen diepe voldoening en verba
zing van familie, werkgever en
collega's, alweer voor halve da
gen actief in zijn oude functie. Hij
heeft nu zelf aan den lijve onder
vonden, dat het slachtoffer van
een hartinfarct zijn verdere leven
meestal helemaal niet hoeft te
slijten als iemand die half afge
schreven is.
„De doktoren in het St.-Hyppoli-
tusziekenhuis maakten me al di-
(ADVERTENTIE)
Voor uw: overnachting;
lunch/diner;
vergadering/congres;
familiepartij.
Amsterdam, Europaboulevard 10. Telef. 020-442851.
Breda, Dr. Batenburglaan 74. Telef. 076-659220.
Schiedam, Hargalaan 2, Telef. 010-713322.
reet twee dingen duidelijk", ver
telt hij. „Ten eerste vonden ze die
huilbuien prima, omdat op die
manier alle opgekropte spanning
eens naar buiten kwam. Ook zei
den ze me daar, dat ik me voorlo
pig geen kopzorg moest maken,
omdat 60 tot 70 procent van de
mensen die een hartinfarct heeft
gehad, na verloop van tijd ge
woon weer aan slag kan."
Toen Huib na 2Vz week het zie
kenhuis verliet, hadden zijn
vrouw Sana en hun dochter Ma-
non (17) hun portie angstige span
ning inmiddels ook al dubbel en
dwars beet.
„Als je in het begin zo'n hele dag
thuis bent, wordt je gauw chagrij
nig en gaan allerlei dingen je irri
teren", geeft Huib achteraf ruiter
lijk toe. „Dat komt ook al, omdat
iedereen je maar steeds van alles
uit handen wil nemen. Veel men
sen schijnen nog steeds te den
ken, dat een hartpatiënt zich
vooral niet meer mag inspannen.
Eigenlijk heb ik pas tijdens een
verblijf in De Hartenark in Bilt
hoven, - waar we in oktober een
week doorbrachten - gemerkt,
waartoe hartpatiënten veelal nog
in staat zijn", vult Sana weer aan.
„Zulke dingen probeer ik altijd
meteen uit. Dat had ik op het
punt van sex ook direct gedaan
toen ik thuis kwam", onthult hij
onbevangen.
Dat Huib van plan was om zich
snel weer in het normale levens
patroon te voegen, werd het gezin
Bos al een dag of veertien na zijn
thuiskomst duidelijk. Van zijn
cardioloog kreeg hij toen toe
stemming om - op een licht rij
wiel met versnellingen - voor
zichtig aan wat te gaan fietsen.
Huib voegde de daad bij het
woord en kocht een fiets in het
aangrenzende Pijnacker, die hij
niet, zoals de familie verlangde, in
zijn auto laadde, maar onmiddel
lijk besteeg, om er op naar huis te
rijden.
Eerst maakte ik op de fiets elke
dag een tochtje van een kilometer
of vijf", vertelt de autoverkoper
nu.
„Maar na drie maanden, trapte ik
- verdeeld in drie etappes - al
zo'n 30 kilometer weg".
Van onze persdienst
DEN HAAG, april
Nog maar al te vaak wordt ie
mand, die ooit een hartinfarct
heeft gehad, beschouwd als een
invalide, die wat het arbeidspro
ces betreft voorgoed kan worden
afgeschreven.
„En toch", zegt dr. W. Stiggel
bout cardioloog bij de Hartstich
ting, „zou eigenlijk zo'n 60 tot 70
procent van de mensen die dat
overkomt, hun funktie in het be
drijfsleven weer gewoon kunnen
innemen. Na verloop van tijd
zijn zij meestal heel goed in
staat om soms ook een zware
dagtaak weer als vanouds te ver
vullen. Laat men wat dat betreft
maar eens kijken naar de Ameri
kaanse president Eisenhower en
Johson, die pas op hun verant
woordelijke en veeleisende posi
tie terechtkwamen nadat ze al
eens door een infarct waren ge
troffen."
„Daarbij draait het haast altijd om
twee hoofdzaken. Zo iemand
denkt al gauw ten onrechte: nu is
het zowel met mijn baan als mijn
sexuele leven afgelopen. Zowel
bij vrachtwagenchauffeurs als
predikanten als wie dan ook ko
men die dingen altijd weer naar
voren. Het ip ook niet verwonder
lijk dat een patiënt, die zich zo in
de essentie van zijn bestaan voelt
aangetast, thuis komt met een ge
weldig stuk agressie, vooral als
die misverstanden niet in het zie
kenhuis uit de weg worden ge
ruimd. Dat wordt vaak nog verer
gerd doordat zijn omgeving de
neiging heeft om hem van alles
uit handen te nemen en hem bij
alles te vlug af te zijn, opdat hij
toch vooral maar rustig blijft."
Veel meer aandacht zou ook be
steed moeten worden aan de ge
zinsleden van een hartpatiënt,
vindt dr. Stiggelbout. „Hoewel
daar langzamerhand verandering
in komt, is het nog maar al te vaak
zo dat een vrouw niet bij de be
handeling van haar man wordt
betrokken, vanaf het moment dat
deze in het ziekenhuis belandt",
meent hij. Dikwijls wordt zij er
gens in een kamertje opgeborgen
en krijgt na verloop van tijd te ho
ren. dat ze maar terug moet ko
men op het bezoekuur. Zo'n
Dr. W. Stiggelbout
vrouw gaat dan met doodsangst
in haar hart naar huis en blijft
daarmee zitten tot ze na een week
of drie een man thuis krijgt, van
wie ze totaal niet weet hoe ze hem
aan moet pakken.
Ook moet men de wederhelft van
een hartpatiënt zonodig afhelpen
van allerlei schuldgevoelens.
Vaak verwijt die zich bijvoor
beeld, dat haar man steeds ge
rookt heeft. „Had ik er maar meer
op aangedrongen dat hij daarmee
stopte, of had ik hem maar niet
steeds die capucijners met spek
voorgezet, die hij zo lekker
(ADVERTENTIE)
model
Met 9 solostemmen.
In microprocessor
techniek, waardoor
volkomen natuur
getrouwe klanken:
b.v. een 'echte' klarinet,
trompet, wha-wha,
piano, etc.
Het prijswonder
voor de beginner
Verder: sustain, bassustain, 13 tonig pedaal, nagalm,
één-vingerbegeleidmg (8 ritmen, 48 akkoorden). Easy-chord,
memory, walking bass. 7 schuifregelaars, handige stofkap.
één, uit 'n grote kollektie!
Uw handelaar weet er alles van
en een demonstratie kost u niets
Fartisa. Herenweg 215, 3648 CE Wilnis, 02979-5754
vond", denkt ze dan. „Dan had hij
vast niet gekregen wat hij nu
heeft."
Dr. Stiggelbout is het ook beslist
oneens met artsen die iemand na
een hartinfarct te voorzichtig, be
handelen, vooral waar het werk
hervatting betreft. „Zij moeten le
ren die patiënten op den duur ook
weer als normaal functionerende
mensen te zien, al dragen ze mis
schien een klein extra risico met
zich mee", vindt hij.
„Veel medici gaan echter nog
steeds uit van het principe, da,t je
maar beter de „veiligste" wég
kunt nemen als je iets niet! hele
maal zeker weet. Maar dagrbij
vergeten ze, dat je iemand op die
manier groot onrecht kunt aap-
doen. Als een rechter een ver
dachte zonder schim of scnaduw
van bewijs in de gevangenis laat
gooien, staan de kranten dpar de
volgende dag vol van. Maar als ik
als arts tegen een patiënt zeg: je
mag niet meer werken, fietspn pf
wandelen en blijf voortaan 'ook
maar uit de zon weg, beperk ik zo
iemand net zo hard in zijn 'vrij
heid als die rechter. Het mooiste
is, dat ik dan misschien nog'als
een goede dokter beschouwd
wordt ook."
Waar het volgens dr. Stiggelbout
op neer komt, is, dat zowel de arts
als de patiënt en ook het bedrijfs
leven een verantwoord' riSiéo
moeten durven incalculerén. ^"Lé
ven zonder risico bestaat nu een
maal niet."
Om de vervulling van al dézé
wensen mogelijk te maken, is het
dringend noodzakelijk, dat het
aantal revalidatiemogelijkhedeh
in ons land sterk wordt uitgë*
breid. „Dat betekent niet, dal ie1
dere hartpatiënt in een machine
met een compleet medisch team
en een uitgebreid arsenaal aari
vernuftige apparaten moet wof-
den gestopt", meent hij. Tegeri»
over één man of vrouw die dat no*
dig heeft, staan er tientallen,1 die
je alleen maar een paar keer op de
fiets behoeft te zetten, zodat ze
merken dat ze het nog kunnen pp
durven. Soms is het ook genoeg
als je tegen iemand, die dacht
voortaan tot niets meer in staat-te
zijn zegt: ga maar lekker met
vakantie, trek een baantje in het
zwembad, of loop eens een-stuk
in de bergen.
Een patiënt vraagt nu eenmaal
vaak niet meer dan zo'n klein
steuntje in de rug, om het leven
weer energiek en vol vertrouwen
tegemoet te treden."
i