Joop Dam tekent, beschrijft en onderzoekt al 30 jaar de natuur Adrie v.d. Broecke naar Yamaha HET KAPITAAL VAN IEDER MENS IS DE GEZONDHEID" „Patiënten zijn bang voor alles wat met medische wereld te maken heeft" Mr. HUBER, VOORZITTER VERENIGING VAN PATIËNTENBELANGEN Vinder van munten DE SCHELDEBODE VAN WOENSDAG 14 JANUARI 1981 Onderscheid klachtenbureau Afdelingen aimiiiiiiliimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiis Jack Middelburg Kampioen Concurrent 217 Aan het woord is Mr. F.G.A. Huber, burgemeester van de gemeente Goes en voorzitter uan de Algemene Vereniging tot Behartiging van de Patiëntenbelangen (A.V.P.). Een hele mond vol voor een vereniging die dan ook heel wat in haar mars heeft. In een tijd, waarin inspraak bij velen een plaatsje heeft veroverd op het lijstje van primaire levensbehoeften, is met de komst van de A.V.P. een grote leemte opgevuld op het uitgestrekte gebied van de gezondheidszorg. De A.V.P. wil een soort ANWB zijn voor gezond heidszorggebruikers en het behartigen van de belangen van de patiënten wil men be reiken door het mondig ma ken van die patiënten. Voor zitter Huber: „De patiënt gaat in het algemeen van de stelling uit: „De arts weet wat goed voor me is". Dat is een stelling die wij aanvech ten. Wij zeggen: „Het gaat om het lichaam van de patiënt en de patiënt wordt geadviseerd door medici. Maar de patiënt beslist zelf of hij hun advie zen wel of niet opvolgt". Daarnaast vinden wij het x>k van belang dat de patiënt enige kennis draagt en neemt ran wat zijn lichaam is en wat de belangrijkste ziekte- ;ymptomen zijn. Dat zou je eigenlijk al op de lagere schoolbanken bij moeten brengen. Het kapitaal van eder mens is immers de ge wondheid". De AVP onderscheidt zich /an andere patiëntenvereni gingen doordat alleen men sen die ziek zijn, lid kunnen zijn of worden van deze vere nigingen. Deze (categorale) patiëntenverenigingen zijn ;eorganiseerd naar een be taald ziektebeeld. De AVP stelt dat ook ïiet-zieken belang hebben >ij de gezondheidszorg en naakt er bezwaar tegen dat lie gezondheidszorg in Ne- ierland (waar jaarlijks zo'n iertig miljard in omgaat) tot iu toe overwegend wordt be- ïeerst door degenen die er in /erkzaam zijn. Naast die be- oepswerkers dienen volgens e AVP ook de burgers te articiperen in de diverse in- tellingen van gezondheids- org zoals ziekenhuizen, ver- leeghuizen en ziekenfond- en. Om een beeld te krijgen an de problemen en om ge- icht actie te kunnen voeren, •erkt de AVP met klachten- ureaus ofwel ombudsteams. Op zo'n bureau (voor Zee- nd gevestigd in Goes en x>r Noord-Brabant in Eind- oven) kan iedereen terecht et klachten over de medi- he wereld. En dat zijn er )lgens de heer Huber nogal at. Een greep daaruit: geen :cht op privacy, inzage van >ssiers geweigerd, lange achttijd terwijl een af braak is gemaakt, geen mo- ïlijkheid om van huisarts te ;randeren, slechte behan- :ling in ziekenhuizen, art- n die te weinig tijd hebben, ote nalatigheden enzo- >orts. Een ombudsteam zijgt volgens de landelijk xjrzitter meer klachten te >ren dan de inspecteur voor a, volksgezondheid. De .rempel van zo'n klachten bureau blijkt veel lager te zijn. „Ongelooflijk", zegt Mr. F. Huber in dit verband, „De angst van de gemiddelde pa tiënt voor de medische we reld. Daar schrik je van. Daar had ik geen idee van. Patiën ten zijn bang voor alles wat met die medische wereld te maken heeft. Ze hebben een onuitgesproken angst voor represailles. Er zijn zelfs mensen die geen lid durven te worden van onze vereni ging". Door dit laatste, maar oral door een grote onbe kendheid van het bestaan van de AVP, telt de vereni ging nog maar een duizendtal leden in het hele land. In sommige provincies zijn er nog te weinig leden om een afdeling van de grond te krij gen, waardoor de bewoners 1 De landelijke Algemene Vereniging tot be- hartiging van de Patiëntenbelangen (AVP) is in 1975 toegevoegd aan het arsenaal van groe- 1 pen die bepaalde belangen behartigen. Initia- 1 tief nemer, oprichter en voorzitter van de A VP is Mr. F.G.A. Huber, burgemeester van de gemeente Goes. „Ik kwam er achter dat de patiënten onvoldoende aan hun trekken kon- den komen. Uit ervaringen bleek dat er een leemte was op dat gebied van de gezondheids- zorg. Op mijn spreekuur kreeg ik verschillen- de mensen die van het kastje naar de muur i werden gestuurd", aldus de uit een artsenfa- 1 milie afkomstige burgemeester over zijn drijfveer om dit tijdrovende werk op zich te 1 nemen. 1 Over wat de AVP is en wat de AVP wil i hadden wij een gesprek met hem. fniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHH^ van onder andere Utrecht en provincies Zeeland, Brabant, Noord-Holland zich voorlo- Limburg en Gelderland zijn pig nog tot het hoofdbestuur reeds goed functionerende in Goes moeten wenden. In de afdelingen van de grond ge- Mr. F.G.A. Huber: „De vraag wat voor de patiënt van belang is, staat bij ons centraal". komen, terwijl er afdelingen in oprichting zijn in Zuid-Holland en in het Noor den (Groningen/Drenthe). „De grootste zorg is nu dat de organisatie zo gauw mo gelijk goed loopt", vertelt burgemeester Huber. Om dit laatste te bereiken wordt er momenteel hard gewerkt aan een voorlichtingsbrochure voor de media die binnenkort zal verschijnen en zijn er di verse contacten gaande met andere instellingen op het gebied van de gezondheids zorg. De Diabetes Vereniging Nederland is reeds als bui tengewoon lid tot de AVP toegetreden alsmede de Al gemene Nederlandse Invali den Bond; samen goed voor zo'n 60.000 leden. Daarnaast zijn er verschillende patiën tenverenigingen die willen aansluiten bij de AVP. „Wij willen zoveel moge lijk samen praten om vanuit de patiëntenhoek onze visie op de gezondheidszorg te ge ven. De vraag wat voor de patiënt van belang is, staat bij ons centraal", aldus de burge meester van de Zeuwse Gan- zestad, die overigens niet al te pessimistisch is gestemd. „Ik denk dat er in de medi sche wereld steeds meer be grip komt voor participatie van de patiënt in allerlei za ken. Ik merk nu dat men wel bereid is om wat van de eigen ideeën af te stappen en wat meer begrip te tonen voor de mondigheid van de patiënt. Maar het is nog aarzelend hoor. Ik kan nog niet zeggen: nou, we zijn er. Lang niet, lang niet. Dót zal nog wel even duren Het landelijk secreta riaat van de AVP is ge vestigd in Goes: Postbus 278, 44 60 AR, tel. OllOft-13174. RENÉ VAN DER VELDEN. Joop Dam toont zich in zijn dijkhuis na bij de Oosterschelde in We- meldinge niet bepaald een optimist. Niet zo verwonder lijk, want hij heeft zich z'n leven lang bezig gehouden met de natuur. Een flink deel van z'n werk bestond dien tengevolge de afgelopen der tig jaar uit het registreren van dingen die hun langste tijd gehad hadden. Dam heeft van zijn zwerftochten door Nederlandse en Europese na tuurgebieden het idee overge houden dat de mensen met de vernietiging van het milieu niet vrijwillig zullen ophou den, maar pas na een of ande re geweldige ramp. De blauwe pretoogjes in SLEUTELEN AAN MOTOREN VOOR RACEKAMPIOENEN „Ik denk dat ik de enige Nederlandse monteur ben die zomaar bij motorracer Kenny Roberts kan binnenlopen", vertelt Adrie van den Broeke. De racefanaat bij uitstek heeft een punt gezet achter zijn full-time monteurbaan bij niemand minder dan „jumping" Jack Middelburg. „Ik heb heel Europa doorkruist met hem. Vooral de Grand Prixes zijn aantrekkelijk, maar ook energieslopend. Je hebt weinig tijd over om -veel aan het karretje te kunnen sleutelen", aldus Van den Broeke. In januari hoopt de Oostkapellenaar een nieuwe zaak te openen. „Ik heb een lucratief contract getekend bij Yamaha. Daar is een optie in opgenomen dat ik, indien nodig, de motoren van Boet en Dulman moet onderhouden". Het motorblok van een Suzuki (foto: Cor Schuilwerve). Adrie van den Broeke „vloog" negen jaar lang over de vaderlandse circuits. Na zijn actieve loopbaan waarin hij leuke successen behaalde, een grote prijzenkast is het duidelijk bewijs daarvan, kon hij toch het racen niet vergeten. Af en toe stak hij eens een helpende hand uit bij motorracewedstrijden en langzamerhand leerden de „coureurs" hem kennen als een rasechte vakman. „Ik- heb eigenlijk altijd al inte resse in snelheid gehad. Het opvoeren van een Solexje van mijn vader was het be gin. Later had ik een brom fiets die erg hard ging, want de politie was niet in staat om mij in te halen....". In 1976 kwam voor Van den Broeke de grote stap. Jack Middelburg lijfde hem in als hulpmonteur. „Jack had vier motoren en er brak paniek uit toen bleek dat deze mo torfietsen niet op tijd klaar zouden zijn. 's Winters heb ik dat ding, Middelburg rijdt soms op motorfietsen van zestig mille, uit elkaar ge haald en het lukte de motor in orde te krijgen. Daarna heeft Middelburg mij gevraagd of ik als part-timer in dienst wilde komen. Natuurlijk deed ik dat, maar het kostte zoveel tijd dat ik soms dag en nacht aan de motoren bezig was. Zo kreeg ik een vaste baan", vertelt Van den Broe ke. Geheimen heeft Van den Broeke niet en daarom mag iedereen in zijn werkplaats binnenlopen. „Kijk, meestal is er maar één factor die be paalt of een motor harder gaat lopen. En het is de kunst die factor te vinden. Een mo tor hard laten lopen is geen kunst, maar het is belangrij ker dat je die motor tijdens een Grand-Prix intact houdt. De veiligheid speelt ook een rol. De renner moet vertrou wen hebben in z'n machine en in zijn monteur". Het eerste jaar bij Jack Middelburg was bijzonder succesvol. In drie verschil lende klassen werd Middel burg kampioen van Neder land. „Een betere start kon ik me niet wensen. Het gaf ons allebei vertrouwen. Het tweede seizoen ging op de zelfde voet verder. Na wat experimenteren werd hij op nieuw in drie klassen kam pioen. Dat is nog nooit in Ne derland voorgekomen. Vorig jaar kwamen de Grand-Prix erbij. Detona, Salzburg, Hoc- kenheim, noem maar op. Prachtige ervaringen die ik nooit zal vergeten", aldus Van den Broecke. Het afgelopen seizoen ken de zijn hoogtepunt in de triomftocht in de TT van As sen. „Dat is voor hem een machtig mooie overwinning geweest". De race op zichzelf is voor een racemonteur ook altijd zenuwslopend. „Als er iets ge beurt, moet je klaar staan. Af en toe grote paniek. Achteraf ga je bij jezelf te rade om de fouten op te sporen. De mo torfiets controleren is een be- gllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliE OOSTKAPELLE -| Veertien jaar geledenE kwam Adrie van den= jjj Broeke ook in het nieuws. E Samen met Piet Chris-ë E tiaanse vond hij op een= prei veld een aantal waar-E E devolle munten. .Rijk ben= Eik er zeker niet van ge-E E worden. De mensen den-E ken nogal snel dat je vang E zo'n vondst veel over- e E houdt, maar dat valt viesE tegen. De gemeente heeft g er een zwembad en een= E gebouwtje voor het Groe- e E ne Kruis van kunnen bou- g wen, terwijl AdriaanseE E een manege heeft gereali- E Eseerd. Nou, die paarden g gdat zag ik niet zitten, e E Trouwens het is weer al zoE lang geleden dat ik hetg E bijna al vergeten ben", E E zegt Van den Broek, aillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ langrijk onderdeel van mijn werk maar het is onontbeer lijk alhoetoel je van te voren weet dat negentig procent van dit werk gewoon voor niets is. Je kunt echter het risico niet lopen, anders sta je ook zo op straat". Het volgend jaar zal het toaarschijnlijk wel wat rustiger worden voor de Oostkapellenaar. „Ik heb hier werk genoeg. Het zal ove rigens wel raar overkomen als ik voor Boet van Duimen moet inspringen, want dat is een regelrechte concurrent voor Jack Middelburg. Maar, hij moet de overwinningen ook niet zomaar cadeau krij gen", besluit hij. Eddy de Schrijver zijn buitenkop verraden dat hij deze zaken behendig over zich heen weet te laten gaan. Joop Dam, achtenvijftig jaar, heeft van de natuur zijn be- roep gemaakt. Vooral de kus ten hadden en hebben zijn belangstelling. Als Nederland na de oorlog iaat de industria lisering betreft in snel tempo de tientallen jaren achter stand op andere westerse lan den inhaalt, sjouwt Joop Dam door natuurgebieden. Hij on derzoekt de natuur als halve wetenschapperr, schrijft er boeken over, probeert haar te vatten in aquarellen en later in steeds simpeler tekenin gen, in foto's en zeefdruk en ook door dingen te verzame len. In de jaren vijftig stopte Joop Dam enkele jaren in het schrijven van een boek, dat in Europa een standaardwerk is geworden: Het jachtbedrijf in Nederland en West-Euro pa. Het is een pil van 447 bladzijden over de geschiede nis van de jacht vanaf de pre historie tot nu. Dam: „Na tuurbeschermers waren blij met de kritische kijk op de jacht in dit boek. Dat gebeur de in die tijd nog niet zo veel". De jacht is ook het onder werp waar Dam zich het ko mendejaar mee bezig zal hou den. Van het ministerie van C.R.M. heeft Dam uit de expe- rimentenpot voor beeldende kunstenaars een bedrag ge kregen voor het project „jacht op groot wild". Daar moet eind volgend jaar een ten toonstelling uit komen. Het betekent een boel literatuur en onderzoeken doorwerken over de dierenwereld in Azië en Afrika, over bedreigde diersoorten als neushoorn, olifant, nijlpaard, enzovoort. „Het is een ijstijdfauna, zoals die hier vijftienhonderd jaar geleden voorkwam. Nu wordt die verstoord en het komt er op aan, zoals bij veel van mijn andere projecten, nog even een en ander te registreren, voordat het verdwenen is. Even laten zien wat de in breng is geweest van de wes terse beschaving in die gebie den. Ik wil ook wel meer we ten over de neiging trofeeën mee naar huis te nemen; daar zit misschien meer achter. Joop Dam legde in tekenin gen, foto's en aquarellen het gebied vast dat in het eiland de Beer een van de mooiste natuurgebieden van Europa bezat: het huidge Europoort. Ook de oestercultuur en alles wat daar bij hoorde heeft hij in het jaar van de ondergang in de strenge winter van '62 op '63 kunnen vereeuwigen voor het nageslacht. Naar de oester die op dakpannen toer den gekweekt, noemt Dam het de archologie mn de dak- pannencultuur. „Composities van steigers, oude houten bo ten en keten die daar werk loos bij Yerseke stonden, dat zijn het eigenlijk". Als Joop Dam zich in '67 in Zeeland vestigt, heeft hij al leen nog maar aandacht voor de kust en hij zal daar ook tot 1980 mee bezig zijn. Met het maken van aquarellen, waar hij toch enige faam mee had verworven, was het afgelo pen. De eerste jaren woont hij met zijn levensgezellin Ans van Herwaarden in een een zaam huis midden in de pol der. Gas, water en licht is er niet, maar de Westerschelde toas vlakbij. „Er spoelden gi gantische hoeveelheden rom mel aan. Hout, touw, dooie varkens en katten, inktvissen, soms in hele invasies, alle soorten alcoholisme: kartons, flacons, vierkante flessen, groene flessen, bierviltjes, en zovoorts, enzovoorts. Ik maakte er tekeningen en fo to's van en die dingen gaven eigenlijk de stoot tot het schrijven van het getijden boek". In dit boek heeft Joop Dam nog meer dan vroeger al zijn uitingsvormen gecombi neerd. De getijden, de oorza ken en de gevolgen spelen de hoofdrol. Joop Dam, de wa terverontreiniging en een dreigende sluiting van de Oosterschelde drukken er hun stempel op. Meerdermalen heeft hij het werk van de eb en vloed door kruist door zelf ioaadsporen in het slik te trekken. In het slik van de Westerschelde heeft hij zelfs zijn handteke ning gedrukt, maar het water wiste deze Dam snel weg. De wens zijn naam in de delta te drukken is niettemin niet verdwenen. In '78 duikt zijn naam weer op, maar dan ver bonden aan stenen. Damste nen. Het blijken stenen te zijn die volgens de wetenschap ge woon kiezelstenen zijn, maar volgens Joop Dam fossielen van zeeëgels. Het gaat om ste nen die Joop en Ans opschar relden aan de kusten van Bre- tagne, Zuid-Engeland en De nemarken. Zij trokken langs die kusten in het kader van een nieuw project. Het verza melen van stenen was een ge woonte geworden. „Gaandeweg bleek err meerr achter te steken. Het grint was geen grint. Alleen waren de fossielen moeilijk te herkennen, omdat ze door het rollen op de stranden nogal vervormd zijn". Tijdens de eerste tentoonstelling als re sultaat van dit project heten de stenen nog rolstenen. We hadden die stenen gevonden in Zuid-Engeland en Frank rijk, maar er waren maar een paar gave fossielen bij. Maar", zegt hij en kiept een zak ste nen leeg op de vloer, „in De nemarken hadden we er in drie dagen 750". Het blijken inderdaad allemaal duidelij ke herkenbare zeeëgels te zijn, keihard en van hoge ouder dom. „Het spanningsveld tussen kunst en wetenschap, dat in teresseert me. Die stenen, dat is een verschijnsel dat zich opdringt als je aan de kust bent". De kusten zullen Joop Dam even niet zien nu hij op jacht gaat naar groot wild. Hij rondt zijn kustperiode af met het leggen van een steen in het Podio del Mondo per l'Arte, de schepping van Ma- rinus Boezem in Middelburg. Dam bindt zijn naam dan voor lange tijd aan het getij: op de steen komt de naam. Dam te staan in de Griekse letter D (delta), een driehoek. Dam in de delta dus. AD DE JONG „Het blijkt dat mensen de verhoudingen tot de medische wereld niet goed zien. Ze leveren zich over aan de arts, maar het is hun lichaam. Ze betalen ervoor en hebben recht om te weten wat er aan mankeert, om de redenen voor verwijzingen te kennen, om te veranderen van specialist, om te weten of medicijnen nodig zijn en welk effect die hebben. Ons doel is om duidelijk te maken dat mensen daar recht op hebben". i i

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1981 | | pagina 17