Kiezen met 12 jaar., vergeet het maar! DEZE WEEK IN OPEN SCHOOLTIJD: Verkiezing van Miss Zuidwest- Nederland Wie verloor bankbiljet José Rozemond exposeert in Oost -Souburg „Kies Hoofdwegen Middenschool Het kind zelf Toetsen Beurs voorjaars- en zomerkleding DC SCHELDEBODE VAN WOENSDAG 2 APRIL 1980 Schiet nu toch een beetje op!" In de hal staat moeder, Rudie hoort haar al voor de derde keer roepen, 't Lijkt wel of moeder nog zenuwachtiger is dan hijzelf. „Ik ben zo klaar", roept Ru- die terug. Hij knoopt zijn ve ters vast en gluurt nog even door de mazen van zijn gordij nen. De zon schijnt. Dit is zijn dag. Hij hoeft vandaag niet naar school. De paasvakantie is begonnen. Dit jaar de week vóór Pasen. Rudie rent zijn kamer uit, de trap af. Hij gaat naar Drente vandaag. Alleen! Het is niet te geloven. Alles is uitvoerig besproken. De laat ste keer dat hij met vader en moeder in hun vakan tie-boer- iderijtje was, hebben zijn Drentse vrienden hem uitge nodigd om de week voor Pasen te komen. Vader en moeder kunnen nog niet weg. Nu mag hij een weekje alleen in Echt- loo bij Steven Dening van de buren logeren. „De tijd vóór Pasen is hier altijd veel te bel- ven", heeft Steven gezegd. „Schiet nu toch een beetje op", komt moeder weer. „Oom Henk kan niet op je wachten. Hij moet voor de zaak naar Utrecht. Je mag blij zijn, dat je mee mag rijden". Moeder is nog niet uitge praat, of de auto van oom Henk komt al voor rijden. Hij claxonneert zo oorverdovend, dat je het in de drukke straat in het hartje van Rotterdam, waar Rudie woont, gemakke lijk boven de andere geluiden uit kunt horen. Tot hij in de auto zit verge zelt moeder hem met raadge vingen en waarschuwingen: „Wees voorzichtig, Rudie. En verdwaal niet in de bossen. Geen ruzie maken met Steven, hoor". „Ja, neen, ma", belooft Rudie gewillig. „Nou, tot vrij dagavond, dan komen wij ook, ,hé!" groet vader. Joke, het zusje kijkt zo zielig. „Dag", zegt Rudie met een vreemde stem. Gelukkig rijdt oom Henk dan weg. Iedereen steekt zijn hand op en wuift tot de wagen om de hoek verdwenen is. Rustig sukkelen ze met de file van het ochtendspitsuur de stad uit. Eenmaal op de grote weg krijgt de auto meer vaart. Tjonge wat trekt die wagen van oom Henk snel op. Langs de ruiten schiet het bekende landschap voorbij. Rudie kent de route bijna uit zijn hoofd. Hij gaat immers vaak met va der en moeder naar Drente. Oom Henk zegt niet veel on derweg. Hij heeft al zijn aan dacht nodig voor het verkeer. Telkens haalt hij in. De snel heidsmeter wijst honderdzes tig, ziet Rudie. Eerder nog dan hij dacht passeren ze het ver keersplein Ouderijn. En dan rijden ze al in de straten van Utrecht. Bij het station heeft oom Henk geluk: er is een par keerplaats vrij. „Je kan tot Hoogeveen blij ven zitten. Verlies je kaartje niet. Goeie reis en een prettige vakantie", groet oom Henk bij de trein. „Bedankt voor 't meerijden" roept Rudie hem nog na. En weg is oom Henk. Je kan merken dat hij geen vakantie heeft. De reis met de trein door het Veluwse landschap is voor Ru die een avontuur op zichzelf. Hij reist haast nooit per trein. Als je niet beter wist zou je denken dat Nederland erg bosrijk is, peinst hij. Na Zwolle zal hij goed opletten. Bij het tweede station moet hij uit stappen. Voor het station in Hoogeveen staan rijen bussen. Rudie moet uitkijken, dat hij de goede bus neemt. Hij kijkt boven de voorruiten en leest de plaatsnamen. Daar, bijna achteraan, ziet hij de bus die hij hebben moet. Voor de zekerheid vraagt hij, voor hij instapt aan de schauffeur: „Gaat deze bus langs Echtloo?" Het blijkt in derdaad juist te zijn. Even la ter rijdt de bus langs de slin gerende wegen, die erg stil zijn. De bus suist vlak langs de bo men; een vreemd geluid maakt dat. Rudie zit voorin. Verder zitten er nog een stuk of tien mensen in de bus. Als dat altijd zo is, kan zo'n lijndienst ook lang niet aan uit, bedenkt Ru-' die. Opeens ziet hij de bekende huisjes van Echtloo in de verte, op de scheiding van het bos en de akkers. „Chauffeur, ik moet eruit", roept Rudie. „Ja jongeman, bij de halte", antwoordt de chauffeur kalm. Een eindje verderop stopt de bus. Eén sprong en daar staat de Rotterdamse Rudie alleen op de stille Drentse bodem. Terwijl hij stevig doorstapt, tuurt Rudie naar de overkant van de bouw- en weilanden. Daar staan de lage boeren huisjes van Echtloo. In het dorp hebben Hollanders huis jes waar vroeger arbeiders in woonden gekocht. Die gebrui ken ze als recreatiewoning. Een enkeling is er permanent komen wonen zoals de oude mevrouw Van Wijnenburg, een Haagse die altijd zegt: „Hier in ons dorp is het alsof de steden er niet zijn. Heerlijk! Ik wil nooit meer terug naar de Randstad". Maar het grootste gedeelte van het dorp is gelukkig nog bewoond door de oorspronke lijke bevolking; kleine boeren en werkmensen. En met de jongens van het dorp is Rudie de beste vrienden. Hij kan ze nu ook al beter verstaan dan toen hij hier voor het eerst kwam. Met hen kan je heerlijk spelen in de bossen en op de hei. En bij regenweer in 'n boerenschuur. Er is altijd weer iets anders te beleven. Aan dit alles denkt Rudie terwijl hij in Echtloo door de dorpsstraat loopt, hun eigen lage huisje voorbij en daarna het erf op van boer Dening. De kinderen van de boer, met rode wangen onder witte vlaskop pen hebben hem al door de gla zen zien aankomen. Onmiddellijk komen ze naar buiten stormen op de hielen gevolgd door hun vrienden: Steven, de oudste, zijn broer Harm en zus Griet, Jan Be rends en de vlugge Freek Aling. Geert de Vries en Loeks Nijboer, de gezworen kamera den, komen op het geschreeuw af en wurmen zich samen een houten hekje door dat toegang geeft tot het erf van de buren. „Moi", groet iedereen. En Rudie voelt dat hij welkom is in het huis van Dening. Die avond zitten ze met el kaar in de boerenkeuken rond de tafel. Boer Dening vertelt: Je zult het deze week druk hebben, Rudie. Ik bedoel voor het paasvuur, want dat is in ons dorpsleven een der hoog tepunten voor de jeugd, daar van zullen Steven en de ande ren je wel hebben verteld, denk ik. Ons dorp is een van de wei nige in Drente waar de traditie van het paasvuur nog precies zoals vroegr in ere wordt ge houden. Dat tref je dus. Maar je moet er hard aan meewer ken. Er is al een begin ge maakt, dat zul je wel zien. De volgende morgen vlak na het ontbijt loopt Rudie met z'n vrienden naar de andere kant van het dorp. Even buiten de bebouwde kom, op het Sche- persveld, ziet hij een geweldige hoop hout en takken. „Dat wordt het Paasvuur", kondigt Steven aan. „Wat een hoge hoop", zegt Rudie. „Hoog? Nee heur, nog lang niet hoog genog. Ons paasvuur moet ommers veul groter worden dan alle andere in Drente", vertelt Freek. „Hoe krijgen jullie dat er bo venop?" peinst Rudie hardop. „Dat zul je wel zien. Kom mee", stelt Harm voor. Op dat ogenblik is voor Rudie een heel bizondere week aan gebroken. Een week van zwoe gen en zweten. Een week van werk waar Rudie nog nooit in z'n jonge leven van heeft ge droomd. De groep is op weg naar het bos dat voor Rudie op slag een heel ander, een heel bizonder gebied is geworden. Waar je anders niet naar om keek, is nu een begeerde buit geworden: losliggende takken, denneappels en alles wat maar brandbaar is. „Al weken zijn we na schooltijd en op vrije da gen bezig bossen takken naar de Paasbult te slepen. Maar deze week zal vader ons een handje helpen met de wipkar en de trekker", vertelt Harm. „Kijk, de wipkar staat er al", wijst Loeks. „Laten we gauw beginnen". Aan de bosrand, naast de karresporen ziet Ru die de lege boerenwagen van Dening. Zulke wagens zie je alleen in Drente. Je kan de bak opwippen aan de voorkant, zodat de lading aan de achter kant gemakkelijk gelost kan worden. Reuze handig, vindt Rudie. Ze dringen diep het bos in. Het ruikt er naar voorjaar. De jongens sjouwen heen en weer naar de kar, soms zo be laden met takken, dat ze lijken op andelende struiken. Als de kar vol is wordt boer Dening gehaald die met de trekker komt voorrijden. „Jullie heb ben het gemakkelijker dan wij vroeger jongens. Wij moesten zelf de kar trekken. Het ge beurde haast nooit dat een boer met z'n paard kwam", zegt Dening. Oudere broers en sommige vaders helpen op het Sche- persveld om via een ladder het brandhout op de Paasbult te krijgen. Soms komen boeren op hun wagen hele bomen brengen. Dat helpt! Zo stapelt zich de hoop op. Elke avond komen de jongens smerig, groen en klevend van de hars thuis. Maar ze houden vol tot de vrijdagavond toe, want hun paasvuur moet het hoogst worden in de hele provincie, zo wil het oude gebruik. En zatermorgen, Rudie heeft dan alweer een nacht in z'n ei gen huisje geslapen, want va der en moeder zijn de vorige avond met Joke gearriveerd, houdt de jeugd in het dorp langs de huizen een inzame ling. De jongens en meisjes, die zelf de boerenkar trekken, zin gen uit volle borst: „Heb je nog oude manden, die wij met Pa sen branden, of een bosje stro of riet, anders branden wij met Pasen niet". Bijna uit elk huis brengen ze wel iets naar de wagen: oude korenwannen, manden, be zems, een oude wieg, bijenkor ven, een kapotte stoel of tafel. Alles wordt dankbaar in ont vangst genomen. Hoger en ho ger wordt de houtmijt. Rudie kijkt er vol ontzag tegenop. En als tegen de avond de paasbult zijn grootste hoogte heeft bereikt, plaatsen Freek en zijn oudste broer Jan een lange staak met een korf erop, als een meiboom bovenop de houthoop. Dan is het werk voltooid en moeten de jongens wachten tot paasmaandag, dan zal het paasvuur ontsto ken worden. Steven en Rudie slenteren naar huis. Evenals de anderen zijn ze voldaan, omdat ze ervan overtuigd zijn dat hun paas vuur het hoogst zal oplaaien van alle in Drente. „Maandagmiddag wordt naast het paasvuur nog een paai opgesteld met een teerton er bovenaan", vertelt Steven onerweg. „Daar heeft tim merman Obring bij geholpen en het geld ervoor is bijeen ge bedeld door een commissie uit de „paasvuurmakers". Die zijn bij iedereen in het dorp ge weest om te vragen: „Heb je nog wat veur de teerton over?" Die teerton, dat is leuk, jó, dat zal je paasmaandag wel zien". Paaszondagmorgen gaat Rudie met zijn ouders in het dorp naar de kerk om de op standing van Christus te vie ren. „Wat zien alle mensen er mooi uit. 't Lijkt wel, of ze al lemaal nieuwe kleren aan heb ben", fluister Rudie zijn moe der in het oor. „Dat is ook zo. Ze noemen het hun „paaspronk", ant woord moeder. Na kerktijd en ook tweede paasdag gaat Rudie met de dorpsjeugd naar de paasweide, zo wordt het Schepersveld in deze tijd genoemd, om er te spelen met mooie gekleurde eieren. Eiertikken heet dat spel. Maar Rudie en Steven vinden het notenschieten van de ouderen veel mooier. Uren kijkt hij er naar. En hij mag meedoen ook. Maar hij doet het niet zo goed, want de laatste nachten heeft hij net als alle jongens slecht geslapen. Ze zijn vaak uit bed gestapt om door een ruit in de richt mg van de paasweide te kijken. Ze hebben horen vertellen, dat vroeger een paasbult wel eens te vroeg werd ontstoken door kwaadwilligheid. Wel werd dan met vereende krachten een nieuwe bult gemaakt, zodat er toch een paasvuur was, maar die kon natuurlijk nooit zo groot zijn. Stel je voor, dat hier vannacht zo'n boosdoender komt. Maar het gaat goed. Als op paasmaandag de schemering valt over het wijde landschap, en de jeugd met de ouderen naar het paasvuur trekt, vaart er in Rudie een ge voel van grote opwinding, zo dra het vuur ontstoken wordt. Van alle kanten komen nog late jongens en meisjes aan rennen, die al van verre schreeuwen: ,,'t Paosvuur brandt al". De vlammen lekken als ton gen aan het hout en in korte tijd staat de hele paashoop in brand. Tegen de rode gloed zijn de mensen afgetekend als klei ne zwarte schimmen. Je hoort hun stemmen tegen de achter grond van gesis en geknetter. De gloed van het vuur is bla kerend warm en klimt steeds hoger naar de donkere hemel: Een vreugdevuur, omdat de Heer is opgestaan. De jongelui dansen en springen rondom de brandende hoop en door de af drijvende rook. Paasliederen klinken over het veld. Rudie doet dapper mee. Het is maar goed, dat hij op aanraden van Steven oude kleren heeft aan getrokken, want even later be ginnen de belhamels, ook de meisjes, hun eigen en eikaars gezichten zwart te schilderen met houtskool. Er vliegen gloeiende takken, „bongels" door de lucht en sommige waaghalzen springen door de verbrande resten van het paas vuur. Als het grootste deel van de paasbult verbrand is, wordt de teerton ontstoken. En hoe ver der de teer opbrandt en de dui gen uit elkaar vallen, hoe over vloediger de vonkenregen door het schudden naar beneden komt. Vol spanning volgen de omstanders het vuurwerk. Totdat eindelijk de ton onder groot gejuich naar beneden valt. Ademloos kijkt Rudie toe. Als het paasvuur begint te smeulen en de rosse gloed waarmee dit vreugdevuur de wijde omtrek verlichtte, ver dwenen is, trekt de oudere jeugd weg naar de beattenten en patatzaken, waar ze verder de avond doorbrengt met dansen en gezelligheid, zoals vroeger het jonkvolk naar de herbergen trok om te dansen bij harmonikamuziek. De ou ders nemen hun jongere kin deren mee naar huis. Het paas vuur is jammer genoeg weer voorbij: Werk van dagen en weken is in enkele uren in rook en vlammen opgegaan. Maar iedereen heeft er zijn plezier aan beleefd. En niet in het minst de Rotterdamse Rudie, die terwijl hij thuis nog aan het spookachtige paasvuur terug- dentk, verzucht: „Dit is een apart pasen". In deze tijd van het jaar staat het onderwijs altijd extra in de belangstelling. Immers, veel gezinnen hou den zich nu bezig met de vraag, welke school zoon of dochter straks, na de zo mervakantie zal gaan be zoeken. Wie voor het eerst zijn kind naar de kleuter school of naar de „grote" school ziet gaan, ziet zich geplaatst voor grote veran deringen. Een deel van de opvoeding wordt nu uit handen gegeven. Je kind doet duidelijk de eerste stap op weg naar zelfstandig heid. Voor het kind én het gezin een belangrijk mo ment. Binnen het kleuter en basisonderwijs bestaan nogal wat verschillende op vattingen over de aanpak van het onderwijs. De ma nier van lesgeven zal vaak flink verschillen van de manier waarop u zelf les kreeg. Bij de ene school zal het accent meer liggen op „leren" en bij andere op het zelf ontplooien in eigen tempo. Maar vaak is de keus toch eenvoudig. Meestal kiezen ouders voor de dichtstbijzijnde school. Of in ieder geval de dichtsbij- zijnde school die aansluit bij de eigen levensovertui ging. Maar voor de volgende grote stap ligt het nog wat minder eenvoudig. Voor al die zesdeklassers van nu is die stap naar de volgende school goed beschouwd ook nog veel groter. 'Het kind komt in een totaal nieuwe situatie. Want welke school het ook wordt, na de lagere school, het is echt wel even wennen aan die nieuwe klas en nieuwe school, die plots ook een veel grote zelfstan digheid van het kind ver eist. Maar nog ingrijpender is de invloed die de keus van de school op de rest van uw kind kan hebben. Een be langrijk deel van zijn of haar toekomst wordt be paald door die ene stap, die stap over de drempel van de opleiding waar het kind op 12-jarige leeftijd aan gaat beginnen. In de periode van 19 tot 26 maart 1980 werden bij de ge meentepolitie te Vlissingen aangegeven: bankbiljet, nega tieven kleurenfoto's, plastic traktor, paar zwarte heren handschoenen, dameshorloge met zwarte wijzerplaat, meta len quarzhorloge, goudkleurig dameshorloge als hanger, ge breide kindersjaal, -lange zil- verkl. ketting, bruin etui met 4 sleutels, zwart etui met auto sleutels, sleutels aan blauw la bel. Aangegeven dieren: bij par ti cuüer: geringde kip. In asiel: volwassen zwarte kater met Kruin bandje en belletje, cy pers iets rode poes van 5 tot 6 maanden, bastaard kernterriër teef met groene halsband en groene riem. Openingstijden: maandag t m vrijdag: 9.00-12.00 uur en 14.00-16.00 uur. Bij de gemeentepolitie in Oost-Souburg werden in de periode van 19 tot 24 maart 1980 aangegeven: paar licht groene gebreide handschoe nen, blauw regenpak in geruite aanhaakfietstas. OOST-SOUBURG - Zater dag 5 april om elf uur 's mor gens woidt de schilderijen-ex positie van José Rozemond ge opend. Deze expositie is te zien in de Bibliotheek aan de Ka-» naalstraat 58 in Oost-Souburg. Het leek allemaal zo mooi in 1968. Na tientallen jaren dis cussiëren en enkele jaren ex perimenteren, werd in dat jaar de nieuwe onderwijswet van kracht, de Mammoetwet. Er leek nogal veel te veranderen. Het begrip „brugklas" werd ingeburgerd. Na die eerste klas, het z.g. brugjaar, kon het kind nog beter kiezen. Boven dien kon het kind gemakkelij ker van het ene schooltype naar het andere „doorstro men". Het klonk allemaal zo mooi. Te mooi, zeiden veel onder wijsdeskundigen toen al. Want we kregen wel veel nieuwe namen, zoals mavo, havo, atheneum en talloze, nog raadselachtiger afkortingen, maar is er eigenlijk wel zo veel verbeterd als het ministerie van onderwijs ons wil(de) laten geloven? Het zou te ver voeren, om binnen het kader van dit artikel de hele mammoetwet onder de loupe te nemen. 99 „Kies, na de lagere school", het voorlichtingsblad van het ministerie van onderwijs, noemt zelf als twee belang rijkste verbeteringen de brugklas of brugperiode en betere onderlinge verbindin gen tussen de verschillende schooltypen. We citeren: „Het gevolg is, dat de keuze die nü moet worden gemaakt, niet zo definitief is En dat is maar goed ook, want de meeste kin deren weten nog niet goed wat ze later willen worden, wij weten vaak ook niet goed hoe die kinderen het straks op de school voor voortgezet onder wijs zullen doen". En daór zit 'm nu juist de kneep. Inder daad, kiezen met twaalf jaar is vrijwel niet mogelijk. En de prakrijk leert nu juist, dat ook van dat uitgestelde kiezen niet zoveel terecht komt. Zelfs in een scholenge meenschap (een school waar verschillende onderwijstypen onder één dak zitten), is nau welijks sprake van echt kiezen. Het niveau in de brugklas, is ook daar afgestemd op een ge middelde. Wie daar onder komt, valt af. Wie boven dat gemiddelde zit, moet vaak ex tra lessen bijgespijkerd wor den om „hogerop" te kunnen. Bovendien, scholengemeen schappen van alle typen voort gezet onderwijs, bestaan niet. In het gunstigste geval vier on derwijstypen onder „een dak". Meestal zijn dat de mavo, havo, atheneum en gymnasium. Maar het beroepsonderwijs zit er zeker niet bij. Het blad „Kies" heeft het dan ook over twee grote wegen. De ene is het beroepsonder wijs, de andere het algemeen voortgezet onderwijs. In theo rie is veranderen van schoolty pe altijd mogelijk. In de prak tijk komt daar echter heel wat bij kijken. Van die verbindin gen tussen de verschillende schooltypen is nauwelijks sprake. De scholen hebben weinig kontakten met elkaar. Docenten van de ene school weten heel vaak onvoldoende van een andere school. En zelfs in de gunstigste ge vallen (zoals bijv. een scholen gemeenschap) waar je het ma ken van een keuze d.m.v. een brugperiode kunt uitstellen, kun je je afvragen of uitstel van 1 a 2 jaar wel zo erg veel ver schil uitmaakt. Op latere leef tijd kiezen is nog moeilijker. „Doorstromen" betekent dan altijd, minstens een jaar langer op school. Kortom, de belang rijkste keuze wordt nog steeds gemaakt op 12-jarige leeftijd. Het resultaat is er naar. Veel jonge volwassenen komen er (te) laat achter, dat ze voor het beroep dat hen ligt de verkeer de opleiding hebben gevolgd. Alleen de doorzetters hebben dan nog enige kans van slagen. Niet voor niets staat juist de vakbeweging achter de ideeën voor de middenschool. Een school, die zóveel mogelijkhe den moet bieden, dat de echte keuze niet voor 15 a 16 jaar hoeft te worden gedaan. Maar de middenschool is nog maar een experiment, dat slechts in 14 plaatsen in Ne derland wordt gehouden. De meningen en de aanpak lopen nog erg uiteen. En of de mid denschool er ooit komt is nog maar de vraag. Voorlopig blijft het in ieder geval nog zoals het is. De stap, die uw zesdeklasser straks zet, verdient dan ook nu alle aandacht. Als ouder kun je veel invloed op de keuze van een school uit oefenen. En terecht, want wie kent zijn kind en zijn moge lijkheden beter dan de eigen ouder. Helaas menen veel ou ders dat het beoordelen van de mogelijkheden van hun kind veel te moeilijk voor hen is. Soms komt dat door de beken de bomen, waardoor het het bos niet meer ziet. Of je denkt als ouder dat het beter is een oordeel aan een „deskundige" over te laten. Vaak is die des kundige het hoofd van de la gere school. Maar die heeft soms ook met andere belangen rekening te houden dan die van uw kind. Sommige scholen sturen express aan op een gunstig percentage mavo- en havo-klanten. En liefst een paar gymnasiasten. Ook som mige ouders willen koste wat kost, voorkomen dat hun zoon of dochter op een l.b.o.-school terecht komt (zoals technisch-, nijverheids-, of agrarisch on derwijs). Ook de „Kies" bro chure maakt zich schuldig aan dezelfde misvatting: „Voor nogal wat kinderen blijkt het algemeen voortgezet onder wijs bij nader inzien te hoog gegrepen". Maar wat is hoog? En wat is dan laag? En wat we bij al dat prestige gedoe vooral vergeten, is het kind zelf. Die zal zich in een opleiding die bij hem of haar past, beter thuis voelen. Hij of zij zal veel meer zichzelf kun nen zijn, zich beter kunnen ontplooien en daardoor met veel meer plezier naar school gaan. En vooral: de kans krij gen een tevredener mens te worden. Er is in Nederland sprake van een overwaarde ring van het algemeen voortge zet onderwijs. Het gevolg: vooral de mavo mag zich in een grote belangstelling verheu gen. Maar veel van de mavo leerlingen staan reikhalzend naar de laatste schooldag uit te kijken. Eindelijk van die rot- school af. Eindelijk je bezig houden met wat je wél wilt. Een andere opleiding, of lek ker werken. Maar steeds vaker hoor je de klacht, dat je met mavo alleen, niet zo ver komt. Ten onrecht ook, wordt vaak grote waarde toegekend aan de toetsen die in de zesde klas van de lagere school worden ge houden. De makers van de meest gebruikte test, de CITO- toets, zeggen het zelf; de test geeft vooral inzicht in wat een kind miet kan. Onderzoek naar wat een kind wel kan of wil, wordt nauwelijks gedaan. Zo'n toets is bovendien een mo mentopname, en zou uitslui tend gehanteerd moeten wor den als hulpmiddel. Informeer altijd goed naar het hoe, wat en waarom van het testresultaat. Belangrijk blijft wat het kind zelf kan en wilMaar na 12 ja ar kan er nog zo veel verande ren... U als ouder kunt helpen. Door zoveel mogelijk te infor meren naar de mogelijkheden die er voor uw kind zijn. Maak gebruik van de open dagen, de kijkdagen die elke onderwijs instelling in deze tijd houdt. In|prmatie over elk type on derwijs kunt u ook altijd aan vragen bij het ministerie van onderwijs: Centrale Directie Voorlichting, postbus 20551, 2500 in Den Haag. En vooral: Let op de mogelijkheden die na deze grote stap nog open blij ven. Blijf er samen met uw kind over denken, ook na het eerste schooljaar in het voort gezet onderwijs. Want kiezen met 12 jaar... vergeet het maar! Een heel handig boek dat u wegwijs kan maken binnen het drukke wegennet voor het -voortgezet onderwijs heet Kie zen met uw kind. Het is ge schreven door Jos Ahlers en is gewoon in de boekhandel ver krijgbaar voor 19,90. Wie al eens schriftelijk materiaal bij de Open School besteld heeft, kan dit boek in bezit krijgen voor 14,90. Stuurt u dan een open enveloppe naar Educa- part BV, Antwoordnummer 68 in Culemborg. Een postzegel is niet nodig. U moet wel even vermelden „Open School". Geld overmaken hoeft nog niet. Meer over dit onderwerp vindt u in het thema van de week, dat als onderdeel van de radio- en televisieprogram ma's Open Schooltijd wordt uitgezonden in deze week. Op de foto een van de kandidates. 's-HEERENHOEK - Op za terdag 12 april vindt in „De Geveltjes" te 's-Heerenhoek de verkiezing plaats van Miss Zuidwest-Nederland. Voor deze verkiezing, een van vier voorronden voor de Miss Hol land verkiezing op vrijdag 2 mei, kunnen ongehuwde da mes van 17 tot en met 25 jaar zich nog steeds aanmelden als kandidaten. Ze kunnen hiervoor terecht bij het Nationaal Comité Miss Holland Lambertuslaan 11 in Maastricht, Flair Mode in Vlissingen, Middelburg. Goes en Bergen op Zoom, De Gevel tjes in 's-Heerenhoek en tele fonisch: 02230-36526 of 043-13039. Miss Zuidwest-Nederland, alsmede de winnaressen van de tweede en derde plaats zullen doorgaan naar de finale Miss Holland 1980 op vrijdag 2 mei a.s. in Hilton Rotterdam, waar ze kans maken op diverse Miss-titels. Uiteraard zijn er ook in 's-Heerenhoek diverse prijzen beschikbaar. MIDDELBURG - Woensdag 9 en donderdag 10 april is in de Stedelijke Scholengemeen schap aan de Winston, Chur- chilllaan weer de traditionele beurs voor voorjaars- en zo merkleding. Op woensdag van twee tot halfacht kan men de kleding, die men ten verkoop aanbiedt, en die zo goed als nieuw moet zijn, inleveren. Donderdag 10 april is de verkoop van halftien tot vier uur. Tachtig procent van de opbrengst is voor de ei genaar, twintig procent voor de Unie van Vrouwelijke Vrij willigers (UW). Buiten kle ding zijn ook boeken welkom.

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1980 | | pagina 9