Kiezen met 12 jaar., vergeet het maar!
DEZE WEEK IN OPEN SCHOOLTIJD:
Verkiezing van Miss
Zuidwest- Nederland
Wie verloor bankbiljet
José Rozemond
exposeert in
Oost -Souburg
„Kies
Hoofdwegen
Middenschool
Het kind zelf
Toetsen
Beurs voorjaars- en
zomerkleding
DC SCHELDEBODE VAN WOENSDAG 2 APRIL 1980
Schiet nu toch een beetje
op!" In de hal staat moeder,
Rudie hoort haar al voor de
derde keer roepen, 't Lijkt wel
of moeder nog zenuwachtiger
is dan hijzelf.
„Ik ben zo klaar", roept Ru-
die terug. Hij knoopt zijn ve
ters vast en gluurt nog even
door de mazen van zijn gordij
nen. De zon schijnt. Dit is zijn
dag. Hij hoeft vandaag niet
naar school. De paasvakantie
is begonnen. Dit jaar de week
vóór Pasen. Rudie rent zijn
kamer uit, de trap af. Hij gaat
naar Drente vandaag. Alleen!
Het is niet te geloven. Alles is
uitvoerig besproken. De laat
ste keer dat hij met vader en
moeder in hun vakan tie-boer-
iderijtje was, hebben zijn
Drentse vrienden hem uitge
nodigd om de week voor Pasen
te komen. Vader en moeder
kunnen nog niet weg. Nu mag
hij een weekje alleen in Echt-
loo bij Steven Dening van de
buren logeren. „De tijd vóór
Pasen is hier altijd veel te bel-
ven", heeft Steven gezegd.
„Schiet nu toch een beetje
op", komt moeder weer. „Oom
Henk kan niet op je wachten.
Hij moet voor de zaak naar
Utrecht. Je mag blij zijn, dat je
mee mag rijden".
Moeder is nog niet uitge
praat, of de auto van oom Henk
komt al voor rijden. Hij
claxonneert zo oorverdovend,
dat je het in de drukke straat in
het hartje van Rotterdam,
waar Rudie woont, gemakke
lijk boven de andere geluiden
uit kunt horen.
Tot hij in de auto zit verge
zelt moeder hem met raadge
vingen en waarschuwingen:
„Wees voorzichtig, Rudie. En
verdwaal niet in de bossen.
Geen ruzie maken met Steven,
hoor". „Ja, neen, ma", belooft
Rudie gewillig. „Nou, tot vrij
dagavond, dan komen wij ook,
,hé!" groet vader. Joke, het
zusje kijkt zo zielig. „Dag",
zegt Rudie met een vreemde
stem. Gelukkig rijdt oom Henk
dan weg. Iedereen steekt zijn
hand op en wuift tot de wagen
om de hoek verdwenen is.
Rustig sukkelen ze met de file
van het ochtendspitsuur de
stad uit. Eenmaal op de grote
weg krijgt de auto meer vaart.
Tjonge wat trekt die wagen
van oom Henk snel op. Langs
de ruiten schiet het bekende
landschap voorbij. Rudie kent
de route bijna uit zijn hoofd.
Hij gaat immers vaak met va
der en moeder naar Drente.
Oom Henk zegt niet veel on
derweg. Hij heeft al zijn aan
dacht nodig voor het verkeer.
Telkens haalt hij in. De snel
heidsmeter wijst honderdzes
tig, ziet Rudie. Eerder nog dan
hij dacht passeren ze het ver
keersplein Ouderijn. En dan
rijden ze al in de straten van
Utrecht. Bij het station heeft
oom Henk geluk: er is een par
keerplaats vrij.
„Je kan tot Hoogeveen blij
ven zitten. Verlies je kaartje
niet. Goeie reis en een prettige
vakantie", groet oom Henk bij
de trein. „Bedankt voor 't
meerijden" roept Rudie hem
nog na. En weg is oom Henk. Je
kan merken dat hij geen
vakantie heeft.
De reis met de trein door het
Veluwse landschap is voor Ru
die een avontuur op zichzelf.
Hij reist haast nooit per trein.
Als je niet beter wist zou je
denken dat Nederland erg
bosrijk is, peinst hij. Na Zwolle
zal hij goed opletten. Bij het
tweede station moet hij uit
stappen. Voor het station in
Hoogeveen staan rijen bussen.
Rudie moet uitkijken, dat hij
de goede bus neemt. Hij kijkt
boven de voorruiten en leest de
plaatsnamen. Daar, bijna
achteraan, ziet hij de bus die
hij hebben moet.
Voor de zekerheid vraagt hij,
voor hij instapt aan de
schauffeur: „Gaat deze bus
langs Echtloo?" Het blijkt in
derdaad juist te zijn. Even la
ter rijdt de bus langs de slin
gerende wegen, die erg stil zijn.
De bus suist vlak langs de bo
men; een vreemd geluid maakt
dat. Rudie zit voorin. Verder
zitten er nog een stuk of tien
mensen in de bus. Als dat altijd
zo is, kan zo'n lijndienst ook
lang niet aan uit, bedenkt Ru-'
die. Opeens ziet hij de bekende
huisjes van Echtloo in de verte,
op de scheiding van het bos en
de akkers. „Chauffeur, ik moet
eruit", roept Rudie.
„Ja jongeman, bij de halte",
antwoordt de chauffeur kalm.
Een eindje verderop stopt de
bus. Eén sprong en daar staat
de Rotterdamse Rudie alleen
op de stille Drentse bodem.
Terwijl hij stevig doorstapt,
tuurt Rudie naar de overkant
van de bouw- en weilanden.
Daar staan de lage boeren
huisjes van Echtloo. In het
dorp hebben Hollanders huis
jes waar vroeger arbeiders in
woonden gekocht. Die gebrui
ken ze als recreatiewoning.
Een enkeling is er permanent
komen wonen zoals de oude
mevrouw Van Wijnenburg, een
Haagse die altijd zegt: „Hier in
ons dorp is het alsof de steden
er niet zijn. Heerlijk! Ik wil
nooit meer terug naar de
Randstad".
Maar het grootste gedeelte
van het dorp is gelukkig nog
bewoond door de oorspronke
lijke bevolking; kleine boeren
en werkmensen. En met de
jongens van het dorp is Rudie
de beste vrienden. Hij kan ze
nu ook al beter verstaan dan
toen hij hier voor het eerst
kwam. Met hen kan je heerlijk
spelen in de bossen en op de
hei. En bij regenweer in 'n
boerenschuur. Er is altijd weer
iets anders te beleven.
Aan dit alles denkt Rudie
terwijl hij in Echtloo door de
dorpsstraat loopt, hun eigen
lage huisje voorbij en daarna
het erf op van boer Dening. De
kinderen van de boer, met rode
wangen onder witte vlaskop
pen hebben hem al door de gla
zen zien aankomen.
Onmiddellijk komen ze naar
buiten stormen op de hielen
gevolgd door hun vrienden:
Steven, de oudste, zijn broer
Harm en zus Griet, Jan Be
rends en de vlugge Freek
Aling. Geert de Vries en Loeks
Nijboer, de gezworen kamera
den, komen op het geschreeuw
af en wurmen zich samen een
houten hekje door dat toegang
geeft tot het erf van de buren.
„Moi", groet iedereen. En
Rudie voelt dat hij welkom is
in het huis van Dening.
Die avond zitten ze met el
kaar in de boerenkeuken rond
de tafel. Boer Dening vertelt:
Je zult het deze week druk
hebben, Rudie. Ik bedoel voor
het paasvuur, want dat is in
ons dorpsleven een der hoog
tepunten voor de jeugd, daar
van zullen Steven en de ande
ren je wel hebben verteld, denk
ik. Ons dorp is een van de wei
nige in Drente waar de traditie
van het paasvuur nog precies
zoals vroegr in ere wordt ge
houden. Dat tref je dus. Maar
je moet er hard aan meewer
ken. Er is al een begin ge
maakt, dat zul je wel zien.
De volgende morgen vlak na
het ontbijt loopt Rudie met z'n
vrienden naar de andere kant
van het dorp. Even buiten de
bebouwde kom, op het Sche-
persveld, ziet hij een geweldige
hoop hout en takken. „Dat
wordt het Paasvuur", kondigt
Steven aan.
„Wat een hoge hoop", zegt
Rudie. „Hoog? Nee heur, nog
lang niet hoog genog. Ons
paasvuur moet ommers veul
groter worden dan alle andere
in Drente", vertelt Freek.
„Hoe krijgen jullie dat er bo
venop?" peinst Rudie hardop.
„Dat zul je wel zien.
Kom mee", stelt Harm voor.
Op dat ogenblik is voor Rudie
een heel bizondere week aan
gebroken. Een week van zwoe
gen en zweten. Een week van
werk waar Rudie nog nooit in
z'n jonge leven van heeft ge
droomd. De groep is op weg
naar het bos dat voor Rudie op
slag een heel ander, een heel
bizonder gebied is geworden.
Waar je anders niet naar om
keek, is nu een begeerde buit
geworden: losliggende takken,
denneappels en alles wat maar
brandbaar is. „Al weken zijn
we na schooltijd en op vrije da
gen bezig bossen takken naar
de Paasbult te slepen. Maar
deze week zal vader ons een
handje helpen met de wipkar
en de trekker", vertelt Harm.
„Kijk, de wipkar staat er al",
wijst Loeks. „Laten we gauw
beginnen". Aan de bosrand,
naast de karresporen ziet Ru
die de lege boerenwagen van
Dening. Zulke wagens zie je
alleen in Drente. Je kan de bak
opwippen aan de voorkant,
zodat de lading aan de achter
kant gemakkelijk gelost kan
worden. Reuze handig, vindt
Rudie. Ze dringen diep het bos
in. Het ruikt er naar voorjaar.
De jongens sjouwen heen en
weer naar de kar, soms zo be
laden met takken, dat ze lijken
op andelende struiken. Als de
kar vol is wordt boer Dening
gehaald die met de trekker
komt voorrijden. „Jullie heb
ben het gemakkelijker dan wij
vroeger jongens. Wij moesten
zelf de kar trekken. Het ge
beurde haast nooit dat een
boer met z'n paard kwam",
zegt Dening.
Oudere broers en sommige
vaders helpen op het Sche-
persveld om via een ladder het
brandhout op de Paasbult te
krijgen. Soms komen boeren
op hun wagen hele bomen
brengen. Dat helpt! Zo stapelt
zich de hoop op. Elke avond
komen de jongens smerig,
groen en klevend van de hars
thuis. Maar ze houden vol tot
de vrijdagavond toe, want hun
paasvuur moet het hoogst
worden in de hele provincie, zo
wil het oude gebruik.
En zatermorgen, Rudie heeft
dan alweer een nacht in z'n ei
gen huisje geslapen, want va
der en moeder zijn de vorige
avond met Joke gearriveerd,
houdt de jeugd in het dorp
langs de huizen een inzame
ling.
De jongens en meisjes, die
zelf de boerenkar trekken, zin
gen uit volle borst: „Heb je nog
oude manden, die wij met Pa
sen branden, of een bosje stro
of riet, anders branden wij met
Pasen niet".
Bijna uit elk huis brengen ze
wel iets naar de wagen: oude
korenwannen, manden, be
zems, een oude wieg, bijenkor
ven, een kapotte stoel of tafel.
Alles wordt dankbaar in ont
vangst genomen. Hoger en ho
ger wordt de houtmijt. Rudie
kijkt er vol ontzag tegenop.
En als tegen de avond de
paasbult zijn grootste hoogte
heeft bereikt, plaatsen Freek
en zijn oudste broer Jan een
lange staak met een korf erop,
als een meiboom bovenop de
houthoop. Dan is het werk
voltooid en moeten de jongens
wachten tot paasmaandag,
dan zal het paasvuur ontsto
ken worden.
Steven en Rudie slenteren
naar huis. Evenals de anderen
zijn ze voldaan, omdat ze ervan
overtuigd zijn dat hun paas
vuur het hoogst zal oplaaien
van alle in Drente.
„Maandagmiddag wordt
naast het paasvuur nog een
paai opgesteld met een teerton
er bovenaan", vertelt Steven
onerweg. „Daar heeft tim
merman Obring bij geholpen
en het geld ervoor is bijeen ge
bedeld door een commissie uit
de „paasvuurmakers". Die zijn
bij iedereen in het dorp ge
weest om te vragen: „Heb je
nog wat veur de teerton over?"
Die teerton, dat is leuk, jó, dat
zal je paasmaandag wel zien".
Paaszondagmorgen gaat
Rudie met zijn ouders in het
dorp naar de kerk om de op
standing van Christus te vie
ren. „Wat zien alle mensen er
mooi uit. 't Lijkt wel, of ze al
lemaal nieuwe kleren aan heb
ben", fluister Rudie zijn moe
der in het oor.
„Dat is ook zo. Ze noemen
het hun „paaspronk", ant
woord moeder.
Na kerktijd en ook tweede
paasdag gaat Rudie met de
dorpsjeugd naar de paasweide,
zo wordt het Schepersveld in
deze tijd genoemd, om er te
spelen met mooie gekleurde
eieren. Eiertikken heet dat
spel. Maar Rudie en Steven
vinden het notenschieten van
de ouderen veel mooier. Uren
kijkt hij er naar. En hij mag
meedoen ook. Maar hij doet het
niet zo goed, want de laatste
nachten heeft hij net als alle
jongens slecht geslapen. Ze
zijn vaak uit bed gestapt om
door een ruit in de richt mg van
de paasweide te kijken. Ze
hebben horen vertellen, dat
vroeger een paasbult wel eens
te vroeg werd ontstoken door
kwaadwilligheid. Wel werd
dan met vereende krachten een
nieuwe bult gemaakt, zodat er
toch een paasvuur was, maar
die kon natuurlijk nooit zo
groot zijn. Stel je voor, dat hier
vannacht zo'n boosdoender
komt. Maar het gaat goed.
Als op paasmaandag de
schemering valt over het wijde
landschap, en de jeugd met de
ouderen naar het paasvuur
trekt, vaart er in Rudie een ge
voel van grote opwinding, zo
dra het vuur ontstoken wordt.
Van alle kanten komen nog
late jongens en meisjes aan
rennen, die al van verre
schreeuwen: ,,'t Paosvuur
brandt al".
De vlammen lekken als ton
gen aan het hout en in korte
tijd staat de hele paashoop in
brand. Tegen de rode gloed zijn
de mensen afgetekend als klei
ne zwarte schimmen. Je hoort
hun stemmen tegen de achter
grond van gesis en geknetter.
De gloed van het vuur is bla
kerend warm en klimt steeds
hoger naar de donkere hemel:
Een vreugdevuur, omdat de
Heer is opgestaan. De jongelui
dansen en springen rondom de
brandende hoop en door de af
drijvende rook. Paasliederen
klinken over het veld. Rudie
doet dapper mee. Het is maar
goed, dat hij op aanraden van
Steven oude kleren heeft aan
getrokken, want even later be
ginnen de belhamels, ook de
meisjes, hun eigen en eikaars
gezichten zwart te schilderen
met houtskool. Er vliegen
gloeiende takken, „bongels"
door de lucht en sommige
waaghalzen springen door de
verbrande resten van het paas
vuur.
Als het grootste deel van de
paasbult verbrand is, wordt de
teerton ontstoken. En hoe ver
der de teer opbrandt en de dui
gen uit elkaar vallen, hoe over
vloediger de vonkenregen door
het schudden naar beneden
komt. Vol spanning volgen de
omstanders het vuurwerk.
Totdat eindelijk de ton onder
groot gejuich naar beneden
valt.
Ademloos kijkt Rudie toe.
Als het paasvuur begint te
smeulen en de rosse gloed
waarmee dit vreugdevuur de
wijde omtrek verlichtte, ver
dwenen is, trekt de oudere
jeugd weg naar de beattenten
en patatzaken, waar ze verder
de avond doorbrengt met
dansen en gezelligheid, zoals
vroeger het jonkvolk naar de
herbergen trok om te dansen
bij harmonikamuziek. De ou
ders nemen hun jongere kin
deren mee naar huis. Het paas
vuur is jammer genoeg weer
voorbij: Werk van dagen en
weken is in enkele uren in rook
en vlammen opgegaan. Maar
iedereen heeft er zijn plezier
aan beleefd. En niet in het
minst de Rotterdamse Rudie,
die terwijl hij thuis nog aan het
spookachtige paasvuur terug-
dentk, verzucht: „Dit is een
apart pasen".
In deze tijd van het jaar
staat het onderwijs altijd
extra in de belangstelling.
Immers, veel gezinnen hou
den zich nu bezig met de
vraag, welke school zoon of
dochter straks, na de zo
mervakantie zal gaan be
zoeken. Wie voor het eerst
zijn kind naar de kleuter
school of naar de „grote"
school ziet gaan, ziet zich
geplaatst voor grote veran
deringen. Een deel van de
opvoeding wordt nu uit
handen gegeven. Je kind
doet duidelijk de eerste stap
op weg naar zelfstandig
heid. Voor het kind én het
gezin een belangrijk mo
ment. Binnen het kleuter
en basisonderwijs bestaan
nogal wat verschillende op
vattingen over de aanpak
van het onderwijs. De ma
nier van lesgeven zal vaak
flink verschillen van de
manier waarop u zelf les
kreeg. Bij de ene school zal
het accent meer liggen op
„leren" en bij andere op het
zelf ontplooien in eigen
tempo. Maar vaak is de keus
toch eenvoudig. Meestal
kiezen ouders voor de
dichtstbijzijnde school. Of
in ieder geval de dichtsbij-
zijnde school die aansluit
bij de eigen levensovertui
ging.
Maar voor de volgende
grote stap ligt het nog wat
minder eenvoudig. Voor al
die zesdeklassers van nu is
die stap naar de volgende
school goed beschouwd ook
nog veel groter. 'Het kind
komt in een totaal nieuwe
situatie. Want welke school
het ook wordt, na de lagere
school, het is echt wel even
wennen aan die nieuwe klas
en nieuwe school, die plots
ook een veel grote zelfstan
digheid van het kind ver
eist.
Maar nog ingrijpender is
de invloed die de keus van
de school op de rest van uw
kind kan hebben. Een be
langrijk deel van zijn of
haar toekomst wordt be
paald door die ene stap, die
stap over de drempel van de
opleiding waar het kind op
12-jarige leeftijd aan gaat
beginnen.
In de periode van 19 tot 26
maart 1980 werden bij de ge
meentepolitie te Vlissingen
aangegeven: bankbiljet, nega
tieven kleurenfoto's, plastic
traktor, paar zwarte heren
handschoenen, dameshorloge
met zwarte wijzerplaat, meta
len quarzhorloge, goudkleurig
dameshorloge als hanger, ge
breide kindersjaal, -lange zil-
verkl. ketting, bruin etui met 4
sleutels, zwart etui met auto
sleutels, sleutels aan blauw la
bel.
Aangegeven dieren: bij par
ti cuüer: geringde kip. In asiel:
volwassen zwarte kater met
Kruin bandje en belletje, cy
pers iets rode poes van 5 tot 6
maanden, bastaard kernterriër
teef met groene halsband en
groene riem.
Openingstijden: maandag t
m vrijdag: 9.00-12.00 uur en
14.00-16.00 uur.
Bij de gemeentepolitie in
Oost-Souburg werden in de
periode van 19 tot 24 maart
1980 aangegeven: paar licht
groene gebreide handschoe
nen, blauw regenpak in geruite
aanhaakfietstas.
OOST-SOUBURG - Zater
dag 5 april om elf uur 's mor
gens woidt de schilderijen-ex
positie van José Rozemond ge
opend. Deze expositie is te zien
in de Bibliotheek aan de Ka-»
naalstraat 58 in Oost-Souburg.
Het leek allemaal zo mooi in
1968. Na tientallen jaren dis
cussiëren en enkele jaren ex
perimenteren, werd in dat jaar
de nieuwe onderwijswet van
kracht, de Mammoetwet. Er
leek nogal veel te veranderen.
Het begrip „brugklas" werd
ingeburgerd. Na die eerste
klas, het z.g. brugjaar, kon het
kind nog beter kiezen. Boven
dien kon het kind gemakkelij
ker van het ene schooltype
naar het andere „doorstro
men".
Het klonk allemaal zo mooi.
Te mooi, zeiden veel onder
wijsdeskundigen toen al. Want
we kregen wel veel nieuwe
namen, zoals mavo, havo,
atheneum en talloze, nog
raadselachtiger afkortingen,
maar is er eigenlijk wel zo veel
verbeterd als het ministerie
van onderwijs ons wil(de) laten
geloven? Het zou te ver voeren,
om binnen het kader van dit
artikel de hele mammoetwet
onder de loupe te nemen.
99
„Kies, na de lagere school",
het voorlichtingsblad van het
ministerie van onderwijs,
noemt zelf als twee belang
rijkste verbeteringen de
brugklas of brugperiode en
betere onderlinge verbindin
gen tussen de verschillende
schooltypen. We citeren: „Het
gevolg is, dat de keuze die nü
moet worden gemaakt, niet zo
definitief is En dat is maar
goed ook, want de meeste kin
deren weten nog niet goed wat
ze later willen worden, wij
weten vaak ook niet goed hoe
die kinderen het straks op de
school voor voortgezet onder
wijs zullen doen". En daór zit
'm nu juist de kneep. Inder
daad, kiezen met twaalf jaar is
vrijwel niet mogelijk. En de
prakrijk leert nu juist, dat ook
van dat uitgestelde kiezen niet
zoveel terecht komt.
Zelfs in een scholenge
meenschap (een school waar
verschillende onderwijstypen
onder één dak zitten), is nau
welijks sprake van echt kiezen.
Het niveau in de brugklas, is
ook daar afgestemd op een ge
middelde. Wie daar onder
komt, valt af. Wie boven dat
gemiddelde zit, moet vaak ex
tra lessen bijgespijkerd wor
den om „hogerop" te kunnen.
Bovendien, scholengemeen
schappen van alle typen voort
gezet onderwijs, bestaan niet.
In het gunstigste geval vier on
derwijstypen onder „een dak".
Meestal zijn dat de mavo, havo,
atheneum en gymnasium.
Maar het beroepsonderwijs zit
er zeker niet bij.
Het blad „Kies" heeft het
dan ook over twee grote wegen.
De ene is het beroepsonder
wijs, de andere het algemeen
voortgezet onderwijs. In theo
rie is veranderen van schoolty
pe altijd mogelijk. In de prak
tijk komt daar echter heel wat
bij kijken. Van die verbindin
gen tussen de verschillende
schooltypen is nauwelijks
sprake. De scholen hebben
weinig kontakten met elkaar.
Docenten van de ene school
weten heel vaak onvoldoende
van een andere school.
En zelfs in de gunstigste ge
vallen (zoals bijv. een scholen
gemeenschap) waar je het ma
ken van een keuze d.m.v. een
brugperiode kunt uitstellen,
kun je je afvragen of uitstel van
1 a 2 jaar wel zo erg veel ver
schil uitmaakt. Op latere leef
tijd kiezen is nog moeilijker.
„Doorstromen" betekent dan
altijd, minstens een jaar langer
op school. Kortom, de belang
rijkste keuze wordt nog steeds
gemaakt op 12-jarige leeftijd.
Het resultaat is er naar. Veel
jonge volwassenen komen er
(te) laat achter, dat ze voor het
beroep dat hen ligt de verkeer
de opleiding hebben gevolgd.
Alleen de doorzetters hebben
dan nog enige kans van slagen.
Niet voor niets staat juist de
vakbeweging achter de ideeën
voor de middenschool. Een
school, die zóveel mogelijkhe
den moet bieden, dat de echte
keuze niet voor 15 a 16 jaar
hoeft te worden gedaan.
Maar de middenschool is nog
maar een experiment, dat
slechts in 14 plaatsen in Ne
derland wordt gehouden. De
meningen en de aanpak lopen
nog erg uiteen. En of de mid
denschool er ooit komt is nog
maar de vraag. Voorlopig blijft
het in ieder geval nog zoals het
is. De stap, die uw zesdeklasser
straks zet, verdient dan ook nu
alle aandacht.
Als ouder kun je veel invloed
op de keuze van een school uit
oefenen. En terecht, want wie
kent zijn kind en zijn moge
lijkheden beter dan de eigen
ouder. Helaas menen veel ou
ders dat het beoordelen van de
mogelijkheden van hun kind
veel te moeilijk voor hen is.
Soms komt dat door de beken
de bomen, waardoor het het
bos niet meer ziet. Of je denkt
als ouder dat het beter is een
oordeel aan een „deskundige"
over te laten. Vaak is die des
kundige het hoofd van de la
gere school. Maar die heeft
soms ook met andere belangen
rekening te houden dan die van
uw kind.
Sommige scholen
sturen express aan op een
gunstig percentage mavo- en
havo-klanten. En liefst een
paar gymnasiasten. Ook som
mige ouders willen koste wat
kost, voorkomen dat hun zoon
of dochter op een l.b.o.-school
terecht komt (zoals technisch-,
nijverheids-, of agrarisch on
derwijs). Ook de „Kies" bro
chure maakt zich schuldig aan
dezelfde misvatting: „Voor
nogal wat kinderen blijkt het
algemeen voortgezet onder
wijs bij nader inzien te hoog
gegrepen". Maar wat is hoog?
En wat is dan laag?
En wat we bij al dat prestige
gedoe vooral vergeten, is het
kind zelf. Die zal zich in een
opleiding die bij hem of haar
past, beter thuis voelen. Hij of
zij zal veel meer zichzelf kun
nen zijn, zich beter kunnen
ontplooien en daardoor met
veel meer plezier naar school
gaan. En vooral: de kans krij
gen een tevredener mens te
worden. Er is in Nederland
sprake van een overwaarde
ring van het algemeen voortge
zet onderwijs. Het gevolg:
vooral de mavo mag zich in een
grote belangstelling verheu
gen.
Maar veel van de mavo
leerlingen staan reikhalzend
naar de laatste schooldag uit te
kijken. Eindelijk van die rot-
school af. Eindelijk je bezig
houden met wat je wél wilt.
Een andere opleiding, of lek
ker werken. Maar steeds vaker
hoor je de klacht, dat je met
mavo alleen, niet zo ver komt.
Ten onrecht ook, wordt vaak
grote waarde toegekend aan de
toetsen die in de zesde klas van
de lagere school worden ge
houden. De makers van de
meest gebruikte test, de CITO-
toets, zeggen het zelf; de test
geeft vooral inzicht in wat een
kind miet kan. Onderzoek naar
wat een kind wel kan of wil,
wordt nauwelijks gedaan. Zo'n
toets is bovendien een mo
mentopname, en zou uitslui
tend gehanteerd moeten wor
den als hulpmiddel. Informeer
altijd goed naar het hoe, wat en
waarom van het testresultaat.
Belangrijk blijft wat het kind
zelf kan en wilMaar na 12 ja ar
kan er nog zo veel verande
ren... U als ouder kunt helpen.
Door zoveel mogelijk te infor
meren naar de mogelijkheden
die er voor uw kind zijn. Maak
gebruik van de open dagen, de
kijkdagen die elke onderwijs
instelling in deze tijd houdt.
In|prmatie over elk type on
derwijs kunt u ook altijd aan
vragen bij het ministerie van
onderwijs: Centrale Directie
Voorlichting, postbus 20551,
2500 in Den Haag. En vooral:
Let op de mogelijkheden die na
deze grote stap nog open blij
ven. Blijf er samen met uw
kind over denken, ook na het
eerste schooljaar in het voort
gezet onderwijs. Want kiezen
met 12 jaar... vergeet het maar!
Een heel handig boek dat u
wegwijs kan maken binnen het
drukke wegennet voor het
-voortgezet onderwijs heet Kie
zen met uw kind. Het is ge
schreven door Jos Ahlers en is
gewoon in de boekhandel ver
krijgbaar voor 19,90. Wie al
eens schriftelijk materiaal bij
de Open School besteld heeft,
kan dit boek in bezit krijgen
voor 14,90. Stuurt u dan een
open enveloppe naar Educa-
part BV, Antwoordnummer 68
in Culemborg. Een postzegel is
niet nodig. U moet wel even
vermelden „Open School".
Geld overmaken hoeft nog
niet.
Meer over dit onderwerp
vindt u in het thema van de
week, dat als onderdeel van de
radio- en televisieprogram
ma's Open Schooltijd wordt
uitgezonden in deze week.
Op de foto een van de kandidates.
's-HEERENHOEK - Op za
terdag 12 april vindt in „De
Geveltjes" te 's-Heerenhoek de
verkiezing plaats van Miss
Zuidwest-Nederland. Voor
deze verkiezing, een van vier
voorronden voor de Miss Hol
land verkiezing op vrijdag 2
mei, kunnen ongehuwde da
mes van 17 tot en met 25 jaar
zich nog steeds aanmelden als
kandidaten.
Ze kunnen hiervoor terecht
bij het Nationaal Comité Miss
Holland Lambertuslaan 11 in
Maastricht, Flair Mode in
Vlissingen, Middelburg. Goes
en Bergen op Zoom, De Gevel
tjes in 's-Heerenhoek en tele
fonisch: 02230-36526 of
043-13039.
Miss Zuidwest-Nederland,
alsmede de winnaressen van de
tweede en derde plaats zullen
doorgaan naar de finale Miss
Holland 1980 op vrijdag 2 mei
a.s. in Hilton Rotterdam, waar
ze kans maken op diverse
Miss-titels. Uiteraard zijn er
ook in 's-Heerenhoek diverse
prijzen beschikbaar.
MIDDELBURG - Woensdag
9 en donderdag 10 april is in de
Stedelijke Scholengemeen
schap aan de Winston, Chur-
chilllaan weer de traditionele
beurs voor voorjaars- en zo
merkleding.
Op woensdag van twee tot
halfacht kan men de kleding,
die men ten verkoop aanbiedt,
en die zo goed als nieuw moet
zijn, inleveren. Donderdag 10
april is de verkoop van halftien
tot vier uur.
Tachtig procent
van de opbrengst is voor de ei
genaar, twintig procent voor
de Unie van Vrouwelijke Vrij
willigers (UW). Buiten kle
ding zijn ook boeken welkom.